Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten gemeente Lingewaard 2025

Artikel 1 – Aanleiding en oogmerk beleidsregels

Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het bestuursorgaan beleidsregels opstellen met betrekking tot aan dat bestuursorgaan toekomende bevoegdheid. Ter motivering van een besluit ten aanzien van het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het omgevingsplan kan op grond van artikel 4:82 Awb worden volstaan met een verwijzing naar deze beleidsregels. Op grond van artikel 4:84 van de Awb is de gemeente verplicht om overeenkomstig deze beleidsregels te handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Deze beleidsregels zijn opgesteld om huisvesting voor arbeidsmigranten te faciliteren en regels te stellen om dit op een goede wijze in te passen in de leefomgeving. Ook worden er een beperkt aantal eisen gesteld aan de kwaliteit van de huisvestingsvoorzieningen, omdat een groot gedeelte van het leven van de arbeidsmigranten wordt gespendeerd in de huisvestingsvoorziening. Deze zijn gebaseerd op de SNF norm.

Het algemeen belang van voorliggende beleidsregels is om te voorzien in meer en betere huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten. De belangen van buren, omwonenden en het behoud van een goed woon- en leefklimaat worden daarbij niet uit het oog verloren. Voorliggende beleidsregels borgen dit door huisvestingsvoorzieningen onder voorwaarden mogelijk te maken die ervoor zorgen dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 2 – Evenwichtige toedeling van functies aan locaties

Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet (1 januari 2024) is er geen sprake meer van bestemmingsplannen. De bestemmingsplannen vormen het ‘tijdelijk deel’ van het omgevingsplan van rechtswege dat tot 2030 stapsgewijs zal worden omgezet door een omgevingsplan ‘nieuwe stijl’. Een omgevingsvergunning om van het tijdelijk deel van het omgevingsplan af te wijken betreft een ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ (BOPA). Onder de Omgevingswet is de reguliere procedure in beginsel van toepassing op elke omgevingsvergunning; ook op de BOPA. Hiervoor geldt een beslistermijn van acht weken, die met zes weken kan worden verlengd.

Voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) gelden de beoordelingsregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Het bevoegd gezag mag een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit alleen verlenen met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL) (artikel 8.0a, lid 2 Bkl). Daarnaast gelden de volgende beoordelingsregels uit de artikelen 8.0b en 8.0e van het Bkl waaronder de instructieregels voor het omgevingsplan uit hoofdstuk 5 van het Bkl en de instructieregels van de provincie voor het omgevingsplan. Mede aan de hand van de beleidsregels “Beleidsregels huisvesting internationale tijdelijke medewerkers gemeente Lingewaard” kan het college beoordelen of er sprake is van ETFAL.

Artikel 3 – Reikwijdte beleidsregels

De beleidsregels hebben betrekking op aanvragen omgevingsvergunningen voor:

• a.

  Het realiseren van (tijdelijke) huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten.

Artikel 4 – Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Bedrijfsgebouw: Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

• b.

  Bedrijfswoning: Een complex van ruimten in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

• c.

  Beheerder: Persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor het dagelijks onderhoud van de huisvestingsvoorziening inclusief bijbehorende buitenruimte en ervoor zorgt dat de huisvestingsvoorziening door structureel onderhoud in goede staat verkeert. Tevens is deze persoon/deze personen de contactpersoon voor de bewoners, omgeving en instanties (waaronder de gemeente Lingewaard);

• d.

  Buitengebied: De volgende gebieden aangewezen op bijlage 1: - Extensiveringsgebieden, Glastuinbouw, Oeverwal, Komgronden, Uiterwaarden en Park Lingezegen;

• e.

  Gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

• f.

  Huis- en gedragsreglement: Een reglement dat in ieder geval informatie bevat over het handelen in geval van calamiteiten, de huis- en gedragsregels en de belangrijkste contactgegevens van zowel hulpdiensten als de beheerder. Dit huis- en gedragsreglement moet opgesteld worden in zowel het Nederlands, Engels als de gesproken taal van de bewoners en kan op verzoek van (en in overleg met de huisvester) worden aangepast en/of aangevuld;

• g.

  Huishouden: Één persoon of een vaste groep van meerdere personen tussen wie een band bestaat die enkel het gezamenlijk bewonen van bepaalde woonruimte te boven gaat en die de bedoeling heeft om bestendig voor onbepaalde tijd een huishouden te vormen. Er dient ook sprake te zijn van een samenlevingswens tussen de personen die niet overwegend wordt bepaald door de beslissing om de betrokken woonruimte te delen. Tevens moet er sprake zijn van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;

• h.

  Huisvester: Partijen (al dan niet de werkgever, uitzendbureau of een commerciële huisvester) die bedrijfsmatig zelfstandige dan wel onzelfstandige verblijfsruimten aanbieden en exploiteren voor de huisvesting van arbeidsmigranten;

• i.

  Huisvestingsvoorziening: Een voor tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten geschikt gemaakt(e) (gedeelte van) (tijdelijke) gebouwen;

• j.

  arbeidsmigranten: Onderdaan van een andere lidstaat van de Europese Unie of daarbuiten die zijn hoofdverblijf niet in Nederland heeft en in Nederland verblijft om tijdelijke werkzaamheden te verrichten;

• k.

  Kamerbewoning: Woonvorm waarbij sprake is van woonruimte waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij keuken, toilet, badkamer en douche als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt;

• l.

  Kamerverhuur of kamergewijze verhuur: Het verhuren van één of meerdere onzelfstandige woonruimten binnen een (tijdelijk) gebouw waarbij de bewoner(s) een of meer voorzieningen zoals keuken, badkamer en/of toilet deelt met andere bewoners;

• m.

  Locatie: Het (plan)gebied waar de aanvraag omgevingsvergunning betrekking op heeft;

• n.

  Recreatieve terreinen: Terrein met de bestemming/functie recreatie en/of terreinen waar sprake is van verblijf voor recreatieve doeleinden, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht. Hieronder wordt verstaan campings en vakantieparken;

• o.

  Tijdelijke huisvesting: Huisvesting in een gebouw waar een persoon maximaal 36 maanden aaneengesloten verblijft. Indien een persoon korter dan 3 maanden (binnen die periode van 36 maanden) afwezig is van de betreffende locatie wordt dit nog gezien als aaneengesloten verblijf;

• p.

  Vergunninghouder: vergunninghouder is degene voor wie de vergunning geldt als bedoeld in artikel 5.37 Omgevingswet. De omgevingsvergunning geldt voor degene die de activiteit verricht waarop zij betrekking heeft. Diegene is vergunninghouder en draagt zorg voor de naleving van de vergunningvoorschriften;

• q.

  Werkgever: De partij bij de arbeidsovereenkomst die in ruil voor arbeid loon betaalt;

• r.

  Werklocatie: Een gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar een werknemer gewoonlijk werkzaamheden verricht;

• s.

  Woning: Een complex van ruimten inclusief aan- en uitbouwen, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

• t.

  Woonkern: De kerngebieden aangegeven op bijlage 1.

Artikel 5 – Vormen van huisvesting

Het college van burgemeester en wethouders kan medewerking verlenen aan vier vormen van huisvesting:

• a.

  Reguliere huisvesting: Tijdelijke huisvesting van maximaal 40 arbeidsmigranten door middel van kamerverhuur.

• b.

  Grootschalige huisvesting: Tijdelijke huisvesting vanaf 40 arbeidsmigranten.

• c.

  Seizoensgebonden huisvesting bij een (agrarische) werkgever: Tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten in het buitengebied gedurende een oogst/plukseizoen (maximaal vijf maanden aaneengesloten) bij een (agrarische) werkgever.

• d.

  Tijdelijke huisvesting in een permanent gebouw bij de (agrarische) werkgever: Tijdelijke huisvesting van maximaal 40 arbeidsmigranten in het buitengebied bij een (agrarische) werkgever.

Artikel 6 – Algemene eisen huisvesting (van toepassing op alle vier de vormen van huisvesting)

Het college van burgemeester en wethouders kan medewerking verlenen aan huisvestingsvoorzieningen die aantoonbaar voldoen aan de volgende algemene eisen:

• a.

  Kwaliteit huisvesting: De grootte van huisvestingvoorziening is ten minste 15,0 m² per te huisvesten internationale tijdelijke medewerker. Een slaapkamer is voor maximaal 2 personen en heeft een oppervlakte van ten minste 5,5 m² per persoon;

• b.

  18+: Er moet zijn aangetoond dat er geen minderjarige kinderen op locaties als bedoeld in artikel 4 worden gehuisvest;

• c.

  Veiligheid huisvesting: Er moet zijn aangetoond dat er een beheerplan is opgesteld door de huisvester. De uitvoering van dit beheerplan wordt middels een anterieure overeenkomst als verplichting opgelegd aan de huisvester.

