Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR743594
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR743594/1
Geldend van 29-08-2025 t/m heden
Voorwoord
Voor u ligt de Omgevingsvisie Barneveld 2040. In deze visie geven we een beeld van de toekomst van onze gemeente, welke kansen en uitdagingen er op ons pad liggen, welke ontwikkelingen bijdragen aan een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en welke keuzes we daarin als gemeente maken.
Barneveld is in ontwikkeling. De groei van onze gemeente en de uitdagingen die op ons afkomen, brengen grote opgaven met zich mee die vragen om oplossingen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, energie, klimaat en verduurzaming. Het gaat daarbij om de toekomst van onze dorpen, om het waardevolle gebied er omheen. Er moeten belangrijke keuzes gemaakt worden. Keuzes die invloed hebben op de inrichting van de ruimte waarin we dagelijks wonen, werken en ontspannen. Hoe willen we dat onze gemeente er in 2040 uitziet? En wat moeten we komende jaren doen om daar te komen? Dat doen we in een tijd waarin de wereld om ons heen in een snel tempo verandert. Op de gebeurtenissen op landelijk, Europees en wereldniveau hebben we beperkt invloed, maar ze kunnen en zullen ook van invloed zijn op de antwoorden die we nu geven.
Onze gemeente Barneveld kent krachtige gemeenschappen. Of het nu gaat om het dorp waar men woont, de sociale netwerken, de kerk die men bezoekt, de vereniging waar men lid van is of de familie- en vriendschapsbanden die men onderhoudt, er is een sterke onderlinge verbondenheid. De ‘doe-mentaliteit’ en zelfredzaamheid zorgen ervoor dat Barneveld een broedplaats is voor innovatie en ondernemerschap. Mensen pakken zaken aan, werken samen en dragen bij aan een betere en duurzame toekomst.
Die betrokkenheid is onmisbaar geweest bij het opstellen van deze omgevingsvisie. Sinds 2021 hebben inwoners en ondernemers, belangengroepen, experts, maatschappelijke organisatie, bestuurders en ambtenaren veel energie gestoken in het ontwikkelen van deze omgevingsvisie. Vanuit persoonlijke ervaringen of expertise zijn de inzichten gedeeld die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van hun eigen leefomgeving. De hoge opkomst, de soms kritische vragen en de levendige gesprekken tijdens de participatieavonden getuigen van een sterke betrokkenheid en een gemeenschappelijk streven naar een vitale en toekomstbestendige gemeente. De aandachtspunten en wensen vanuit de samenleving over de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving waren essentieel voor de totstandkoming van een visie die aansluit bij een realistisch toekomstbeeld. In de omgevingsvisie stellen we hoge ambities met daarbij wel het besef dat niet alles, overal en op hetzelfde moment kan. Soms zal het schuren en hangt het behalen van de ambities samen met de financiële mogelijkheden van de gemeente. Het is aan de gemeenteraad om – rekening houdend met alles wat is ingebracht - in deze visie de integrale keuzes te maken voor de hele gemeente Barneveld. Daarbij realiseren we ons dat er in de dynamiek van de ontwikkelingen ook aanleiding kan zijn om plannen en ambities bij te stellen en onze visie daarop aan te passen.
Ik wil graag mijn dank uitspreken aan iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de Omgevingsvisie Barneveld 2040, in het bijzonder onze inwoners en ondernemers in onze dorpen en in ons landelijk gebied. Maar ik doe hierbij tegelijkertijd een dringend beroep op diezelfde inwoners, ondernemers en organisaties om ook in de eigen leefomgeving met de ambities en doelstellingen van deze omgevingsvisie aan de slag te gaan.
Barneveld verder vooruit, dat doen we samen.
Met vriendelijke groet,
Bennie Wijnne

Bennie Wijnne, wethouder Ruimtelijke ordening gemeente Barneveld
Samenvatting
De Omgevingsvisie Barneveld 2040 is de toekomstvisie voor de gemeente Barneveld op het gebied van wonen, werken, recreëren, natuur, duurzaamheid, mobiliteit, cultuurhistorie, ruimtelijke kwaliteit en gezondheid. De visie is ontstaan uit een proces van participatie en samenwerking met inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden.
De gemeente Barneveld staat voor grote uitdagingen, zoals de groei met 8.000 woningen en 20.000 inwoners tot 2040. De visie richt zich op vijf hoofdopgaven: een gezond en toekomstbestendig Barneveld, prettig leven in vitale dorpen, ruimte voor ondernemerschap, een waardevol landelijk gebied en goede bereikbaarheid.
De gemeente is ingedeeld in vijf gebieden, elk met een eigen karakter en identiteit, om de ambities gebiedsgericht te vertalen. Als strategisch document vormt de omgevingsvisie de basis voor verdere uitwerking in omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan.
De visie is een uitnodiging voor doorgaande samenwerking en participatie, en blijft
een dynamisch document dat we periodiek toetsen en aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen.
Het doel is samen te werken aan een gezonde, veilige en toekomstbestendige fysieke
leefomgeving in de gemeente Barneveld.
Het Barnevelds DNA
De identiteit, cultuur en kernwaarden van de gemeente Barneveld bepalen wat voor gemeente het is en wil zijn in 2040. De gemeente bestaat uit hechte en krachtige gemeenschappen. Mensen zijn met elkaar verbonden via het dorp waar ze wonen, sociale verbanden, de kerk, verenigingen of familie- en vriendschapsbanden. Het ons-kent-ons-gevoel en de zelfredzaamheid zijn gewaardeerde eigenschappen. Dit is zeker in de kleinere kernen het geval. De gemeente Barneveld is relatief jong en kent grote huishoudens. De inwoners zijn echte doeners met een hoog arbeidsethos, wat blijkt uit de hoge arbeidsparticipatie en de lage werkloosheid.
De gemeente Barneveld ligt centraal in Nederland en aan de rand van de Randstad. Het
ligt in de steeds meer verstedelijkende as van de A1 met ook grote nabijgelegen plaatsen
als Amersfoort, Apeldoorn en Deventer. Deze ligging betekent dat Barneveld deel uitmaakt
van een dynamisch gebied met grote ruimtelijke opgaven. Barneveld werkt samen in de
Regio Foodvalley en in de regio’s Arnhem-Nijmegen en Utrecht-Amersfoort om de groei
en ontwikkeling op een goede wijze te laten plaatsvinden.
Rol van de gemeente
De rol van de gemeente verandert mee met de samenleving. De uitdagingen voor de toekomst
zijn gezamenlijke opgaven. Inwoners en ondernemers nemen steeds vaker het initiatief
voor hun leefomgeving. De gemeente werkt samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke
organisaties om de ambities en opgaven te realiseren in de fysieke leefomgeving. De
gemeente neemt verschillende rollen aan, afhankelijk van de mate van betrokkenheid
en financiële verplichtingen.
Een visie in vijf hoofdopgaven
De omgevingsvisie schetst een aantrekkelijk toekomstbeeld voor de gemeente Barneveld. In 2040 is de gemeente een plek waar iedereen gezond, gelukkig en vitaal kan leven. De wijken en kernen zijn divers en geschikt voor alle leeftijden, met een sterke en zelfredzame gemeenschap. Er zijn 8.000 nieuwe woningen bijgekomen en de wijken zijn groen en klimaatbestendig ingericht. De energietransitie is grotendeels voltooid, en de gemeente is duurzaam. De kernen zijn goed bereikbaar en het gebruik van de auto is afgenomen ten gunste van fietsen en openbaar vervoer. De agrarische sector is nog steeds onlosmakelijk met de gemeente Barneveld verbonden, zowel economisch als maatschappelijk. Dit is ambitie. De realiteit gebiedt ook dat niet alle opgaven binnen deze omgevingsvisie kunnen worden opgelost. Niet alles kan tegelijkertijd en overal worden gerealiseerd. Er zijn ruimtelijke, financiële en juridische randvoorwaarden die de haalbaarheid zullen beïnvloeden.
De belangrijkste ambities en ontwikkelingen voor de vijf hoofdopgaven zijn als volgt:
Gezond en toekomstbestendig Barneveld
Gezondheid en de fysieke leefomgeving zijn onlosmakelijk verbonden. De gemeente streeft
naar een klimaatneutrale gemeente in 2050 en richt zich op een gezonde leefomgeving
door aandacht te besteden aan natuur, biodiversiteit, en klimaatadaptatie. We zetten
in op een gezonde leefstijl, cultuurparticipatie en sociale cohesie. De gemeente wil
gezondheidsverschillen tussen wijken verkleinen en een inclusieve en toegankelijke
leefomgeving creëren.
Prettig leven in vitale dorpen
De gemeente streeft naar 8.000 extra woningen tegen 2040, verdeeld over alle kernen.
We zetten in op een divers woningaanbod en levensloopbestendige wijken. Basisvoorzieningen
zoals scholen, sportfaciliteiten en eerstelijnszorg moeten en kunnen meegroeien met
de woningbouw en groei van de bevolking. De openbare ruimte richten we toekomstbestendig
en inclusief in, met aandacht voor groen, wateropvang, en ontmoeting.
Ruimte voor ondernemerschap
Barneveld wil een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven blijven en meer werkgelegenheid
scheppen. De gemeente richt zich op arbeidsintensieve bedrijven en innovatie, met
speciale aandacht voor de maakindustrie en agrifood sector. We bieden ruimte aan kleine
en startende bedrijven in of nabij de kernen, terwijl grotere bedrijven zich op bedrijventerrein
Harselaar kunnen vestigen. En we stimuleren professioneel parkmanagement om bedrijventerreinen
aantrekkelijk te maken.
Waardevol landelijk gebied
De gemeente zet in op een toekomstbestendige en innovatieve landbouw, natuurherstel,
en een robuust watersysteem. We streven naar naar een 10% groen-blauwe dooradering.
Ondernemers worden gevraagd maatregelen te nemen die bijdragen aan emissiereductie
naar water, bodem en lucht. Voor agrarische ondernemers die willen omschakelen, verbreden
of stoppen wordt het functieveranderingsbeleid toegepast. De gemeente werkt waar mogelijk
mee om het Groene Valleilint te versterken als ecologische verbinding tussen de Veluwe
en de Utrechtse Heuvelrug en ziet deze prima samen gaan met agrarisch natuurbeheer
in combinatie met de bestaande veehouderij. De agrarische sector behoudt ontwikkelingsruimte,
binnen de randvoorwaarden van milieu en landschap.
Bereikbaarheid nu en in de toekomst
De gemeente richt zich op veilige en gemakkelijke verplaatsingen binnen, vanuit, naar,
en door Barneveld. Wat betreft priotering zetten we in op de volgende volgorde: lopen,
fietsen, openbaar vervoer, deelmobiliteit en privé auto. Dit neemt niet weg dat de
auto belangrijk blijft. We nemen maatregelen om doorstromingsproblemen te verminderen
en de leefbaarheid te verbeteren. Zo zijn de aanleg van de oostelijke rondweg en westelijke
randweg Barneveld belangrijke projecten.
Een visie op vijf deelgebieden en negen kernen
De opgaven vertalen zich door naar de deelgebieden van de gemeente. Er zijn vijf deelgebieden,
elk met hun eigen karakter en ontwikkelingsrichting: de Veluwe, het oostelijk buitengebied,
het recreatiegebied Voorthuizen, het verstedelijkt gebied, en het westelijk buitengebied.
Het profiel van elk gebied is maatgevend voor de keuzes die de gemeente daarvoor maakt.
De Veluwe
De Veluwe is een hooggelegen natuurgebied met bossen, heidevelden en stuifzandgebieden.
Het gebied is belangrijk voor recreatie en natuurbehoud. De gemeente streeft naar
behoud en versterking van de natuurwaarden en waar mogelijk inzetten op natuurherstel.
In het recreatieve beleid is een speerpunt om recreatie vooral in goede banen te leiden
om overbelasting te voorkomen.
Garderen
Sterke toeristische sector en tegengaan van vergrijzing. We bouwen ongeveer 300 woningen
tot 2040, ongeveer de helft binnen de bestaande kern, de rest aan de randen van het
dorp. Deze uitbreiding van het aantal woningen biedt een kans om het woningaanbod
te diversifiëren en betaalbare woningen te bouwen voor jongeren en jonge gezinnen,
wat vergrijzing kan tegengaan. Ook streven we naar het versterken van de toeristische
sector door het verbeteren van de kwaliteit van vakantieparken en het spreiden van
toeristen om overbelasting te voorkomen.
Kootwijk
Historisch karakter, behoefte aan woningen voor starters en jonge gezinnen. We kijken
naar mogelijkheden om beperkt extra woningen te bouwen: 10 tot 20 woningen. Samen
met bewoners worden geschikte locaties onderzocht, waarbij we rekening houden met
natuur- en landschapswaarden, met mogelijkheden voor bouwen op eigen erf. We zetten
in op betaalbare woningen voor starters en jonge gezinnen, om de bevolkingssamenstelling
evenwichtiger te maken. Daarnaast moedigen we initiatieven aan voor verduurzaming
van de leefomgeving, zoals regenwaterinfiltratie en het verduurzamen van woningen.
Oostelijk buitengebied
Dit gebied kenmerkt zich door agrarische bedrijvigheid en kleinschalige landschappen.
De gemeente wil het agrarisch ondernemerschap ondersteunen en tegelijkertijd de landschappelijke
en natuurlijke waarden versterken. Er is aandacht voor klimaatadaptatie en het robuuster
maken van het bekenstelsel.
Kootwijkerbroek
Ondernemende kern, behoefte aan diverse woningvoorraad.
Hier gaan we voor een aanzienlijke groei van ongeveer 800 woningen tot 2040. De lopende
ontwikkelingen in Oostbroek en Puurveen leveren al 300 woningen op, de resterende
500 woningen worden gepland. De focus ligt op een gevarieerd woningaanbod, met aandacht
voor starters, mensen met een kleinere portemonnee en levensloopbestendige woningen.
Verder richten we ons op het ontwikkelen van een lokaal bedrijventerrein om lokale
bedrijven te ondersteunen en te laten groeien.
Stroe
Goede bereikbaarheid, kansen voor groei en diversiteit in woningaanbod.
We realiseren een groei van ongeveer 500 woningen tot 2040, inclusief de lopende ontwikkeling
van het Wulperveld en andere inbreidingslocaties. De resterende ontwikkeling gaat
via inbreiding en uitbreiding in de dorpsranden. De focus ligt op meer diversiteit
in woningaanbod, met aandacht voor jongeren en ouderen. We gaan voor behoud en uitbreiding
van voorzieningen, zoals onderwijs, sport en eerstelijnszorg, om de groeiende bevolking
te ondersteunen.
Recreatiegebied Voorthuizen
Het recreatiegebied Voorthuizen is een belangrijk recreatiegebied met veel vakantieparken
en campings. De gemeente wil de recreatieve sector verduurzamen en klimaatbestendig
maken. We besteden aandacht aan een robuuster watersysteem in relatie tot het beekdallandschap
van de Hoevelakense Beek. We streven naar een goede balans tussen recreatie, natuurbehoud
en verbetering van bereikbaarheid en veiligheid.
Verstedelijkt gebied
Dit gebied omvat de kernen Barneveld en Voorthuizen, die zich kenmerken door een mix
van wonen, werken en voorzieningen. De gemeente streeft naar een gezonde en toekomstbestendige
groei, met aandacht voor groen, infrastructuur en voorzieningen. Ten aanzien van de
klimaat- en wateropgave verkennen we hoe beek(dal)herstel, waterberging en vertraagd
afvoeren in dit gebied een oplossing zijn.
Barneveld
Centrale kern met veel voorzieningen, grote woningbouwopgave.
Hier ligt een grote woningbouwopgave van ongeveer 4.000 woningen tot 2040. Geplande
ontwikkeling zijn onder andere de Burgt en Bloemendal, met inbreidingskansen en nieuwe
woningen in de dorpsrandzones. Speciale focus ligt op stationslocaties. Speerpunten
in het woonbeleid: levensloopbestendige woningen, starters, gezinnen, arbeidsmigranten
en aandachtsgroepen. Om de groeiende bevolking te ondersteunen, willen we het voorzieningenniveau
behouden en versterken.
Voorthuizen
Levendig dorp met toeristische aantrekkingskracht, behoefte aan vergroening. Hier
ligt een opgave van ongeveer 1.600 nieuwe woningen tot 2040, met meerdere gebiedsontwikkelingsprojecten
aan de zuidzijde zoals Holzenbosch, Wikselaarse Eng, Schooneng, maar ook het woonwerklandschap
Voorthuizen aan de zuidzijde en kansen voor woningbouw in de bestaande kern en de
noordwestelijke dorpsrandzone. Het beleid richt zich op een woonmilieu waar wonen
en landschap samengaan, met robuuste beekzone. We willen het voorzieningenaanbod versterken,
met aandacht voor zowel de eigen inwoners als toeristen.
Harselaar
Regionaal bedrijventerrein, kansen voor duurzame en klimaatbestendige inrichting.
Westelijk buitengebied
Dit gebied is van hoge landschappelijk waarde, mede door de aanwezigheid van beekdallanschap
en historisch waardevolle cultuurlandschappen: het kleinschalig kampenlandschap met
landgoederen en het veenontginningslandschap. Het grondgebruik wordt grotendeels bepaald
door de aanwezigheid van de grondgebonden landbouw, voornamelijk melkveebedrijven.
Intensieve veehouderijen liggen verspreid in het gebied. De gemeente wil de toeristische
en recreatieve sector versterken en tegelijkertijd de natuurlijke en landschappelijke
waarden behouden. Het beleid richt zich op het stimuleren van multifunctionele en/of
extensievere vormen van landbouw in en rond de natuurkernen van het Groene Valleilint
en de opgave in de beekstelsel van de Hoevelakense Beek, Esvelderbeek en Barneveldse
Beek.
De Glind
Uniek dorp met jeugdhulpfuncties, behoefte aan meer reguliere woningen.
Hier ligt een groeiopgave van ongeveer 110 woningen tot 2040. De bouw van een ecodorp
voorziet in 30 woningen. De resterende 80 woningen worden gepland. Primair gericht
op voorzien in eigen behoefte, met aandacht voor starters en beperkte groei van gezinshuizen.
We hebben de ambitie om het vastgoed te verduurzamen en een duidelijke ruimtelijke
structuur te creëren met de uitbreiding van de kern.
Terschuur en Zwartebroek
Sterke sociale samenhang, kansen voor woningbouw en versterking van beekzones.
Hier ligt een opgave van ongeveer 600 woningen. De ontwikkeling van De Eendracht en Dwarsakker bevat al 240 woningen (peildatum 2021). En we verwachten dat er circa 100 woningen op inbereidingslocaties gerealiseerd kunnen worden. Voor ongeveer 260 woningen moet nog een locatie gevonden worden. We zetten in op ontwikkeling voor landschap en klimaat door groene recreatieve verbindingen te creëren en beken te versterken.
Voor vrijwel alle kernen geldt dat de groei ook een positieve ontwikkeling kan opleveren
voor het voorzieningenaanbod. Er is behoefte aan behoud en uitbouw van bestaande voorzieningen
zoals sport, onderwijs, kinderopvang, cultuur en eerstelijnszorg. Daarbij is de beleidslijn
naar zoveel mogelijk multifunctioneel gebruik en waar het kan ook medegebruik van
voorzieningen tussen naburige kernen. Natuurlijk alleen als randvoorwaarden van capaciteit,
bereikbaarheid en toegankelijkheid dat mogelijk maken.
Van visie naar uitvoering
De omgevingsvisie vormt de basis voor verdere uitwerking in beleids- en gebiedsprogramma’s
en het omgevingsplan. Het is een dynamisch document dat regelmatig wordt geactualiseerd
op basis van nieuwe ontwikkelingen.
Samenhang in instrumenten
De omgevingsvisie geeft de richting aan voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving
zowel voor de gemeente als de samenleving. De visie wordt uitgewerkt in programma’s
op thema- of gebiedsniveau en krijgt een juridische basis in het omgevingsplan. De
instrumenten zijn sterk met elkaar verbonden en worden actief gemonitord en zo nodig
aangescherpt.
De omgevingsvisie wordt regelmatig geactualiseerd, met een cyclustijd van maximaal
vier jaar. Zo blijft de visie actueel en aansluiten bij nieuwe ontwikkelingen. Vier
belangrijke ontwikkelingen die we volgen zijn defensieactiviteiten bij Stroe, het
stikstofdossier, de ontwikkeling van woningbouw en de problematiek van de netcongestie.
Doorwerking
De omgevingsvisie geeft richting aan de doorwerking in beleids- en gebiedsprogramma’s en de uitvoering van initiatieven. Beleidsprogramma’s koppelen we zoveel mogelijk aan de vijf hoofdopgaven uit de omgevingsvisie.
De gemeenteraad stelt de omgevingsvisie vast en bepaalt de kaders en ambities voor
de fysieke leefomgeving. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk
voor de uitvoering en realisatie van deze ambities en stelt de programma’s op.
De omgevingsvisie als afwegingskader
De omgevingsvisie vormt de basis voor een integraal afwegingskader voor de wenselijkheid
en prioritering van activiteiten, maatregelen en initiatieven. Activiteiten worden
afgewogen tegen de doelstellingen en ambities van de visie, waarbij de fysieke leefomgeving
in dienst staat van maatschappelijke behoeften. Voor initiatieven die niet passen
binnen het omgevingsplan kan een vooronderzoek worden aangevraagd. De gemeente toetst
het plan op wenselijkheid en haalbaarheid. Aan de omgevingstafel nemen alle relevante
ketenpartners deel om integrale en gedragen oplossingen te vinden.
Monitoring
De gemeente hanteert een systematiek om periodiek te beoordelen of de ontwikkelingsrichting nog juist is en de doelen binnen bereik zijn. Dit gebeurt door middel van de leefomgevingsfoto en de Omgevingseffectrapportage (OER), waarbij een beeld wordt gegeven van de leefomgeving en de trends die die als gevolg van de beleidsuitvoering optreden.
1. Inleiding
Algemeen
De gemeente Barneveld presenteert de Omgevingsvisie Barneveld 2040. Dit document geeft een gezamenlijk beeld voor de toekomst van de gemeente Barneveld. Het beschrijft de gewenste ontwikkeling voor de fysieke leefomgeving in onze gemeente op het gebied van gezondheid, wonen, werken, recreëren, natuur, duurzaamheid, mobiliteit, cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit. Volgens de ambitie is de gemeente Barneveld in 2040 een gezonde en toekomstbestendige gemeente, waar inwoners, ondernemers en bezoekers zich thuis voelen.Om dit te bereiken, maken we strategische keuzes en stellen we ons beleid vast voor de fysieke leefomgeving.
De omgevingsvisie geeft antwoord op de volgende vragen:
-
Welke ambities hebben we voor het toekomstige Barneveld?
-
Hoe willen we dat de gemeente Barneveld eruit ziet in 2040?
-
Welke uitdagingen en ontwikkelingen kent de gemeente Barneveld?
-
Welke keuzes maken we vandaag om het toekomstige Barneveld vorm te geven?
De visie houdt rekening met trends, ruimte voor lange termijn ontwikkelingen en kaders voor toekomstige keuzes. Veel ambities zijn niet nieuw en bouwen voort op eerder beleid. De duurzaamheidsambities richten zich op 2030 en 2050, in lijn met provinciaal en landelijk beleid. De omgevingsvisie brengt de ambities samen en werkt toe naar verdere integratie van beleid.
1.1. De omgevingsvisie en de plek in de beleidscyclus
De omgevingsvisie is in de eerste plaats een strategisch document dat de langetermijn
keuzes beschrijft voor de fysieke leefomgeving. Het is de start voor uitwerking en
de basis voor andere instrumenten van de Omgevingswet, zoals het omgevingsplan van
de gemeente en omgevingsprogramma’s. De visie dient als kapstok voor een integrale
uitwerking van gebieds- en beleidsprogramma’s en voor het omgevingsplan, dat de regels
vast legt voor de fysieke leefomgeving in de gemeente. Dat omgevingsplan vervangt
de bestemmingsplannen en een groot deel van de gemeentelijke verordeningen. Die documenten
maken deel uit van de beleidscyclus van de Omgevingswet waarin beleidsontwikkeling,
uitvoering, monitoring en evaluatie continu op elkaar aansluiten. De omgevingsvisie
is daar dus een essentieel onderdeel van.
Inspiratie
De omgevingsvisie is ook een inspiratiedocument voor de ontwikkeling van de gemeente
Barneveld in de periodetot 2040. Door bewust de sociale en fysieke aspecten bijeen
te brengen, krijgt de omgevingsvisie nog meer impact.
Uitnodiging tot initiatieven
Bovendien houdt de omgevingsvisie een uitnodiging in aan inwoners, ondernemers en
maatschappelijke organisaties om eigenwensen en initiatieven te ontwikkelen en te
vervullen. De omgevingsvisie kan daarbij als achtergrond worden gebruikt voor de wenselijkheid
van projecten en initiatieven. De gemeente geeft op deze manier inzicht in de mogelijke
ontwikkel– en gebruiksruimte aan de inwoners en ondernemers.
Periodieke toetsing
De omgevingsvisie is een dynamisch document. Uiteraard wordt de visie formeel vastgesteld, maar in de toekomst blijft er voldoende ruimte voor verdere bestuurlijke en publieke discussie. De wereld om ons heen en onze leefomgeving veranderen voortdurend. De omgevingsvisie wordt daarom periodiek getoetst aan nieuwe ontwikkelingen (in ieder geval eens pervier jaar) en uitgewerkt in programma’s, plannen en projecten. Ook binnen de jaarlijkse begrotingscyclus vindt een toetsing plaats op actualiteit. Hieruit kunnen aanpassingen volgen.

