Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR744757
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR744757/1
Verordening Heffing Besluit Geldelijke Regelingen provincie Fryslân 2025
Geldend van 03-10-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening Heffing Besluit Geldelijke Regelingen provincie Fryslân 2025Artikel 1 Aard van de heffing
Onder de naam ‘Heffing Besluit Geldelijke Regelingen’ wordt een directe provinciale belasting geheven als bedoeld in artikel 13.10 van de Omgevingswet ter afrekening van de omgeslagen kosten van landinrichting uit hoofde van de Omgevingswet.
Artikel 2 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
herverkavelingsblok: herverkavelingsblok als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;
- b.
eigenaar: degene die eigenaar is van een onroerende zaak en degene aan wie een recht van opstal, erfpacht, beklemming, vruchtgebruik, gebruik of bewoning, of een appartementsrecht, toebehoort waaraan een onroerende zaak is onderworpen;
- c.
herverkaveling: herverkaveling als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;
- d.
kopman: de eigenaar met het grootste aandeel zakelijk recht en bij gelijk aandeel zakelijk recht de oudste eigenaar;
- e.
Besluit Geldelijke Regelingen: lijst als bedoeld in artikel 12.36 van de Omgevingswet waaruit per eigenaar volgt welke kosten van de landinrichting over hem worden omgeslagen;
- f.
wet: Omgevingswet.
Artikel 3 Belastingplichtige
De heffing Besluit Geldelijke Regelingen wordt geheven van iedere eigenaar die schuldplichtig is voor de over hem omgeslagen kosten zoals bepaald in het Besluit Geldelijke Regelingen.
Artikel 4 Heffingsmaatstaf
De hoogte van de schuldplichtigheid van de eigenaren volgt uit het Besluit Geldelijke Regelingen waarop door Gedeputeerde Staten een correctiefactor is toegepast als bedoeld in artikel 13.9, vijfde lid, van de wet.
Artikel 5 Wijze van heffing
-
1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. indien met betrekking tot een onroerende zaak twee of meerdere eigenaren schuldplichtig zijn, wordt de aanslag ten name van de kopman gesteld.
Artikel 6 Tijdstip van betaling
-
1. De aanslag wordt betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat de aanslag, indien deze meer bedraagt dan € 10.000, binnen 12 weken na dagtekening van het aanslagbiljet moet worden betaald.
Artikel 7 Minimumbedrag
Indien de over een eigenaar omgeslagen kosten lager zijn dan € 25, dan worden deze kosten niet geheven.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de Heffing Besluit Geldelijke Regelingen wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Uitbetaling
Indien uit het Besluit Geldelijke Regelingen volgt dat een eigenaar niet schuldplichtig is, maar een vordering uit de landinrichting heeft, dan wordt dit bedrag door Gedeputeerde Staten aan deze eigenaar uitbetaald binnen 4 weken nadat Gedeputeerde Staten de correctiefactor als bedoeld in artikel 13.9, vijfde lid, van de wet heeft vastgesteld.
Artikel 10 Hardheidsclausule
Door Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing worden gelaten of kan daarvan worden afgeweken, voor zover toepassing gelet op het belang van het doel van deze regeling zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 11 Inwerkingtreding, intrekking, overgangsrecht en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
-
2. De “Verordening Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen provincie Fryslân 2022” wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt.
-
3. De “Verordening Heffing Lijst der Geldelijke Regelingen provincie Fryslân 2022” blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor inwerkingtreding van deze verordening hebben voorgedaan.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Heffing Besluit Geldelijke Regelingen provincie Fryslân 2025”.
Ondertekening
Sa fêststeld troch Provinsjale Steaten fan Fryslân yn harren iepenbiere gearkomste
fan 24 septimber 2025,
drs. A.A.M. Brok, foarsitter
A.G. Rosier, griffier
Artikelsgewijze toelichting
Aard van de heffing (overgangsrecht)
Artikel 1: In artikel 5.2 van de Vangnetregeling Omgevingswet is bepaald dat in aanvulling op artikel 4.6 van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet een lijst der geldelijke regelingen als bedoeld in artikel 47 van de Wet inrichting landelijk gebied geldt als een besluit geldelijke regelingen als bedoeld in artikel 12.36 van de Omgevingswet.
Begripsomschrijving
Artikel 2: Het R-nummer dat gebruikt wordt bij de landinrichtingsadministratie kan uit meerdere rechthebbenden bestaan. Daar waar er meerdere rechthebbenden zijn, wordt degene die als eerste wordt genoemd de kopman genoemd. Dat is degene met het grootste aandeel zakelijk recht en bij gelijk aandeel zakelijk recht is dat de oudste persoon.
