Beleidsregel leefgeld en eigen bijdrage ontheemden Oekraïne Heemstede 2025

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  college: het college van burgemeester en wethouders;

• b.

  eigen bijdrage: een vergoeding in de kosten van de gemeentelijke opvang van de meerderjarige ontheemde alsmede van diens meerderjarige gezinslid;

• c.

  RooO: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

• d.

  GOO: Gemeentelijke Opvang Oekraïners, zoals bedoeld in artikel 1, onder g van de RooO;

• e.

  ezin: tot een gezin behoren:

  • –

    echtgenoten of aan gehuwden gelijkstelde partners;

  • –

    hun minderjarige kinderen, mits hen afhankelijk;

  • –

    een ouder of voogd die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige kinderen.

• f.

  leefgeld: geld om persoonlijke uitgaven te doen, zoals eten, drinken en kleding;

• g.

  ontheemde: de ontheemde uit Oekraïne die in Nederland verblijft op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming;

• h.

  POO: Particuliere Opvang Oekraïners, zoals bedoeld in artikel 1, onder h van de RooO;

• i.

  TWO: Tijdelijke Wet: de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne.

2. Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de RooO, de TWO dan wel de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

1. De hoogte van het leefgeld voor ontheemden die verblijven in de GOO is vastgelegd in artikel 10 van de RooO.

2. De hoogte van het leefgeld voor ontheemden die verblijven in de POO is vastgelegd in artikel 12 van de RooO.

3. Ontheemden hebben recht op leefgeld als de ontheemde:

• a.

  in de gemeente is ingeschreven in de Basisregistratie Personen; en

• b.

  verblijft in een GOO of POO; en

• c.

  geen inkomsten heeft uit arbeid, een uitkering of toeslag ontvangt die hoger is dan 115% van de toepasselijke leefgeldnorm.

4. Het leefgeld wordt toegekend vanaf de datum van de aanvraag, maar niet eerder dan de datum van het feitelijk verblijf in de opvang.

5. Het recht op de financiële toelage vervalt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin:

• a.

  de ontheemde werk in loondienst heeft aanvaard en meer verdient dan 115% van de toepasselijke leefgeldnorm;

• b.

  de ontheemde een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt die hoger is dan 115% van de toepasselijke leefgeldnorm;

• c.

  de ontheemde de opvanglocatie heeft verlaten;

• d.

  de ontheemde als ongewenst persoon is verklaard;

• e.

  de ontheemde door de rechter zijn vrijheid is ontzegd;

• f.

  de ontheemde overleden is.

6. Het college vordert te veel of ten onrechte verstrekt leefgeld terug als dit het gevolg is van het niet of niet tijdig doorgeven van wijzigingen door de ontheemde.

7. Het college start de invordering gelijktijdig met de afgifte van het besluit tot terugvordering en hanteert daarbij de in artikel 4:87 Awb betalingstermijn van zes weken.

8. De ontheemde wordt verzocht de vordering ineens in zijn geheel te voldoen. Als dat niet mogelijk is kan de ontheemde binnen zes weken na de verzenddatum van de beschikking een betalingsregeling treffen.

9. Als de ontheemde uitsluitend een inkomen uit leefgeld ontvangt, wordt de maandelijkse aflossingsverplichting bij een betalingsregeling verrekend.

1. De hoogte van de eigen bijdrage voor exploitatiekosten voor opvang wordt vastgesteld op basis van de gezinssituatie, zoals gespecificeerd in de onderstaande tabel. Deze bedragen zijn van toepassing vanaf 1 oktober 2025:

2. De in de tabel genoemde bedragen worden aangepast, overeenkomstig de door het Rijk vastgestelde indexeringen of wijzigingen. Voor deze aanpassingen zijn geen vaste momenten bepaald.

1. De eigen bijdrage is maandelijks achteraf verschuldigd en moet zijn betaald voor de 20e van de maand waarin de bijdrage betaald moet worden.

2. De eigen bijdrage en de ingangsdatum wordt medegedeeld middels een beschikking.

3. De gemeente stuurt éénmaal per jaar of bij eerdere wijzigingen van de normen een beschikking waarin de betalingsverplichting, de hoogte van het bedrag en de wijze waarop de betaling maandelijks moet worden verricht, vermeld staat.

4. Bij het niet tijdig betalen van de eigen bijdrage wordt eenmaal een herinnering verzonden met een termijn van 14 dagen.

5. De gemeente gaat in beginsel uit van een bijdrageplicht wanneer een ontheemde valt onder artikel 3, eerste lid. Indien de ontheemde naar eigen inzicht valt onder de uitzondering zoals beschreven in artikel 3, tweede lid, dan dient de ontheemde het college hiervan actief op de hoogte te stellen.

1. De ontheemde is verplicht bij aanvang van de opvang inlichtingen te verstrekken over de gezinssamenstelling, huisvesting, werk, inkomensveranderingen, inkomen binnen- en/of buitenland en ontvangen contante geldbedragen.

2. De ontheemde is verplicht het college direct in te lichten als zich wijzigingen voordoen in zijn persoonlijke situatie die invloed kunnen hebben op de hoogte van het inkomen en/of de verschuldigde eigen bijdrage.