  Onder beheerplan wordt het volgende verstaan: een plan waarin beschreven staat op welke manier de eigenaar en/of exploitant toezicht en beheer heeft georganiseerd. Er moet bekend zijn wie de exploitatie op zich neemt en welke maatregelen er komen om overlast voor zowel de arbeidsmigranten (onderling) als omwonenden te voorkomen. De aspecten die minimaal een plaats krijgen in de beoordeling zijn:

  • -

    hoe het gebruik van drugs (hard/soft), prostitutie en alcoholmisbruik wordt tegengegaan en welke maatregelen er worden getroffen als dit geconstateerd wordt;

  • -

    de contactgegevens van de beheerder(s), dan wel aanspreekpunt, waar de arbeidsmigranten en omwonenden terecht kunnen met meldingen en/of klachten;

  • -

    beschikbaarheid van een meertalig huis- en gedragsreglement (in ieder geval ook in het Engels en Nederlands);

  • -

    hoe de kans op zwerfafval of het verkeerd aanbieden van afval wordt tegengegaan en welke maatregelen er worden getroffen als dit geconstateerd wordt;

  • -

    hoe de kans op geluidsoverlast wordt tegengegaan en welke maatregelen er worden getroffen als dit geconstateerd wordt;

  • -

    hoe er wordt omgegaan als er sprake is van geweldpleging onderling (bijvoorbeeld vechtpartijen (onderling) en/of overige geweldsincidenten);

  • -

    is als bijlage bij dit beheerplan een huis- en gedragsreglement gevoegd.

• d.

  Huis- en gedragsreglement: Er moet zijn aangetoond dat er een huis- en gedragsreglement goed zichtbaar wordt opgehangen bij de in/uitgangen van de huisvestingsvoorziening.

• e.

  Privacy: Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat 95% van de slaapkamers van de huisvestingsvoorziening éénpersoons kamers zijn.

Artikel 7 – Ongewenste huisvestingsgebieden en onderkomens

Voor de volgende huisvestingsgebieden en -onderkomens kan door het college van burgemeester en wethouders de vergunning worden geweigerd bij:

• a.

  De huisvesting van arbeidsmigranten in (sta)caravans, chalets, tenten of daarmee vergelijkbare huisvestingsvormen;

• b.

  Huisvesting van meer dan 400 arbeidsmigranten op een locatie.

Artikel 8 – Reguliere huisvesting

Het college van burgemeester en wethouders kan medewerking verlenen aan huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van reguliere huisvesting die aantoonbaar voldoen aan de volgende specifieke eisen:

• a.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat het een vorm van reguliere huisvesting betreft en de huisvestingsvoorziening gelegen is in een woonkern of in een bestaande burgerwoning in het buitengebied.

• b.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat de aangevraagde huisvestingsvoorziening op minimaal 30 meter afstand ligt van een bestaande danwel vergunde reguliere huisvestingsvoorziening voor arbeidsmigranten, grootschalige huisvesting of permanente huisvesting bij een (agrarische) werkgever. Indien er sprake is van meerdere ingediende aanvragen voor reguliere huisvesting en de ene aanvraag leidt op dit aspect tot een weigering op de andere aanvraag, heeft de eerst ingediende aanvraag voorrang op de andere aanvraag. De afstanden worden gemeten via de kortst mogelijke route over het openbaar gebied, gerekend vanaf de dichtstbijzijnde kadastrale perceelsgrens van de betrokken percelen.

Artikel 9 – Grootschalige huisvesting

Het college van burgemeester en wethouders kan medewerking verlenen aan huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van grootschalige huisvesting die aantoonbaar voldoen aan de volgende specifieke eisen:

• a.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat er een beheerder is aangewezen die 24 uur per dag, 7 dagen in de week, aanwezig is op de betreffende locatie. Deze beheerder zorgt voor het dagelijkse onderhoud van de huisvesting en is de contactpersoon voor bewoners, omgeving en instanties (waaronder de gemeente);

• b.

  Er dient een vervoersplan te worden aangeleverd door de vergunninghouder waarin de verkeersbewegingen van de arbeidsmigranten in beeld worden gebracht met daarbij een passend parkeerplan. Dit vervoersplan dient te worden goedgekeurd door de gemeente Lingewaard;

• c.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat de huisvestingsvoorziening (landschappelijk) wordt ingepast. Ter onderbouwing hiervoor wordt een landschappelijk inpassingsplan ingeleverd die dient te worden goedgekeurd door de gemeente Lingewaard. De bebouwing doet geen afbreuk aan de landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Als leidraad geldt de Gids Ruimtelijke Kwaliteit.

