Regeling vervalt per 01-01-2028

Subsidieregeling Bekostiging conciërges en ander onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs 2026-2027

Geldend van 26-09-2025 t/m 31-12-2027

Intitulé

Subsidieregeling Bekostiging conciërges en ander onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs 2026-2027

Het college van de gemeente Leiden,

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, artikel 2, eerste lid sub g en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Leiden 2021,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Bekostiging conciërges en ander onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs 2026-2027

TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: een Leids schoolbestuur met minimaal 1 schoollocatie in Leiden;

  • b.

    ASV: de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

  • d.

    conciërge: functionaris die ondersteunende taken verricht in en rond een school voor primair onderwijs, om bij te dragen aan een veilige, schone en prettige schoolomgeving voor leerlingen, medewerkers en bezoekers;

  • e.

    doelgroepregister: het landelijk register waarin alle mensen staan die vallen onder de banenafspraak, Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) en Wajong;

  • f.

    DZB Leiden: De Zijl Bedrijven, sociale werkvoorzienings- en re-integratiebedrijf gemeente Leiden;

  • g.

    fte: fulltime-equivalent, waarbij één fte staat voor één volledige werkweek;

  • h.

    het Rijk: de centrale overheid van Nederland, bestaande uit de ministeries en hun uitvoeringsorganisaties;

  • i.

    loonkostensubsidie: een financiële tegemoetkoming aan werkgevers voor de loonkosten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;

  • j.

    onderwijskansenschool: een Leidse basisschool met een schoolweging hoger dan 34 1 ;

  • k.

    onderwijsondersteunend personeel (OOP): binnen het primair onderwijs zijn dit functies die bijdragen aan de algemene of inhoudelijke ondersteuning van de schoolorganisatie en het onderwijsproces. In het kader van deze regeling worden hieronder uitsluitend verstaan: conciërges, administratief medewerkers, ICT-medewerkers, onderwijsassistenten en klassenondersteuners;

  • l.

    primair onderwijs: onderwijs bestemd voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Dit omvat speciaal onderwijs, regulier en speciaal basisonderwijs;

  • m.

    school: school zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of een school voor speciaal onderwijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • n.

    schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de Expertisecentra bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere basisschool;

  • o.

    schoollocatie: een fysieke locatie met een uniek adres waar primair onderwijs wordt gegeven;

  • p.

    subsidieplafond: het maximaal beschikbare subsidiebudget gedurende een bepaald tijdvak voor een subsidie die op basis van een subsidieregeling wordt verstrekt;

  • q.

    Wet Banenafspraak: afspraken tussen het kabinet en werkgevers om extra banen voor mensen met een beperking te creëren.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Het doel van deze subsidieregeling is tweeledig:

  • a.

    het realiseren van voldoende geschikte conciërges en/of ander onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs in Leiden door ondersteuning van de bekostiging;

  • b.

    het stimuleren dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk kunnen. Het gaat hierbij om kandidaten en/of personeel die via DZB Leiden worden bemiddeld, en die zijn opgenomen in het landelijk doelgroepregister of via DZB Leiden worden gedetacheerd.

Artikel 3 Reikwijdte

Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is bepaald, zijn de begripsomschrijvingen en bepalingen van de ASV van toepassing.

Artikel 4 Voorwaarden subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De aanvraag wordt schriftelijk en bij voorkeur digitaal via eHerkenning ingediend bij het college via het betreffende aanvraagformulier via de website van de gemeente www.leiden.nl/subsidies.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend aangevraagd door een Leids schoolbestuur;

  • 3.

    Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      het aantal fte conciërges en/of ander onderwijsondersteunend personeel, zoals bedoeld in artikel 1, waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de schoollocaties, zoals bedoeld in artikel 1, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, met indien van toepassing daarbij de schoolweging zoals bedoeld in artikel 1 lid j;

    • c.

      het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • d.

      een sluitende begroting:

      • met inkomsten en uitgaven voor de inzet van conciërges en/of ander onderwijsondersteunend personeel, zoals bedoeld in artikel 1;

      • met een opgave van aangevraagde of reeds toegekende subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 4.

    Het is mogelijk voor de aanvrager om loonkostenvergoeding bij het Rijk, zoals bedoeld in artikel 1, aan te vragen én subsidie bij deze subsidieregeling 'Bekostiging conciërges en ander onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs 2026-2027'.

  • 5.

    Schoolbesturen hebben de inspanningsverplichting om, wanneer conciërges en/of ander onderwijsondersteunend personeel niet direct een dienstverband wordt aangeboden, na maximaal 2 jaar en 7 maanden dit alsnog te doen. Tenzij er sprake is van gewichtige redenen zoals gedefinieerd in boek 7 artikel 669 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 5 Indieningstermijn

Een aanvraag wordt uiterlijk 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend.

Artikel 6 Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag voor de subsidie binnen uiterlijk 13 weken na sluitingsdatum van de aanvragen.

TITEL II. SPECIFIEKE BEPALINGEN

Artikel 7 Doelgroep

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een Leids schoolbestuur voor primair onderwijs met minimaal één schoollocatie met een uniek adres waar primair onderwijs wordt gegeven.

Artikel 8 Beoordelingscriteria (subsidiabele activiteiten en voorwaarden)

Een aanvraag zoals bedoeld in artikel 4 wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a.

    Een Leids schoolbestuur kan per schoollocatie aanspraak maken op een subsidie voor maximaal 1,0 fte conciërge en/of maximaal 1,0 fte ander onderwijsondersteunend personeel;

  • b.

    Een Leids schoolbestuur kan voor haar schoollocaties die zijn aangemerkt als onderwijskansenschool, zoals bedoeld in artikel 1, in aanvulling op het bepaalde in lid a nog maximaal 1 fte extra aanvragen per schoollocatie die is aangemerkt als onderwijskansenschool;

  • c.

