Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Enschede

Geldend van 04-10-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Enschede

Burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,

Gelet op de bepaling van artikel 78gg van de Participatiewet,

Overwegende dat:

  • de Participatiewet voorziet in een tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek;

  • het gewenst is invulling te geven aan de beleidskeuzes die volgen uit deze tijdelijke regeling en;

  • daartoe beleidsregels vast te stellen;

besluit:

Vast te stellen de Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Enschede.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Alleenverdiener: het huishouden dat:

    • a.

      een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet en;

    • b.

      vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en;

    • c.

      een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.

  • 2.

    Huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

  • 3.

    Vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg, Participatiewet.

Artikel 2. Doel

Doel van deze beleidsregels is om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een vaste tegemoetkoming op grond van artikel 78gg van de wet kan worden verstrekt aan alleenverdienende huishoudens, de zogenoemde ‘alleenverdieners’.

Artikel 3. Ambtshalve toekenning

  • 1. Het college verstrekt per kalenderjaar eenmalig en voor het hele bedrag ambtshalve een vaste tegemoetkoming aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner door de Belastingdienst is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet.

  • 2. Het college verstrekt over het kalenderjaar 2025 eenmalig en voor het hele bedrag ambtshalve een vaste tegemoetkoming aan huishoudens waarvan in het betreffende kalenderjaar géén Burgerservicenummer zoals onder lid 1 is verstrekt, indien:

    • -

      op basis van de bij het college bekende gegevens in 2023 en 2024 het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;

    • -

      er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten;

    • -

      de meestverdienende partner ingeschreven, op het moment van ambtelijke toekenning, staat in de gemeente Enschede en

    • -

      het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen.

  • 3. Het college verstrekt over het kalenderjaar 2026 en 2027 eenmalig en voor het hele bedrag ambtshalve een vaste tegemoetkoming aan huishoudens waarvan in het betreffende kalenderjaar géén Burgerservicenummer zoals onder lid 1 is verstrekt, indien:

    • -

      op basis van de bij het college bekende gegevens uit het direct voorafgaande jaar, het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;

    • -

      er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten;

    • -

      de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente Enschede en

    • -

      het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen.

Artikel 4. Aanvraag zelfmelder

  • 1. Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college. Deze aanvraag is vormvrij.

  • 2. De vaste tegemoetkoming wordt toegekend voor het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft indien:

    • a.

      de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van Enschede is;

    • b.

      het huishouden voor het betreffende kalenderjaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen;

    • c.

      de aanvrager, alleenverdiener, als bedoeld in artikel 1.1 is en

    • d.

      het gezamenlijke vermogen van het huishouden op 1 januari van het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd, niet meer bedraagt dan het op dat moment geldende gezamenlijke bedrag, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag.

  • 3. Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.

  • 4. Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de maand direct voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is gedaan. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen.

  • 5. Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.

  • 6. Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.

  • 7. De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 wordt uiterlijk 31 december 2028 aangevraagd.

  • 8. Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.

Artikel 5 Verstrekking

Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming in één keer, onder aftrek van de reeds verstrekte bedragen over dat betreffende kalenderjaar. De verstrekking voor het betreffende kalenderjaar loopt door als het huishouden uit de gemeente verhuist.

Artikel 6 Ingangsdatum

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 7 Titel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Tijdelijke beleidsregels regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Enschede 2025, 2026 en 2027”.

Ondertekening

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders 30 september 2025.

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

de loco-Secretaris, de Burgemeester,

(E.A. Smit) (R.W. Bleker)

Toelichting per artikel

Artikel 1: Begripsbepalingen

Dit artikel geeft een definitie voor de begrippen alleenverdiener, huishouden en vaste tegemoetkoming.

Artikel 3: Ambtshalve toekenning

Ieder huishouden waarvan het BSN van de meestverdienende partner staat vermeld op de lijst van de Belastingdienst wordt ambtshalve de vaste tegemoetkoming toegekend.

Van de inwoners op de lijst van de Belastingdienst staat vast dat zij op de peildatum van de lijst nog in leven waren en woonachtig in de desbetreffende gemeente. Daarmee is feitelijk al voldaan aan de minimale vereisten van de lichte toets.

Voor het ambtshalve toekennen van de vaste tegemoetkoming aan al bekende huishoudens moet een vermoeden bestaan dat het om een alleenverdienershuishouden gaat. Dit vermoeden kan nooit blijken uit het feit dat het huishouden het jaar daarvoor op de lijst van de Belastingdienst stond en daarom ambtshalve een tegemoetkoming ontvangen heeft. Dit komt omdat de lijst van de Belastingdienst gegevens bevat over vastgestelde inkomens van twee jaar eerder (t-2). Het is bekend dat een deel van de huishoudens (ca 50%) op de lijst feitelijk al geen alleenverdienershuishouden meer is op het moment dat zij ambtshalve de tegemoetkoming ontvangen. Een vermoeden dat een recht bestaat op de vaste tegemoetkoming zal dus altijd moeten zijn gebaseerd op een situatie dat de gemeente in een eerder jaar zelf heeft vastgesteld dat het een alleenverdienershuishouden betreft.

Artikel 4: Aanvraag zelfmelder

Alle andere huishoudens die vermoeden dat zij tot de doelgroep van de alleenverdieners behoren kunnen zelf een aanvraag indienen. Dit artikel bepaalt daarbij wat de criteria zijn om te bepalen of het huishouden recht heeft op de vaste tegemoetkoming. Het vaste of variabele inkomen moet vervolgens naar een jaarinkomen worden omgerekend.

Bij de vaststelling van de lijst door de Belastingdienst voor ambtshalve toekenning van de tegemoetkoming, is rekening gehouden met de vermogensgrenzen van de toeslagen. Het is vanwege rechtsgelijkheid en de bedoeling van de regeling belangrijk dat gemeenten ook voor zelfmelders met deze vermogensgrenzen rekening houden. In de beleidsregels is daarom de vermogensgrens van de zorgtoeslag opgenomen als criterium bij de beoordeling of een huishouden tot de doelgroep alleenverdienersproblematiek behoort. De ontvangen Kinderalimentatie wordt niet tot het inkomen gerekend.

Artikel 5: Verstrekkingen

De toekenning van de vaste tegemoetkoming is eenmaal per kalenderjaar voor het hele bedrag.

Om te voorkomen dat alleenverdienershuishoudens in geval van verhuizing tussen de wal en het schip belanden, wordt voor alle ambtshalve toekenningen geadviseerd als peildatum voor de woonplaats de datum waarop de definitieve lijst van de Belastingdienst is gebaseerd, te hanteren. Voor 2025 is dat 15 januari 2025. De meestverdienende partner, waarvan het BSN op de lijst staat vermeld, was op die datum inwoner van de gemeente. Voor de zelfmelders geldt de het moment van toekenning als peildatum of een inwoner woonachtig is in de gemeente.