Verordening Adviesraad sociaal domein gemeente Veere 2025

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Sociaal domein: alle inspanningen die de gemeente verricht in het kader van de Wmo, de Jeugdwet en het leerlingenvervoer.

b. Burgerparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, betrekt bij de beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van de Wmo, de Jeugdwet en het leerlingenvervoer.

c. College: college van burgemeester en wethouders van Veere.

d. De Cliëntenraad: Sociale Cliëntenraad Walcheren (SCW). De Sociale Cliëntenraad Walcheren behartigt de belangen van inwoners van Walcheren op het gebied van werk en inkomen, zoals bedoeld in de aanhef en artikel 1 en 2 van de verordening sociale cliëntenraad Walcheren. De Cliëntenraad biedt hulp, informatie en advies aan cliënten en adviseert gevraagd en ongevraagd aan de gemeenteraden over het onderliggende sociale beleid en het armoedebeleid.

e. Adviesraad sociaal domein: de Adviesraad sociaal domein Veere zoals bedoeld in deze verordening, met taken zoals bedoeld in artikel 2. Verder: Adviesraad.

f. Raad: de gemeenteraad van Veere

g. Ingezetene/ inwoner: inwoner die staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Veere en de jeugdige waar de gemeente Veere verantwoordelijk voor is op grond van het woonplaatsbeginsel.

h. Portefeuillehouder: wethouder belast met de Adviesraad.

i. Contactambtenaar: de ambtenaar die namens de gemeente het contact onderhoudt met de Adviesraad.

j. Rechtspositiebesluit: Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

k. VrV: Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers Veere 2019 of latere versies van deze verordening.

Artikel 2 Taak en doelstelling

De Adviesraad verwoordt specifieke behoeften van inwoners van de gemeente Veere binnen het sociaal domein door signalering en gevraagd of ongevraagde advisering met betrekking tot voorgenomen beleid of reeds bestaand beleid.

1. De Adviesraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd het college en de raad te informeren en te adviseren over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het terrein van het sociaal domein, op de volgende drie onderwerpen.

a. Wet Maatschappelijke ondersteuning

b. Jeugdwet

c. Leerlingenvervoer

2. De Adviesraad adviseert op bovengenoemde punten en niet over onderwerpen die tot de taken en bevoegdheden van Orionis Walcheren en de Cliëntenraad behoren.

3. De doelstelling van de Adviesraad is gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en het bieden van gelijke mogelijkheden aan alle inwoners van de gemeente Veere;

a. door inspraak te geven op het beleid over het sociaal domein;

b. middels het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van de verordening Wmo en Jeugdhulp en de verordening Leerlingenvervoer;

c. door een bijdrage te leveren aan de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid vanuit een onafhankelijke positie.

4. De Adviesraad richt zich daarbij met name op:

a. Het bevorderen van zelfredzaamheid, eigen kracht en participatie van belanghebbenden.

b. Eventuele knelpunten; en geeft signalen hierover door aan de gemeente.

c. Het bevorderen van overleg en samenwerking tussen organisaties, instellingen en personen die in de gemeente te maken hebben met de Wmo, Jeugdwet, Participatiewet en het leerlingenvervoer.

d. Het bewerkstellingen van de wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie, zoals vermeldt in de Wmo en de Jeugdwet

5. Daarnaast wijst de Adviesraad belanghebbenden op het bestaan van inspraakmogelijkheden.

6. De Adviesraad heeft tot taak te adviseren op collectief niveau. De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over individuele klachten, bezwaren en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben. Wel kunnen naar aanleiding van individuele kwesties door de Adviesraad in algemene zin vragen gesteld worden over het beleid.

Artikel 3 Samenstelling Adviesraad

1. De Adviesraad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 10 personen die worden benoemd voor de periode van 4 jaar. De Adviesraad draagt een aspirant-lid voor bij het college. Benoeming en herbenoeming van de leden vindt plaats door het college. Herbenoeming voor nog één periode van 4 jaar is mogelijk.