1.2. Totstandkoming
De Omgevingsvisie Barneveld 2040 is het resultaat van een proces dat in 2021 begon met de vaststelling van de Vertrekpuntennotitie door onze gemeenteraad. Deze notitie bevat het proces op weg naar een integrale omgevingsvisie. Het bestond uit vier fasen,waarin we in gesprek gingen met onze inwoners, ondernemers, stakeholders en partners.
In de eerste fase stelde de gemeenteraad de Hoofdlijnennotitie Barneveld 2040 vast, met daarin de eerste keuzes voorde toekomst van de gemeente Barneveldrichting 2040.
Op basis van harde opgaven, maatschappelijke ontwikkelingen, trends en de uitkomsten van de eerste participatieronde leverde de volgende fase twee toekomstscenario’s op. Deze scenario’s – Vooruit met Barnevelden Verder met Barneveld – schetsende hoeken van het speelveld binnen realistische kaders en vormen de basis voor het gesprek met de samenleving en stakeholders. Daarnaast vormen ze het uitgangspunt om de milieueffecten en de uitvoeringseffecten te onderzoeken per scenario.
Met de resultaten van onder meer de tweede participatieronde en de omgevingseffectrapportage over de toekomstscenario’s werkten we in de derde fase toe naar een voorkeursscenario. Dit beschrijft de kijkrichting van de gemeente per opgave: wat willen we, wat zijn onze ambities? De doelstellingen en ambities voor de toekomst van de fysieke leefomgeving zijn vastgelegd in het voorkeursscenario.
De uitwerking van het voorkeursscenario tot de ontwerp-Omgevingsvisie Barneveld 2040 vond plaats in de vierde en laatste fase. Dit ontwerp bevat ook de gebiedsgerichte uitwerking. Hiervoor is een derde participatieronde geweest, gesprekken met inwoners, bedrijven en belangenbehartigers.
1.3. Participatie
Omdat de omgevingsvisie de koers bepaalt, was het belangrijk de visie samen met de belanghebbenden op te stellen. De gemeenteraad stelt de Omgevingsvisie Barneveld 2040 vast, maar de koers heeft de komende jaren invloed op iedereen. Inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden zijn betrokken bij hun omgeving en veel uitdagingen waar de maatschappij voor staat, zijn te complex om als gemeente zelfstandig over te beslissen. Bovendien vraagt ook de uitvoering om een goede samenwerking en relatie met inwoners, ondernemers en ketenpartners.
Met bijeenkomsten, werksessies, enquêtesen andere middelen zijn zoveel mogelijk mensen betrokken bij deze omgevingsvisie. We waren aanwezig bij evenementen, organiseerden omgevingsvisieavonden en bijeenkomsten met ketenpartners en maatschappelijke organisaties, ontvingen vele reacties en belegd en sessies met betrokken raadsleden, het college en ambtelijke werkteams. Op die manier hebben veel mensen meegedacht.
De mate van betrokkenheid varieert van enthousiaste kreten op een post-it tot uitgebreide adviezen en alles er tussenin. De inbreng van inwoners, ondernemers,ketenpartners en maatschappelijke organisaties is als advies meegenomen naast de inbreng van het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie, en meegewogen in de uiteindelijke inhoud van de omgevingsvisie.
1.4. De uitdagingen en opgaven van de gemeente Barneveld
De gemeente staat in deze periode voor grote uitdagingen, waarvoor de volgende doelen zijn gesteld:
-
Een passende ontwikkeling van gemeente Barneveld, waar je goed kunt wonen, werken, reizen en samenleven.
-
Een duurzame gemeente Barneveld met een gezonde en veilige omgeving om in te leven, nu en in de toekomst.
-
Een waardevol landelijk gebied, met perspectief voor de landbouw en herstel van natuur en landschap.
-
Een open en bereikbare gemeente Barneveld, een gemeente bestuur en organisatie die goed luistert naar de inwoners, samenwerkt, uitgaat van de eigen kracht van inwoners en hen ondersteunt waar nodig.
-
Iedereen doet mee: waar iedereen belangrijk is en gelijke kansen krijgt.
Deze doelen komen samen in drie strategische, overkoepelende en samenhangende visies of beleidsplannen: de omgevingsvisie, het beleidsplan sociaal domein en een visie op dienstverlening.

Deze kunnen dienen tot integrale beleidsprogramma’s, waarin het beleid van de verschillende visies verder wordt uitgewerkt naar thema of gebied en waarin ook verbinding wordt gelegd naar de noodzakelijke en beschikbare middelen. De omgevingsvisie staat dus niet op zichzelf.
In de omgevingsvisie van de gemeente Barneveld kijken we in de richting van 2040, en soms nog iets verder. Deze doelstellingen hebben grote invloed op de doelen en ambities voor de fysieke leefomgeving. Voor de omgevingsvisie zijn ze vertaald naar vijf hoofdopgaven:
-
Gezond en toekomstbestendig
-
Prettig leven in vitale dorpen
-
Ruimte voor ondernemerschap
-
Waardevol landelijk gebied
-
Bereikbaarheid nu en in de toekomst
Deze opgaven zijn de basis voor de uitwerking van de omgevingsvisie en geven richting aan de keuzes die we vandaag maken om het toekomstige Barneveld vorm te geven. We laten zien waar we als gemeente voor staan en welke doelen en ambities we voor onze fysieke leefomgeving hebben. We geven aan welke aspecten en delen van onze fysieke leefomgeving we koesteren, waarderen en daarom willen behouden en verbeteren.Tegelijkertijd geven we weer hoe we omgaan met de opgaven. Dit vertaalt zich concreet in onder meer een groei tot 2040 met 8.000 woningen, met vele hectares bedrijventerrein en met ruim 20.000 inwoners. Dit betekent een toename van bijna een derde, tot ruim 80.000 inwoners, die allemaal een gezonde en veilige omgeving verwachten in de gemeente, waarin ze prettig kunnen wonen, werken en recreëren.
1.5. Gebiedsgerichte uitwerking
De gemeente Barneveld bestaat uit negen kernen, elk met een eigen karakter en identiteit en omringd door waardevol landschap en natuur en gebieden waar de agrarische sector actief is. Omdat de ontwikkeling alle kernen raakt, is het een uitdaging deze eigenheid zoveel mogelijk te respecteren en te behouden. Een belangrijk deel van de Veluwe ligt op het grondgebied van de gemeente. Hier bevinden zich grote natuurwaarden die moeten worden beschermd en waar mogelijk hersteld. Een ambitieuze opgave in de dynamiek van een landelijk gebied,waar boeren om ruimte en behoud van hun bedrijven vragen, in een stikstofcrisis die steeds zwaarder lijkt te drukken en in een Gelderse Vallei, met grote uitdagingen op het gebied van natuur, klimaat, energie en toekomstbestendige landbouw.
In de omgevingsvisie vertalen we de ambities daarom zoveel mogelijk gebiedsgericht. De gemeente Barneveld is daarvoor ingedeeld in vijf gebieden, elkmet een eigen identiteit en opgaven en uitdagingen. Deze gebieden en hun kernen dragen een eigen karakter dat maatgevend is voor de ontwikkelrichting. De vijf deelgebieden zijn:
-
Veluwe met de kernen Garderen en Kootwijk
-
Oostelijk buitengebied met de kernen Stroe en Kootwijkerbroek
-
Recreatiegebied Voorthuizen
-
Verstedelijkt gebied met de kernen Barneveld en Voorthuizen en het bedrijventerrein De Harselaar
-
Westelijk buitengebied met de kernen Terschuur, Zwartebroek en De Glind
De gebiedsgerichte uitwerking zorgt ervoor dat de ambities en opgaven zijn afgestemd op de kenmerken en behoeften van elk gebied. Dit helpt om de visie concreet en uitvoerbaar te maken, en om ervoor te zorgen dat de ontwikkelingen aansluiten bij de lokale context en waarden. We kunnen niet altijd voor iedere plek concreet aangeven wat er moet gebeuren. Vaak is daarvoor nader uitwerking nodig. Maar we laten wel zien wat we willen bereiken en waarmee we rekening moeten houden.
1.6. Vervolg en uitnodiging
De gemeenteraad stelt de Omgevingsvisie Barneveld 2040 vast. De omgevingsvisieis bindend voor het gemeentebestuur. Voor de inwoners, ondernemers enorganisaties in de gemeente Barneveld heeft de omgevingsvisie geen directe formele consequenties. Maar de visie laat wel zien waar we naartoe willen, welke ontwikkelingen plaatsvinden, welke rol wij als gemeente nemen en wat we verwachten van andere partijen. De omgevingsvisie biedt zo zicht op hoe, waar en wat in onze fysieke leefomgeving. Daarbij is de houding van de gemeente zoveel mogelijk ja, mits: denken in kansen en mogelijkheden. Op deze manier beschermen we de kwaliteit van onze gemeente, en geven we tegelijkertijd ruimte aan initiatieven om onze nieuwe doelen te bereiken. Participatie rond de omgevingsvisie gaat niet alleen over uitwisselen van ideeën. We willen samen werk maken van de opgaven en ambities. We werken aan een uitvoeringsprogramma waarin we aangeven welke projecten we met welke partijen aangaan en wat we van de samenleving verwachten.
2. Dit is Barneveld
Algemeen
In dit hoofdstuk beschrijven we onze gemeente in hoofdlijnen. We richten ons op de fysieke omgeving van de gemeente en de bredere context en op de mensen die hier wonen, werken en recreëren. De leefomgeving heeft een grote invloed op de inwoners, maar het zijn vooral de inwoners die bepalend zijn voor die leefomgeving. De inwoners en ondernemers van de gemeente Barneveld zijn niet alleen de gebruikers vande leefomgeving, maar ook actieve deelnemers in het vormgeven ervan. Onze rol als gemeente is daarin verschillend. Soms ondersteunend, soms sturend, soms zelf ontwikkelend. Door samen te werken en verantwoordelijkheid te nemen, gaan we de uitdagingen van de toekomst aan, om onze gemeente te laten groeien en bloeien.
In het Voorkeursscenario schetsten we samen met inwoners, ondernemersen andere belanghebbend en een toekomstbeeld waarin de inwoner van onze gemeente centraal staat. Dit scenariobenadrukt de kracht van samenwerkingen de rol van de gemeenschap in de vervulling van onze ambities. Het laat zien hoe we samen kunnen werken aan een gezonde, veilige en toekomstbestendige leefomgeving, waarin iedereen zich thuis voelt en kan bijdragen aan de kwaliteit van leven.
2.1. Het Barneveldse DNA
De identiteit, cultuur en kernwaarden van gemeente Barneveld bepalen wat voor gemeente we zijn en ook willen zijn richting 2040 en welke ontwikkelingen we op de weg daar naartoe willen doormaken. De gemeente Barneveld bestaat uit hechte en krachtige gemeenschappen. Mensen zijn met elkaar verbonden via het dorp waar ze wonen, de verschillende sociale verbanden, de kerk die ze bezoeken, de vereniging waar ze lid van zijn of via familie- en vriendschapsbanden. Het ons-kent-ons gevoelen de zelfredzaamheid die daarbij hoort is een gewaardeerde eigenschap. Het bijzondere karakter komt ook terug in de bevolkingsopbouw: de gemeente Barneveld is relatief jong en kent verhoudingsgewijs grote huishoudens.
De inwoners van de gemeente zijn echte doeners. Er is sprake van een hoog arbeidsethos, wat goed terug is te zien in de hoge arbeidsparticipatie en de lage werkloosheidsgraad ten opzichtevan het gemiddelde in Nederland. Veel inwoners zijn actief in een familiebedrijf, gemengd bedrijf of zijn zzp’er. Ook buiten het werk om gebeurt er veel: we kennen een sterk verenigingsleven, doen veel vrijwilligerswerk en zijn gewend zelf de handen uit de mouwen te steken.
De inwoners en ondernemers van de gemeente Barneveld zijn nauw verbonden met de omgeving. De natuurlijke schoonheid van de Veluwe en de Gelderse Vallei, de agrarische tradities en de hechte gemeenschappen vormen de basis van ons dagelijks leven. Deze omgeving biedt niet alleen een plek om te wonen, werken en recreëren, maar ook een bron van inspiratie en trots.
Onze identiteit is sterk gefundeerd op de agrarische sector. De landelijkheid is in de hele gemeente goed voelbaar met een groot buitengebied met veel agrarische bedrijven. Buitenstaanders en inwoners zelf identificeren de gemeente sterk met de pluimveesector. Maar behalve pluimvee kennen we ook een sterke kalverhouderij en de nodige gemengde bedrijven, waarbij er vaak sprake is van familiebedrijven. De keten om de agrarische sector heen is groot en goed vertegenwoordigd in de gemeente Barneveld.
De gemeente Barneveld ligt precies op de overgang van de hoog gelegen Veluwe naar de lager gelegen Gelderse Vallei. Onze gemeente maakt dan ook deel uit van twee grotere en verschillende gebieden: de Veluwe en de Gelderse Vallei. De leefomgeving van gemeente Barneveld is hiermee prachtig en uitermate divers. Denk aan grootschalige en uitgestrekte natuurgebieden zoals het Kootwijkerzand, het oude en kleinschalige landschap met bijvoorbeeld het Paradijs aan de west kant van onze gemeente, maar ook de recreatieplas Zeumeren als een zomerse hotspot.
We hebben veel verschillende soorten landschappen in onze gemeente, met ieder eigen kenmerkende plant- en diersoorten en een eigen dynamiek. De aantrekkingskracht van het gebiedl eidde dan ook tot een stevig toeristisch karakter van onze gemeente. De natuurlijke omgeving is van grote invloed op onze identiteit.
De gemeente Barneveld bestaat uit negen unieke dorpskernen met ieder een eigen karakter, cultuur en identiteit. In de gebiedsgerichte uitwerking van deze omgevingsvisie staan we stil bij de unieke kernkwaliteiten, uitdagingen en opgave van iedere dorpskern, en van de verschillende delen van ons landelijk gebied.

