Mandaatbesluit directeur veiligheid en directeur gezondheid 2025

Geldend van 15-09-2025 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit directeur veiligheid en directeur gezondheid 2025

De directeur veiligheid en de directeur gezondheid van Veiligheidsregio Fryslân, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

overwegende:

  • -

    dat aan de directeur veiligheid en aan de directeur gezondheid middels de gemeenschappelijke regeling bevoegdheden zijn toegekend, die vatbaar zijn voor ondermandaat. Voorts dat in het mandaatbesluit agendacommissie veiligheid ten behoeve van directeur veiligheid, het mandaatbesluit agendacommissie gezondheid ten behoeve van directeur gezondheid, het mandaatbesluit dagelijks bestuur ten behoeve van directeur veiligheid en het mandaatbesluit dagelijks bestuur ten behoeve van directeur gezondheid bevoegdheden aan de directeuren zijn gemandateerd. In de betreffende mandaatbesluiten is bepaald dat de directeuren de verkregen bevoegdheden zowel in de zin van artikel 10:1 als artikel 10:11 Algemene wet bestuursrecht kunnen ondermandateren.

  • -

    dat het, ten einde een doelmatige taakuitoefening van Veiligheidsregio Fryslân te bevorderen, wenselijk is dat de directeuren bevoegdheden mandateren. In het kader daarvan, regelt dit besluit het mandaat van bevoegdheden van de directeuren veiligheid en gezondheid aan de directeur bedrijfsvoering, de adjunct-commandant brandweer, de adjunct-directeur publieke gezondheid, het afdelingshoofd crisisbeheersing, de afdelingshoofden en de clusterhoofden werkzaam binnen de organisatieonderdelen van Veiligheidsregio Fryslân. Voorts regelt dit besluit het ondermandaat van bevoegdheden van de directeuren veiligheid en gezondheid aan onder hem ressorterende functionarissen niet zijnde afdelingshoofden, het ondermandaat van de bevoegdheden van de afdelingshoofden aan de onder hen ressorterende functionarissen niet zijnde clusterhoofden en het ondermandaat van bevoegdheden van de clusterhoofden aan onder hen ressorterende functionarissen.

gelet op:

  • -

    Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân 2025;

  • -

    Gemeentewet;

  • -

    Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    Wet veiligheidregio’s;

  • -

    Wet publieke gezondheid;

  • -

    het bepaalde in afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

I de uitoefening van de bevoegdheden, zoals die zijn omschreven in dit besluit en bijbehorende bijlagen, op te dragen aan de daartoe aangewezen functionarissen, alsmede de onder III van dit besluit geformuleerde algemene bepalingen van toepassing te verklaren op de betreffende bevoegdheden;

II dit besluit minimaal eenmaal per beleidscyclus te actualiseren of wanneer daartoe redelijkerwijs aanleiding is;

III ten aanzien van de uitoefening van de verleende mandaten, de volgende algemene bepalingen vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit mandaatbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: een besluit zoals bedoeld in artikel 1.3 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

  • b.

    gemeenschappelijke regeling: gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Fryslân 2025;

  • c.

    directeur veiligheid: functionaris als bedoeld in artikel 25 lid 3 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • d.

    directeur gezondheid: functionaris als bedoeld in artikel 14 lid 3 van de Wet publieke gezondheid;

  • e.

    directeur bedrijfsvoering: functionaris belast met de leiding van het organisatieonderdeel bedrijfs- voering;

  • f.

    adjunct-commandant brandweer: plaatsvervangend commandant brandweer van Veiligheidsregio Fryslân zoals bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s;

  • g.

    adjunct-directeur publieke gezondheid: plaatsvervangend directeur publieke gezondheid van GGD Fryslân zoals bedoeld in de Wet publieke gezondheid;

  • h.

    afdelingshoofd crisisbeheersing: functionaris belast met de leiding van het organisatieonderdeel crisisbeheersing;

  • i.

    afdelingshoofden: afdelingshoofden werkzaam bij Veiligheidsregio Fryslân;

  • j.

    clusterhoofden: clusterhoofden werkzaam bij Veiligheidsregio Fryslân;

  • k.

    mandaat: zoals bedoeld in artikel 10:1 Awb;

  • l.

    beslissingsmandaat/afdoeningsmandaat: is de vorm van mandaat zoals bedoeld in artikel 10:1 Awb. Dat wil zeggen de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan, zowel besluiten te nemen als te ondertekenen (tenzij daartoe een andere functionaris is aangewezen);

  • m.

    ondertekeningsmandaat: is de vorm van mandaat zoals neergelegd in artikel 10:11 Awb;

  • n.

    mandaatgever: degene die het mandaat verleend heeft;

  • o.

    gemandateerde: degene aan wie het mandaat verleend is;

  • p.

    ondermandaat: een door de gemandateerde verleend mandaat;

  • q.

    volmacht: het namens een ander uitoefenen van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

  • r.

    machtiging: het namens een ander verrichten van feitelijke handelingen.