2. In de Adviesraad zitten inwoners van de gemeente Veere met kennis van en affiniteit met het sociaal domein. Leden nemen deel op persoonlijke titel. De Adviesraad streeft ernaar dat hij een evenredige afspiegeling van de Veerse samenleving is. Zo wordt een zo breed mogelijk draagvlak voor de Adviesraad gecreëerd.

3. Het lidmaatschap van de Adviesraad is niet verenigbaar met bijvoorbeeld het lidmaatschap van de raad, het college, het beroep van ambtenaar bij de gemeente Veere, een vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Veere, een professional die werkzaam is bij een instelling die gecontracteerd is door de gemeente Veere op het terrein waarover de Adviesraad adviseert. Lidmaatschap bij de Cliëntenraad vormt geen belemmering bij het lidmaatschap van de Adviesraad. Omdat deze lijst niet limitatief is, heeft het college een beslissende stem bij twijfel. Het college wordt hierbij ondersteund door de integriteitscoördinator van de gemeente Veere.

4. De kandidaten worden geworven via de publieksinformatie (bijvoorbeeld internet en/of lokale kranten). Het functieprofiel wordt opgesteld door een samengestelde selectiecommissie van de Adviesraad.

5. Bij tussentijdse vacatures gebeurt de benoeming voor de duur van vier jaar.

6. De Adviesraad kiest uit zijn midden een bestuur van drie personen te weten: een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

7. Een lid van de Adviesraad dat ontslag neemt, blijft zo mogelijk in functie totdat in zijn of haar vacature is voorzien.

8. Het lidmaatschap van de Adviesraad eindigt:

a. Door het aflopen van de zittingsperiode;

b. Door overlijden;

c. Door het nemen van ontslag;

d. Door verlies van de hoedanigheid waarin werd benoemd.

e. Wanneer het lidmaatschap niet verenigbaar is met een andere functie of lidmaatschap, zie ook lid 3.

Artikel 4 De relatie college en de Adviesraad

1. De Adviesraad adviseert het college en raad inzake hun beleidsvoornemens in de ruimste zin van het woord.

2. Het is de taak van het college, de raad en de contactambtenaar om de Adviesraad tijdig van adequate informatie te voorzien, zodat het advies van de van wezenlijke invloed kan zijn op de gemeentelijke besluitvorming. Het bestuur van de Adviesraad ziet erop toe dat het college tijdig advies vraagt over zaken die aan de gemeenteraad worden voorgelegd. De Adviesraad wordt vier weken in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen.

3. Zo nodig vindt bij de aanbieding van een advies overleg plaats tussen de Adviesraad en de portefeuillehouder via de contactambtenaar.

4. Wijkt het college af van een door de Adviesraad gegeven advies, dan wordt deze afwijking beargumenteerd.

5. Alle adviezen van de Adviesraad worden indien nodig ter kennisname aan de gemeenteraad verstrekt.

6. De Adviesraad, de portefeuillehouder en de contactambtenaar maken jaarlijks afspraken over:

a. De onderwerpen, zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening, waarover de Adviesraad in ieder geval geconsulteerd wordt.

b. De wijze en het moment waarop de Adviesraad betrokken wordt in het beleidsvormingsproces met betrekking tot de onderwerpen zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening;

c. De door de Adviesraad op basis van zijn werkplan opgestelde begroting.

7. Het college van burgemeester en wethouders wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Adviesraad. Tussen deze contactambtenaar en (een vertegenwoordiging van) de Adviesraad vindt overleg plaats wanneer dit door beide partijen wenselijk wordt geacht.

8. Tussen de wethouder en (het bestuur van) de Adviesraad vindt, over de door beide partijen aan te dragen onderwerpen en onder voorzitterschap van de Adviesraad, overleg plaats. Dit is 4x per jaar. Eventueel kan dit meer of minder zijn met instemming van beide partijen. De gemeente zorgt voor de verslaglegging met uitzondering van de ene keer dat de wethouder wordt uitgenodigd in de voltallige Adviesraad. Het verslag wordt vastgesteld in het eerst volgende overleg tussen Adviesraad en college.

