Victoriabeleid Sittard-Geleen

Geldend van 26-09-2025 t/m heden

Intitulé

Victoriabeleid Sittard-Geleen

De burgemeester van Sittard-Geleen:

Overwegende:

dat artikel 174a Gemeentewet (ook wel bekend als de ‘Wet Victoria’) de burgemeester de bevoegdheid geeft tot het sluiten van een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf indien

  • a.

    door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord;

  • b.

    door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring;

  • c.

    door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring;

dat artikel 174a Gemeentewet de burgemeester deze bevoegdheid eveneens geeft in geval van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde op de grond dat de rechthebbende op de woning, het lokaal of het erf eerder een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf op een zodanige wijze heeft gebruikt of doen gebruiken dat die woning, dat lokaal of dat erf op grond van het eerste lid, onderdeel a, is gesloten, en er aanwijzingen zijn dat betrokkene de woning, het lokaal of het erf ten aanzien waarvan hij rechthebbende is eveneens op een zodanige wijze zal gebruiken of doen gebruiken;

dat artikel 174a Gemeentewet per 1 januari 2024 is gewijzigd en voorziet in een verruiming van het bestuurlijk instrumentarium voor de burgemeester om de openbare orde rond woningen of niet voor het publiek toegankelijke lokalen te handhaven;

dat het laatst gewijzigde Victoriabeleid Sittard-Geleen dateert van 15 januari 2014;

dat de wetswijzigingen per 1 januari 2024 nopen tot vaststelling van een herzien Victoriabeleid Sittard-Geleen;

gelet op het bepaalde in artikel 174a Gemeentewet:

besluit:

het “Victoriabeleid Sittard-Geleen”, vastgesteld d.d. 15 juli 2014 in te trekken;

ter uitvoering van artikel 174a Gemeentewet herzien beleid vast te stellen als “Victoriabeleid Sittard-Geleen”

Algemeen

  • 1.

    De burgemeester is op grond van artikel 174a Gemeentewet – kort gezegd – bevoegd om een woning of een niet voor het publiek toegankelijk lokaal te sluiten in geval van ernstige verstoring van de openbare orde rondom die woning of dat lokaal. De burgemeester is onder bepaalde omstandigheden ook bevoegd die woning of dat lokaal te sluiten wanneer er ernstige vrees bestaat voor zo’n ernstige openbare orde verstoring.

  • 2.

    Er moet sprake zijn van een ernstige openbare orde verstoring of een ernstige vrees daartoe. De openbare orde betreft het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse. Dat is verstoord als daadwerkelijk effect waarneembaar is op het openbare leven. De ernst, omvang of duurzaamheid van onveiligheids- en angstgevoelens bij mensen kunnen maken dat er sprake is van maatschappelijke onrust en daarmee een verstoring van de openbare orde (Kamerstukken II 2022–2023, 36 217, nr. 3).

  • 3.

    Het doel van de sluiting is het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse te handhaven, rust te brengen in de verstoorde situatie en te voorkomen dat de openbare orde verder of opnieuw wordt verstoord (Kamerstukken II 2022–2023, 36 217, nr. 3).

  • 4.

    De sluiting betreft een bestuurlijke maatregel met een herstellend karakter en geen bestraffende sanctie.

  • 5.

    De sluiting van een woning of een lokaal houdt tevens in de sluiting van het bijbehorende erf. Een opgelegde sluiting omvat het gehele perceel.

  • 6.

    Het besluit tot sluiting wordt opgelegd aan de rechthebbenden van de woning of het lokaal (eigenaar, verhuurder, huurder, bewoner, exploitant).

  • 7.

    Bij de bekendmaking van het besluit worden de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen waardoor de ernstige verstoring van de openbare orde wordt beëindigd of voorkomen (artikel 174a lid 4 Gemeentewet). De termijn die wordt verleend, hangt af van de concrete feiten en omstandigheden van het geval. Het zal doorgaans gaan om een termijn van enkele uren tot een paar dagen.

  • 8.

    Indien sprake is van een spoedeisend geval kan direct tot sluiting worden overgegaan zonder dat een dergelijke termijn wordt verleend, dus zonder dat de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om zelf nog maatregelen te treffen (artikel 174a lid 4 Gemeentewet). Of sprake is van een spoedeisend geval, hangt af van de concrete feiten en omstandigheden van het geval.

  • 9.

    Indien feitelijk tot sluiting wordt overgegaan, zal het publiek toegankelijke gebouw, inrichting of ruimte voor eenieder ontoegankelijk worden gemaakt.

A-grond: ernstige openbare orde verstoring wegens gedragingen in de woning, in het lokaal of op het erf

  • 10.

    Artikel 174a lid 1 sub a Gemeentewet (de “a-grond”) geeft de burgemeester de bevoegdheid tot het sluiten van een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord.

  • 11.

    De “a-grond” vereist dat de openbare orde rond de woning of het lokaal ernstig is verstoord.

  • 12.

    De gedraging moet hebben plaatsgevonden in de woning, in het lokaal, of op het erf.

  • 13.

    De gedraging uit de “a-grond” is niet nader gespecifieerd. Het betreft in ieder geval gedragingen die leiden tot overlast die nadelig is voor de veiligheid en/of gezondheid (te denken valt aan woningen of lokalen van waaruit sprake is van overlast door drugsgebruik, sekswerk, vechtpartijen, etc.). Geluids- of stankoverlast door de buren is bijvoorbeeld niet voldoende.

B-grond: ernstige openbare orde verstoring of ernstige vrees daarvoor wegens ernstig geweld of bedreiging daarmee in of nabij de woning, het lokaal of het erf

  • 14.

    Artikel 174a lid 1 sub b Gemeentewet (de “b-grond”) geeft de burgemeester de bevoegdheid tot het sluiten van een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring

  • 15.

    De “b-grond” vereist dat de openbare orde rond de woning of het lokaal ernstig is verstoord (of dat daartoe ernstige vrees bestaat) met als specifieke oorzaak ernstig geweld of bedreiging daarmee.

  • 16.

    Er is sprake van geweld in geval van een fysieke kracht die zo hevig is, dat zij geschikt schijnt het rechtsgoed in gevaar te brengen. Het is niet noodzakelijk dat het geweld gevolgen heeft gehad zoals verwonding van personen of beschadiging van goederen.

  • 17.

    Het geweld of de dreiging daarmee moet een bepaalde ernst in zich dragen. Het bekladden, bespuiten of gooien van eieren of andere voorwerpen naar een woning of lokaal, volstaat niet. Er moet bij toepassing van de “b-grond” vooral worden gedacht aan wapengeweld of daarmee op een lijn te stellen geweld, zoals geweld door brandstichting of geweld met een explosief of zwaar vuurwerk.

  • 18.

    De wet is aangescherpt wegens de problematiek van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit en beschietingen, maar dat betekent niet dat het geweld moet voortkomen uit de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. De “b-grond” ziet net zo goed op (niet-limitatief) beschietingen, explosies, ontploffingen of het neerleggen van explosieven of zwaar vuurwerk wanneer dit geschied vanuit een andere context (bijvoorbeeld vanuit de relationele sfeer of om andere redenen).

  • 19.

    Het ernstige geweld of de dreiging daarmee moet hebben plaatsgevonden in de woning, in het lokaal, op het erf, of in de onmiddellijke nabijheid van die woning, het lokaal of het erf.

  • 20.

    De ‘onmiddellijke nabijheid’ omvat gedragingen op het trottoir of op de straat ter hoogte van of vlakbij de woning of bijvoorbeeld gedragingen in de tuin of voor de deur van de buren. Er moet daarbij wel een duidelijke connectie bestaan tussen de gedraging en de woning, het lokaal of het erf.

    (Het bovenstaande is uitgebreider na te gaan in de Memorie van Toelichting: Kamerstukken II 2022–2023, 36 217, nr. 3).

C-grond: ernstige openbare orde verstoring of ernstige vrees daarvoor wegens het aantreffen van een wapen in de woning, in het lokaal of op het erf

  • 21.

    Artikel 174a lid 1 sub c Gemeentewet (de “c-grond”) geeft de burgemeester de bevoegdheid tot het sluiten van een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf indien door het aantreffen in de woning of het lokaal of op het erf van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.

  • 22.

    De “c-grond” vereist dat de openbare orde rond de woning of het lokaal ernstig is verstoord (of dat daartoe ernstige vrees bestaat) met als specifieke oorzaak het aantreffen van een wapen als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie.

  • 23.

    De “c-grond” ziet ook op ernstige openbare orde verstoringen (of de ernstige vrees daarvoor) wegens het aantreffen van vuurwerk, maar alleen voor zover dit vuurwerk in de concrete situatie een wapen is als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie. Vuurwerk kan in een concrete situatie – kort samengevat – als wapen worden aangemerkt wanneer dit vuurwerk bedoeld is om schade aan te richten aan zaken of om personen te verwonden.

  • 24.

    Het wapen of het vuurwerk moet zijn aangetroffen in de woning, in het lokaal of op het erf.

  • 25.

    Het enkele aantreffen van een wapen of vuurwerk is niet voldoende om over te gaan tot sluiting. De vondst van het wapen of het vuurwerk moet hebben geleid tot een ernstige openbare orde verstoring (of de ernstige vrees daarvoor) rond de woning of het lokaal. Het is daarvoor niet vereist dat het wapen of vuurwerk daadwerkelijk is gebruikt.

  • 26.

    Het is niet mogelijk om te sluiten indien enkel en alleen munitie is aangetroffen.

  • 27.