2.2. Barneveld in een breder perspectief
De gemeente Barneveld ligt centraal in Nederland en inmiddels aan de rand van de Randstad. We liggen in een verder verstedelijkende as langs de rijksweg A1 met verder verstedelijkte gebieden van Amersfoort, Foodvalley, Stedendriehoek en Twente. Deze ligging betekent dat we deel uitmaken van een hoogdynamisch gebied waar grote ruimtelijke opgaven gelden in de fysieke leefomgeving.
Voor wonen, werken en mobiliteit is derelatie met Amersfoort van groot belang. Veel inwoners werken in Amersfoort, gaan er naar school of brengen hun vrije tijd door in deze stad. De A1 en het spoor verbinden Amersfoort met onze gemeente. Voor een evenwichtige en verantwoorde omgang met de demografische en economische ontwikkelingen werken we op het gebied van wonen, werken, infrastructuur en andere voorzieningen samen met de gemeenten in de vallei en in de regio’s Arnhem-Nijmegen en Utrecht-Amersfoort.
Het buitengebied met de grote agrarische sector heeft van oudsher een sterke relatie met de Gelderse Vallei. Deze regio wordt niet voor niets ‘Foodvalley’ genoemd. Daarin werken we intensief samen aan de voedselvoorziening van vandaag en morgen. Om dit voor elkaar te krijgen, werken gemeenten, onderwijsinstellingen, kennisinstellingen en bedrijfsleven intensief samen in de regio. De gemeente Barneveld is hier toonaangevend op diverse onderdelen. Binnen de Foodvalley voert de gemeente een eigen profiel: een toonaangevende pluimveesector, met het bijbehorend Poultry Expertise Center en het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV), een samenwerkingsverband van bedrijven, overheid en kennisinstellingen. In regionaal verband formuleren we gezamenlijk een maatschappelijk antwoord op de vraag naar een toekomstbestendige landbouw, in balans met de leefomgeving, waaronder natuurherstel en stikstofreductie. Dit om de kwaliteit van de natuur te verbeteren en tegelijkertijd om toekomstperspectief te bieden aan de agrarische sector in de regio. Hierbij is het belangrijk oog te hebben voor de sociaal economische impact van verandering voor de mensen die het betreft.

Tegelijk zijn we als gemeente ook deel van het grootste natuurgebied van Nederland, de Veluwe. Op toeristen en natuurliefhebbers heeft de Veluwe grote aantrekkingskracht. De Veluwe is de reden dat we veel vakantieparken hebben in de gemeente, nabij Voorthuizen en Kootwijk. De Veluwe is niet alleen ons natuurlijk kapitaal, maar een gebied met nationale uitstraling. Daarom werkt de gemeente in diverse samenwerkingsverbanden aan versterking van de natuur en ook aan de Veluwe als topbestemming voor de toerist, maar wel in balans met de natuur.
2.3. Lagenbenadering als hulpmiddel bij de ontwikkelopgaven
De opbouw van het landschap van de gemeente beoordelen we in deze omgevingsvisie in
vier verschillende lagen: ondergrond, netwerken, gebruik en sociale activiteit. Elke
laag geeft voor de gemeente Barneveld een eigen beeld van oorsprong, dynamiek en waarden.
Deze lagen zijn zichtbaar gemaakt op kaarten en geven zo een gedetailleerd beeld van
de gemeente.
Laag 1: ondergrond
De laag van het natuurlijk systeem, het landschap in al zijn vormen en kwaliteiten,
de samenhang tussen hoogte ligging,bodem en watersysteem (inclusief de bestaande natuurwaarden).
Deze laag heeft een lange ontstaansgeschieden is maar is ook kwetsbaar.
Laag 2: netwerklaag
De structuren die zich als een netwerk uitspreiden over en in de ondergrond van de
gemeente. Bijvoorbeeld de infrastructuur en de groenblauwe bekenstructuur of andere
ondergrondse en bovengrondse netwerken, zoals het elektriciteitsnetwerk. Deze laag
heeft een minder lange ontstaansgeschiedenis als de eerste laag, maar is ook beperktbeïnvloedbaar.
Met het veranderen van structuren in deze laag zoals de mobiliteitsstructuur of nutsvoorzieningen
is vaak vele decennia (20 tot 80 jaar) gemoeid.
Laag 3: gebruiks- of functielaag
Laat zien hoe het gemeentelijke gebied wordt bezet, gebruikt en benut. De wijze waarop
gebieden ruimtelijk en functioneel in gebruik zijn, met de bijbehorende dynamiek.
Denk daarbij aan water, natuur, recreatie, openbare ruimte, culturele functies, gebouwde
omgeving met de bijbehorende dynamiek, waarden en identiteit. De veranderingen in
deze laag gaan sneller en voltrekken zich meestal binnen één generatie.
Laag 4: sociale laag
Duidt de inwoners, ondernemers en overige gebruikers aan in hun onderlinge relaties, met de opgaven in de leefomgeving van de gemeente Barneveld waar we als samenleving voorstaan. Bijvoorbeeld omzien naar elkaar, welzijn en ervaren gezondheid. Maar ook de gezondheidsverschillen in de gemeente, investering in de benodigde maatschappelijke voorzieningen, en de kwaliteit van de leefomgeving in dorpen en buitengebied. Dit is de laag met de hoogste veranderingssnelheid.
Vanaf de onderste laag naar boven geeft deze lagenstructuur een verticale doorsnede van de waarden en mogelijkheden van het gebied. Door de verschillende lagen te analyseren en te combineren ontstaat inzicht in de ontwikkelkansen voor het gebied en voor specifieke locaties. Deze analyse geeft zicht op kansen en knelpunten en biedt de mogelijkheid om kansen af te wegen en keuzes te maken.
De samenhang tussen deze lagen vormtde basis van de koers voor onze fysieke leefomgeving. Zo zoeken we de gewenste en noodzakelijke samenhang tussen ruimtelijk en functioneel gebruik, gericht op de kwaliteit van de leefomgeving en sociaal-maatschappelijk van het leven daarin. Deze werkwijze is onder meer de basis geweest voor de indeling van de gemeente Barneveld in de verschillende deelgebieden en karakteristieken in deze omgevingsvisie. De lagenbenadering is ook een instrument voor afweging in de keuzes voor ruimtelijke ontwikkelingen. De werkwijze helpt gemeente en samenleving integrale keuzes te maken in de ruimtelijkeontwikkel opgaven en deze keuzes op waarde te schatten. Deze kaarten met de lagen en de bijbehorende beschrijving zijn opgenomen in Bijlage III Lagenbenadering

Bron: http://www.ruimtexmilieu.nl/lagenbenadering - bewerkt door SAB
2.4. Rol van de gemeente in de fysieke leefomgeving
De samenleving verandert, en daarmee ook de rol van de overheid. Bovendien staan we voor opgaven in de leefomgeving die al lang niet meer enkel het domein van de overheid betreffen. De uitdagingen voor de toekomst zijn gezamenlijke opgaven. We verwachten van inwoners en ondernemers dat zij op hun deel van het fysieke domein meer zaken zelf doen en ook steeds vaker het initiatief in handen nemen voor hun leefomgeving. Dit is in de geest van de Omgevingswet, die meer verantwoordelijkheid legt bij inwoners, ondernemers en organisaties. Dit vraagt ook een andere rol van de overheid.
Bij veel ambities en opgaven in de fysieke leefomgeving werkt de gemeente samen met inwoners, ondernemers, belangenorganisaties en andere partijen, bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkelingen. In deze omgevingsvisie geven we voor de verschillende ontwikkelingen ook een indicatie van de rol die we voor de gemeente zien in de vervulling van ambities en opgaven in de fysieke leefomgeving.
We onderscheiden daarbij zes rollen die de gemeente kan aannemen, wanneer wij uitvoering geven aan beleid voor de fysieke leefomgeving. In algemene zin geldt: hoe groter de betrokkenheid van de gemeente, hoe groter ook de financiële of organisatorische bijdrage kan zijn. Er zijn ook combinaties van rollen denkbaar. Zo komt bij gebiedsontwikkeling vaak de combinatie van regisseren en zelf doen voor, omdat we met eigen grondposities werken en met grondposities van derden.

Loslaten - Wanneer de overheid een taak loslaat, zal zij zich hier inhoudelijk en procesmtig
niet of nauwelijks mee bemoeien.
Faciliteren - De overheid kiest een faciliterende rol als het initiatief van elders komt en zij
er belang in zie om dat mogelijk te maken.
Stimuleren - De overheid kan de wens hebben dat bepaald beleid of een interventie van de grond
komt, maar de realisatie daarvan laat ze over aan anderen. ze zoekt slehts naar mogelijkheden
om die anderen in beweging te krijgen.
Regisseren - Wanneer de overheid kiest voor regisseren, betekend dat ook andere partijen een
rol heben maar dat de overheid er belang bij hecht wel de regie te hebben (en houden).
Zelf doen - De overheid kan de wens hebben dat een bepaald beleid of een interventie van de
grond komt en staat daarvoor zelf aan de lat. Dat betekend dat de overheid zelf zorg
draagt voor de uitvoering en initiatiefnemer is.
Reguleren - Het laatste instrument dat de overheid kan inzetten is regulering met wet- en regelgeving of beleidregels. Dit staat in feite los van voornoemde rollen. Ook wanneer de overheid bepaalde zaken wil loslaten of uitsluitend wil faciliteren, kan zij hier met regelgeving randvoorwaarden aan stellen.
3. Visie op de opgaven
Algemeen
In dit hoofdstuk leest u de hoofdopgaven van de omgevingsvisie. We schetsen daarin een ambitieus toekomstbeeld aan de hand van vijf hoofdopgaven, en ambities die we graag willen realiseren. Een droombeeld voor de toekomst.
Dat is gebaseerd op het Voorkeursscenario,maar wel bekeken door de bril van de lagenbenadering uit het vorige hoofdstuken de resultaten van de participatierondes.Dat leidt tot het besef dat niet alles tegelijkertijd op dezelfde plek kan. Ook de uitvoerbaarheid van ambities infinanciële of juridische zin is hierbij van belang. Soms schuren de belangen en is het nodig een keuze te maken. Ook het onderzoek naar de omgevingseffecten(de OER-omgevingseffectrapportage) is aanleiding geweest voor nuancering van de ambities. Het is echter ook duidelijk dat we niet alle opgaven kunnen oplossen binnen het bestek van deze omgevingsvisie. Vaak is nader onderzoek noodzakelijk. Met deze kanttekeningen geven we in dit hoofdstuk de ambitieuze visie op de gemeente Barneveld in 2040.
Sommige ambities vertalen zich naar randvoorwaarden die we onszelf, en ook onze partners
opleggen bij de ontwikkelingvan onze gemeente. Daarin ligt er een belangrijke lijn
naar het omgevingsplan en de normen en beleidsregels die we daarin verwerken. Andere
ambities kunnen niet verder gaan dan onze inzet voor overleg met andere overheden
en organisaties omze samen te realiseren.
Gemeente Barneveld in 2040
In 2040 is de gemeente Barneveld een plek waar iedereen gezond, gelukkig en vitaal kan leven. De wijken zijn divers en geschikt voor alle leeftijden. Jong en oud wonen samen in harmonie en helpen elkaar. De gemeenschap is sterk en zelfredzaam, met inwoners die elkaar kennen en ondersteunen. Iedereen heeft voldoende bestaanszekerheid en de verschillen ingezondheid tussen wijken zijn kleiner geworden. De wijken zijn groen en klimaatbestendig ingericht, met aandacht voor natuur en duurzaamheid.
Elke kern in Barneveld is op eigen wijze vitaal. Dit betekent dat er voor elke kern voldoende voorzieningen zijn, in de kernzelf of op aanvaardbare afstand. Er is veel nieuwbouw gerealiseerd: in totaal 8.000 woningen, zowel in de kernen als in het buitengebied.
In de grotere kernen is er hoogbouw tot zes verdiepingen en op een enkele geschikte plek nog hoger. Dat zorgt voor efficiënter gebruik van de ruimte. De energietransitie is grotendeels voltooid, zodat Barneveld een duurzame gemeente is.
De kernen Barneveld en Voorthuizen zijn goed bereikbaar dankzij een robuuste structuur van rondwegen en radialen.
De oostelijke rondweg rond Barneveld is ingepast in het landschap en maakt verdere groei mogelijk na 2040. Het gebruik van de auto is afgenomen, terwijl fietsen en openbaar vervoer steeds populairder zijn geworden. Ook is autobezit verminderd door de beschikbaarheid van deelmobiliteit.
De bedrijventerreinen in de gemeente Barneveld zijn uitgebreid, modern en innovatief, met veel werkgelegenheid in sectoren zoals de maakindustrie en agrofood. De winkelcentra zijn levendig en bieden lekker veel mogelijkheid elkaar te ontmoeten, waardoor ook bezoekers graag naar Barneveld komen.
Binnen de beschermde of herstelde landschappen en rond de dorpskernen is een aantrekkelijk gebied ontstaan voormens, plant en dier. De Veluwe en het buitengebied bieden ruimte voor toerisme en recreatie, met respect voor de kwetsbare natuur, het waardevolle landschap en het agrarische gebruik. De agrarische sector is duurzaam, toekomstbestendig en in balans met de omgeving. We hebben een groen-blauwe dooradering van 10% gerealiseerd in het agrarische gebied.
Dit hebben we gerealiseerd door ons in te zetten op de vijf hoofdopgaven die we In de Omgevingsvisie Barneveld 2040 hebben geformuleerd.
3.1. Een gezond en toekomstbestendig Barneveld
Inleiding

De opgave voor een gezond en toekomstbestendig Barneveld sluit aan op een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. Gezondheid en de fysieke leefomgeving zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. We benaderen gezondheid vanuit het begrip positieve gezondheid: niet in termen van ziekte, maar als het vermogen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Gezondheid gaat over fysieke gezondheid, mentale gezondheid, kwaliteit van leven, zingeving, dagelijks functioneren en meedoen. Net als in de rest van Nederland neemt in de gemeente Barneveld de vergrijzing toe. Dit betekent dat er specifieke uitdagingen zijn. Het aantal mensen in een kwetsbare situatie neemt toe en we zien gezondheidsverschillen tussen wijken en buurten. Daarnaast wonen mensen langer thuis tot op hogere leeftijd. Bij de inrichting van de omgeving vraagt dit om aanpassing, zodat ook deze groeiende groep goed kan blijven meedoen.
Daarnaast willen we als gemeente toekomstbestendig zijn. We hebben daarom aandacht voor duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit in de leefomgeving.
Van de Veluwe tot het Paradijs, de gemeente Barneveld heeft veel natuurlijke waarden. Deze zijn belangrijk voor de natuur, en ook voor onze inwoners en de vele mensen die onze gemeente bezoeken: een gezonde natuur houdt ons fysiek en mentaal gezond. Onze natuurlijke waarden hebben aandacht nodig voor verbetering van de biodiversiteit en voor een gezonde leefomgeving voor mens en dier, nu en in de toekomst. De natuur verdient een belangrijke plek tussen onze ambities voor meer woningen, meer bedrijven en ruimte voor de landbouw. Daarbij speelt het veranderende klimaat een grote rol. Geluid en luchtkwaliteit hebben invloed op de natuur en onze gezondheid, en het onderwerp heeft dus aandacht nodig.
Door klimaatverandering en door ons eigen handelen staan onze ecosystemen en de landschappelijke kwaliteit onder druk. Om verdere klimaatverandering tegen te gaan, werken we in Barneveld aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. We richten ons op een klimaatneutrale gemeente in 2050, waarbij onze energieopgave van belang is.
De grootste aanpassing in het kader van de klimaatadaptatie zit in onze omgang met het watersysteem en in de ontwikkeling van meer landschappelijke, groene overgangszones rond de kernen. Daarmee kan de basiskwaliteit verbeteren van de natuur en biodiversiteit in de gehele gemeente. En dat sluit aan op de opgave van de verbetering van de waterkwaliteit. Deze inspanningen moeten enerzijds leiden tot meer soorten rijkdom en anderzijds tot een afname van de gevolgen van klimaatverandering.
De opgave voor een gezond en toekomstbestendig Barneveld is verweven met de andere vier opgaven. Het is een belangrijke rode draad in deze visie en legt focus op duurzaamheid van de effecten in maatschappelijke, maar vooral ook infinancieel-economische zin. We investeren in de toekomst. In veel opzichten werkende uitgezette lijnen binnen deze opgave daarmee richtinggevend voor de aanpak van de overige opgaven.

Onze visie op gezond en toekomstbestendig
Visie
We spreken over een gezond en toekomstbestendig Barneveld in brede zin. Het gaat daarbij om meedoen, een gezonde leefstijl door sport en beweging, cultuurparticipatie en ruimte voor ontmoeting en omkijken naar elkaar. Maar het gaat ook om een duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit in de leefomgeving.
Gezondheid
Algemeen
Gezondheid nemen we mee in onze ruimtelijke afweging. We zien gezondheidsverschillen, die we kleiner willen maken door de onderkant naar een hoger niveau te tillen. In buurten die te maken hebben met gezondheidsscores die lager liggen dan gemiddeld, zien we door herontwikkeling kansen de omgevingskwaliteit te verbeteren en invulling te geven aan de ambities voor groen en klimaatadaptatie. Cultuurhistorie is een van de omgevingskwaliteiten die een belangrijke bijdrage levert aan de identiteit van onze leefomgeving. Deze waarden moeten we koesteren.
Om klaar te zijn voor de toekomst is het belangrijk dat we onze gemeente zo inrichten dat klimaatverandering wordt opgevangen. Dit betekent aandacht voor behoud en versterking van de natuur en biodiversiteit. Daarnaast levert circulariteit, de kringloopeconomie, een bijdrage aan een toekomstbestendige leefomgeving. Hierna gaan we verder in op de thema’s die hierbij spelen.
We ontwikkelen een ‘maatlat gezonden toekomstbestendig’ voor ruimtelijke ontwikkelingen die bindend is voor ontwikkelende partijen, zoals bij woningbouwprojecten. Deze maatlat passen we toe op ruimtelijke ontwikkelingen. Met de maatlat sturen we op de bijdrage van de ontwikkeling aan een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving. We laten ons hierbij inspireren door het puntensysteem van bijvoorbeeld de gemeente Veenendaal.
Iedereen doet mee
We willen een gemeente zijn waar iedereen mee kan doen, iedereen er toe doet en mensen gelijke kansen krijgen. Daarom is het belangrijk dat er voldoende voorzieningen zijn, waaronder voorzieningen voor sport, cultuur, bewegen en ontmoeten. Daar vallen ook voorzieningen onder als een huisarts en bijvoorbeeld een supermarkt. Ze zijn laagdrempelig, zodat ze voor iedereen toegankelijk zijn.
In lijn met de landelijke trend neemt ook in de gemeente Barneveld eenzaamheid toe en voelen meer mensen zich sociaal uitgesloten. Daarnaast staat het aantal vrijwilligers onder druk, neemt de vergrijzing toe en staat de formele zorg en ondersteuning fors onder druk. Daarom is het nodig dat de gemeente de wijken en buurten zo inricht dat de sociale basis wordt versterkt. We moedigen dan ook ontmoeting en sociaal contact met andere inwoners aan in onze leefomgeving. Iedereen voelt zich hier veilig en thuis. Er zijn voldoende uitnodigende en toegankelijke plekken om elkaar te ontmoeten in de dorpen, zoals buurtkamers. De gemeente stimuleert woonvormen en samenstellingen van wijken die sociaal contact en gemeenschapsgevoel bevorderen. Zo gaan we eenzaamheid tegen en bevorderen we samenredzaamheid.
De inrichting van onze leefomgeving moet zo zijn vormgegeven dat iedereen zich veilig voelt om mee te doen en elkaar te helpen, zowel in dagelijkse situaties als in geval van nood. Sociale veiligheid zien we daarom als een belangrijk ontwerpprincipe bij de inrichting van de fysieke leefomgeving. Bij de inrichting van een gezonde en veilige leefomgeving houden we rekening met doelgroepen die wat meer aandacht nodig hebben wat betreft gezondheid, zoals jeugdigen en ouderen. We hechten extra waarde aan een kansrijke omgeving voor jeugdig en: een positieve leefomgeving waarin de jeugd gezond en veilig opgroeit en kansen krijgt.
Het aantal 75-plussers neemt tot 2040 flink toe. Het uitgangspunt dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen, vraagt om voorzieningen in de nabijheid en een sociale omgeving die ze daartoe instaat stelt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de toegankelijke openbare ruimte, zodat mensen in staat zijn in beweging te blijven en deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Denk daarbij aan minder drempels, voldoende bankjes en groen in de nabijheid. Deze inrichtingsprincipes passen we toe bij nieuwe ontwikkelingen, maar ze zijn ook leidraad voor het beleid in bestaande wijken.
Gezond gedrag stimuleren
Gezond gedrag uit zich in voldoende bewegen, een gezond gewicht, gezond eten, niet roken of drinken en een goede mentale gezondheid. Een gezonde groene leefomgeving is hiervoor een randvoorwaarde. De gemeente richt zich op een leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag en waar de verleiding tot ongezond gedrag beperkt is. Dat stelt bijvoorbeeld eisen aan de inrichting van openbare buitenruimtes op plekken waar veel kinderen en jongeren komen. De sterke sociale basis, een van de basiskenmerken van Barneveld, wil de gemeente graag behouden en versterken. Vanwege de sterke groei van de gemeente gaat dat niet vanzelf.
Samen met maatschappelijke partners zet de gemeente zich in voor een gezonde leefstijl bij jong en oud. Zo stimuleren we gezonde voeding door het vergroten van het aanbod aan lokaal of regionaal geproduceerd voedsel. We willen daarom buurtmoestuinen faciliteren en een gezonde voedselomgeving nabij scholen. Om het roken te verminderen richten we ons daarnaast op rookvrije buitenruimtes. Vooral belangrijk op locaties waar kinderen en jongeren aanwezig zijn.
Bewegen, spelen en cultuur beleven
De omgeving nodigt uit tot bewegen, zodat onze inwoners zoveel mogelijk fietsen en lopen. Daarom houden we voorzieningen waar mogelijk dicht bij de inwoners en zorgen we voor goede voet- en fietspaden. We willen dat onze inwoners zich zo lang mogelijk zelf kunnen verplaatsen. Een schone, gevarieerde, groene en goed onderhouden leefomgeving heeft een bewezen effect op de kwaliteit van leven. Ook kunstwerken in de openbare ruimte leveren daaraan een bijdrage. De gemeente wil onze inwoners verleiden om te bewegen in het groen, zowel binnen als buiten de kern.
Goede en veilige speel- en sportgelegenheden en beweegroutes zijn van groot belang. Bij de ontwikkeling van woongebieden moeten speelvoorzieningen komen en we bekijken of er meer sportvoorzieningen nodig zijn. We hechten daarbij waarde aan voorzieningen in de nabijheid van de inwoners, zowel overdekt als in de buitenlucht. We vinden het van belang dat inwoners kunnen sporten en bewegen in verenigingsverband en via ondernemende sportaanbieders. In de gemeente Barneveld hebben we naast sporten nadrukkelijk aandacht voor bewegen, mede omdat het aantal inwoners dat deelneemt aan (georganiseerde) sport lager is dan het landelijk gemiddelde. Naast kinderen en jongeren hebben we hierbij nadrukkelijk aandacht voor ouderen. Zo willen we bijdragen aan vitaler ouder worden, essentieel vanwege de vergrijzing en langer zelfstandig thuis wonen.
Naast sport- en spelvoorzieningen, draagt ook cultuur bij aan een gezonden toekomstbestendig Barneveld. Hierbij onderscheiden we vijf waarden van cultuur: de artistieke, sociale, economische, educatieve, en ruimtelijke/historischewaarde. We streven naar inclusieve en toegankelijke culturele voorzieningen voor alle inwoners. Onze prioriteiten liggen daarbij bij het creëren van meer kansen voor jongeren. Ook in de openbare ruimte moet voldoende plaats zijn voor ontmoeting en cultuur. Dat kan de kwaliteit van openbare ruimte versterken. We zoeken hierbij naar koppelkansen. Ons cultuurbeleid is verder uitgewerkt in onze Integrale Cultuurvisie gemeente Barneveld 2025-2035 en zal deel uitmaken van het betreffende beleidsprogramma onder de Omgevingswet.
Binnen de Omgevingswet speelt de bescherming van cultureel erfgoed een belangrijke rol. De Omgevingswet stimuleert een integrale en gebiedsgerichte benadering van de omgang met erfgoed. Erfgoed gaat over het gebouwde erfgoed, archeologie en cultuurhistorisch landschap. Erfgoed is een belangrijke drager van identiteit. De zichtbare en onzichtbare waarden van erfgoed dragen direct bij aan de herkenbaarheid van de dorpen en het landschap van Barneveld. Dit geldt bijvoorbeeld voor gebouwde monumenten, archeologie en cultuurlandschap. Vanuit de Integrale Cultuur Visie (ICV) kunnen er ook nieuwe waardevolle dorpsgezichten bij komen door deze vast te leggen in een omgevingsplan.
Waar kan erfgoed na archeologisch onderzoek in de vorm van verhalen of verbeelding bijdragen aan de beleving van de identiteit en herkenbaarheid van een plek. Waar mogelijk willen we het verleden beter zichtbaar maken. Bij ontwikkel opgaven vormt erfgoed, als drager van identiteit, een inspiratiebron. De belangrijkste waarden zijn vastgelegd in verschillende kaarten, zoals de archeologische waarden- en verwachtingenkaart, de cultuurlandschappelijke inventarisatie- en waardenkaart en het monumentenregister.
Gezond wonen en werken
Een rustige, groene en klimaatbestendige woon- en werkomgeving is van groot belang voor een goede fysieke en mentale gezondheid. We zetten in op een groene, duurzame en klimaatbestendige leefomgeving in het algemeen. Door wonen, werken en voorzieningen als onderwijs dichtbij elkaar te plaatsen, verminderen we de verplaatsingsafstanden en bevorderen we lopen en fietsen. Daarbij scheiden we overlastgevende bedrijven en drukke gemotoriseerde verkeersroutes van woonomgevingen.
In het kader van gezondheid is de nabijheid van eerstelijnszorgvoorzieningen van groot belang. Uitgangspunt is dat met de groei ook de noodzakelijke voorzieningen meegroeien. Dat betekent ook dat we in samenwerking met de daarbij betrokken organisatie een goed vestigingsklimaat willen realiseren en houden voor de eerstelijnszorg (zoals huisarts). Zie hiervoor ook paragraaf 3.2 Prettig leven in vitale dorpen.
In woningen, scholen en andere gevoelige gebouwen is het binnenklimaat gezond. Gebruikers verblijven, leren en werken er prettig. Aspecten als geluid, geur, licht, trilling en luchtkwaliteit hebben invloed op onze gezondheid. We streven dan ook naar voorkomen van bijvoorbeeld geluid- en geuroverlast en willen de impact van dierziekten en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de gezondheid zo veel mogelijk beperken. We beoordelen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op deze gezondheidsaspecten. De gemeente Barneveld neemt daarom deel aan het Schone Lucht Akkoord. Door te werken aan aantoonbare schonere lucht willen we substantiële gezondheidswinst boeken.
Ook willen we de geluidsbelasting voor bewoners verminderen. Zo kijken we bij ontwikkelingen kritisch naar de ruimte voorauto’s. Verder beperken we geluidhinder van autoverkeer met geluidreducerend wegdek en snelheidsbeperkingen. Bovendien zal er voor hinderlijke bedrijven geen ruimte zijn in of nabij woonwijken.
De gemeente Barneveld ontwikkelt een veilige fysieke leefomgeving voor inwoners en bezoekers door minimaal de wettelijke grenswaarden te hanteren en tevens rekening te houden met de adviezen en richtlijnen van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden.
Bij de inrichting van de woon- en werkomgeving is er aandacht voor de veiligheid. Woningen, scholen en andere gebouwen zijn bijvoorbeeld brandveilig, en de gebruikers weten zich voldoende beschermd tegen veiligheidsrisico’s en kunnen tijdig vluchten. Hierbij is vooral aandacht voor verminderd zelfredzamen. Bij de inrichting van eenveilige leefomgeving is de infrastructuur zo ingericht dat bewegen veilig kan en negatieve invloeden voor de omgevingbeperkt zijn. Daarnaast kunnen aanwezigen bij incidenten snel en veilig vluchten en hulpdiensten snel en effectief optreden. Dit betekent dat veiligheidsaspecten in een vroegstadium worden meegewogen, namelijk vanaf de eerste initiatieven.
Toekomstbestendig
Klimaatadaptatie en klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie gaat over maatregelen om ons aan te passen aan de negatieve effecten van klimaatverandering op het gebied van wateroverlast, hitte en droogte. Zowel in het buitengebied als in de kernen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, is het bovendien belangrijk dat de gemeente Barneveld verdere klimaatverandering tegengaat. Dit noemen we klimaatmitigatie.
De gemeente Barneveld heeft een uitgebreid bekenstelsel. Vanuit de Veluwe ontspringen meerdere bekendie in westelijke richting door de gemeente lopen. De beekdalen met de bovenstroomse gronden zijn belangrijk voor een klimaatbestendig watersysteem dat tegen een stootje kan bij extreem weer, zoals zware regenval en droogte. De beken zelf hebben een functie bij hoosbuien en periodes van droogte. Het is daarom noodzakelijk de beken robuuster te maken en het water zo lang mogelijk vast te houden in de bovenstroomsedelen van het systeem (het oostelijk deelvan de gemeente), zodat het risico van wateroverlast wordt beperkt in de lagere delen van het bekenstelsel. Bijzondere aandacht gaat uit naar het stelsel van de Voorthuizer- en Hoevelakense Beek, de Esvelderbeek en de Barneveldse Beek. Hier zoeken we de koppeling met de klimaat-, water- en natuuropgave en de mogelijkheden van agrarisch natuurbeheer en recreatief medegebruik.
In de kernen en zeker bij ontwikkeling in of aan de kernen moeten de beken een rol spelen in de opvang van het water. Bij ontwikkelingen moet de gemeente steeds kijken of het mogelijk is de bekenstructuur te verbeteren voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en recreatief medegebruik. Daarbij onderzoeken we de mogelijkheden het bekenstelsel toekomstbestendig in te richten en het water- en bodemsysteem inbalans te houden.
De opgave is afhankelijk van het gebied. Bovenstrooms (in het oostelijk buitengebied en op de Veluwe), ligt de nadruk op water langer vasthouden. Door het verstedelijkte gebied (middenstrooms)voeren we het water vertraagd af door de beken te laten meanderen. En benedenstrooms (in het westelijkbuitengebied) tot slot, moeten we het water opvangen. Dit kan onder andere door beekdalen of daarvoor ingerichte opvanggebieden periodiek te laten overstromen.
We zien meer ruimte voor de beken in het landelijk gebied én willen de beken ook zichtbaarder maken in de kernen. Ze kunnen in de kernen een positieve bijdrage leveren aan de klimaatadaptatie en biodiversiteit, en kunnen tegelijk ook een recreatieve functie hebben, bijvoorbeeld om een rondje te wandelen of elkaar te ontmoeten. Bij ontwikkeling – zowel vanuit de gemeente als bij initiatieven van anderen – onderzoeken we daarom hoe de beken hun waarde voor natuur kunnen verbeteren en welke kansen de ontwikkeling met zich meebrengt.
Water wordt vastgehouden daar waar het kan. De gemeente helpt iedereen mee te doen om klimaatbestendig te worden en houdt rekening met de verschillende schaalniveaus: het gebied, het gebouwen de gebruiker. De gemeente Barneveld kiest waar mogelijk in eerste instantie voor natuurlijke, ruimtelijke oplossingen en daarna pas voor techniek.
Naast waterbeheer zet de gemeente andere middelen in voor klimaatadaptatie. Zo dragen vermindering van bodemverharding en toename van klimaatbestendig groen bijin de strijd tegen hittestress. De gemeente Barneveld verhardt alleen waar het moet, en vergroent waar mogelijk. Bovendien streven we ernaar om regenwater niet meer via het riool af te voeren.
Bij de inrichting van nieuwe wijken beoordeelt de gemeente of er voldoende aandacht is voor de groene inrichting. Bij beheer en herinrichting van bestaande wijken, zoeken we naar de mogelijkheden om de kwaliteit van de groene inrichting te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Wij gaan dit vertalen naar een breed toepasbare maatlat gezonden toekomstbestendig, waarin ook het groenaspect wordt meegenomen. De regel 3‑30‑300 dient daarbij als inspiratie en richting. Deze regel gaat ervan uit dat vanuit een woning drie bomen zichtbaar zijn, 30% van de wijk kroonbedekking heeft en bewoners op 300 meter afstand kunnen recreëren in het groen.
Bomen bieden natuurlijke oplossingen voor de klimaatuitdaging. Ze zorgen voor verkoeling, bufferen vocht, leggen CO2 vasten dragen bij aan de circulaire economie. Daarnaast dragen bomen actief bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Bij nieuwe projecten houden we rekening met de zichtbaarheid en de invloed van bomen op de beleving van de openbare ruimte. We hebben de ambitie het bomenbestand te behouden in de bestaande gebieden en de gemiddelde levensduur van de bomen te verlengen. De gemeente werkt uit welke maatregelen hiervoor nodig zijn.
Om de klimaatverandering tegen tegaan werken we aan vermindering van broeikasgasuitstoot. Deze uitstoot komt bijvoorbeeld van energieverbruik in onze gebouwen en woningen, door hoe we ons verplaatsen, en van bedrijfsprocessen in de industrie, landgebruik en landbouw. Ons streven is in 2050 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Dat betekentvermindering van de CO2-uitstoot en van broeikasgassen die daarop lijken, met 55% in 2030 en met 100% in 2050 ten opzichte van de uitstoot in 1990.
Energie
Naast vermindering van uitstoot leveren we een bijdrage aan de klimaatadaptatie door ons te richten op een duurzame energievoorziening, die past bij de groei van onze gemeente. Dit doen we door:
Zonne-energie
Voor wat betreft zonne-energie streven we naar minimaal 650.000 zonnepanelen in de
gemeente, verdeeld over zon op land (175.000) en op dak (475.000) op basis van de
criteria uit de Barneveldse Zonneladder (2019) en de daarop gevolgde herziening ‘De
Derde Ronde’ (2021). Zes zonnevelden zijn vergund, waarvan er drie zijn gerealiseerd.
We stimuleren de ontwikkeling van de overige vergunde zonnevelden en de plaatsing
van zonnepanelen boven parkeerplaatsen en op zogenaamde restgronden.
Windenergie
De doelen en uitgangspunten op het gebied van windenergie staan in de structuurvisie wind (2021, structuurvisiewind). Deze visie blijft van kracht. Ons doel is om in 2030 12 MW wind op te wekken in de gemeente. We zien een mogelijkheid om in het realisatiegebied Harselaar, zoals geformuleerd in de structuurvisie, grootschalige windenergie te realiseren.
We houden hierbij rekening met het(tijdelijke) provinciaal windbeleid. Op de Veluwe
en 1 km hieromheen is op basis op basis van provinciaal beleid geen windenergie toegestaan.
Daarbuiten, binnen de 1-8 km zone rondom de Veluwe, is er onder voorwaarden (bijvoorbeeld
omtrent de wespendief) wel ruimte voor grote windmolens met een ashoogte van bijvoorbeeld
120 tot 150 meter. Als uitgangspunt hanteren we 51% lokaal eigenaarschap bij windmolens
in de gemeente, zoals vastgelegd in de notitie Lokaal Eigenaarschap. We willen onder
voorwaarden ruimte bieden aan kleinere windmolens met een ashoogte van maximaal 35
meter buiten de 8 km zone. In de 1 tot 8 km zone vanaf de Veluwe hanteert de Provincie
Gelderland een maximale tiphoogte van 25 meter.
Warmetenetten
Warmtenetten zijn geen haalbare oplossing voor Barneveld, maar we zien kansen in de
ontwikkeling van een energiehub, waterstof in de bebouwde omgeving en hergebruik van
het bestaande aardgasnetwerk. We blijven de ontwikkelingen op het gebied van collectieve
warmtevoorziening volgen en zijn alert op kansen.
Overig
Ook kijken we als gemeente zelf naar een andere manier om onze energietransitie vorm te geven. Niet meer enkel opbasis van een jaargemiddelde van opwek en gebruik. We maken een energiebeleidsprogramma waarin we onder andere een beweging maken richting een netbewustere energietransitie.
De landelijke problematiek van netcongestie speelt ook in Barneveld. We moeten hiermee rekening houden bij ruimtelijke ontwikkeling. Dit geldt niet alleen voor nieuwe ontwikkelingen, maar ook voor de verduurzaming van bestaande gebouwen en woningen.
Om het elektriciteitsnetwerk niet verder te belasten mogen grote elektriciteitsgebruikers geen negatieve impact hebben op het netwerk. Voor nieuwe ontwikkeling geldt dat netbewust bouwen en ontwikkelen centraal staat. Dit betekent dat we de energievraag en -opwekking slim combineren en afstemmen om pieken te verminderen. Denk hierbij aan lokale energienetwerken, opslag in bijvoorbeel batterijen, en aan oplossingen die flexibiliteit verhogen in energievraag en -aanbod.
De mogelijkheden van het energiesysteem wegen we mee bij de keuzes voor locaties voor toekomstige ontwikkelingen van woningbouw en bedrijventerreinen. Daarnaast weegt het energiegebruik mee bij het vestigingsbeleid voor bedrijven en voert de gemeente een energietoets uit voorafgaand aan besluitvorming. Ook kijken we als gemeente zelf naar een andere manier om onze energietransitievorm te geven. We maken een energiebeleidsprogramma waarin we onder andere een beweging richting een netbewustere energietransitie maken.
Natuur en biodiversiteit
We hebben binnen de gemeente veel natuurlijke waarden. Deze hebben aandacht nodig voor verbetering van de biodiversiteit en een gezonde leefomgeving voor mensen dier, nu en in de toekomst. De opgave verschilt per gebied.
Op de Veluwe, een Natura 2000-gebied, houden we rekening met de ambities van andere overheden omtrent natuurbehoud en -herstel en faciliteren wij waar nodig ook activiteiten op dat vlak. Het gebied bestaat uit bos en stuifzandgebieden en waardevolle cultuurlandschappen. We beschouwen het oppakken van kansen voor natuurherstel als speerpunt van ons beleid. We willen dit actief faciliteren.
Het Groene Valleilint, de verbindingszone tussen Veluwe en Utrechtse Heuvelrug, draagt bij aan het verbinden van bestaande natuurkernen. Door ruimte te geven aan het Groene Valleilint en de robuuste beekdalen, versterken en behouden we de natuur en biodiversiteit. Daarnaast zetten we in op behoud en versterking van het waardevolle landschap.
Deze groene verbindingen en beekzones zijn belangrijk voor de gezondheid van onze inwoners. De regio en de gemeente geven invulling aan de basiskwaliteit natuur (BKN) waar het bovenstaande verder in wordt uitgewerkt.
Circulariteit
De gemeente Barneveld streeft naar een circulaire en duurzame samenleving. Dit betekent een vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen en tegelijkertijd bevordering van hoogwaardig hergebruik van materialen.
We richten ons op efficiënte inzameling van herbruikbare stoffen en strategisch materiaalinkoop. Het doel? Duurzame materiaalstromen bevorderen voor een positief effect op het milieu.
We stellen circulair ondernemen centraal. Voor onze bedrijven gaat het om gesloten kringlopen en hergebruik van grondstoffen. Voor agrarische bedrijven kunnen hulpbronnen efficiënt worden gebruikt, met een nadruk op hergebruik en duurzaamheid. De concrete invulling werken we uit in afstemming met de sector.
Naast vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen, bijvoorbeeld door verlenging van de levensduur en hergebruik van producten en materialen, levert vervanging van eindige en fossielegrondstoffen door biogrondstoffen een bijdrage aan een circulaire samenleving.
De gemeente streeft naar biobased bouwen. Onze agrariërs kunnen gewassen verbouwen die als bouwmateriaal kunnen dienen. Biobased woningen hebben als voordeel dat ze beter geïsoleerd zijn dan reguliere woningen. Ze vragen daardoor om minder netcapaciteit en dragen bij aan een gezond leefklimaat, binnen en buiten. De bouwsnelheid kan omhoog omdat de woningen modulair gebouwd kunnen worden.
Gezond en toekomstbestendig Barneveld samengevat
-
We ontwikkelen een maatlat gezond en toekomstbestendig om te sturen op de bijdrage van ruimtelijke ontwikkelingen aan de doelstellingen op het gebied van een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving. Rol gemeente: zelfdoen.
-
We realiseren meer levensloopbestendige wijken en woningen. Rol gemeente: regisseren.
-
We realiseren een leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag. Rolgemeente: zelf doen en faciliteren.
-
We zetten in op woonvormen en wijken die sociaal contact en gemeenschapsgevoel bevorderen. Rol gemeente: stimuleren en regisseren.
-
We dragen bij aan verkleining van gezondheidsverschillen. Rolgemeente: zelf doen, stimuleren, faciliteren en regisseren, afhankelijk van de situatie in de wijk.
-
We behouden en versterken de sociale samenhang. Rol gemeente: zelf doen, faciliteren en regisseren.
-
We zorgen voor meegroeiende voorzieningen in de buurt, zoals sport, cultuur en ontmoeten. Rolgemeente: zelf doen, stimuleren en faciliteren.
-
We willen inzetten op de zichtbaarheid, participatie en versterking van erfgoed als drager van identiteit en inspiratiebron bij ontwikkelopgaven. Rol gemeente: regisseren.
-
We willen de kwaliteit van de openbare ruimte met cultuurversterken om bij te dragen aan het goed functioneren van de samenleving. Rol gemeente: zelfdoen en regisseren.
-
We verlagen de geluidsbelasting op gebouwen door autoverkeer te beperken en geluidsreducerend wegverharding aan te leggen. Rolgemeente: regisseren en zelf doen.
-
We willen onze cultuurhistorische waarden beter zichtbaar maken. Rolgemeente: regisseren en stimuleren.
-
Bij nieuwe woningen wegen we kansen mee vanuit duurzaamheid, energietransitie, klimaatverandering en demografische ontwikkeling. Rolgemeente: regisseren en stimuleren.
-
Onze beken hebben een belangrijke functie voor waterberging, afvoer, verkoeling, biodiversiteit en recreatie. Rol gemeente: divers, zie waardevol landschap.
-
We gebruiken zo min mogelijk verharding en zetten in op klimaatbestendig groen. Rolgemeente: zelf doen, stimuleren en regisseren.
-
We stimuleren het gebruik van zonnepanelen op gebouwen. Rol gemeente: stimuleren.
-
We zien mogelijkheden voor windenergie aan de oostzijde van Harselaar zodra er landelijke of provinciale regelgeving is vastgesteld. Rol gemeente: faciliteren.
-
We versterken en behouden de natuur en biodiversiteit door ruimte te geven aan robuuste groene verbindingen en beken. Rolgemeente: divers, zie waardevol landschap.
-
Bij de inrichting van wijken zorgen we voor voldoende groen. Rolgemeente: zelfdoen en regisseren.
-
We dragen bij aan een circulaire en duurzame samenleving doorefficiënt herbruikbare stoffen in te zamelen en strategisch materiaal in te kopen. Rol gemeente: zelf doen en stimuleren.
-
Voor bedrijven stellen we circulariteit centraal. Rol gemeente: stimuleren.
-
Onze structuurvisie Wind en de Zonneladder blijven gelden.
3.2. Prettig leven in vitale dorpen
Inleiding

De gemeente Barneveld kent een aanzienlijke groeiopgave: de druk op de woningmarkt is groot door de stevig groeiende en veranderende bevolking. Dat heeft consequenties, zowel fysiek als sociaal. Want hoe gaan we die groei inbedden in onze samenleving? Hoe zorgen we dat de sociale samenhang blijft behouden ondanks de groei? En fysiek: hoe zorgen we voor voldoende woningen, die aansluiten bij een veranderende behoefte, met bijbehorende voorzieningen voor de samenleving? In deze opgave gaat het om wonen, meegroeien van voorzieningen voor onderwijs, cultuur, sport, (eerstelijns)zorg, en daarmee ook om meegroeien van de openbare ruimte en de groene ruimte, waaronder de groene buffers.
Groei gaat niet alleen over een nieuwe leefomgeving, maar raakt ook de bestaande. Die kenthaar eigen opgave: hoe houden we onze kernen en wijken vitaal of hoe krijgen we deze vitaal en toekomstbestendig? Hier ligt een duidelijke relatie met de opgave voor een gezond en toekomstbestendig Barneveld. Met duidelijk ook een gebiedsgerichte component. De kleine kernen kennen bijvoorbeeld een andere opgaven voor voorzieningen dan de grote kernen Barneveld en Voorthuizen. In de ene wijk is meer te doen aan gezondheid dan in de andere. Demografische ontwikkelingen en sociale aspecten spelen hierin een belangrijke rol.
Onze visie op prettig leven in vitale dorpen
Voldoende woningen voor iedereen
Tot 2040 streven we naar 8.000 extra woningen ten opzichte van 2021. Met deze doelstelling bouwen we voldoende om te voorzien in de natuurlijke groei van Barneveld en de groei als gevolg van migratie. Daarnaast sluiten we met deze keuze aan op de uitkomsten van het participatietraject. In de samenleving is enige terughoudendheid voor al te snelle groei en vrees voor verlies van het dorpskarakter. Aan dat laatste hecht men veel waarde. We hebben deze keuze verder gebaseerd op realiteitszin: capaciteit, meegroeien van infrastructuur, het tempo waarin nutsvoorzieningen kunnen worden aangelegd en voorzieningen kunnen worden gerealiseerd, en het aanpassingsvermogen van onze dorpse samenleving.
Deze groeiambitie geven we een plek door te spreiden over alle kernen, zodat ook de kleine kernen een toekomstbestendige omvang krijgen om basisvoorzieningen als een basisschool, huisarts, een gezond verenigingsleven en een beperkt winkelbestand te behouden.
Het uitgangspunt daarbij is dat we 70%van de opgave plaatsen in de grotere kernen Barneveld en Voorthuizen en 30% in de kleinere kernen. Wij kiezen hiervoor omdat wij vitale kernen willen houden met voldoende nabije voorzieningen. Daarvoor moeten de kernen voldoende omvang hebben. Die omvang is ook nodig om een gevarieerd woningaanbod voor de verschillende doelgroepen te realiseren. De verdeling van deze 30% over de kleine kernen is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
-
De bevolkingprognoses voor de gemeente Barneveld, wat optelt tot 8.000 woningen.
-
Water- en bodemsturend, waarbij meer woningen zijn voorzien op hoger gelegengebieden.
-
De verhouding tot het voorzieningenniveau (of de voorzieningen in stand kunnen blijven of kunnen worden toegevoegd).
-
Welke ontsluitingsmogelijkheden er zijn, zoals beschikbaar of ontwikkelbaar wegennet.
-
In hoeverre er beperkingen zijn, bijvoorbeeld vanuit natuur en landschap.
In hoofdstuk 4 gaan we in op de groeiopgaven per kern. We geven invulling aan de woningbouwopgave in onze gemeente door gebruik te maken van inbreidingslocaties in de kernen en uitbreidingslocaties aan de randen ervan. We hechten veel waarde aan het bestaand groen in onze kernen. Inbreiding mag daarom niet ten koste gaan van bestaande bepalende groenstructuren, maar is bijvoorbeeld wel mogelijk door transformatie van bestaande bebouwde terreinen in de kern. We gaan zuinig om met de beschikbare ruimte in onze kernen, door hoger te bouwen. In kleinere kernen vinden we twee of drie lagen acceptabelen in de grotere kernen vijf tot zes. De grotere kernen bieden kansen voor hogere bouw zoals bij stations. Ook in de kleinere kernen sluiten we een hoogteaccent niet uit, mits deze zorgvuldig wordt ingepast in de de omgeving. We zoeken eerst naar de mogelijkheden voor inbreiding volgens de principes van gezond en toekomstbestendig. Inbreiding alleen is echter onvoldoende om de groei op een goede manier te kunnen accommoderen. Daarvoor is ook uitbreiding noodzakelijk. Uitbreiding vindt plaats in aansluiting op de bestaande kernen, met aandacht voor een goede landschappelijke overgang naar het buitengebied. Dat doen we ook om het dorpse karakter te behouden.
Voor een deel worden woningen in het buitengebied toegevoegd als gevolg van functieverandering. We gaan hierechter terughoudend mee om en wijzen locaties aan om woningbouw uit functieverandering te concentreren op een aantal plekken. In hoofdstuk 4 komen de uitbreidingsrichtingen per kern aan bod.
Een gevarieerd woonaanbod
Met nieuwe woningen willen we voorzien in de grote vraag naar meer woningen, en willen we ook beter aansluiten op de kwalitatieve behoefte. Meer dan voorheen streeft de gemeente naar doorstroming, door een divers aanbod in levensloopbestendige wijken. Anders gezegd: we vinden dat onze inwoners in hun eigen leefomgeving met hun eigen sociale netwerk oud moeten kunnen worden in een woning die past bij de verschillende levensfasen.
We zien een duidelijke kwalitatieve opgave voor de komende jaren: de samenstelling van onze bevolking verandert. De Barneveldse bevolking wordt ouder, vooral de groep van 75-plussers neemt fors toe. Daarnaast komen er meer mensen bij van buiten de gemeente, onder wie ook substantiële groepen arbeidsmigranten, statushouders of vluchtelingen.
Naast deze demografische trend, zijn er andere ontwikkelingen die vragen om een nieuwe samenstelling van de woningvoorraad. Denk aan toename van het aantal kleinere persoonshuishoudens of aan veranderingen in de zorg, waardoor meer mensen met een zorgbehoefte in onze wijken wonen en daar hun zorg ontvangen. Dat alles heeft op diverse vlakken gevolgen, voor de inrichting van onze leefomgeving en meer concreet de benodigde woningvoorraad.
De gemeente Barneveld blijft streven naar gemengde, diverse en inclusieve wijken, waar generaties met verschillende achtergronden elkaar vinden en iedereen kan meedoen. Dit als bevordering van de zorg voor elkaar, de sociale samenhang in de wijken en het contact tussen de generaties. Het sociale netwerk van mensen is een belangrijk vangnet. Dat vergt een gerichte aanpak omdat wijken verschillend beginnen en er in de gemeente Barneveld wijken zijn waar de sociale samenhang en de gezondheid lager is en de eenzaamheid hoger. Deze verschillen tussen wijken willen wij kleiner maken. De omgevingsvisie richt zich op maatregelen in de fysieke leefomgeving die deze wijken helpen.
Met de woningbouwopgave zetten we in op een meer divers woningaanbod. Er is naast traditionele eengezinswoningen ook behoefte aan kleinere woningen voor een- tot tweepersoonshuishoudens, zowel voor jongeren als ouderen, alsmede ook meer gemengde woonvormen.(meergeneratiewoningen).
Er is, net als in de rest van Nederland, ook in onze gemeente veel vraag naar betaalbare woningen. We streven ernaar het aanbod aan sociale woningen meer te spreiden over de gemeente, zodat bijvoorbeeld onze startende jongeren en andere aandachtsgroepen terecht kunnen in de eigen kern.
Het is belangrijk dat er binnen een kern variatie ontstaat aan woningtypen, zowel in omvang als prijscategorie. Hiermee vergroten we de diversiteit van bewoners in de wijken en kernen, zorgen we voor voldoende draagkracht in de wijken, vergroten we het contact tussen generaties en maken we het mogelijk dat de bewoners meer omkijken naar elkaar. We volgen daarbij het rijksbeleid en de Woondeal 2.0 Foodvalley. Bij nieuwe ontwikkeling zetten we in op het realiseren van 30% sociale huurwoningen en tweederde betaalbare woningen. Er moet wel steeds een gebiedsgerichte afweging worden gemaakt op het moment dat er een locatie wordt ontwikkeld. Gaat het bijvoorbeeld om een kleine ontwikkeling, dan is het niet altijd mogelijk een divers woningaanbod te realiseren.
Net als in veel andere gemeenten speelt ook in de gemeente Barneveld het vraagstuk van huisvesting van specifieke doelgroepen en arbeidsmigranten. Indien arbeidsmigranten hier langer verblijven is het wenselijk dat zij deel uitmaken van onze samenleving. Het uitgangspunt daarbij is dat specifieke doelgroepen en arbeidsmigranten die hier langer verblijven in de woonkernen kunnen wonen. Verdere uitwerking voor de opvang van specifieke doelgroepen vindt plaats in een omgevingsprogramma en de woonzorgvisie.
Vitale kernen met een passend voorzieningenaanbod
In de kernen Barneveld en Voorthuizen streeft de gemeente ernaar te sturen vanuit het niveau van de wijk of buurt, omdat dat het niveau is waar zich het dagelijksleven van de samenleving afspeelt. Dat vergt dragers in de wijk of buurt, zeker als het gaat om de voorzieningen. Bijvoorbeeld maatschappelijke voorzieningen zoals scholen, een plaats om elkaar te ontmoeten, eerstelijnszorg en commerciële functies als winkels. En naarmate de wijken groter zijn, moet het voorzieningenniveau evenredig groter zijn. De wijken in Barneveld en in mindere mate Voorthuizen willen we daarom verrijken met ruimtes voor passende kleinschalige werkgelegenheid en kwalitatieve winkelvoorzieningen, om ze levendiger en vitaler te maken. Met als randvoorwaarde dat het aanvullend is op bestaand aanbod en dus niet concurrerend met bedrijventerreinen of met het centrum van Barneveld of Voorthuizen.
Voor de kernen streven we ernaar het niveau van basisvoorzieningen gebiedsgericht te versterken. Denk aan voorzieningen als basisscholen, culturele voorzieningen en sportvoorzieningen, kinderopvang, eerstelijnszorg en een (buurt)supermarkt. Die versterking wordt ingezet in lijn met de behoefte van de lokale gemeenschap. In de kern Barneveld groeien de voorzieningen gepast, zonder overmatige uitbreiding. In de kleinere kernen, versterken we het basisvoorzieningenniveau dat past bij de omvang van elke kern. De keuze voor extra groei van het aantal inwoners zorgt ervoor dat de basisvoorzieningen aanwezig kunnen zijn in een dorp. In sommige wijken en kernen is het voorzieningenniveau grotendeels toereikend om de groei op te vangen, in andere niet. We brengen voor alle dorpen in beeld welke aanvullende voorzieningen er nodig zijn om de groei te kunnen accommoderen, zodat we leefbare wijken en vitale dorpen houden. Daarnaast bepalen we de wenselijke maximale afstand van inwoners tot verschillende soorten voorzieningen. We laten ons hierbij inspireren door goede voorbeelden in andere gemeenten, zoals Ede en Utrecht.
De basisvoorzieningen in de kernen moeten passen bij de omvang van de kern. De bestaande voorzieningen willen we in elk geval op peil houden. En per kern bekijken we wat er nodig is. Daarbij kijken we ook in hoeverre we voorzieningen kunnen inzetten voor meerdere functies, bijvoorbeeld een buurthuis dat ook dient als kinderopvang.
Het voorzieningenniveau heeft een belangrijke rol voor onderwijs. Dit is grotendeels wettelijk bepaald, en de gemeente verzorgt toereikende huisvesting voor primair en voortgezet onderwijs. We kijken naar de mogelijkheden voor extra ruimte aan scholen om flexibel te kunnen omgaan met groei.
We willen een lage drempel voor deelname aan en toegankelijkheid van voorzieningen om te sporten, bewegen, cultuur beleven en elkaar ontmoeten. Dit is ook belangrijkom jonge gezinnen en jongvolwassenen te behouden in de kleine kernen. Nabijheid en betaalbaarheid van dit soort voorzieningen in de kleine kernen helpen dan. Grotere en aanvullend werkende sport- en cultuurvoorzieningen concentreren we in het dorp Barneveld. Barneveld beschikt over een mooi geheel aan voorzieningen, zoals de bibliotheek, het theater, de Veluwehal en de musea.
Met de maatschappelijke voorzieningen stimuleren we gezondheid, dragen we bij aan leefbaarheid en sociale cohesie. Deze horen dus passend mee te groeien. We streven naar versterking van het bestaande aanbod en breder (multifunctioneel)gebruik van bestaande voorzieningen voor meerdere maatschappelijke doelen.
Toekomstbestendige openbare ruimte
Het openbaar gebied speelt een belangrijke rol in een goed functionerende samenleving. Het biedt ruimte om te ontmoeten, voor sport, spel en cultuur in de buurt, en voor een groene klimaatbestendige en dorpse invulling. De openbare ruimte dient dan ook meerdere doelstellingen, die bijdragen aan de samenleving. De gemeente streeft ernaar de openbare ruimte toekomstbestendig en inclusief in te richten, voor de verduurzamingsopgave en de klimaatverandering, en om de socialedoelstellingen te halen, bijvoorbeeld op gebied van gezondheid en de toename van ouderen.
Deze opgave is van belang in de bestaande wijken, vooral de wijken met grotere gezondheidsverschillen. Een toekomstbestendige en inclusieve inrichting draagt bij aan het doel de verschillen tussen wijken kleiner te maken. Tegelijkertijd zijn de financiële mogelijkheden beperkt, zodat we bij een verdere uitwerking moeten afwegen waar we wel aan de slag gaan en waar niet. Dat vergt een gebiedsgerichte aanpak.
Om buurten en wijken gezond en toekomstbestendig te maken, hebben we meer openbare ruimte nodig, zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten, en zodat mensen kunnen bewegen, of voor biodiversiteit en klimaatadaptatie. We willen daarvoor meer ruimte en meer voorzieningen om te voorzien in de behoefte bij onze inwoners, en om ze te bewegen tot gezond gedrag.
De gemeente Barneveld streeft daarom naar een andere ruimtelijke mix, met minder ruimte voor de auto, en meer voor andere wensen, zoals sport, bewegen, cultuur en ontmoeten. Waarnodig blijft de gemeente zorgen voor adequate parkeervoorzieningen in de openbare ruimte. Met name in de grotere kernen zien we kansen om de openbare ruimte te gebruiken voor zaken als groen, wateropvang, sport, spelen en ontmoeting. Daarnaast kan de openbare ruimte zo worden ingericht dat we lopen en fietsen stimuleren, met als resultaat minder autokilometers en een hogere milieukwaliteit.
Voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving gebruikt de gemeente waarden als cultuurhistorie en landschapstype als inspiratiebron. Zo streven we naar een zorgvuldig behoud van monumenten en beeldbepalende panden of bomen. Groene elementen zorgen voor een prettige leefomgeving. Daarom behouden we bestaande open groene plekken in onze dorpen en streven we ernaar nieuwe groene plekken toe te voegen.

Prettig leven in vitale dorpen samengevat
-
We streven naar een spreiding van de woningbouwopgave over alle kernen. Rol van de gemeente: reguleren, faciliteren.
-
We richten ons op een divers woningaanbod per kern waarmee we de diversiteit in wijken en sociale samenhang versterken. Dit willen we bereiken door aan evenwichtig aanbod van woningtypen, in omvangen prijsklasse. Rol van de gemeente: reguleren.
-
We zetten in op levensloopbestendige zorgzame wijken. Rol van de gemeente: stimuleren en faciliteren.
-
We focussen op inbreiding, maar dit mag niet ten koste gaan van de bestaande omgevingskwaliteit. Rol van de gemeente: reguleren, faciliteren.
-
We gaan uit van uitbreiding in aansluiting op de bestaande kernen. Rol van de gemeente: reguleren.
-
Uitgangspunt bij de inrichting van de openbare ruimte is de gezonde wijk, bestaand of nieuw. Rol gemeente: zelf doen.
-
Bij ontwikkeling nemen we landschappelijke inpassing en het behoud van cultuurhistorische kwaliteiten als uitgangspunt. Rol gemeente: stimuleren en reguleren.
-
Het voorzieningenaanbod moet passend zijn bij de omvang en positie van de kern. Rol van de gemeente: stimuleren en zelf doen.
3.3. Ruimte voor ondernemerschap
Inleiding

Barneveld is een ondernemende gemeente waar veel en hard gewerkt wordt. We leveren een grote bijdrage aan de regionale economie en herbergen ook bedrijven met een internationaal werkgebied. Onze ondernemerszin leidt tot een doorlopende behoefte aan plekken om een bedrijf te vestigen of uit te breiden, op verschillende schaalniveaus. Dit leidt tot meer banen en daarmee ook tot meer werkgelegenheid. Daarnaast ervaren we vraag van bedrijven buiten onze gemeente om zich hier te vestigen. Tegelijkertijd moeten we rekening houden met de gevolgen van meer bedrijven. Wat betekent het voor onze bereikbaarheid, voor geluidsoverlast of hoe onze omgeving er uit ziet? Ondernemen is belangrijk, maar met een gezond oog voor de leefomgeving.
Een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven en een gezonde werkgelegenheid staan centraal in dit thema. Daarbij moet de gemeente keuzes maken vanwege de schaarse ruimte. Van belang is daarnaast aandacht en ruimte voor vestigings- en uitbreidingsbehoefte van onze ondernemers in en rond de kleine kernen.
Dit thema gaat bovendien in op vitale dorpscentra waar ondernemerschap floreert en bezoekers genieten van cultuur, winkels en horeca. En tot slot bespreekt dit thema de mogelijkheden om bezoekers naar de centra te trekken, vooral de kernen Barneveld en Voorthuizen.

Onze visie op ruimte voor ondernemerschap
Visie
Hierna gaan we eerst in op de opgave die de gemeente Barneveld heeft voor bedrijvigheid. Daarna zoomen we in op de plekken waar de verschillende soorten bedrijven kunnen landen.
Werkgelegenheid gemeente Barneveld
De gemeente Barneveld positioneert zich als een gemeente van innovatieve makers met sterke focus op sectoren als agrifood, bouw en metaal. Deze vormen het economische fundament en ze worden ondersteund door zakelijke dienstverlening en logistiek, zoals vastgelegd in onze economische visie Barneveld 2030.
De gemeente Barneveld wil meer werkgelegenheid scheppen, en daarbij richten we ons op arbeidsintensieve bedrijven. Met andere woorden: veel medewerkers per oppervlak. Dit betekent dat we geen ruimte willen reserveren voor nieuwe arbeidsextensieve bedrijven.
Binnen onze gemeente zijn we goed in de maakindustrie. Deze willen we daarom versterken en ruimte geven. Voorheen boden deze bedrijven vooral werkgelegenheid aan mensen met een praktische opleiding. Vanwege de innovaties die plaatsvinden hebben deze bedrijven nu ook behoefte aan theoretisch opgeleide mensen.
Om duurzame economische groei te realiseren zet de gemeente Barneveld in op innovatie, circulariteit en samenwerking in regionale verbanden, zoals Regio Foodvalley. Door nauwe samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven zorgen we dat lokaal talent aansluit op de arbeidsmarkt behoefte. Dit biedt starters en kleinere bedrijven de kans te groeien in een klimaat van innovatie en duurzaamheid.
We willen dat het aantal arbeidsplaatsen passend meegroeit met de inwonersgroei. Op dit moment is het aantal banen grofweg in evenwicht met de omvang van de beroepsbevolking; een kleine 40.000 banen. Die balans willen we zo houden, waarbij we streven om het type werk zo goed mogelijkte laten aansluiten op de beroepsbevolking. De nabijheid van werk werkt immers in veel opzichten positief, bijvoorbeeld ook als het gaat om het beperken van pendel. Om die balans te behouden betekent dat er circa 13.000 arbeidsplaatsen bij komen. De economie van Barneveld is divers: een deel van onze mensen werkt in de zorg, detailhandel, onderwijs en dergelijke. Ongeveer 50% van onze werknemers werkt bij een bedrijf. In totaal zijn er 6.500 arbeidsplaatsen nodig, verspreid over de lokale bedrijventerreinen en ons regionale bedrijventerrein Harselaar. Uit het behoefteonderzoek van Arcadis (2023) blijkt dat er behoefte is aan ongeveer 100 hectare netto (140 hectare bruto) extra bedrijventerrein.
Om die groei te accommoderen zetten we in op verdichting van bestaande bedrijventerreinen en op meer arbeidsintensieve bedrijvigheid om het extra ruimtebeslag zoveel mogelijk te beperken. Desondanks is er extra ruimte nodig voor nieuwe werklocaties. Met de uitbreiding van Harselaar-Zuid, maar ook lokale bedrijventerreinen wordt daar deels in voorzien, maar blijft een deel van de behoefte nog bestaan. We gaan nader bekijken hoe en in welke mate wij dit willen accommoderen.
De gemeente Barneveld ziet logistiek als een belangrijke ondersteunende sector in de kernsectoren agrifood, bouw en maakindustrie. Dankzij de centrale ligging binnen Nederland en Regio Foodvalley biedt Barneveld uitstekende mogelijkheden voor slimme en circulaire logistieke oplossingen die de efficiëntie en duurzaamheid verbeteren van goederenstromen.
Ruimte voor starters en onze kleine ondernemer
Kleine bedrijven en startende bedrijven die nauwelijks hinder veroorzaken, willen we ruimte bieden in of nabij de kernen. Daarbij bekijken we of de bereikbaarheid volstaat. Kleine startende ondernemers kunnen buiten de bedrijvenlocaties ook terecht op erven van stoppende agrariërs. In ons functieveranderingsbeleid hebben we daarvoor de voorwaarden opgenomen.
De volgende stap en lokale bedrijven
Doen deze bedrijven het goed en hebben ze behoefte om uit te breiden? Dan zijn ze op den duur aangewezen op een bedrijventerrein. Ook startende ondernemers kunnen zich hier vestigen. Als ondernemers groeien of als het gaat om zwaardere bedrijven die meer milieuhinder veroorzaken, zijn deze niet gewenst in of nabij de kernen. Dergelijke bedrijven hebben een negatieve invloed op de woonkwaliteit.
Zwaardere bedrijven
Voor grotere bedrijven met een hoge milieucategorie bieden we onder voorwaarden alleen ruimte op ons regionale bedrijventerrein Harselaar. Op dit bedrijventerrein voorzien we een uitbreiding. De huidige uitbreiding van 40 hectare voorziet niet geheel in de behoefte. We onderzoeken nader welke mogelijkheden er zijn voor verdere uitbreiding, ook in relatie met de haalbaarheid, capaciteit en bereikbaarheid. We hebben daarbij speciale aandacht voor innovatieve maakbedrijven en circulaire economie.
We houden er, daar waar mogelijk, rekening mee dat dit soort bedrijven zich op Harselaar kunnen blijven vestigen. Daarbij moeten er in vestigingsplannen oplossingen zijn opgenomen voor het energiegebruik, zodat grote gebruikers geen negatief effect hebben op het elektriciteitsnetwerk binnen de gemeente, zodanig dat het ten koste gaat van bijvoorbeeld woningbouwontwikkelingen.
Toekomstbestendige bedrijventerreinen
We stimuleren professioneel parkmanagement om samenwerking te bevorderen en bedrijventerreinen aantrekkelijk te maken als werklocaties.Hiermee wordt Barneveld een voorbeeld van een toekomstbestendige werkomgeving waar ondernemerschap floreert.
Bruisende kernen
Naast de meer productiegerichte bedrijven vormen ook de detailhandel, horeca en de toeristische sector een belangrijke economische pijler binnen onze gemeente. Vooral in de zomer bezoeken toeristen de horeca en detailhandel in onze kernen graag. De aanwezige horeca, detailhandelen festiviteiten willen we behouden en uitbreiden binnen het centrum van onze kernen. Bij de gebiedsbeschrijving in hoofdstuk 4 gaan we in de op de mogelijkheden van alle kernen.
Recreatie en toerisme
De gemeente Barneveld vervult een verbindende en aanjagende rol in de ontwikkeling van recreatie en toerisme. Wij stimuleren samenwerking tussen ondernemers, exploitanten en regionalepartners, zoals de VeluweAlliantie, het programma Vitale Vakantieparken, FoodValley en de Regio Amersfoort. Ondernemers en exploitanten zijn verantwoordelijk voor het opzetten van recreatieve en toeristische voorzieningen, terwijl organisaties, zoals Visit Regio Barneveld en VisitVeluwe de promotie en branding versterken. Als gemeente vervullen wij hierin een faciliterende rol. Daarnaast biedt het Toeristisch Platform een overlegstructuur waarin de lokale sector ontwikkelingen bespreekt en onderlinge verbinding zoekt. Door deze gezamenlijke inzet wordt onze recreatie- en toerismesector niet alleen economisch versterkt, maar draagt deze ook bij aan een aantrekkelijk woon- en leefklimaat in onze gemeente Barneveld.
Dynamisch en toekomstbestendig buitengebied
In 2040 is het buitengebied van Barneveld een goed voorbeeld van innovatie en duurzame economische ontwikkeling. De agrarische sector blijft een essentiële pijler binnen de gemeente en ontwikkelt zich door middel van verduurzaming, slimme technologieën en een sterke verwevenheid met de maak industrie. Proefboerderijen en testlocaties spelen een belangrijkerol in het ontwikkelen en demonstreren van nieuwe toepassingen binnen de agrifoodketen. Daarnaast biedt het buitengebied ruimte voor verbreding van agrarische activiteiten, zoals innovatieve voedselproductie, agrotoerisme en de toepassing van biobased materialen in de circulaire economie. De samenhang tussen agrifood, industrie en circulairebouw heeft zich ontwikkeld tot een robuust economisch ecosysteem binnen RegioFoodvalley. Zo blijft het buitengebied een krachtige economische factor en draagt het bij aan een toekomstbestendig en dynamisch ondernemerschap.
Ruimte voor ondernemerschap samengevat
-
Kleine, niet-milieubelastende bedrijven en starters bieden we ruimte in of nabij de kernen en voormalige agrarische erven. Rolgemeente: faciliteren en reguleren.
-
Doorstarters en bedrijven van beperkte omvang faciliteren we op lokale bedrijventerreinen. Rolgemeente: faciliteren en reguleren.
-
Bedrijventerrein Harselaar reserveren we voor grotere, hinderveroorzakende en regionale bedrijven. Rol gemeente: zelf doenen reguleren.
-
We onderzoeken verdere uitbreidingsmogelijkheden van de Harselaar. Rol gemeente: regisseren.
-
We richten ons op professioneel parkmanagement om samenwerking te bevorderen en bedrijventerreinen aantrekkelijk te maken. Rolgemeente: stimuleren.

3.4. Waardevol landelijk gebied
Inleiding

Barneveldse ondernemers en hun innovatie hebben de agrarische sector en bedrijvigheid in ons buitengebied economisch gezien veel goeds gebracht. Zonder deze ondernemerswas de gemeente Barneveld niet wat ze nu is en dat willen we koesteren. De vitaliteit van het landelijk gebied willen we voor de toekomst behouden. Daarom ligt er ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid en opgave voor de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Daar kunnen we als samenleving en landbouwsector niet omheen. De opgaven die we als gemeente samen willen oppakken in het buitengebied zijn divers. Ze gaan over een toekomstbestendige en innovatieve landbouw, natuurherstel en stikstofreductie, een robuust watersysteem dat tegen een stootje kan en klimaatadaptatie en duurzaam bodembeheer.
Onze visie op waardevol landelijk gebied
Een toekomstbestendige landbouw
De landbouw is een belangrijke dragende economische structuur van ons buitengebied. Ook voor Regio Foodvalley is agro-food een belangrijke pijler. We bieden ruimte voor innovatie en (gedeeltelijke)verplaatsing om de landbouwsector toekomstbestendig te maken.
Voor agrarische ondernemers in gemeente Barneveld bieden we ruimte voor ontwikkelingsmogelijkheden, waaronder bouwblokverruiming en vergroting van de stalcapaciteit. Dit maakt investeringen in dierenwelzijn, emissiereductie en biodiversiteit mogelijk, zodat de gemeente een belangrijke rol kan blijven spelen in de voedselproductie en voedselzekerheid. Dit in een evenwichtige afweging met de belangen van versedelijking, natuur en landschap.
In het deelgebied de Veluwe en in de overgangszone Veluwe is het in standhouden van het N2000-gebied de hoofdopgave en staan natuurherstel en stikstofreductie centraal. Uitbreiding en/of nieuwvestiging van intensieve veehouderij in dit deelgebied is niet meer mogelijk. Bestaande agrarische bedrijven dienen emissies naar water, bodem en lucht fors te gaan reduceren. De nadruk in dit gebied ligt op natuurherstel. Ook voor grootschalige intensieve teelten, teelt van vezelgewassen en/of teelten met grote gevolgen voor de natuur door gewasbeschermingsmiddelen in aanvulling op het gezondheidsargument ten aanzien van dit soort middelen, zien we hier geen plaats. Naast de aanwezige natuur is de Veluwe een belangrijk infiltratiegebied voor (drink)water. Dat maakt dat de Veluwe bij uitstek geschikt is voor het vasthouden water en het dienen als (drink)water buffer.
Onze buitengebieden blijven een belangrijke plek voor onze agrarische sector. Het oostelijk buitengebied is een ondernemerslandschap met agrarische en niet agrarische functies. In dit gebied willen we ruimte geven aan het (door)ontwikkelen en demonstreren van nieuwe toepassingen binnen de agrifoodketen. In het bijzonder aan innovaties in de landbouw zowel gebouw gebonden als grondgebonden. Vanwege de ligging nabij de Veluwe is dit een uitdaging waaraan we samen met onderzoekers en bedrijfsleven vorm en inhoud geven. Door voortzetting van het interim beleid veehouderij en gezondheid, emissiereductie, innovatie, verplaatsing en kavelruil mogelijk te maken, willen we de toekomstbestendigheid van de landbouw stimuleren.
In het recreatiegebied Voorthuizen ligt de nadruk op de recreatie. Agrarische bedrijven kunnen hier hun activiteiten voortzetten, door bij te dragen aan emissiereductie. De ambitie ligt echter bij een ontwikkelrichting naar meer extensievere vormen van landbouw en/of vormen van multifunctionele landbouw. Dat wil zeggen dat ze naast de landbouwactiviteiten ook andere activiteiten kunnen ontplooien. In dit gebied denken we dan vooral aan de combinatie met recreatie. Voor zover hier landbouw plaatsvindt zal deze natuurinclusief moeten zijn.
In het verstedelijkt gebied zien we geen ontwikkelruimte voor de intensieve veehouderij. Passende landbouw en/of omschakeling van bestaande bedrijven is in dit gebied wenselijk. Daarbij kan gedacht worden aan vormen van ‘stadslandbouw’ landbouwkundig gebruik voor en door de inwoners van het omliggende stedelijke gebied. Ook kunnen extensieve en grondgebonden vormen van landbouw bijdragen aan het realiseren en beheren van groen een blauwe doelen, zoals een robuuster groen- en watersysteem. Dit kan eventueel worden gecombineerd met kleinschalig recreatief medegebruik.
In het westelijke buitengebied ligt het accent op het behoud van de grondgebondenlandbouw
(melkveehouderij en grasland)en het stimuleren van een omslag maken naar natuurinclusieve
vormen van landbouw. Intensieve vormen van veehouderij(niet-grondgebonden) verspreid
in het gebied zijn en blijven mogelijk. Ondernemers worden gevraagd maatregelen te
nemen die bijdragen aan het verminderen van emissies naar water, bodem en lucht.
In het westelijk gebied van de gemeente en nabij Stroe staan meerdere groene trekkers
(ontwikkeling naar landbouw natuurinclusief) ingetekend. Bij deze groene trekkers
blijft naast de intentie van natuurinclusief, de mogelijkheid bestaan van doorontwikkeling.
Bij functieverandering zien we in sommige gebieden meer ruimte voor het toevoegen van van woningen, los van de traditionele rood-voor-rood-invulling. We zien ruimte voor groen-voor-rood-constructies aan de noordkant van Barneveld in aansluiting op landgoed Schaffelaar. Bijvoorbeeld om verbinding te leggen richting de Esvelderbeek. Dit gebied blijft het karakter houden van landelijk gebied, waarbij bestaanderechten van agrarische bedrijven in dit gebied worden gerespecteerd. Maar er is ook ruimte voor bijzondere woonconcepten in het recreatiegebied Voorthuizen bij het Groene Valleilint. De extra woningen als gevolg vanfunctiesverandering zijn niet wenselijkop de locaties waar de meer traditionele dorpsuitbreiding zijn voorzien. In dat geval is er immers sprake van vorming van stedelijk gebied met bijbehorende dichtheden. Onze omgevingsvisie sluit aan bij het programma Waardevol landelijk gebied: een programmatische aanpak om de landbouw in onze gemeente waar nodig en mogelijkte faciliteren. Hierbij volgen we zowel het ruimtelijk spoor als maatschappelijke opgaven, onder meer op het gebied van stikstof(reductie), natuur(herstel), klimaat en water. Ook willen we werken aan dierwel zijn en emissiereductie (naar bodem, water en lucht).
Natuurherstel en stikstofreductie
De tweede opgave is natuurherstel en stikstofreductie. Voor het gebied de Veluwe(ons Natura-2000 gebied) betekent dit dat we de stikstofemmissie zoveel mogelijk willen beperken. Dat betekent dat we geen stikstof emitterende bedrijvigheid toestaan op de Veluwe.
Belangrijk voor natuurherstel is ook het watersysteem. De Veluwe, ook wel aangeduid als de wateraccu, is een belangrijke zoetwatervoorraad van Nederland. Als gemeente streven we ernaar om het water dat hier valt vast te houden en te gebruiken in tijden van droogte. Dit vereist een zorgvuldig beheer van het watersysteem en het sturen van de afstroom.
In het oostelijk buitengebied is nog een essenlandschap aanwezig dat we verder willen versterken. Verder is in het oostelijke buitengebeid water een belangrijke factor. Hier streven we, net als in de rest van de gemeente, naar het bereiken van een 10% groen-blauwe dooradering. Dat betekent dat we de beken in hun loop willen herstellen en de beekdalen gebruiken voor het aanplanten van bos. Daarmee zijn de beekdalen ook belangrijk voor het vormgeven en herstel van het landschap. Bedrijven moeten hier ook hun emissies naar het water beperken zodat we voldoen aan de normen van de KRW in 2027.
In het recreatiegebied Voorthuizen gaat het om het veiligstellen van het brongebied en het beekdal van de Veldbeek als onderdeel van het Groene Valleilint. Ook hier streven we naar het bereiken van 10% groenblauwe dooradering. De recreatie in dit gebied laat zich goed combineren met de beekdalen in dit gebied.
In het verstedelijkt gebied is natuur niet de voornaamste functie. De natuur die hier aanwezig is heeft de functie van recreatiefgebied, uitloopgebied en groene buffer. Belangrijk is hier de Esvelderbeekzone. De gemeente heeft het deel tussen de wijk Bloemendal en Harselaar aangekocht voor natuurontwikkeling. De komende jaren geeft de gemeente dit gebied vorm, waarmee het kan dienen voor natuur, waterberging en recreatie.
De natuur in het westelijk buitengebied is belangrijk. Hier spelen de beken een grote rol en streven we naar het herstel van de beekdalen. Een essentieel onderdeel van dit gebied zijn de natte natuurparels. Het is belangrijk dat we de waterhuishoudkundige voorwaarden voor het behouden van deze natte natuur in stand houden.
Belangrijk is hier ook het Groene Valleilint, onderdeel van het GeldersNatuurnetwerk. Het Groene Valleilint is een regionaal project dat een ecologische verbinding nastreeft tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. De betrokken gemeenten en de provincie werken hier gezamenlijk aan versterking van natuur en landschap. Met een meer natuurinclusieve en extensieve vorm van landbouw als uitgangspunt. Initiatieven voor natuur- en landschapsontwikkeling, al dan niet in combinatie met een financiële drager zoals een landgoed, moedigt de gemeente Barneveld van harte aan. Landschappelijke kwaliteit is daarbij leidend en we hebben hier vooral aandacht voor het bijzondere gebied rond Veenhuizerveld. Subsidie biedt eigenaren kansen om landschapsstructuren in het gebied te versterken.
Robuust watersysteem en klimaatadaptatie
De opgave voor een toekomstbestendig en robuust watersysteem hangt samen met het natuurlijk systeem van oppervlaktewater en grondwater en de samenhang tussen bodemtype en hoogte ligging. We maken hierbij onderscheid in een boven-, midden en benedenstrooms gebied.
In het bovenstroomsgebied van de Veluwe met de flanken met de deelgebieden Veluwe, oostelijk buitengebied en recreatiegebied Voorthuizen gaan we uit van het principe van zoveel mogelijk vasthouden van regenwater, het afkoppelenen infiltreren van regenwater, en het zo min mogelijk onttrekken van grondwater voor(groot)verbruik. In het agrarisch gebied zetten we in op duurzaam bodemgebruik, het verhogen van het organisch stofgehalte en het stimuleren van het langer vasthouden van water in de haarvaten van het oppervlakte watersysteem (dezogenaamde B- en C-watergangen opparticulier terrein).
In middenstrooms gebied van het watersysteem, het deelgebied van het verstedelijkt gebied met het beekdal van de Esvelderbeek gaan we uit van het principe van vertragend afvoeren van water en ruimte geven aan waterberging. Dit doen we in combinatie met de inrichting van de zogenaamde groene buffers als groen-blauw recreatief uitloopgebied voorde inwoners in het verstedelijkt gebied. In dit gebied heeft water ook een belangrijke seizoensgebonden belevingswaarde.
In het watersysteem benedenstrooms, waar de Barneveldse beken samenkomen, hebben we te maken met hogere grondwaterstanden. In het westelijk buitengebied gelden de principes van een integrale beekdalontwikkeling en het vasthouden van (kwel)water voor natte natuurontwikkeling in de natuurparels van het Groene Valleilint.
Recreatie en toerisme
We zien geen ruimte voor extra recreatieparken. Op sommige terreinen is de kwaliteit te verhogen, bijvoorbeeld met een revitalisatieronde. Daarnaast zetten we als gemeente in op voorkoming en bestrijding van ondermijning en criminaliteit als daar reden toe is. Dit streven helpt ook om een kwaliteitsverbetering te bereiken op verblijfsrecreatieterreinen. Voor dit onderwerp stelde de gemeente de Visie op verblijfsrecreatie vast, met een uitgebreide beschrijving van het thema.
Waardevol landelijk gebied samengevat
-
In het oostelijk en westelijk buitengebied werken we mee aan doorontwikkeling van de bestaande agrarische bedrijven binnen de wettelijke mogelijkheden. Rolgemeente: faciliteren.
-
In de gebieden rond Voorthuizen, Kootwijk, Garderen zetten we in op extensievere vormen van landbouw en/of ruimte voor natuurinclusieve en multifunctionele landbouw. Rol van de gemeente: regisseren.
-
Het Groene Valleilint wordt de ecologische verbinding tussen de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug. Grondgebonden landbouw met natuur en landschap gaat hier prima samen. Rol van de gemeente samen met regio en provincie: stimuleren, bijvoorbeeld met subsidie.
-
De groene buffers vormen de uitloopgebieden tussen de kernen. Vormen van stadslandbouw kunnen hierin een rol spelen. Beperkte recreatie is mogelijk. Rol van de gemeente: regisseren.
-
De essen willen we behouden en versterken. Bij ontwikkelingen stellen we eisen aan de landschappelijke inpassing. Rol van de gemeente: regisseren.
-
We zien geen ruimte voor nieuwvestiging van recreatieparken. Voor de bestaande parken geldt één park, één plan. Doorontwikkeling met een kwaliteitsslag is via maatwerk mogelijk. Rol van de gemeente: stimuleren en reguleren.
-
Wij bieden ruimte voor innovatie en toekomstbestendige agrarische bedrijvigheid tn behoeve van onze voedselvoorziening, dierenwelzijn, emmissiereductie en biodiversiteit.

3.5. Bereikbaar nu en in de toekomst
Inleiding

Een goede bereikbaarheid van wijken en kernen vinden wij essentieel voor een goed en prettig functionerende samenleving in de gemeente Barneveld. Belangrijk voor de vele werknemers onder wie zzp’ers, om hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren, belangrijk voor bewoners bij hun maatschappelijke activiteiten en belangrijk voor werkenden en toeristen om zich naar, van en binnen de gemeente Barneveld te kunnen verplaatsen.
De fiets wordt bovengemiddeld vaak gebruikt in de gemeente Barneveld. Dat willen wij graag verder versterken omdat autogebruik op meerdere plekken in onze gemeente leidt tot problemen. Al onze dorpen ervaren in verschillende mate overlast door autoverkeer en dat neemt toe met de groei van onze gemeente. Die overlast varieert van filevorming tot geluidsoverlast, waarbij wij aantekenen dat overlast vaak ook persoons- en situatieafhankelijk is. In de kleine kernen wordt verkeersdruk sneller als te hoog ervaren dan in de grotere kernen. Daarnaast leidt autobezit en autogebruik tot een forse ruimteclaim, hoog energiegebruik en uitstoot van fijnstof. Maar meer fietsgebruik leidt ook tot meer drukte op fietspaden. Bakfietsen van bezorgers en inwoners nemen steeds meer ruimte in op paden en bij stallingen.
De groei van Barneveld brengt opgaven met zich mee op het gebied van bereikbaarheid. We willen dat onze kinderen veilig fietsend naar school of naar een station kunnen. Wie afhankelijk is van de bus en de trein of liever met het openbaar vervoer reist, vindt het fijn als het station en de eindbestemming ook bereikt kan worden. En voor wie, al dan niet beroepsmatig, afhankelijk is van de auto, moet de weginfrastructuur voldoen. Het gaat vooral om de bereikbaarheid van onze dorpen, de voorzieningen in de dorpen en het gemak waarmee we naar andere plekken in de regio en de rest van Nederland kunnen komen. Een goede toekomst van onze bereikbaarheid – fiets, ov en auto – heeft aandacht nodig.
Een goede bereikbaarheid is een centraal thema voor de gemeente. En wel op een veilige manier, in het bijzonder voor de kwetsbare verkeersdeelnemers: voetgangers, fietsers en mensen met een beperking. De gemeente richt zich daarnaast op de ontwikkelingen in mobiliteit in een breder perspectief en de gevolgen daarvan voor Barneveld. Dit betekent aandacht voor wensen voor en potenties van het openbaar vervoer in de stationsomgevingen van Barneveld. Een belangrijk aandachtspunt voor bereikbaarheid is voldoende capaciteit op autowegen en fietspaden voor de verwerking van het verkeer.
Tot slot is er nadere beleidsuitwerking nodig als het gaat om het stichten van of verplaatsen van helihavens en luchthavens voor commercieel of hobbymatig gebruik.
Onze visie op bereikbaarheid
Visie
Wij richten onze gemeente zo in dat iedereen zich veilig en gemakkelijk kan verplaatsen binnen, vanuit, naar of door de gemeente. We zorgen dat voorzieningen, arbeidsplaatsen en woningen zoveel mogelijk in elkaars nabijheid worden gerealiseerd omdat dit leidt tot korte verplaatsingen. Bovendien ontwikkelen we woonwijken in de nabijheid van stationslocaties. Zo stimuleren we de keuze voor het openbaar vervoer. In de uitwerking geven we voorrang aan duurzame mobiliteitskeuzes volgens het STOMP-principe. Dit is een afkorting van stappen (lopen), trappen (fietsen), openbaar vervoer, mobility as a service en privéauto. Waarbij het van belang is dat de mogelijkheden voor lopen en fietsen voor de korte afstanden als eerste aandacht krijgen. Daarna het aanbod van openbaar vervoer en tenslotte het netwerk en de faciliteiten voor personenauto’s. Wij zetten in op een relatieve afname van het autoverkeer per inwoner. Maar beseffen daarbij dat de afhankelijkheid van de (privé)auto in met name de kleine kernen en het buitengebied ondanks enige mobiliteitstransitie relatief groot zal blijven. Dit geldt ook voor de doorstromingsproblemen op enkele wegen. Daar treffen wij de nodige maatregelen. Hieronder lichten we dit nader toe. De uitwerking van de visie volgt in een beleidsprogramma bereikbaarheid.