Paragraaf 2 Mandaat

Artikel 2 Mandaat directeur bedrijfsvoering

  • 1.

    De directeuren veiligheid en gezondheid mandateren hun bevoegdheden, voor zover deze betrekking hebben op het organisatieonderdeel bedrijfsvoering aan de directeur bedrijfsvoering.

  • 2.

    De directeur bedrijfsvoering is bevoegd om mandaten die bij of krachtens dit besluit aan onder hem ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk in te trekken, dan wel te wijzigen (al dan niet tijdelijk). Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Aan de directeuren veiligheid en gezondheid blijven de bevoegdheden ten aanzien van het organisatieonderdeel bedrijfsvoering voorbehouden zoals in bijlage 1 van dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 3 Mandaat adjunct-commandant brandweer

  • 1.

    De directeur veiligheid mandateert zijn bevoegdheden, voor zover deze betrekking hebben op het organisatieonderdeel Brandweer Fryslân, aan de adjunct-commandant brandweer.

  • 2.

    De adjunct- commandant brandweer is bevoegd om mandaten die bij of krachtens dit besluit aan onder hem ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk in te trekken, dan wel te wijzigen (al dan niet tijdelijk). Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Aan de directeur veiligheid blijft de bevoegdheid ten aanzien van het organisatieonderdeel Brandweer Fryslân voorbehouden zoals in bijlage 1 van dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 4 Mandaat adjunct-directeur publieke gezondheid

  • 1.

    De directeur gezondheid mandateert zijn bevoegdheden, voor zover deze betrekking hebben op het organisatieonderdeel GGD Fryslân, aan de adjunct-directeur gezondheid.

  • 2.

    De adjunct-directeur gezondheid is bevoegd om mandaten die bij of krachtens dit besluit aan onder hem ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk in te trekken, dan wel te wijzigen (al dan niet tijdelijk). Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Aan de directeur gezondheid blijft de bevoegdheid ten aanzien van het organisatieonderdeel GGD Fryslân voorbehouden zoals in bijlage 1 van dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 5 Mandaat afdelingshoofd crisisbeheersing

  • 1.

    De directeur veiligheid mandateert zijn bevoegdheden, voor zover deze betrekking hebben op het organisatieonderdeel crisisbeheersing, aan het afdelingshoofd crisisbeheersing.

  • 2.

    Het afdelingshoofd is bevoegd om mandaten die bij of krachtens dit besluit aan onder hem ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk in te trekken, dan wel te wijzigen (al dan niet tijdelijk). Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Aan de directeur veiligheid blijven de bevoegdheden ten aanzien van het organisatieonderdeel crisisbeheersing voorbehouden zoals in bijlage 2 van dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 6 Mandaat afdelingshoofden

  • 1.

    De aan de directeur bedrijfsvoering, adjunct-commandant brandweer en adjunct-directeur publieke gezondheid gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd aan de afdelingshoofden.

  • 2.

    De afdelingshoofden maken van de in lid 1 van dit artikel aan hen gemandateerde bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat ten behoeve van de taken die behoren tot het werkterrein van de onder hen ressorterende afdeling is.

  • 3.

    De afdelingshoofden zijn bevoegd om mandaten die bij of krachtens dit besluit aan onder hen ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk in te trekken, dan wel te wijzigen (al dan niet tijdelijk). Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 4.

    Aan de directeuren veiligheid en gezondheid blijven voorbehouden de bevoegdheden die bij of krachtens wet aan zijn functie zijn toegekend.

  • 5.

    Aan de directeur bedrijfsvoering, de adjunct-commandant brandweer, adjunct-directeur publieke gezondheid en het afdelingshoofd crisisbeheersing blijven de bevoegdheden voorbehouden zoals die in bijlage 2 van dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 7 Mandaat clusterhoofden

  • 1.

    De in artikel 5 en 6 van dit besluit aan de afdelingshoofden gemandateerde bevoegdheden, worden gemandateerd aan de clusterhoofden.

  • 2.

    De clusterhoofden maken van de in lid 1 van dit artikel aan hen gemandateerde bevoegdheden slechts gebruik wanneer dat in het kader van de taken die behoren tot het werkterrein van de onder hen ressorterende cluster is.