Artikel 10 – Seizoensgebonden huisvesting bij (agrarische) werkgever

Het college van burgemeester en wethouders kan medewerking verlenen aan tijdelijke huisvestingsvoorzieningen bij een (agrarische) werkgever die aantoonbaar voldoen aan de volgende specifieke eisen:

• a.

  Het betreft een aanvraag als bedoeld in artikel 5.1 lid 1, aanhef en onderdeel a van de Omgevingswet voor seizoensgebonden huisvesting bij een (agrarische) werkgever voor een periode van maximaal 10 jaar aaneengesloten;

• b.

  De tijdelijke huisvestingsvoorziening moet jaarlijks na het oogst- en plukseizoen worden verwijderd;

• c.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat in de huisvestingsvoorziening uitsluitend arbeidsmigranten worden gehuisvest die werkzaam zijn bij het bedrijf waar de huisvestingsvoorziening bij geplaatst/gebouwd wordt;

• d.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat er een concrete huisvestingsbehoefte is. De concrete huisvestingsbehoefte dient te worden onderbouwd en deze dient door gemeente Lingewaard akkoord worden bevonden. Voor de onderbouwing van deze huisvestingsbehoefte kan gebruik worden gemaakt van de richtgetallen uit bijlage 2;

• e.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond dat de huisvestingsvoorziening (landschappelijk) wordt ingepast. Ter onderbouwing hiervoor wordt een landschappelijk inpassingsplan ingeleverd die dient te worden goedgekeurd door de gemeente Lingewaard. De bebouwing doet geen afbreuk aan de landschappelijke kwaliteiten van het gebied. Als leidraad geldt de Gids Ruimtelijke Kwaliteit.

Artikel 11 – Permanente gebouwen voor tijdelijke huisvesting bij (agrarische) werkgever

Het college van burgemeester en wethouders kan medewerking verlenen aan permanente huisvestingsvoorzieningen ten behoeve van de tijdelijke huisvesting die aantoonbaar voldoet aan de volgende specifieke eisen:

• a.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond, dat de permanente huisvesting in de bij het bedrijf horende bestaande bedrijfswoning of in een bestaand bedrijfsgebouw gerealiseerd wordt, dan wel door plaatsing van nieuwbouw op het bedrijfsterrein met in achtneming van de regels uit het Omgevingsplan Lingewaard;

• b.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond, dat er een concrete huisvestingsbehoefte is. De concrete huisvestingsbehoefte dient te worden onderbouwd en deze dient door gemeente Lingewaard akkoord te worden bevonden. Voor de onderbouwing van deze huisvestingsbehoefte kan gebruik worden gemaakt van de richtgetallen uit bijlage 2;

• c.

  Er moet door de vergunninghouder worden aangetoond, dat de minimale afstand tussen bedrijfsbebouwing en de huisvestingsvoorziening 10 meter is.

Artikel 12 – Toepassing Wet Bibob

• a.

  Ter waarborging van de integriteit en veiligheid past de gemeente Lingewaard bij iedere aanvraag voor een omgevingsvergunning voor huisvesting van arbeidsmigranten de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) toe.

• b.

  Enige reden om gegrond af te zien van het uitvoeren van een Bibob-onderzoek is vastgelegd in de Beleidsregel Wet Bibob gemeente Lingewaard 2022.

• c.

  De Wet Bibob stelt de gemeente in staat om bij de beoordeling van aanvragen onderzoek te doen naar de integriteit van de aanvrager en/of daarbij betrokken partijen, teneinde te voorkomen dat de huisvesting wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten, zoals ondermijning, fraude of andere vormen van criminaliteit.

• d.

  Indien uit het Bibob-onderzoek blijkt dat er sprake is van een verminderde mate van gevaar dan wel een ernstige mate van gevaar kan de gemeente aanvullende voorschriften stellen aan de te verlenen omgevingsvergunning dan wel de omgevingsvergunningsaanvraag weigeren dan wel de omgevingsvergunning intrekken.

Artikel 13 – Citeertitel en inwerking treden

• a.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten gemeente Lingewaard 2025”;

• b.

  Deze beleidsregels treden een dag na bekendmaking in werking.