Subsidieregeling algemeen maatschappelijk werk, gezinscoaching, thuiscoaching en bemoeizorg gemeente Barneveld

1. Algemeen Maatschappelijk werk, gezinscoaching en thuiscoaching richten zich op inwoners van de gemeente Barneveld met (im)materiële oplosbare/kortdurende problemen die:

• a.

  door hun problematiek beperkingen ondervinden in de zelfredzaamheid en/of de maatschappelijke participatie; en

• b.

  deze ondervonden beperkingen niet zelf of met behulp van hun persoonlijk netwerk en niet met andere (professionele) hulp of ondersteuning kunnen compenseren.

2. Bemoeizorg richt zich op inwoners van de gemeente Barneveld :

• a.

  die tussen wal en schip dreigen te vallen, moeilijk bereikbaar zijn en zich in een sociaal kwetsbare positie bevinden en die zelf niet op zoek zijn naar ondersteuning;

• b.

  die om uiteenlopende redenen geen gebruik maken van reguliere zorg en/of behandeling. Door hun zorgmijdende gedrag is er een groot risico dat ze in een vicieuze cirkel terecht komen, waardoor de problemen alsmaar groter worden; en

• c.

  bij wie sprake kan zijn van overlast of een gevaarlijke situatie voor hun omgeving of henzelf. Het kan ook gaan om mensen die zich juist terugtrekken. Het ontbreekt hen doorgaans aan sociale contacten en (familiaire) verbanden zijn verbroken of verstoord.

1. Het in de gemeentebegroting opgenomen subsidiebedrag voor AMW, gezinscoaching, thuiscoaching en bemoeizorg geldt als subsidieplafond.

2. Het subsidiebedrag wordt tussen de verschillende partners verdeeld op basis van de volgende componenten:

• -

  de behoefte aan subsidie (ureninzet) in de periode van 1 juli in het tweede jaar voor de subsidieperiode (t-2) tot 30 juni in het jaar voor de subsidieperiode (t-1),

• -

  het in het subsidietijdvak afgesproken uurtarief.

• -

  trends in de ontwikkeling van hulpvragen.

3. Indien het subsidieplafond niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor een subsidie toe te kennen, dan kan het college besluiten om de subsidie als volgt te verdelen:

• -

  na berekening van de subsidie op basis van de afgesproken verdeling als bedoeld in het tweede lid worden de bedragen verminderd met het percentage waarmee de subsidieaanvragen het plafond overschrijden.

4. Indien na verdeling van de subsidie op basis van het tweede lid nog ruimte is binnen het subsidieplafond dan wordt het bedrag voor nieuwe of uitbreiding van bestaande activiteiten verdeeld onder de resterende aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen.

1. Een onderdeel van de subsidieaanvraag is de begroting, die voldoet aan de volgende voorwaarden:

• a.

  de aanvrager dient per activiteit aan te geven welke kosten worden begroot;

• b.

  de begroting dient sluitend te zijn;

• c.

  de aanvrager moet indien zij voor de eerste keer subsidie aanvraagt en vervolgens één keer in de 4 jaar duidelijk maken op welke wijze de loon- en prijskosten zijn opgebouwd. Op de activiteiten mag geen winst worden gemaakt;

2. Het is de aanvrager toegestaan in te spelen op de actualiteit door gedurende het jaar binnen de begroting te schuiven tussen activiteiten, mits:

• o

  het totaalbedrag van de begroting niet wordt overschreden;

• o

  de overbesteding bij een activiteit niet groter is dan 20%. Een overbesteding van meer dan 20% op een activiteit is alleen toegestaan na vooraf aangevraagd schriftelijk akkoord van de gemeente.

1. De kwaliteitseisen en randvoorwaarden zijn de volgende:

• a.

  Ontvangers bieden als aanbieders van AMW, gezinscoaching, thuiscoaching en bemoeizorg passende hulp- en dienstverlening. Dat wil zeggen: afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg, hulp of ondersteuning die de cliënt ontvangt.

• b.

  De activiteiten sluiten aan bij de leefwereld van de inwoner en zijn/haar hulpvraag.

• c.

  De hulpverlening is veilig, doeltreffend, doelmatig, cliëntgericht, integraal en geborgd door een functionerend kwaliteitssysteem.

• d.

  De hulpverlening wordt aangeboden in overleg en in nauwe samenwerking met de ketenpartners en komt zo nodig samen tot een samenhangend en volledig hulp- of ondersteuningsplan, waarin de regie duidelijk is geregeld; de aanbieder biedt zo nodig netwerkregie/casemanagement.

• e.

  Subsidie wordt slechts verleend als de ontvanger aantoonbaar samenwerkt met andere partners. Het gaat hierbij onder andere om samenwerking, afstemming en doorverwijzing tussen partijen, zowel formeel en informeel, actief in de sociale basis.

• f.

  De ondersteuning die geboden wordt is gericht op zelfstandig functioneren en zorgt ervoor dat basisvoorwaarden eerst op orde zijn. Uitgangspunt is om eerst een oplossing te vinden in het eigen netwerk van de inwoner. Waar nodig wordt dit versterkt. Dit draagt bij aan een duurzame oplossing waarbij de inwoner de regie houdt.

• g.

  Er geldt in beginsel een acceptatieplicht voor elke inwoner van de gemeente Barneveld. Alleen als er zwaarwegende gronden zijn kan de aanbieder de hulpvraag weigeren.

• h.

  Er wordt kostenbewust gewerkt. De hulp wordt tijdig afgeschaald/ beëindigd.

• i.

  De ontvanger kijkt naar de mogelijkheden van een collectief aanbod wanneer duidelijk wordt dat er meerdere vragen/signalen vanuit inwoners over een bepaald onderwerp zijn.

• j.

  De organisatie en de betreffende medewerkers werken aantoonbaar conform de van toepassing zijnde beroepscode en kwaliteitskeurmerk.

• k.

  De medewerkers hebben een opleiding passend bij de hulpvraag.

• l.

  De ontvanger zorgt ervoor dat de medewerkers over een geldige passende VOG beschikken. De VOG mag niet ouder zijn dan 3 jaar. De gemeente kan inzage in deze verklaringen vragen.

• m.

  De gemiddelde wachttijd van melding tot de aanvang van de hulpverlening is maximaal 4 weken.

2. De ontvanger treft schriftelijk een regeling voor een effectieve en laagdrempelige opvang en afhandeling van complimenten en klachten over gedragingen jegens een cliënt in het kader van de verlening van de hulp. De aanbieder rapporteert na afloop van ieder jaar over de aard en de afhandeling van deze complimenten en klachten.

3. Melden van calamiteiten en geweld bij de verlening van hulp:

De ontvanger doet aan het college van burgemeester en wethouders direct melding van calamiteiten en geweld bij de verlening van de hulp.

• a.

  Calamiteit: een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden gedurende de betrokkenheid van een aanbieder en die onverwacht en onbedoeld kon leiden of heeft geleid tot een dodelijk of ernstig schadelijk gevolg voor een inwoner, of voor een ander als gevolg van het handelen van een inwoner. Ook een gebeurtenis met (een grote kans op) media-aandacht is een calamiteit

• b.

  Geweld bij de verlening van hulp: alle vormen van seksueel contact met een cliënt/hulpverlener, evenals geweld jegens een cliënt/hulpverlener, door iemand die voor de ontvanger werkzaam is, door iemand die werkzaam is voor een opdrachtnemer van de ontvanger, dan wel door de cliënt zelf of een andere cliënt.

• c.

  De ontvanger verstrekt bij en naar aanleiding van een melding de gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens, die voor het onderzoeken van de melding noodzakelijk zijn.

4. Meldcode en Verwijsindex:

• a.

  De ontvanger werkt volgens de Meldcode van Veilig Thuis en maakt gebruik van de Verwijsindex.

• b.

  De ontvanger bevordert de kennis en het gebruik van de Meldcode en de Verwijsindex onder zijn medewerkers en wijst minimaal 1 van zijn medewerkers aan als aandachtsfunctionaris.

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling algemeen maatschappelijk werk, gezinscoaching en thuiscoaching gemeente Barneveld die is vastgesteld op 1 december 2020.

2. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling algemeen maatschappelijk werk, gezinscoaching, thuiscoaching en bemoeizorg gemeente Barneveld’.