Aanwijzingsbesluit boa’s Scheepvaartverkeerswet Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Geldend van 21-09-2025 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit boa’s Scheepvaartverkeerswet Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

Het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

gelet op:

  • -

    het bepaalde in artikel 32 en 34 van de Scheepvaartverkeerswet;

  • -

    het ministeriële Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Unie van Waterschappen 2024;

  • -

    het bepaalde in artikel 5 van het Aanwijzingsbesluit toezichthouders van HDSR,

overwegende dat:

  • -

    Provinciale Staten van Utrecht, in de Omgevingsverordening provincie Utrecht, het dagelijks bestuur van het waterschap hebben belast met het vaarwegbeheer en aangewezen als bevoegd gezag op grond van de Scheepvaartverkeerswet voor de Grecht, Gekanaliseerde Hollandsche IJssel en de Dubbele Wiericke;

  • -

    Provinciale Staten van Utrecht, bij besluit op 18 maart 1992 (Dm 1016578), het dagelijks bestuur van het waterschap – gelet op artikel 2, derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet - heeft aangewezen als bevoegd gezag voor de Scheepvaartverkeerswet ten aanzien van de scheepvaartwegen in beheer bij het waterschap;

  • -

    Provinciale Staten van Zuid-Holland, in de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, het dagelijks bestuur van het waterschap hebben belast met het vaarwegbeheer voor de Grecht, Gekanaliseerde Hollandsche IJssel, Dubbele Wiericke en Sluis Bodegraven;

  • -

    Provinciale Staten van Zuid-Holland, bij besluit van 20 februari 1992 (Dm 1029106 en Dm 1025622), het dagelijks bestuur van het waterschap hebben aangewezen als bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet, voor alle scheepvaartwegen waarover het waterschap het beheer voert;

  • -

    het om redenen van effectieve opsporing wenselijk is de buitengewoon opsporingsambtenaren, als zodanig beëdigd door of namens de Minister van Justitie en Veiligheid, werkzaam bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te belasten met opsporing van bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet strafbaar gestelde feiten en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet,

Besluit:

Artikel 1

Met opsporing van bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet strafbaar gestelde feiten worden de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van ons waterschap belast.

Artikel 2

  • 1. Dit besluit bekend te maken in het Waterschapsblad en mededelen in de Staatscourant;

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na bekendmaking van dit besluit;

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als Aanwijzingsbesluit boa’s Scheepvaartverkeerswet Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 16 september 2025

J.C.H. Haan, voorzitter

F.H.M. Apeldoorn, secretaris