Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR744140
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR744140/1
Regeling vervalt per 31-12-2029
Subsidieregeling wildopvang Den Haag 2025
Geldend van 18-09-2025 t/m 30-12-2029
Intitulé
Subsidieregeling wildopvang Den Haag 2025Toelichting
In het Haags akkoord 2023-2026 (RIS316672) en de Nota Dierenwelzijn 2021 – 2024 (RIS307253) is afgesproken dat Den Haag structureel meer gaat doen om het dierenwelzijn in de stad te bevorderen door dieren in nood beter te helpen. Deze lijn wordt ook voor 2025 en verder doorgezet. Met deze subsidieregeling worden organisaties ondersteund die zieke of gewonde wilde dieren die in Den Haag worden aangetroffen, vervoeren, verzorgen, opvangen en opnieuw uitzetten in de vrije natuur. Ook het afvoeren van overleden dieren kan hieronder vallen. Het college geeft met deze subsidieregeling invulling aan de steun die is toegezegd aan dierenwelzijnsorganisaties.
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling wildopvang Den Haag 2025:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
|
- ASV: |
Algemene subsidieverordening Den Haag; |
|
- ANBI-status: |
organisatie die door de belastingdienst is aangewezen als algemeen nut beogende instelling en daarmee beschikt over een ANBI-status; |
|
- Awb: |
Algemene wet bestuursrecht; |
|
- college: |
college van burgemeester en wethouders; |
|
- geschikt leefgebied: |
het leefgebied waar naar het oordeel van de aanvrager de opgevangen wilde dieren het beste kunnen worden uitgezet nadat zij hersteld zijn; |
|
- langdurige opvang: |
opvang van wilde dieren voor langer dan 72 uur; |
|
- tijdelijke opvang: |
opvang van wilde dieren voor korter dan 72 uur; |
|
- vergunning: |
een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming of een Omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit, verstrekt door de provincie Zuid-Holland ten behoeve van de in artikel 1:4 genoemde activiteiten voor de diersoorten waar de aanvrager zich op richt; |
|
- vervoer: |
het vervoeren van wilde dieren naar tijdelijke opvang, langdurige opvang of een dierenarts; |
|
- wilde dieren: |
van nature in het wild levende vogels, landzoogdieren en zeehonden; |
|
- wilde landzoogdieren: |
van nature in het wild levende landzoogdieren die Den Haag als hun leefgebied hebben zoals mollen, muizen, vossen en hermelijnen, niet zijnde gedomesticeerde landzoogdieren zoals honden, katten, konijnen en cavia’s; |
|
- wilde vogels: |
van nature in het wild levende dieren die gemeente Den Haag als hun leefgebied hebben. |
Artikel 1:2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
- 1.
Het doel van de subsidieregeling is het ondersteunen van dierenwelzijnsorganisaties die in Den Haag aangetroffen zieke of gewonde wilde dieren, vervoeren, opvangen, verzorgen en uitzetten in geschikt leefgebied.
- 2.
Het achterliggende maatschappelijke doel is het bevorderen van het welzijn van wilde dieren in Den Haag.
Artikel 1:4 Activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:
-
a. het vervoeren van zieke of gewonde wilde vogels, wilde landzoogdieren en zeehonden, het verlenen van acute zorg, tijdelijke opvang met overdracht naar langdurige opvang van wilde vogels en wilde landzoogdieren door een dierenarts;
b. langdurige opvang en verzorging van zieke of gewonde zeehonden, het in een geschikt leefgebied uitzetten van herstelde zeehonden, het laten euthanaseren van zeehonden die naar oordeel van een dierenarts niet meer kunnen herstellen, het ruimen en afvoeren van overleden zeehonden;
c. langdurige opvang en verzorging van zieke of gewonde wilde vogels, het in een geschikt leefgebied uitzetten van herstelde wilde vogels, het laten euthanaseren van wilde vogels die naar oordeel van een dierenarts niet meer kunnen herstellen, het ruimen en afvoeren van overleden wilde vogels; of,
d. langdurige opvang en verzorging van zieke of gewonde wilde landzoogdieren, het in een geschikt leefgebied uitzetten van herstelde wilde landzoogdieren, het laten euthanaseren van wilde landzoogdieren die naar oordeel van een dierenarts niet meer kunnen herstellen, het ruimen en afvoeren van overleden landzoogdieren.