Belastingplichtige
Artikel 3: Met het Besluit Geldelijke Regelingen wordt de herverkaveling in financiële zin afgewikkeld. Hierin wordt, op basis van het inrichtingsprogramma, de bijdrage van de gezamenlijke eigenaren (als bedoeld in artikel 12.6 van de wet) verdeeld over de individuele eigenaren. Daarnaast worden in het Besluit Geldelijke Regelingen ook de verrekenposten over en weer tussen de verschillende bij de herverkaveling betrokken eigenaren c.q. het herverkavelingsblok opgenomen, zoals de verrekening van waardeveranderingen tussen ingebrachte en toegewezen percelen, de verrekening bij de overgang van onroerende zaken, de financiële gevolgen van kortingen, onder- en overbedeling en van de vestiging of opheffing van beperkte rechten (het recht van huur en dergelijke).
Heffingsmaatstaf
Artikel 4: In artikel 13.9, vijfde lid, van de wet is bepaald dat nadat het besluit tot vaststelling van het Besluit Geldelijke Regelingen is genomen en de beroepstermijn is verstreken, dan wel, indien beroep is ingesteld, door de Rechtbank op het beroep is beslist, de kosten die over de eigenaren worden omgeslagen gecorrigeerd worden met een door Gedeputeerde Staten vastgestelde correctiefactor. Deze correctiefactor is het quotiënt van de definitieve kosten en de kosten zoals deze in het Besluit Geldelijke Regelingen zijn opgenomen. De hoogte van de schuldplichtigheid wordt dus bepaald nadat de correctiefactor op de over de eigenaren omgeslagen kosten is toegepast. Tegen het besluit tot vaststelling van de correctiefactor staat bezwaar en beroep open.
Wijze van heffing
Artikel 5, tweede lid: Op grond van artikel 13.10, vierde lid, van de wet kan, indien met betrekking tot een onroerende zaak twee of meerdere eigenaren kostenplichtig zijn, de aanslag ten name van een van hen worden gesteld. In dit tweede lid is bepaald dat de aanslag ten name van de kopman wordt gesteld. Op grond van artikel 13.10, vijfde lid, onder a, van de wet, kan de aanslag op de gehele onroerende zaak op deze kopman worden verhaald. Dit laat onverlet dat de kopman, op grond van artikel 13.10, vijfde lid, onder b, van de wet, hetgeen hij meer heeft voldaan dan overeenkomt met zijn kostenplicht, kan verhalen op de overige kostenplichtigen naar evenredigheid van ieders kostenplicht.
Tijdstip van betaling
Artikel 6: Met het tijdstip is aangesloten bij de gebruikelijke termijnen voor het voldoen van vorderingen. Het is mogelijk dat uit een Besluit Geldelijke Regelingen een aanzienlijke schuldplichtigheid voor bepaalde eigenaren volgt, bijvoorbeeld vanwege een overbedeling. Deze eigenaren zullen zo nodig aanvullende financiering moeten regelen om de aanslag te kunnen betalen. De standaardbetalingstermijn van vier weken zal hiervoor in de regel onvoldoende zijn. Om die reden geldt voor een schuldplichtigheid van meer dan € 10.000 een afwijkende betalingstermijn van 12 weken. Voor aanslagen tot en met € 10.000 geldt de standaardbetalingstermijn van vier weken.
Minimumbedrag
Artikel 7: In artikel 13.10, derde lid, van de wet is geregeld dat wanneer de omgeslagen kosten lager zijn dan een bij een provinciale verordening bepaald bedrag, deze kosten niet worden geheven. De gedachte achter deze bepaling is dat inning van kosten beneden dit minimumbedrag hogere kosten met zich mee zou brengen dan de opbrengst van de inning zou opleveren. In dit artikel wordt dit minimumbedrag bepaald.
Kwijtschelding
Artikel 8: Een aanvrager kan geen verzoek tot kwijtschelding doen. Eventueel kan in uitzonderlijke gevallen worden verzocht om toepassing van de hardheidsclausule uit artikel 10.
Uitbetaling
Artikel 9: Het is mogelijk dat, bijvoorbeeld als gevolg van een onderbedeling bij de herverkaveling, uit het Besluit Geldelijke Regelingen volgt dat een eigenaar recht heeft op een som geld. In dit artikel worden regels gegeven met betrekking tot de uitbetaling van dergelijke bedragen.
Hardheidsclausule
Artikel 10: De hardheidsclausule kan worden toegepast in het geval onverkorte toepassing van deze verordening, gelet op het belang van het doel daarvan, leidt tot onbillijkheden. Het moet daarbij gaan om individuele en onvoorziene gevallen. Besluiten tot afwijking van deze verordening op grond van de hardheidsclausule zijn voorbehouden aan Gedeputeerde Staten en worden niet in mandaat afgedaan.
Omgevingswet.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl