Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening afvalstoffenheffing 2008

Geldend van 13-11-2008 t/m 31-12-2012

Artikel 1 aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'Afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 295,--.

  • 2.

    De belasting bedraagt voor elke container boven het normale aantal verstrekte containers, bestaande uit één grijze restafvalcontainer en één groene groente, fruit en tuinafvalcontainer, € 147,50 per belastingjaar.

Artikel 4

Voor een perceel dat in een belastingjaar door ten hoogste één persoon gelijktijdig is bewoond, wordt een tarief toegepast van 60% van het in artikel 3 bedoelde tarief, met dien verstande dat het bedrag van de aanslag wordt afgerond op € 0,50 naar boven.

Artikel 5 belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 termijnene van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen meer is dan € 45,38 doch minder is dan € 2.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste en het tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen minder is dan € 45,38 doch meer is dan € 2.000,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn, welke termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 9 nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "verordening afvalstoffenheffing 2006" van 27 oktober 2005, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 oktober 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als `Verordening afvalstoffenheffing 2008'.

Ondertekening

Deze verordening is vastgesteld bij raadsbesluit van 18 oktober 2007, nr 07-97a en gepubliceerd ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet d.d. 1 november 2007