  • 3.

    Aan de afdelingshoofden blijven de bevoegdheden voorbehouden die in bijlage 3 van dit besluit zijn opgenomen.

Artikel 8 Reikwijdte mandaat

  • 1.

    Mandaten verleend in het kader van dit besluit betreft een beslissingsmandaat/ afdoeningsmandaat, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald dan wel de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Het mandaat omvat in beginsel ook het doen van voorbereidingshandelingen, het maken van voorbereidingsbesluiten en het voeren van correspondentie in verband met de opgedragen bevoegdheden.

  • 2.

    Mandaat wordt niet verleend indien de uitzonderingsbepaling van artikel 10:3 lid 1 Algemene wet bestuursrecht, dan wel één of meerdere van de overige leden van het betreffende artikel van toepassing zijn.

Artikel 9 Grenzen aan mandaat

De uitoefening van de in dit besluit gemandateerde bevoegdheden:

  • 1.

    is gericht op de realisering van wettelijk vastgestelde taken en verantwoordelijkheden van Veiligheidsregio Fryslân;

  • 2.

    wordt beperkt door de grenzen van het geformuleerde beleid, relevante kaders, richtlijnen, verordeningen, besluiten en regelingen die binnen Veiligheidsregio Fryslân van kracht zijn;

  • 3.

    indien een voorgesteld besluit financiële consequenties heeft, dient de vastgestelde begroting van Veiligheidsregio Fryslân daarin te voorzien. Dit behoudens calamiteiten;

  • 4.

    vindt plaats namens en onder verantwoordelijkheid van de directeur veiligheid en directeur gezondheid van Veiligheidsregio Fryslân.

Artikel 10 Ondermandaat

  • 1.

    De gemandateerde is bevoegd om onder hem ressorterende functionarissen bevoegdheden onder te mandateren, zowel in de zin van artikel 10:1 en artikel 10:11 Awb.

  • 2.

    Het verlenen van ondermandaat wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Op ondermandaat zijn de overige bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Instructies

  • 1.

    Indien het besluit ingrijpende financiële consequenties met zich meebrengt, zoals een begrotings- overschrijding of het aangaan van meerjarige verplichtingen, legt de gemandateerde de kwestie voor aan de mandaatgever.

  • 2.

    De gemandateerde stelt de mandaatgever in kennis van in mandaat genomen besluiten waarvan hij weet of in redelijkheid behoort te weten dat kennisgeving daarvan van belang is.

  • 3.

    De gemandateerde stelt de mandaatgever in kennis wanneer de gemandateerde een besluit wil gaan nemen waarvan hij weet of behoort te weten dat deze politiek, dan wel maatschappelijk, dan wel intern gevoelig ligt.

  • 4.

    De mandaatgever kan zich laten informeren over de in mandaat genomen besluiten.

  • 5.

    Indien er voldoende redenen zijn tot het nemen van een (voorgenomen) besluit in afwijking van het ten aanzien van het te nemen besluit tot dan toe gevoerde beleid, relevante kaders, richtlijnen, verordeningen, besluiten, regelingen of gedragslijn, legt de gemandateerde de kwestie aan de mandaatgever voor.

  • 6.

    Bij een besluit waarbij meerdere afdelingen zijn betrokken, wie standpunt niet gelijkluidend is, draagt de gemandateerde zorg voor een terugkoppeling aan de mandaatgever.

  • 7.

    De gemandateerde oefent zijn in mandaat verkregen bevoegdheden niet uit als dit door de mandaatgever in en concreet geval kenbaar gemaakt is.

  • 8.

    Indien er persoonlijke betrokkenheid bestaat bij de gemandateerde of bij diens plaatsvervanger ten aanzien van de gemandateerde bevoegdheden, legt de gemandateerde de zaak zo spoedig mogelijk aan de mandaatgever voor.

Artikel 12 Ondertekening

  • 1.

    De directeur bedrijfsvoering ondertekent in mandaat genomen besluiten op navolgende wijze:

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Fryslân,

Namens deze,

Handtekening

Naam functionaris, directeur bedrijfsvoering

  • 2.

    De adjunct-commandant brandweer ondertekent in mandaat genomen besluiten op navolgende wijze:

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Fryslân,

Namens deze,

Handtekening

Naam functionaris, adjunct-commandant Brandweer Fryslân

  • 3.

    De adjunct-directeur gezondheid ondertekent in mandaat genomen besluiten op navolgende wijze:

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Fryslân,

Namens deze,

Handtekening

Naam functionaris, adjunct-directeur gezondheid

  • 4.