    Er wordt bij de beoordeling (niet-limitatief) betekenis toegekend aan de plek waar het wapen is aangetroffen, of het wapen was doorgeladen of niet, of er munitie is aangetroffen, of er meerdere wapens zijn aangetroffen, of er andere relevante goederen zijn aangetroffen, of er relevante factoren zijn met betrekking tot de woning of het lokaal, of er relevante factoren zijn met betrekking tot de rechthebbenden of aanwezigen in de woning of het lokaal.

Maatregelen

  • 28.

    De burgemeester kan in geval van (één van) de bovenstaande gronden een besluit tot sluiting opleggen.

  • 29.

    Er kan bij het opleggen van een besluit tot sluiting van het horen van de belanghebbenden worden afgezien als de vereiste spoed zich daartegen verzet (artikel 4:11 Algemene wet bestuursrecht).

  • 30.

    Er wordt in beginsel gestart met een sluitingstermijn voor de duur van 1 maand, om zo het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse te handhaven, rust te brengen in de verstoorde situatie en te voorkomen dat de openbare orde verder of opnieuw wordt verstoord.

  • 31.

    Gedurende die maand zal de burgemeester de situatie monitoren. Indien de beoogde doelen zijn behaald en niet langer sprake is van (ernstige vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde, loopt de sluiting na afloop van die maand af. Indien uit feiten en omstandigheden blijkt dat wel nog steeds sprake is van (ernstige vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde, wordt de sluiting na afloop van die maand verlengd voor de duur van een maand. De sluiting zal telkens voor de duur van een maand worden verlengd zolang sprake is van (ernstige vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde.

  • 32.

    Indien een sluiting wordt verlengd, zullen belanghebbenden worden gehoord. Er wordt bij verlengingen van de sluiting niet van het horen van belanghebbenden afgezien.

  • 33.

    De maatregelen worden aangescherpt naarmate vaker in of nabij dezelfde woning of hetzelfde lokaal (ernstige vrees voor) een ernstige verstoring van de openbare orde wordt geconstateerd. Het hoeft daarbij niet om een vergelijkbaar feitencomplex te gaan.

  • 34.

    Het bovenstaande is vervat in de volgende handhavingsmatrix:

    Constatering van overtreding

    Maatregel

    1

    Sluiting 1 maand, telkens te verlengen met 1 maand zolang sprake is van (ernstige vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde

    2 (binnen 3 jaar na vorige overtreding)

    Sluiting 2 maanden, telkens te verlengen met 1 maand zolang sprake is van (ernstige vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde

    3 (binnen 3 jaar na vorige overtreding)

    Sluiting 3 maanden, telkens te verlengen met 1 maand zolang sprake is van (ernstige vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde

Noodzakelijkheid en evenredigheid

  • 35.

    De onderhavige beleidsregels vormen een richtlijn waarvan de burgemeester in voorkomend geval kan afwijken.

  • 36.

    De burgemeester zal in iedere situatie aan de hand van de concrete feiten en omstandigheden van het geval de noodzakelijkheid en evenredigheid van de op te leggen maatregel beoordelen.

  • 37.

    De burgemeester zal in het kader van de noodzakelijkheid altijd beoordelen of de op te leggen maatregel noodzakelijk is met het oog op de met de beleidsregels te dienen doelen. Er wordt bij het nemen van het besluit betekenis toegekend aan de volgende omstandigheden (niet-limitatief):

    • a.

      de ernst van de overtreding;

    • b.

      de omvang van de overtreding;

    • c.

      het gevaar van de situatie;

    • d.

      de onrust in de omgeving;

    • e.

      de (voor criminaliteit) kwetsbaarheid van de omgeving;

    • f.

      de maatschappelijke impact van de overtreding;

    • g.

      signalen met betrekking tot de korte en lange toekomst.

  • 38.

    De burgemeester zal in het kader van de evenredigheid altijd beoordelen of de op te leggen maatregel geen onevenredige gevolgen heeft voor betrokkenen. Het gaat daarbij niet om het voorkomen van nadelige gevolgen, maar het tegengaan of beperken van onevenredige gevolgen. De burgemeester zal telkens een afweging maken tussen enerzijds het algemeen belang en anderzijds het persoonlijk belang. De burgemeester handelt overeenkomstig de beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Er wordt bij het nemen van het besluit betekenis toegekend aan de volgende omstandigheden (niet-limitatief):

    • a.

      de betrokkenheid / persoonlijke verwijtbaarheid / verantwoordelijkheid van betrokkenen;

    • b.

      de aanwezigheid van minderjarige kinderen;

    • c.

      de aanwezigheid van anderszins kwetsbare personen;

    • d.

      de financiële consequenties voor betrokkenen;

    • e.

      de gevolgen ten aanzien van de woonsituatie (bijvoorbeeld huurontbinding en plaatsing op een zwarte lijst door de woningcorporatie).

Dit beleid is afgestemd tussen de partners van de lokale driehoek.

Inwerkingtreding: dag na bekendmaking/publicatie

Ondertekening

Sittard-Geleen, 23 september 2025

Burgemeester van Sittard-Geleen,

mr. J.Th.C.M. Verheijen