9. Van het overleg en gemaakte afspraken tussen de Adviesraad en het college of de wethouder wordt binnen 14 dagen een schriftelijk verslag gemaakt.

10. Het college verstrekt aan de Adviesraad informatie over voornemens, beleid of activiteiten op de terreinen genoemd in artikel 2. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid van de gemeente en de uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. Hierdoor is de Adviesraad tijdig geïnformeerd, zodat zij adequaat kan adviseren.

11. De leden van de Adviesraad hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot informatie van het bestuur (waaronder concepten van voorgenomen beleid) die nog niet in de publiciteit is gebracht.

12. Het functioneren van de samenwerking tussen de Adviesraad en het college wordt jaarlijks geëvalueerd, mede aan de hand van het door de Adviesraad opgestelde jaarverslag. Dit vormt een vast agenda punt bij het overleg.

Artikel 5 Vergaderingen en het advies

1. De Adviesraad komt zo vaak als nodig bijeen voor overleg.

2. De vergaderingen van de Adviesraad zijn in beginsel openbaar. De Adviesraad geeft via gangbare mediakanalen bekendheid aan de vergaderingen.

3. De Adviesraad kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, over het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en over de inhoud van de stukken die aan de Adviesraad sociaal domein worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding over het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de Adviesraad haar opheft.

4. Op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van de Adviesraad, het college, de burgemeester en de raad ieder ten aanzien van stukken die hij aan een Adviesraad sociaal domein overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

5. De voorzitter stelt in samenwerking met de secretaris van de Adviesraad de agenda op.

6. De Adviesraad kan, al naargelang de behoefte, de portefeuillehouder of een inhoudelijk deskundig medewerker van de gemeente uitnodigen voor de vergadering van de Adviesraad.

7. Op verzoek van de Adviesraad kunnen deskundigen worden uitgenodigd om hun vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

8. De Adviesraad kan rond een bepaald onderwerp een werkgroep instellen.

9. De Adviesraad kan een lid van de cliëntenraad uitnodigen om de vergadering bij te wonen.

10. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en is met reden omkleed.

11. Het advies van de Adviesraad wordt bij voorkeur bij meerderheid van stemmen opgesteld. Minderheidsstandpunten kunnen apart worden vermeld.

12. Indien gewenst stelt de Adviesraad een huishoudelijk reglement op ten aanzien van de eigen werkwijze.

Artikel 6 Facilitering van de Adviesraad.

1. De gemeente stelt aan de Adviesraad middelen ter beschikking ten behoeve van zijn reguliere activiteiten. Deze middelen dienen redelijkerwijs in ieder geval ter bestrijding van;

a. De kosten van speciale voorzieningen die nodig zijn in verband met structurele functionele beperking, zoals bedoeld in artikel 3.3.7 van het rechtspositiebesluit;

b. De kosten voor informatie- en communicatievoorzieningen zoals bedoeld in artikel 3.3.2 van het rechtspositiebesluit en artikel 6 van de VrV.

c. De kosten voor scholing zoals bedoeld in artikel 3.3.3 van het rechtspositiebesluit. De adviesraad heeft in afwijking van artikel 5 van de VrV een eigen budget voor scholing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

d. De middelen worden jaarlijks toegekend door het college op basis van een begroting. Jaarlijks voor 1 oktober wordt de begroting ingediend.

2. Jaarlijks voor 1 april legt de Adviesraad middels een exploitatierekening, rekening en verantwoording af van de door hem in het voorgaande jaar bestede gelden.

3. Voor niet-reguliere activiteiten, kan subsidie worden aangevraagd.

Artikel 7 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

1. De leden van de Adviesraad ontvangen per vergadering een bedrag dat is bepaald op grond van artikel 96 van de Gemeentewet, het rechtspositiebesluit en de VrV. Per 1 januari 2025 bedraagt de vergoeding per vergadering € 103,23. Deze vergoeding wijzigt één keer per jaar, voor het meest actuele bedrag zie artikel 3.4.1. lid 1 van het rechtspositiebesluit. Er kan maximaal een beroep worden gedaan op de vergoeding van 11 vergaderingen per jaar van de Adviesraad. Als er meer vergaderingen nodig zijn, dan moet door de voorzitter worden aangetoond dat de extra vergadering nodig is in het kader van artikel 2 van deze verordening.