    Het afdelingshoofd ondertekent in mandaat genomen besluiten op navolgende wijze:

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Fryslân,

Namens deze,

Handtekening

Naam functionaris, functie

  • 5.

    Het clusterhoofd ondertekent in mandaat genomen besluiten op navolgende wijze:

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Fryslân,

Namens deze,

Handtekening

Naam functionaris, functie

Artikel 13 Vervanging

In geval van afwezigheid van de gemandateerde, dan wel zijn ondergemandateerde in de zin van dit besluit gaat de gemandateerde bevoegdheid over op degene die de betreffende ambtenaar vervangt.

Artikel 14 Volmacht en machtiging

  • 1.

    Volmachten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, machtigingen tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, zijn onderdeel van de in het kader van dit besluit verleende mandaten.

  • 2.

    Voor zover relevant, zijn de artikelen van dit besluit ten aanzien van mandaat van overeenkomstige toepassing op de in lid 1 van dit artikel bedoelde volmachten en machtigingen.

Artikel 15 Overgangsbepaling

  • 1.

    Dit besluit treedt na vaststelling in werking op 15 september 2025.

  • 2.

    Op dat moment worden de volgende mandaatbesluiten ingetrokken:

    • 1.

      Mandaatbesluit AD t.b.v. directeur Publieke Gezondheid;

    • 2.

      Mandaatbesluit AD t.b.v. directeur brandweer;

    • 3.

      Mandaatbesluit AD t.b.v. directeur bedrijfsvoering;

    • 4.

      Mandaatbesluit AD t.b.v. adjunct-directeur publieke gezondheid;

    • 5.

      Mandaatbesluit AD t.b.v. adjunct-commandant brandweer;

    • 6.

      Mandaatbesluit AD t.b.v. afdelingshoofd crisisbeheersing;

    • 7.

      Mandateringsbesluit afdeling Risicobeheersing Noordwest.

Artikel 15 Citeertitel en slotbepaling

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als het ‘Mandaatbesluit directeur veiligheid en directeur gezondheid 2025’.

  • 2.

    In alle gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist de mandaatgever.

Ondertekening

Leeuwarden, 15 september 2025

Directeur veiligheid Veiligheidsregio Fryslân, L.J. Gebben

Directeur gezondheid Veiligheidsregio Fryslân, M.S. Kleefstra

Bijlage 1

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 2 lid 3, artikel 3 lid 3, artikel 4 lid 3 en artikel 5 lid 3 van het mandaatbesluit blijven voorbehouden aan de directeur veiligheid en directeur gezondheid

Behorende bij besluit van 15 september 2025

A. Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publieksrecht

  • 1.

    Het aanwijzen van vertegenwoordigers van de veiligheidsregio in rechtsgedingen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op bezwaarschriften gericht aan het dagelijks bestuur conform het advies van de bezwaarschriftencommissie personele aangelegenheden.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid, indien het verzoek om informatie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd.

Privaatrecht

Aanbestedingen

N.v.t.

Contracten

Het aangaan en ontbinden van een overeenkomst met een financiële waarde hoger dan € 100.000,00.

Civiele procedures

Het aanwijzen van vertegenwoordigers van de veiligheidsregio in civiele procedures.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar moeten worden overgedragen.

Machtiging

N.v.t.

B Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het vaststellen van functiewaardering.

  • 2.

    Het verlenen van ontslag wegens reorganisatie of verminderde behoefte aan arbeidskrachten als bedoeld in artikel 8:3 CAR-UWO.

  • 3.

    Het verlenen van ontslag wegens arbeidsongeschiktheid (artikel 8:4, 8:5 en 8:5a CAR-UWO).

  • 4.

    Het verlenen van ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid (artikel 8:6 CAR-UWO).

  • 5.

    Ontslag op overige gronden, als bedoeld in artikel 8:7, 8:8 en 8:9 CAR-UWO.

  • 6.

    Het schorsen van een medewerker als ordemaatregel, op grond van artikel 8:15:1 CAR-UWO.

  • 7.

    Het (gedeeltelijk) inhouden van salaris tijdens een schorsing in het kader van een ordemaatregel (artikel 8:15:2 CAR-UWO).

  • 8.

    Het staken van bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1:1 lid 4 CAR-UWO.

  • 9.

    Het opleggen van (voorwaardelijke) disciplinaire straffen op grond van artikel 16:1:2 lid 1 onder a, b, c, d en e CAR-UWO.

  • 10.

    Gedwongen overplaatsing.

