Regeling vervalt per 01-05-2029

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Hoorn

Geldend van 10-10-2025 t/m 30-04-2029 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Hoorn

Zaaknummer: 2253437

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

  • gelet op artikel 78gg Participatiewet;

  • het noodzakelijk is om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage in het kader van de alleenverdienersproblematiek;

  • Gelet op het voorstel Beleidsregels alleenverdienersproblematiek met zaaknummer 2253437, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Hoorn d.d.

BESLUIT:

vast te stellen de Beleidsregel “tegemoetkoming alleenverdieners gemeente Hoorn 2025, 2026 en 2027”

Artikel 1. Doelstelling

Al onze inwoners moeten een inkomen hebben waarmee ze kunnen rondkomen. Mensen met lage inkomens krijgen extra steun door middel van toeslagen via de Belastingdienst. Door een ongunstige samenloop van regelingen valt het besteedbaar inkomen voor sommige huishoudens te laag uit. Het betreft een groep huishoudens voor wie de uitkering van het UWV van één van beide partners de enige of belangrijkste inkomensbron is. De doelstelling van deze regeling is om deze groep inwoners een bijdrage toe te kennen om het verschil in besteedbaar inkomen weg te nemen

Artikel 2. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder Alleenverdiener: het huishouden dat:

  • a.

    een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;

  • b.

    vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;

  • c.

    een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.

  • aanvragers: het huishouden die de bijdrage alleenverdieners aanvragen.

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

  • gemeente: gemeente Hoorn;

  • huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • inkomen: totaal van het inkomen van aanvragers. Onder inkomen wordt verstaan de inkomsten uit werk, uitkering, pensioen, alimentatie, vergoedingen, verhuur;

  • inkomensgrens: 100% van de bijstandsnorm zoals genoemd in paragraaf 3.2 van de Participatiewet;

  • kalenderjaar: het jaar waarover de bijdrage wordt aangevraagd.

  • ministeriële regeling: De Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ;

  • peildatum: de dag waarop de aanvraag is gedaan;

  • vaste tegemoetkoming: het bedrag dat per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg, Participatiewet;

  • Zelfmelder: alleenverdiener die niet op de landelijke lijst van de Belastingdienst staat en die een aanvraag voor een tegemoetkoming bij het college heeft ingediend omdat hij meent toch tot doelgroep van de Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek te behoren.

Artikel 3 Ambtshalve toekenning

De gemeente kan voor sommige huishoudens de vaste tegemoetkoming ambtshalve toekennen. Dit betekent dat deze huishoudens geen aanvraag hoeven te doen, maar de tegemoetkoming automatisch ontvangen.

3.1 Huishoudens bekend bij de Belastingdienst

Op grond van artikel 78gg, vijfde lid, van de Participatiewet, ontvangt de gemeente ieder kalenderjaar via het Inlichtingenbureau een lijst met bij de Belastingdienst bekende huishoudens die recht hebben op de vaste tegemoetkoming. Deze lijst bevat het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner van het betrokken huishouden. Aan deze huishoudens kan de gemeente ambtshalve de tegemoetkoming betalen.

3.2 Huishoudens die in 2023 en/of 2024 compensatie ontvingen

In 2023 en 2024 ontvingen huishoudens met Alleenverdienersproblematiek van de gemeente een compensatie via individuele bijzondere bijstand. De gemeente kent aan deze huishoudens de tegemoetkoming in 2025 ambtshalve toe, wanneer:

  • a.

    het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen, en;

    het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner niet voorkomt op de lijst van het Inlichtingenbureau over het jaar 2025, zoals omschreven in hoofdstuk 2.1, en;

  • b.

    de gemeente op basis van de gegevens die van het huishouden bekend zijn, vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming, en;

  • c.

    zich sinds de vorige toekenning geen belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie

  • d.

    van het huishouden of de wetten waarop deze toekenning is gebaseerd, en;

  • e.

    de meestverdienende partner nog steeds staat ingeschreven in de gemeente Hoorn.

3.3 Ambtshalve toekenning in 2026 en 2027

Aan huishoudens die in 2025 de vaste tegemoetkoming ontvingen, kent de gemeente ook in 2026 en 2027 de tegemoetkoming ambtshalve toe, wanneer:

  • a.

    het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen, en;

    het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner niet voorkomt op de lijst van het Inlichtingenbureau over het betreffende kalenderjaar, zoals omschreven in hoofdstuk 2.1, en;

  • b.

    de gemeente op basis van de gegevens die van het huishouden bekend zijn, vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming, en;

  • c.

    zich sinds de vorige toekenning geen belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie

  • d.

    van het huishouden of de wetten waarop deze toekenning is gebaseerd, en;

  • e.

    de meestverdienende partner nog steeds staat ingeschreven in de gemeente Hoorn.