    De subsidie wordt per Leids schoolbestuur voor het daadwerkelijk aantal in te huren fte toegekend;

  • d.

    De loonkostensubsidie vanuit het Rijk dekt niet de volledige kosten van het aantal aangevraagde fte voor conciërges en/of ander onderwijsondersteunend personeel.

Artikel 9 Hoogte subsidiebedrag en verdeelregels

  • 1. Het college stelt jaarlijks de hoogte van een subsidieplafond vast voor deze subsidieregeling. Dit doet het college bij behandeling van de gemeentebegroting;

  • 2. Het subsidieplafond is inclusief de jaarlijkse indexering voor subsidies;

  • 3. Het te subsidiëren bedrag is inclusief de eventueel verschuldigde btw;

  • 4. Het maximaal te verstrekken bedrag per fte aan conciërge en/of ander onderwijsondersteunend personeel wordt jaarlijks in september door het college vastgesteld;

  • 5. Indien het totaal aan subsidieaanvragen op basis van deze regeling meer bedraagt dan het door het college vastgestelde subsidieplafond zullen de beschikbaar te stellen subsidiebedragen per fte in het betreffende jaar naar rato worden aangepast. Dit wordt als volgt berekend: (aangevraagd aantal fte / totaal aangevraagde fte) * hoogte subsidieplafond.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Een subsidie op grond van de regeling wordt, behalve volgens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht of de ASV, geweigerd indien niet voldaan is aan de voorwaarden en criteria genoemd in deze regeling:

  • a.

    de aanvrager is geen Leids schoolbestuur voor primair onderwijs;

  • b.

    de schoollocatie voldoet niet aan de definitie in artikel 1;

  • c.

    de inzet heeft geen betrekking op conciërges en/of ander onderwijsondersteunend personeel die via DZB Leiden zijn bemiddeld, zijn opgenomen in het landelijk doelgroepregister of via DZB Leiden worden gedetacheerd;

  • d.

    per schoollocatie wordt meer dan 1,0 fte conciërge en/of meer dan 1,0 fte ander onderwijsondersteunend personeel aangevraagd;

  • e.

    de aanvraag omvat aanvullend fte voor een schoollocatie die geen onderwijskansenschool is zoals bedoeld in artikel 1;

  • f.

    de aanvraag bevat meer dan 1 fte extra per schoollocatie die is aangemerkt als onderwijskansenschool zoals bedoeld in artikel 1;

  • g.

    uit de begroting blijkt dat de financiële middelen van de aanvrager, met inbegrip van een naar aanleiding van de aanvraag toe te kennen subsidie, onvoldoende worden geacht om de te subsidiëren activiteit(en) te verrichten;

  • h.

    de loonkostensubsidie vanuit het Rijk dekt de volledige kosten van het aantal aangevraagde fte conciërge en/of ander onderwijsondersteunend personeel.

TITEL III. BEVOORSCHOTTING, VERANTWOORDING EN VASTSTELLING

Artikel 11 Bevoorschotting subsidie

  • 1. Het college bevoorschot de subsidie in zijn geheel.

  • 2. De uitbetaling vindt plaats op het moment van de verlening van de subsidie.

  • 3. Het subsidiebedrag wordt definitief vastgesteld na verantwoording.

Artikel 12 Verantwoording subsidie

  • 1. Uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verstrekt, dient de subsidieontvanger een beknopte verantwoording in, bestaande uit:

    • a.

      een afschrift van het bewijs van registratie in het doelgroepregister van de via DZB Leiden ingezette conciërge en/of het onderwijsondersteunend personeel, of afschriften van de facturen van DZB Leiden aan de schoolbesturen;

    • b.

      een bewijs van het aantal daadwerkelijk ingehuurde fte conciërge en/of ander onderwijsondersteunend personeel;

    • c.

      een financieel overzicht van de totale kosten voor het schoolbestuur en het aandeel gemeentelijke subsidie en het eventuele aandeel loonkostensubsidie van het Rijk daarin.

    • d.

      een overzicht van het aantal ingezette fte per schoollocatie.

  • 2. Het college kan in individuele gevallen afwijken van de termijn genoemd in lid 1.

  • 3. Bij subsidies vanaf € 100.000 of meer dient de subsidieontvanger aanvullend op lid 1, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college. Deze bevat:

    • a.

      een balans op de slotdatum van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • b.

      een controleverklaring van een accountant bij de jaarrekening, waarin de kosten gemaakt voor deze subsidie expliciet zijn opgenomen in de jaarrekening, of een separate controleverklaring van alleen deze subsidie.

  • 4. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd. Hieronder kan ook vallen een rapport van feitelijke bevindingen van de accountant van de subsidieontvanger.

Artikel 13 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel, indien geen aanvraag vereist is, na het indienen van de verantwoording, de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het lid 1 genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel de verantwoording.

  • 3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in lid 1 van artikel 12 (of indien van toepassing lid 2) genoemde termijn is ontvangen, gaat het college 6 weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling en het terugvorderen van het toegekende bedrag.

TITEL IV. HARDHEIDSCLAUSULE, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meer bepalingen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en heeft een looptijd van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2027.

  • 2. Deze regeling wordt jaarlijks geëvalueerd en kan op basis van de evaluatie op onderdelen aangepast worden.

Artikel 16 Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de subsidieregeling ‘Bekostiging conciërges primair onderwijs 2025’, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze subsidieregeling en waarvoor deze subsidieregeling overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze subsidieregeling.

Artikel 17 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Bekostiging conciërges en ander onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs 2026-2027’.

Ondertekening