2. De leden houden zelf bij hoeveel vergaderingen zij bijwonen. Ieder lid declareert 1 x per maand, uiterlijk op de laatste dag van de maand, de bijgewoonde vergaderingen bij de gemeente. In afwijking van artikel 8 van de VrV vindt, bij een tijdige declaratie zoals vermeld hierboven, de betaling van de vergoeding door de gemeente plaats per maand voor het einde van de volgende maand (in overeenstemming met artikel 2 lid 6 van de Wet op de loonbelasting 1964).

3. De voorzitter en secretaris krijgen per vergadering 25% bovenop de vergoeding zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel. Deze extra vergoeding krijgen zij op basis van artikel 3.4.2 onder b van het rechtspositiebesluit. De vergoeding uit lid 1 van dit artikel wordt namelijk niet geacht in een redelijke verhouding te staan tot de omvang van de verrichte arbeid door de secretaris en de voorzitter. Zij hebben namelijk per vergadering extra werk door de voorbereiding, verslaglegging en het opstellen van de advisering richting de gemeente. Tevens onderhouden zij de contacten met de gemeente om tijdig de informatie te kunnen delen met de Adviesraad als voorbereiding op hun eigen vergadering.

4. De hoogte van de reiskostenvergoeding voor de leden van de Adviesraad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 3.3.4 van het rechtspositiebesluit en artikel 3 van de VrV.

a. De volgende reizen komen in aanmerking voor een reiskostenvergoeding

i. Reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de Adviesraad bij gebruik van een eigen auto of openbaar vervoer

ii. Reis en verblijfskosten voor reizen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie zowel binnen de gemeente als daarbuiten bij gebruik van een eigen auto of openbaar vervoer.

b. De hoogte van de reiskosten is als volgt:

i. De vergoeding bij gebruik van een eigen auto is gelijk aan de maximale vergoeding die door een werkgever aan een werknemer onbelast kan worden uitbetaald. Met ingang van 1 januari 2024 bedraagt deze vergoeding € 0,23 cent per kilometer. Deze vergoeding wordt verhoogt als de maximale vergoeding die een werkgever onbelast kan uitbetalen aan een werknemer wordt verhoogt.

ii. Bij gebruik van openbaar vervoer is het uitgangspunt dat de werkelijk gemaakte kosten worden vergoed.

c. Verder gelden de volgende voorwaarden:

i. Voor het berekenen van het aantal kilometers met de eigen auto wordt gebruik gemaakt van de ANWB-routeplanner. De kilometers van de kortste rit worden vergoed.

ii. Bij openbaar vervoer wordt bij gebruik van de trein alleen de kosten voor reizen in de tweede klas vergoed.

iii. Bij gebruik van een (elektrische) fiets worden geen reiskosten vergoed.

Artikel 8 Overgangsrecht

1. Ten aanzien van de huidige leden van de Adviesraad gelden de bepalingen uit artikel 7 pas één jaar nadat deze verordening in werking treedt op verzoek van het lid zelf. Met de huidige leden van de Adviesraad wordt bedoelt: de voorzitter, de secretaris en de leden die lid zijn van de Adviesraad voordat deze verordening in werking treedt zoals bedoeld in artikel 9 lid 3.

2. De leden die voor inwerkingtreden van deze Verordening zitting hebben in de Wmo-raad worden, zonder nieuwe benoeming, automatisch lid van de Adviesraad sociaal domein zoals bedoeld in deze verordening. De verstreken periode van benoeming zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 wordt meegenomen na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 9 Slotbepalingen

1. Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening Adviesraad sociaal domein gemeente Veere 2025”.

2. Deze verordening treedt per 1 oktober 2025 in werking.

3. De oude verordening vastgesteld op 15 november 2012 en in werking getreden op 1 december 2012 is reeds verlopen.