Artikel 4 Aanvraag zelfmelder

Huishoudens die zelf het vermoeden hebben tot de doelgroep Alleenverdieners te behoren, kunnen bij de gemeente een aanvraag doen. Dit heet een ‘aanvraag zelfmelder’. Huishoudens kunnen tot 31 december 2028 de vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 aanvragen.

4.1

Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college.

4.2

De aanvraag om een vaste tegemoetkoming kan vormvrij worden ingediend bij het college.

4.3

Het college beoordeelt of de aanvrager, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdiener is.

4.4

Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in uw huishouden op de aanvraagdatum inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.

4.5

Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.

4.6

Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.

4.7

Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen. Wanneer sprake is van een sterk wisselend inkomen, kan worden uitgegaan van het jaarinkomen.

4.8

Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.

4.9

Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

4.10

Het peilmoment van het vermogen is 1 januari 00:00 van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

4.11

De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 wordt uiterlijk 31 december 2028 aangevraagd.

TOEKENNING EN VERSTREKKING

Artikel 5 Toekenning

5.1 Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.

Artikel 6 Verstrekking

6.1 Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming verdeeld over de resterende maanden in het kalenderjaar, onder aftrek van de reeds verstrekte bedragen over dat betreffende kalenderjaar. De verstrekking voor het betreffende kalenderjaar loopt door als het huishouden uit de gemeente verhuist.

Artikel 7. Terugvordering

De bijdrage wordt niet teruggevorderd.

Artikel 8. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    De beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel tegemoetkoming alleenverdieners gemeente Hoorn 2025, 2026 en 2027“.

  • 2.

    De beleidsregel treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025.

  • 3.

    De beleidsregel vervalt per 1 mei 2029.

Aldus besloten in de vergadering 16 juni 2025

Burgemeester en wethouders van Hoorn,

secretaris,                                      de burgemeester,

Oplegnota concept beleidsregels

Concept beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Hoorn

Verzoek:

In te stemmen met concept Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek. Deze beleidsregels regelen de toekenning van een jaarlijkse vaste tegemoetkoming ter aanvulling van een tekort aan ontvangen toeslagen bij die huishoudens die kampen met de alleenverdienersproblematiek.

Achtergrond:

Iedereen in Nederland heeft recht op een besteedbaar inkomen op het bestaansminimum. Dit bedrag is afhankelijk van leeftijd en leefsituatie. Mensen met lage inkomens krijgen extra ondersteuning door middel van toeslagen. Een groep huishoudens ontvangt door een ongelukkige samenloop van wet- en regelgeving te weinig toeslagen. Dit heeft nadelige gevolgen voor het netto-inkomen van deze huishoudens. Zij ontvangen een netto-inkomen dat lager is dan een vergelijkbaar (echt)paar met bijstand en maximale toeslagen. Daarmee komen zij netto uit onder het bestaansminimum. Deze omstandigheden noemen we de Alleenverdienersproblematiek.

Deze problematiek ontstond in 2009 toen de overdraagbaarheid van de Algemene Heffingskorting gefaseerd werd afgebouwd (volledige afbouw in 2023), en daarbij een andere afbouw volgde dan de bijstandsuitkering (volledige afbouw in 2039). Het wegnemen van deze ongewenste situatie wordt in 3 fasen gecorrigeerd waarbij het rijk gemeenten heeft verzocht hierbij te ondersteunen in fase 1 en 2.

  • Fase 1: Gemeenten helpen het rijk in 2023 en 2024 met een oplossing via individuele bijzondere bijstand. Hiervoor is een handelingsperspectief geboden.

  • Fase 2: Gemeenten helpen het rijk in 2025, 2026 en 2027 met (de uitvoering van) de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek.

  • Fase 3: Vanaf 2028 is door de Belastingdienst een definitieve oplossing voorzien via de fiscaliteit (de inkomstenbelasting).

De beleidsregels die nu voorliggen hebben betrekking op fase 2, de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap). Deze tijdelijke wet is op 1 januari 2025 in werking getreden. De wet is een aparte regeling binnen de Participatiewet en biedt de wettelijke grondslag om de bij de Belastingdienst bekende huishoudens met alleenverdienersproblematiek over de jaren 2025, 2026 en 2027 ambtshalve een vaste tegemoetkoming te betalen. De vaste tegemoetkoming wordt jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Voor het kalenderjaar 2025 is de tegemoetkoming vastgesteld op € 1.000,- per huishouden. Het Inlichtingenbureau deelt de bij de Belastingdienst bekende Burgerservicenummers van de meestverdienende partner van de betrokken huishoudens via het gegevensportaal met onze gemeente. Huishoudens waarvan onze gemeente het vermoeden heeft dat zij tot de doelgroep behoren kunnen uitgenodigd worden om een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming te doen. Huishoudens die zelf het vermoeden hebben tot de doelgroep te behoren kunnen op eigen initiatief een aanvraag doen (zogenaamde zelfmelders).