  • 11

    Het opleggen van een verplichting tot het vergoeden van door de veiligheidsregio geleden schade op grond van artikel 15:1:17 CAR-UWO.

  • 12

    Het opleggen van een verplichting in of meer nabij zijn standplaats te gaan wonen, als bedoeld in artikel 15:1:17 CAR-UWO.

  • 13

    Het toepassen van de hardheidsclausule van de bezoldigingsregeling.

  • 14

    Het opdragen van andere werkzaamheden onder ander in tijden van oorlog.

  • 15

    Het uitvoeren van de regeling klokkenluiders.

  • 16

    Het toepassen van de hardheidsclausule van alle door het dagelijks bestuur vastgestelde (uitvoerings-) regelingen.

  • 17

    Het jaarlijks aanwijzen van de verplichte brugdagen.

C Overige aangelegenheden

N.v.t.

Bijlage 2

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 6 lid 5 van het mandaatbesluit blijven voorbehouden aan de directeur bedrijfsvoering, de adjunct-commandant brandweer en de adjunct-directeur publieke gezondheid.

Behorende bij besluit van 15 september 2025

A Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publiekrecht

  • 1.

    Het aanwijzen van vertegenwoordigers van de veiligheidsregio bij de hoorzittingen van de commissie voor de bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden.

  • 2.

    Besluiten op bezwaar/zienswijze.

Privaatrecht

Aanbestedingen

N.v.t.

Contracten

Het aangaan en ontbinden van een overeenkomst met een financiële waarde hoger dan € 50.000,00.

Civiele procedures

N.v.t.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

N.v.t.

Machtiging

N.v.t.

B Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Rechtspositionele besluiten ten aanzien van het afdelingshoofd.

  • 2.

    Uitvoering geven aan artikel 15:1 e CAR-UWO voor waar het nevenfuncties van het afdelingshoofd betreft.

C Overige aangelegenheden

n.v.t.

Bijlage 3

Aangelegenheden welke ingevolge artikel 7 lid 3 van het mandaatbesluit blijven voorbehouden aan het afdelingshoofd.

Behorende bij besluit van 15 september 2025

A Bestuurlijk-juridische aangelegenheden

Publieksrecht

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid, indien het verzoek om informatie geheel wordt verleend.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot het aanvragen van subsidie ten behoeve van de veiligheidsregio.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op schriftelijk ingediende klachten die in behandeling zijn genomen.

Privaatrecht

Aanbestedingen

Het nemen van gunningsbesluiten en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten voor zover vallend binnen de toegekende budgetten en vastgestelde kaders.

Contracten

Het besluit tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, binnen de toegekende budgetten en vastgestelde kaders.

Civiele procedures

N.v.t.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

N.v.t.

Machtiging

N.v.t.

B Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Rechtspositionele besluiten ten aanzien van medewerkers, inclusief clusterhoofden.

  • 2.

    Het nemen van beslissingen ten aanzien van het toekennen van vergoedingen en toelagen op grond van hoofdstuk 4 van de bezoldigingsregeling.

  • 3.

    Het verlenen van ontslag op eigen verzoek, waaronder pensioen en FPU (8:10 en 8:11 CAR-UWO)

  • 4.

    Het nemen van beslissingen ten aanzien van overlijdensuitkeringen aan nagelaten betrekkingen van overleden ambtenaren (artikel 8:16:2).

  • 5.

    Het aanstellen in vaste dienst na proeftijdperiode.

  • 6.

    Het besluiten op verzoek om wijziging van de arbeidstijd.

  • 7.

    Het inleven van extern personeel.

  • 8.

    Het verlenen van verlof.

  • 9.

    Het verlenen van studiefaciliteiten.

  • 10.

    Het verplicht stellen tot het volgen van een opleiding.

  • 11

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 15:1:16 CAR-UWO, dragen van een uniform of dienstkleding.

  • 12

    Het opleggen van een verbod om de werkzaamheden te vervullen in verband met het in contact staan of kort geleden heeft gestaan met een persoon met een infectieziekte op grond van artikel 15:1:20 CAR-UWO.

  • 13

    Het toekennen van een waarnemingsvergoeding aan medewerkers.

  • 14

    Het toekennen van een (flexibele) beloning aan medewerkers, zoals omschreven in de bezoldigingsregeling.

  • 15

    Het verlenen van een schadeloosstelling en vergoeding van kosten in niet elders voorziene gevallen (15:1:25 CAR-UWO).

  • 16

    Uitvoering geven aan artikel 15:1 e CAR-UWO voor waar het nevenfuncties van de medewerkers betreft.

C Overige aangelegenheden

n.v.t.