Verordening van het algemeen bestuur van Waterschap Limburg houdende regels omtrent de fractieondersteuning

1. Zowel de commissieleden vanuit het algemeen bestuur als de burgercommissieleden hebben recht op alle informatie die aan de leden van het algemeen bestuur beschikbaar wordt gesteld, inclusief eventuele informatie waarop geheimhouding is gelegd, tenzij de wet zich daartegen verzet.

2. Alle commissieleden ontvangen de vergaderstukken digitaal via een daartoe specifiek bestemde configuratie.

1. Ieder commissielid krijgt de beschikking over een iPad, van waterschapswege in bruikleen te verstrekken.

2. Ieder burgercommissielid ontvangt, op basis van een getekende presentielijst, een vergoeding per deelname aan een commissievergadering en andere door het waterschap georganiseerde bijeenkomsten voor het algemeen bestuur en commissieleden, waarbij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers richtinggevend is voor de hoogte en indexering van de vergoeding.

3. Ieder commissielid ontvangt een reiskostenvergoeding voor het deelnemen aan de commissievergaderingen en andere door het waterschap georganiseerde bijeenkomsten voor het algemeen bestuur en commissieleden, overeenkomstig de reiskostenregeling voor de leden van het algemeen bestuur.

1. Elke fractie heeft jaarlijks aanspraak op een fractievergoeding, opgebouwd uit een voor elke fractie gelijk nominaal bedrag en een nominaal bedrag voor elk fractielid.

2. Het algemeen bestuur stelt de hoogte van de nominale bedragen vast. De bedragen blijven ongewijzigd tot dat het algemeen bestuur een wijzigingsbesluit neemt, in de regel per begrotingsjaar.

3. Per 1 januari 2025 is het nominale deel van de fractievergoeding vastgesteld op € 5.000 per jaar en het bedrag voor elk fractielid op € 1.000 per jaar.

4. In geval van splitsing van een fractie blijft de reeds uitgekeerde vergoeding volledig toekomen aan de oorspronkelijke fractie. Een nieuwe fractie die ontstaat na een splitsing maakt pas vanaf het daaropvolgende kalenderjaar aanspraak op een fractievergoeding.

5. In geval van samenvoeging van fracties behouden beide fracties hun toegekende vergoeding voor het lopende kalenderjaar. Vanaf het daaropvolgende kalenderjaar ontvangt de samengevoegde fractie een vergoeding op basis van het dan geldende aantal fractieleden.

6. In een verkiezingsjaar wordt de fractievergoeding toegekend in twee delen:

• a.

  Een voorlopige vergoeding aan de fracties die op 1 januari van dat jaar zitting hebben in het algemeen bestuur, naar rato van het aantal maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden;

• b.

  Een tweede vergoeding aan de fracties die ontstaan na de verkiezingen, naar rato van het aantal resterende maanden van het kalenderjaar, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de installatie van het nieuwe algemeen bestuur.

7. Fracties die na de verkiezingen ophouden te bestaan, leggen uitsluitend verantwoording af over het deel van het budget dat aan hen is toegekend voor de periode tot en met de verkiezingsmaand.

1. De fractievergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten ter bevordering van het functioneren van de fractie. Hiertoe behoren in ieder geval kosten die verband houden met inhoudelijke, procesmatige of strategische fractieondersteuning; communicatie met de omgeving via traditionele of digitale media, organisatie van werkbezoeken of bijeenkomsten, dossiervorming, voorbereiding van moties en amendementen, administratieve ondersteuning, opleidingen en teambuilding.

2. Besteding van middelen dient ten alle tijden bij te dragen aan de volksvertegenwoordigende, kaderstellende of controlerende taak van het algemeen bestuur.

3. De fractievergoeding mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

• a.

  Alles wat met de politiek(e partij) te maken heeft. Bijvoorbeeld politieke communicatie (website, drukwerk en campagnes), betalingen aan de politieke partij, waterschapsverkiezingen en verkiezingscampagnes.

• b.

  Alles wat al via een andere wettelijke regeling vergoed wordt aan AB- en burgercommissieleden of wettelijk niet is toegestaan. Bijvoorbeeld verhogen van de vergoeding voor de werkzaamheden van AB-leden of presentievergoeding, onkostenvergoeding (zoals representatie, vakliteratuur, excursies, bureaukosten, contributies, lidmaatschappen (anders dan beroepsverenigingen voor het ambt), ontvangsten thuis, zakelijke giften), reiskosten, iPad voor het bestuurswerk, scholing en opleiding individuele AB- en burgercommissieleden ten behoeve van bestuurswerk, contributie beroepsverenigingen en voorzieningen voor leden met structurele functionele beperking.

1. Aan het begin van elk kalenderjaar wordt de jaarlijkse fractievergoeding als voorschot uitgekeerd aan iedere fractie. Betaling geschiedt op een door de fractie op te geven bankrekeningnummer ten name van de fractie of een daartoe gerechtigde rechtspersoon.

2. Controle van de verantwoording vindt, in opdracht van het algemene bestuur, plaats door de secretaris-directeur voor 1 mei van het jaar volgende op het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd. De fractie overlegt hiervoor uiterlijk 1 maart van elk kalenderjaar een ondertekend jaaroverzicht bestaande uit een opsomming van de uitgaven ten koste van de fractievergoeding, factuur en toelichting. De secretaris-directeur toetst de ingediende verantwoording (alleen) aan de verordening en rapporteert zijn bevindingen met betrekking tot de controle van de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning aan het presidium, dat vervolgens advies uitbrengt aan het algemeen bestuur.

3. Het algemeen bestuur stelt na controle door de secretaris-directeur, gelet op het advies van het presidium, de hoogte vast van:

• a.

  De uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de fractievergoeding bekostigd zijn;

• b.

  Niet juist verantwoorde uitgaven of ten onrechte uit het voorschot besteedde uitgaven;

• c.

  De wijziging van de reserve;

• d.

  De resterende reserve.

4. Het in lid 3, onder b vastgestelde bedrag wordt teruggevorderd. Verrekening van dit bedrag met enig voorschot of reserve is niet mogelijk.

1. Het binnen een kalenderjaar niet gebruikte deel van een fractievergoeding wordt gereserveerd voor besteding door die fractie in het volgende kalenderjaar.

2. De reserve op 31 december in een verkiezingsjaar mag niet groter zijn dan 100 % van de vergoeding waarop de fractie in dat jaar op grond van artikel 4, lid 3 aanspraak kon maken. De volgende drie kalenderjaren mag de reserve op 31 december niet groter zijn dan 75% van de vergoeding waarop de fractie in dat jaar op grond van artikel 4, lid 3 aanspraak kon maken. Indien na vaststelling van de in artikel 6, lid 3, sub d genoemde resterende reserve de hierboven vermelde percentages worden overschreden, dient de desbetreffende fractie het meerdere terstond terug te storten.

3. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie, die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van het algemeen bestuur als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

4. Bij splitsing van een fractie tijdens een zittingsperiode kan de nieuwe groepering geen aanspraak maken op de door de fractie in de oude samenstelling opgebouwde reserves.

5. Als bij zetelverlies de fractie ophoudt te bestaan en naar het oordeel van het algemeen bestuur geen rechtsopvolger kan worden aangewezen, vervalt de reserve aan het algemeen bestuur.

1. Daar waar deze verordening niet in voorziet beslist het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het elektronisch Waterschapsblad en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

3. Op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde datum van terugwerkende kracht wordt de per 22 juni 2019 in werking getreden Verordening fractieondersteuning Waterschap Limburg 2019 ingetrokken.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening fractieondersteuning Waterschap Limburg 2025".