Omvang en kenmerken doelgroep

In 2025 zijn, op grond van definitieve inkomens-en vermogensgegevens van 2023, landelijk 6.178 huishoudens bekend bij de Belastingdienst die vallen onder de doelgroep van de alleenverdienersproblematiek. In onze gemeente betreft het 40 huishoudens. Dit zijn (echt)paren waarbij één van de partners de meestverdienende partners is. Het inkomen bestaat uit een loondervingsuitkering (UWV of privaat) of een Wajong-uitkering. Het inkomen van de kostwinner kan aangevuld zijn met een aanvullende bijstandsuitkering of een klein loon. De minstverdienende partner heeft mogelijk een klein inkomen.

Financiering

De gemeente ontvangt via een decentrale uitkering volledige financiering voor de uitvoering van deze tijdelijke wettelijke regeling. De financiering is gebaseerd op toekenning van de jaarlijkse tegemoetkoming van de gehele doelgroep die op de lijst van de Belastingdienst is opgenomen, een percentage voor toekenning aan huishoudens die in de actualiteit recht hebben op de vaste tegemoetkoming. Er is ook rekening gehouden met de inrichtings- en uitvoeringskosten en een opslagpercentage voor onvoorziene kosten. Jaarlijks keert het Rijk een aanvulling uit op basis van de definitieve inkomensgegevens en omvang van de doelgroep. De financiering gaat daarmee uit van volledig bereik van de gehele doelgroep.

Afwegingen

De Wtrap laat uw college van burgemeester en wethouders op onderdelen beleidsvrijheid in de uitvoering van hun taak. Door de Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Hoorn 2025, 2026 en 2027 geeft het college van burgemeester en wethouders van Hoorn aan hoe zij invulling geeft aan deze beleidsvrijheid bij de uitvoering van de Wtrap.

Voor de inrichting van de concept-beleidsregels is uitgegaan van een zo eenvoudig mogelijk afhandelingsproces, waarbij de inzet is om de voor de vaste tegemoetkoming in aanmerking komende huishoudens en onze uitvoerende dienst zo minimaal mogelijk te belasten. De financiering door het rijk is ook gebaseerd op deze werkwijze. Een meer precieze afhandeling leidt tot meer stress en lasten bij de getroffen huishoudens en hogere gemeentelijke uitvoeringslasten.

In de concept beleidsregels is daarom opgenomen om de gehele aangeleverde lijst van de Belastingdienst ambtshalve toe te kennen en uit te keren zodra de rekeningnummers zijn ontvangen. Om die reden heeft het college besloten om geen extra voorwaarden te stellen aan de ambtshalve toekenning. Hiernaast is opgenomen dat aan bij ons bekende huishoudens de vaste tegemoetkoming voor 2025, 2026 en/of 2027 eveneens ambtshalve wordt uitgekeerd wanneer het huishouden in het voorgaande jaar ook tot de doelgroep van de alleenverdienersproblematiek behoorde en de woon- en leefsituatie niet is gewijzigd.

Bij de gemeente bekende huishoudens waarvan het vermoeden bestaat dat zij behoren tot de doelgroep van de alleenverdienersproblematiek worden uitgenodigd een aanvraag te doen. In 2025 worden bij deze aanvraag éénmalig ook de jaren 2023 en 2024 (Fase I) betrokken wanneer over die jaren nog niet werd beoordeeld of het een alleenverdienershuishouden betrof. Vanaf 2026 wordt (op basis van Fase II, de wettelijke regeling) het voorgaande jaar bij de beoordeling van een aanvraag meegenomen.

In de beleidsregels is de vermogensgrens van de zorgtoeslag vanwege rechtsgelijkheid opgenomen als een van de criteria bij de beoordeling of het huishouden tot de doelgroep alleenverdienersproblematiek behoort.

Risico’s

Bereiken van de doelgroep

De doelgroep die ontbreekt op de lijst van de Belastingdienst en die in de actualiteit kampt met alleenverdienersproblematiek is een kwetsbare groep die vaak ook niet weet dat zij tot de doelgroep behoort. Vanuit gesprekken en uitsluiting van andere oorzaken van een tekort aan netto-inkomen moet blijken of een huishouden te maken heeft met de alleenverdienersproblematiek.

Afronding

De meeste huishoudens ontvangen in het najaar van 2028 hun definitieve beschikking toeslagen over 2027. Dat geeft de alleenverdieners tot 1 januari 2029 de tijd om een aanvraag in te dienen.

Ondertekening