Artikel 1:5 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen (dierenwelzijnsorganisaties) met een ANBI-status, waarbij voor activiteiten onder artikel 1:4, b tot en met d, de aanvrager in bezit is van de juiste vergunningen voor het langdurig mogen opvangen van zeehonden, wilde vogels of wilde landzoogdieren.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.
- 2.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 20 % van de kosten van de subsidiabele activiteiten;
b. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;
c. de verrekenbare BTW over de gesubsidieerde kosten;
d. de kosten voor de waardering van vrijwilligers die hoger zijn dan € 25,- per vrijwilliger per jaar of hoger zijn dan € 8.400,- per aanvraag.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal per kalenderjaar per aanvrager:
-
a. € 68.333,33 voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a;
b. € 48.833,33 voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder b;
c. € 97.833,33 voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder c;
d. € 5.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder d.
Artikel 1:8 Subsidieplafond
- 1.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 220.000,00,- met de volgende deelplafonds:
a. € 68.333,33,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a;
b. € 48.833,33,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder b;
c. € 97.833,33,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder c;
d. € 5.000,- voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder d.
- 2.
Het college kan een of meerdere subsidieplafonds verlagen conform artikel 7 van de ASV.
- 3.
Het college kan de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks bij afzonderlijk besluit wijzigen.
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
- 1.
Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 2.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Artikel 2:1 Aanvraag subsidie
- 1.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een kopie van de vergunning, geldend voor de gehele subsidieperiode;
b. een verklaring van de Belastingdienst waaruit blijkt dat de instelling een ANBI-status heeft;
c. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;
d. specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW.
- 2.
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier.
Artikel 2:2 Aanvraagtermijn
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie voor 2025 ingediend tussen 15 september en 15 oktober 2025.
- 2.
In afwijking op artikel 9, tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend vanaf 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar tot uiterlijk 1 juni van het kalenderjaar waar de aanvraag op ziet.
Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden
Artikel 3:1 Weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie weigeren als:
-
a. onvoldoende aannemelijk wordt gemaakt dat de aanvrager gewonde of zieke in het wild levende dieren die zijn aangetroffen in de gemeente Den Haag, zal gaan vervoeren, verzorgen of opvangen;
b. de hoogte van de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet evenredig is tot het doel van deze subsidieregeling;
c. de aanvrager niet in bezit is van een juiste en geldige vergunning voor de gehele subsidieperiode of wanneer het onvoldoende aannemelijk is dat de huidige vergunning door de provincie Zuid-Holland wordt verlengd.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Artikel 4:1 Verplichtingen
Onverminderd de artikelen 12 en 13 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
-
a. de subsidieontvanger houdt voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a, een overzichtelijke registratie bij van:
1° het aantal vervoerde dieren, de datum, vindplaats en diersoort per vervoerd wild dier;
2° het aantal opgevangen wilde dieren en per opgevangen wild dier de bestemming van het dier, dat is geëuthanaseerd en afgevoerd of is overgedragen aan langdurige opvang;
b. de subsidieontvanger houdt voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder b tot en met d, een overzichtelijke registratie bij van tenminste:
1° het aantal wilde dieren dat langdurig is opgevangen en de diersoort per opgevangen wild dier;
2° vindplaats van het wilde dier, of de aanbieder of vervoerder die het dier heeft overgedragen;
3° de datum van binnenkomst en duur van opvang per opgevangen wild dier en de bestemming van het dier dat is uitgezet of geëuthanaseerd en afgevoerd;
c. de subsidieontvanger is voor de gehele subsidieperiode in bezit van een juiste en geldige vergunning voor de opvang van de wilde dieren die zij opvangen.
Artikel 4:2 Bevoorschotting
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:
-
a. 100% van de verleende subsidie in één keer voor subsidies tot en met € 10.000,-;
b. 90% van de verleende subsidie in één keer voor subsidies boven de € 10.000,-.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
- 1.
De aanvraag tot vaststelling voor subsidies tot en met € 10.000,- bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring ingediend volgens het door het college vastgestelde model.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling voor subsidies van meer dan € 10.000,- bevat aanvullend op het eerste lid een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV.
- 3.
De aanvrager maakt voor de verantwoording gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale verantwoordingsformulier.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 6:1 Evaluatie
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 31 december 2028.
Artikel 6:2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2029.
Artikel 6:3 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling wildopvang Den Haag 2025.
Den Haag, 9 september 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl