Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Tiel 2025-2027

Geldend van 09-10-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Tiel 2025-2027

Gelet op artikel 78gg Participatiewet

overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders (hierna het college):

  • het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden een vaste tegemoetkoming kan worden verstrekt of geweigerd en

  • daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;

besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.1 In deze beleidsregels wordt verstaan onder

    • a.

      Alleenverdiener: het huishouden dat: een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;

    • b.

      vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;

    • c.

      een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.

    • Huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

    • Vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg, Participatiewet.

TOEGANG

Artikel 2 Ambtshalve toekenning

  • 2.1 Het college kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.

  • 2.2 Het college kent de vaste tegemoetkoming over 2025, 2026 en/of 2027 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:

    • a.

      het huishouden voor 2025, 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;

    • b.

      voor 2025, 2026 en/of 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;

    • c.

      op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;

    • d.

      er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en

    • e.

      de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.

Artikel 3 Aanvraag zelfmelder

  • 3.1 Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college.

  • 3.2 De aanvraag om een vaste tegemoetkoming kan schriftelijk worden ingediend bij het college.

  • 3.3 Het college beoordeelt of de aanvrager, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdiener is.

  • 3.4 Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.

  • 3.5 Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.

  • 3.6 Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.

  • 3.7 Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.

  • 3.8 Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.

  • 3.9 Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

    Het peilmoment van het vermogen is 1 januari 00:00 van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.

  • 3.10 De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 wordt uiterlijk 31 december 2028 aangevraagd.

TOEKENNING EN VERSTREKKING

Artikel 4 Toekenning

  • 4.1 Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.

Artikel 5 Verstrekking

  • 5.1 Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming in één keer in het kalenderjaar, onder aftrek van de reeds verstrekte bedragen over dat betreffende kalenderjaar.

De verstrekking voor het betreffende kalenderjaar loopt door als het huishouden uit de gemeente verhuist.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 6 Ingangsdatum

  • 6.1 Deze beleidsregels treden in werking 1 dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2025.

Artikel 7 Titel

  • 7.1 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Tiel 2025-2027.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 30 september 2025

Het college van burgemeester en wethouders,

namens deze:

drs. J van Egmond

Burgemeester

Algemene toelichting:

Door een samenloop van verschillende landelijke wet en regelgeving komt een groep huishoudens onbedoeld onder het bestaansminimum terecht. Het gaat om huishoudens met een klein inkomen, dat wordt aangevuld met een gedeeltelijke uitkering. Deze groep heeft hierdoor soms een lager besteedbaar inkomen dan een vergelijkbaar huishouden met een volledige bijstandsuitkering. Deze situatie wordt de “alleenverdienersproblematiek” genoemd.

Voor het jaar 2024 heeft de gemeente huishoudens gecompenseerd vanuit de bijzondere bijstand. Voor de jaren 2025, 2026 en 2027 gelden deze beleidsregels. Vanaf 2028 verwacht het Rijk de alleenverdienersproblematiek definitief op te lossen door een wijziging in de landelijke (belasting)regelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Begripsbepalingen

Dit artikel geeft een definitie voor de begrippen alleenverdiener, huishouden en vaste tegemoetkoming.

Artikel 2: Ambtshalve toekenning

In dit artikel staat welke huishoudens vanuit de gemeente ambtshalve, dus niet op aanvraag maar automatisch, de vaste tegemoetkoming uitbetaald krijgen. De bekende huishoudens uit 2024 krijgen het bedrag ambtshalve uitgekeerd. Wanneer in de jaren 2025. 2026 en 2027 een huishouden bekend is/wordt, kan er alleen voor die jaren ambtshalve worden uitgekeerd.

De voorwaarden zijn dat beide personen op het moment van toekennen in leven zijn, de meestverdienende partner inwoner is van de gemeente, en er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de beleidsregel.

Lid 2.1: Ieder huishouden waarvan het BSN van de meestverdienende partner staat vermeld op de lijst die Belastingdienst aan de gemeente heeft verstrekt, krijgt de tegemoetkoming ambtshalve.

Lid 2.2: Huishoudens die niet op de lijst van de Belastingdienst staan en de tegemoetkoming over een bepaald jaar niet eerder hebben gekregen, krijgen de tegemoetkoming ambtshalve als de gemeente vermoedt dat het huishouden op basis van gegevens in het voorafgaande jaar, recht heeft op de tegemoetkoming. Hiervoor is het belangrijk dat er geen wijzigingen hebben plaatsgevonden in de gezins/inkomenssituatie en dient de meestverdienende partner nog steeds ingeschreven te staan in de gemeente.

Artikel 3: Aanvraag zelfmelder

Huishoudens die vermoeden dat zij tot de doelgroep van de alleenverdieners behoren maar de tegemoetkoming niet ambtshalve hebben gekregen, kunnen zelf een aanvraag indienen. Dit artikel bepaalt daarbij wat de criteria zijn om te bepalen of het huishouden recht heeft op de vaste tegemoetkoming.

Lid 6 & Lid 7: Voor de berekening van het inkomen zijn er verschillende mogelijkheden: Voor vaste inkomens wordt gekeken naar de afgelopen maand; ofwel er geldt een referteperiode van één maand. Voor variabele inkomens wordt gekeken naar de laatste drie maanden; ofwel er geldt een referte periode van de drie meest recente maanden. In beide gevallen geldt dat het inkomen vervolgens wordt omgerekend naar een jaarinkomen.

Lid 9: Bij de vaststelling van de lijst door de Belastingdienst voor ambtshalve toekenning van de tegemoetkoming, is rekening gehouden met de vermogensgrenzen van de toeslagen. Het is vanwege rechtsgelijkheid en de bedoeling van de regeling belangrijk dat gemeenten ook voor zelfmelders met deze vermogensgrenzen rekening houden. In de beleidsregels is daarom de vermogensgrens van de zorgtoeslag opgenomen als criterium bij de beoordeling of een huishouden tot de doelgroep alleenverdienersproblematiek behoort.

Artikel 4: Toekenning & Artikel 5 Verstrekking

De toekenning van de vaste tegemoetkoming is eenmaal per kalenderjaar voor het hele bedrag.

Om te voorkomen dat alleenverdienerhuishoudens in geval van verhuizing tussen de wal en het schip belanden, wordt voor alle ambtshalve toekenningen de peildatum voor de woonplaats de datum waarop de definitieve lijst van de Belastingdienst is gebaseerd, te hanteren. Voor 2025 is dat 15 januari 2025. De meestverdienende partner, waarvan het BSN op de lijst staat vermeld, was op die datum inwoner van de gemeente.

Artikel 6 Ingangsdatum

Hierin staat de datum waarop de regeling in werking is getreden

Artikel 7 Titel

Hierin staat de naam van de regeling.