Stappen (lopen)
Lopen is goed voor de gezondheid van de mens en van het milieu. Voor de meeste mensen is lopen een laagdrempelige manier om zich over korte afstanden te verplaatsen. Wij willen ervoor zorgen dat binnen wijken en naar voorzieningen voldoende mogelijkheden zijn om korte afstanden veilig te voet af te leggen. Dat betekent niet alleen een goed netwerk aan voetpaden, maar ook een goede staat ervan. Zo kunnen ook bijvoorbeeld inwoners in een rolstoel, ouderen of mensen met een kinderwagen veilig een ommetje maken of voorzieningen bereiken.
Trappen (fietsen)
We willen voor ritten over korte afstanden het fietsverkeer stimuleren. We zetten daarom in op veilige en comfortabele fietsroutes die bijdragen aan een goede bereikbaarheid per fiets. Door goede fietsverbindingen stimuleren we het gebruik van elektrische fietsen, wat leidt tot minder autogebruik en daarmee minderdruk op de autowegen.
De onderlinge afstand tussen woningen, werklocaties, scholen, detailhandel, voorzieningen en ov-knooppunten is in de kern Barneveld het kleinst. Deze kern biedt dan ook de grootste kansen om mensen te stimuleren de auto te verruilen voor de fiets. Om het fietsgebruik aantrekkelijk te houden en te maken, zetten we in op korte, veilige en comfortabele fietsverbindingen. Dat betekent soms nieuwe verbindingen en soms het verbreden of op andere wijze aanpassen van bestaande verbindingen. We willen vanuit meerdere kernen en wijken aantrekkelijke fietsverbindingen aanleggen naar station Barneveld-Noord. Dit betreft de wijk Bloemendal en de kernen Kootwijkerbroek en Stroe. We kijken niet alleen naar fietsroutes binnen de gemeente, maar regionaal zetten we in op uitbreiding of verbetering van fietsroutes naar buurgemeenten.
Openbaar vervoer
Wij willen dat er meer gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer. Dit doen we door te lobbyen bij het Rijk voor stations op het spoor Amersfoort-Apeldoorn bij Barneveld-Noord en bij Stroe. We realiseren ons dat een nieuw station doorgaans vraagt om een grote hoeveelheid potentiële reizigers. Ondanksde beoogde groei van onze gemeente en de ontwikkelingen rondom Defensie is het onzeker of een station kansrijk is. Daarom onderzoeken wij ook andere vormen van hoogwaardig openbaar vervoer tussen Stroe, Amersfoort en Apeldoorn. Het gesprek hierover met het Rijk en de provincie blijven we voortzetten. Ook gaan wij met onze partners in de regio na wat het effect is van een frequentieverhoging van de Valleilijn tussen Barneveld-Zuid en Ede-Wageningen op het gebruik van het openbaar vervoer.
Voor de realisatie van stations en andere ov-voorzieningen zijn we afhankelijk van hogere overheden, concessieverleners en vervoerders. Het duurt soms decennia voordat een voorziening daadwerkelijk is gerealiseerd. Voor ruimtelijke ontwikkelingen rond de stations streven we naar lagere parkeernormen en stimuleren we het gebruik van openbaar vervoer en fiets. Bij ov-knooppunten, voorzieningen en concentratie van detailhandel moeten voldoende mogelijkheden komen om fietsen te stallen en elektrische fietsen te laden. Dit is vooral belangrijk bij ketenmobiliteit waarbij ov-reizigers de fiets pakken voor het voor- en na transport tussen het ov-knooppunt en hun woning of werkplek.
We zien geen opgave voor de recreatieveroutes. Deze zijn op orde.
Deelmobiliteit (mobility as a service)
In de kern Barneveld zijn enkele deelauto’s beschikbaar. Als zich aanbieders melden, faciliteren we deze waar mogelijk. Bij invulling van nieuwe wijken streven we ernaar de parkeervoorzieningen te clusteren aan de randen van de wijk, waardoor alternatieve mobiliteitsconcepten meer kans krijgen.

Autobereikbaarheid
De auto blijft een belangrijk vervoermiddel. Dit vanwege het landelijke karakter van onze gemeente, het beperkte aanbod van openbaar vervoer en de aard van de beroepen van een groot deel van de inwoners. Ook de gezinsomvang speelt een rol. Veel jonge kinderen worden dagelijks met de auto naar de basisschool gebracht. Ook als we meer gaan fietsen zullen bestaande knelpunten op het autonetwerk niet verdwijnen.
Door de ruimtelijke ontwikkelingen neemt de druk op het autonetwerk toe. Enigetoename in verkeersdruk en in reistijd accepteert de gemeente, omdat het onwenselijk is op alle wegen te streven naar een minimaal reistijdverlies. Zouden we het wegennet moeten inrichten met dat uitgangspunt, brengt dat hoge investeringskosten met zich mee en de ingrepen hebben dan ook veel ruimtelijke impact. Verbreding van wegen gaat namelijk ten koste van bestaande groen- en waterstructuren. Reistijdverlies voor de auto kan ook bijdragen aan andere mobiliteitskeuzes, bijvoorbeeld aan de toename van fietsgebruik.
Op enkele wegen zijn de huidige en verwachte doorstromingsproblemen echter zo groot of onwenselijk dat wij hier maatregelen moeten treffen. Met name in de grotere kernen zijn de doorstromingsproblemen op enkele wegen zo hinderlijk dat we een verbetering nodig vinden van de structuur van het wegennet. Het gaat om bestaande knelpunten die met de toevoeging van woningen extra aandacht vragen.
Specifiek noemen wij de doorstromingsproblemen op de Lunterseweg, Van Zuijlen van Nieveltlaan en Thorbeckelaan. De aanleg van de oostelijke rondweg en westelijke randweg Barneveld moet zorgen dat deze routes worden ontlast van doorgaand verkeer, dat woon- en werkgebieden beter worden verbonden met het buitengebied en de snelwegen en dat het verkeer beter omgeleid kan worden bij wegafsluitingen. Op de uitvalswegen aan de zuidoostzijde van Barneveld is sprake van fors op onthoud en aantasting van de leefbaarheid (geluid, luchtkwaliteit en verkeersveiligheid). Deze omstandigheden maken de aanleg van een oostelijke rondweg onvermijdelijk en een randvoorwaarde voor de verbetering van de leefbaarheid en de verdere groei van Barneveld. Deze oostelijke rondweg om Barneveld is al langere tijd in studie. In 2021 werd een milieueffectrapport (MER) opgesteld.
Om een goede afweging te maken zijn ook de effecten onderzocht van het opwaarderen van de bestaande uitvalswegen. Uit het onderzoek komt dat opwaarderen een forse ruimtelijke impact heeft. Daarnaast voldoet het opwaarderen niet aan het uitgangspunt van een robuuste verkeersstructuur en leidt het tot een afname van de leefbaarheid in de kern. Daarom heeft de aanleg van een oostelijke rondweg de voorkeur boven het opwaarderen van de route door de kom.
De oostelijke rondweg zien wij dan ook als een gebiedsontsluitingsweg buiten de kom en als de ontbrekende schakel in een al grotendeels gerealiseerde rondwegstructuur rond het zuidoosten van de kern Barneveld. Om tot een definitieve tracékeuze van deze rondweg te komen, voeren we een aanvullende studie uit, met een participatietraject met de omgeving.
De westelijke rondweg bij de kern Barneveld zien wij op de langere termijn als een gebiedsontsluitingsweg binnen de kom die onderdeel is van een bredere ontwikkelopgave aan de westzijde van Barneveld.
Voor de bereikbaarheid van onze gemeente en de omliggende regio’s en om sluipverkeer door het buitengebied en de kleine kernen te beperken, is het van belang dat het knooppunt A1-A30 in combinatie met het knooppunt Hoevelaken volledig wordt aangepakt. Dit blijven we benadrukken bij het Rijk. Tot slot onderzoeken we nut, noodzaak, kansen en effecten van een nieuwe afslag voor de A1 aan de oostzijde van Harselaar.
Het sluipverkeer en ook ander doorgaand verkeer doet de leefbaarheid van de kernen geen goed. Om de leefbaarheid van de kernen te bevorderen, streven we ernaar te voorkomen dat het doorgaande regionale of bovenregionale verkeer door de kernen gaat.
De hoeveelheid sluipverkeer is het meeste merkbaar in en rond Voorthuizen en Terschuur. Maar ook op wegen in en rond De Glind, Kootwijkerbroek en Stroe bevindt zich tijdens drukke momenten verkeer dat eigenlijk thuishoort op de snelweg. Omdat de volledige aanpak van de knooppunten Hoevelaken en A1-A30 waarschijnlijk nog lang duurt, onderzoekt de gemeente of we het aandeel sluipverkeer omlaag kunnen brengen met maatregelen op onze eigen wegen en die van de provincie. Bijvoorbeeld door alternatieve routes aan te bieden of de inrichting van een weg aan te passen.
Over de doorgaande weg door Stroe gaat sluipverkeer en ander doorgaand verkeer bijvoorbeeld naar Kootwijkerbroek. Deze weg willen we ontlasten en daarom richten wij ons erop het verkeer tussen de N800 en de N310/A1 een alternatieve route te bieden.
Nieuwe verbindingen nabij de verschillende kernen kunnen we niet los zien van infrastructurele aanpassingen in de kern zelf. Door binnen de kernen wegen af te waarderen ontstaat in de kernen een veiliger en prettiger leefklimaat en stimuleren we automobilisten meer gebruikte maken van de nieuwe verbindingen. Bij de kleinere kernen zoals De Glind en Kootwijk zetten we in op aanpassing van de inrichting van de weg, zodat deze aansluit bij het verblijfskarakter van de kern. Bij het ontwerp van nieuwe wegen en de reconstructie van bestaande wegen hebben we aandacht voor een veilige verkeersinrichting. Daarbij is er wel een grens aan wat redelijkerwijs mogelijk is aan snelheidremmende maatregelen. We houden rekening met de belangen van partijen voor wie snelheidremmende maatregelen juist een onevenredig nadeel hebben op aanrijdtijden, zoals aanbieders en gebruikers van openbaar vervoer en de hulpdiensten. Ook houden we rekening met de eventuele nadelige effecten van snelheidremmende maatregelen op de omgeving.
Veilige kernen
We streven naar veilige kernen voor kwetsbare weggebruikers. Enkele aspecten om dit te bereiken zijn hiervoor aan bod gekomen, we zetten de uitgangspunten op een rij:
-
Waar mogelijk optimaliseert de gemeente fietsroutes naar voorzieningen.
-
We verkennen mogelijkheden tot stallen en opladen van fietsen bij voorzieningen.
-
Straten autoluw maken waar het kan en investeren in een completer en aantrekkelijker fietsnetwerk.
-
De snelheid van 50 km per uur in de bebouwde kom is alleen wenselijk als er vrijliggende fietspaden zijn met voldoende ruimte.
-
Wijkontsluitingswegen waar fietsers een goed alternatief hebben krijgen mogelijk een uitzonderingspositie.
-
Het realiseren van enkele nieuwe wegverbindingen zoals beschreven onder autobereikbaarheid draagt ook bij aan het vergroten van de verkeersveiligheid in de kernen.
Bereikbaarheid samengevat
-
Inzet op noodzakelijk mobiliteitstransitie, met besef dat de auto het belangrijkste vervoersmiddel blijft in Barneveld. Bij ontwikkelingen passen we het STOMP-principe toe. Rol van de gemeente: regisseren en reguleren.
-
Wij zorgen dat binnen wijken en naar voorzieningen voldoende mogelijkheden zijn om korte afstanden veilig te voet af te leggen met veilige en voor iedereen toegankelijke voetpaden. Rol gemeente: zelf doen.
-
Fietsroute langs Stationsweg Barneveld verbeteren. Rol van de gemeente: zelf doen.
-
Fietsroutes aanleggen tussen Bloemendal, Kootwijkerbroek en Stroe naar station Barneveld-Noord. Rol van de gemeente: zelf doen.
-
Fietsroutes naar Nijkerk, Putten en Ede. Rol van de gemeente: samenwerken met andere overheden.
-
Fietsvoorzieningen zoals stalling- en oplaadmogelijkheden bij ov-knooppunten verbeteren. Rol van de gemeente: lobbyen en regisseren.
-
Extra station Barneveld-Noord en Stroe of ander ov-verbinding van Stroe naar Amersfoort en Apeldoorn. Rol van de gemeente: lobbyen.
-
Parkeervoorzieningen clusteren. Rol gemeente: zelf doen en regisseren.
-
Ernaar streven dat de knooppunten A1-A30 en Hoevelaken volledig worden aangepakt. Rol van de gemeente: lobbyen.
-
Verkeersveiligheid en leefbaarheid verbeteren en doorgaand verkeer in kernen beperken onder andere door:
-
Postweg De Glind herinrichten. Rol van de gemeente: onderzoeken mogelijkheden cofinanciering, samenwerken met andere overheden en zelf doen.
-
Alternatieve verbinding tussen de N800 en N310 ten zuiden van Stroe aanleggen. Rol van de gemeente: onderzoeken mogelijkheden cofinanciering, samenwerken met andere overheden, zelf doen.
-
Alternatieve verbinding tussen de Garderbroekerweg en de Heuvelrandweg in Voorthuizen aanleggen. Rol van de gemeente: zelf doen.
-
Oostelijke rondweg Barneveld. Rol van de gemeente: onderzoeken mogelijkheden cofinanciering, samenwerken met andere overheden, zelf doen.
-
4. Visie op de gebieden
Algemeen
Mede op basis van de lagenbenadering maken we in deze omgevingsvisie onderscheid in vijf deelgebieden. De grenzen tussen die gebieden zijn niet scherp en er kan wat overlap zijn, maar deze indeling helpt bij het bepalen van de ontwikkelingsrichting per gebied. Elk deelgebied heeft zijn eigen karakter en eigenschappen. Deze vormen de basis voor de koersen de keuzes die we maken voor toekomstige ontwikkelingen. In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste richtingen per gebied, waarbij we rekening houden met de natuurlijke systemen, cultuurhistorische waarden en de behoefte van de gemeenschappen. Van de stuwwallen en bossen van de Veluwe tot de natte beekdalen van het westelijk buitengebied: elk gebied draagt bij aan de diversiteit en vitaliteit van onze gemeente. Met een integrale benadering streven we naar een duurzame en veerkrachtige toekomst voor de gemeente Barneveld.
|
Deelgebied
|
Profiel
|
Dorpen/kernen
|
|
Veluwe |
Natuur en waardevol landschap |
Garderen en Kootwijk |
|
Oostelijk buitengebied |
Bedrijvenlandschap (agrarisch en niet-agrarisch) |
Stroe en Kootwijkerbroek |
|
Recreatiegebied Voorthuizen |
Recreatie en multifunctionele landbouw |
- |
|
Verstedelijkt gebied |
Verstedelijking (wonen en werken) |
Barneveld, Harselaar en Voorthuizen |
|
Westelijk buitengebied |
Gemengd (landbouw enwaardevolle landschappen) |
De Glind, Terschuur en Zwartebroek |
We lopen in dit hoofdstuk de deelgebiedenaf van oost naar west, van hoog naar laag.Elk gebied heeft een primaire functie(profiel), waarmee we rekening houden bijde inpassing van andere functies. Binnende gebieden krijgen de dorpen en groteobjecten afzonderlijke aandacht.
Deze deelgebieden zijn verder uitgewerkt inde navolgende paragrafen.

De vijf deelgebieden van Barneveld

4.1. De Veluwe
Inleiding
De Veluwe is een geliefd recreatiegebied, mede door het reliëf, de heidevelden en uitgestrekte bossen. Het is een hoog gelegen en uitgestrekt dekzandgebied, met grootschalige natuur en het typische Veluwelandschap. Het reliëf is ontstaan,doordat rivierafzettingen werden opgestuwd tot stuwwallen. De Veluwe wordt gezien als de groene long van Gelderland, en zelfs van Nederland. Het is een waardevol cultuurhistorisch landschap met esdorpen en opene enclaves in bebost gebied.
Het deel van de Veluwe dat zich in de gemeente Barneveld bevindt, loopt geleidelijk af naar het westen. De flank van de stuwwal ligt aan de westkant van het deelgebied. Karakteristiek is de afwisseling van bossen, heidevelden, stuifzandgebieden en landbouwenclaves met es-complexen rondom de dorpen Garderen en Kootwijk. Deze dorpen zijn authentiek en kleinschalig. De overgang van de dorpen naar open agrarisch gebieden besloten bossen is typerend voor dit gebied.
Kenmerkend voor deze landbouwenclaves zijn de hoger in het landschap gelegen es-complexen. Tegenwoordig zijn die hoogte verschillen nog goed herkenbaar. Vanwege deze karakteristieken en de goede bereikbaarheid van de Veluwe, is het gebied erg in trek bij recreanten en toeristen. In de zomer kan het daarom behoorlijk druk zijn in de kernen en in het bos.
Onderdeel van het gebied is het defensieterrein Stroe met de twee kazernes. Een groot deel daarvan bestaat uit bos. Daarnaast ligt een zandverstuiving op het oefenterrein. Vanwege de hoge ligging op de flank van de stuwwal en de waterdoorlatende zandgrond zijn er geen beken of watergangen, zoals in de andere deelgebieden. Daarom kunnen de gevolgen van droogte hier groot zijn. Een groot deel van het gebied valt onder Natura 2000 en Gelders natuurnetwerk (GNN).
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Uitsnede kaartbeeld rond 1900 - De Veluwe bestond grotendeels uituitgestrekte heidevelden. |
Uitsnede kaartbeeld rond 1950 - De heide maakte plaats voornaaldbos. |
Uitsnede kaartbeeld rond 1980 - Naast de spoorlijn doorkruist nuook de snelweg De Veluwe. |
Uitsnede kaartbeeld rond 2024 - Het Kootwijkse Veld is alsheidegebied bewaard gebleven. |
Bodem en water
De Veluwe is de blauwe motor met de landelijke grondwatervoorraad en de grondwaterstromen
naar het westen. Structurele aanvulling van de grondwatervoorraad is daarom essentieel.
De zandige bodem en de hogere ligging maken het gebied kwetsbaarder voor de gevolgen
van droogte. Droogte heeft vooral schade van de natuur en een afname van biodiversiteit
tot gevolg. Daarnaast heeft droogte ook gevolgen voor landbouwgewassen en beplanting
op erven, en is de kans op bosbranden groter. Het is dan ook belangrijk dat het watersysteem
optimaal wordt ingericht, zodat we de gevolgen van droogte zoveel mogelijk beperken.
Dat kan door water zolang mogelijk vast te houden of vertraagd af te voeren. Het risico
op bodemdaling is in dit gebied op sommige plekken aanwezig, bijvoorbeeld ten zuiden
van de A1. Afhankelijk van de locatie zijn extra maatregelen nodig op dit vlak. Het
gebied is niet gevoelig voor overstroming.
Kernkwaliteiten
-
Het aanwezige reliëf en de geleidelijke overgang naar het lager gelegen buitengebied.
-
De afwisseling tussen bos, heidevelden en zandverstuivingen.
-
De karakteristieke overgang van de dorpen, naar open gebied, naar besloten bosgebied.
-
De landbouwenclaves Garderen en Kootwijk, met rondom het dorpkenmerkende es-complexen.
-
De herkenningspunten, zoals molen De Hoop in Garderen en de uitkijktoren Kootwijk.
-
Veel mogelijkheden voorrecreatie, bijvoorbeeld vanwege de aanwezigheid van fietspaden, campings, en overige voorzieningen.

Fietsen op de Veluwe
Ambities voor de Veluwe
Algemeen
De hoofdfunctie van het gebied is natuur. Onze koers is volop gericht op behoud, herstel en versterking hiervan. Activiteiten en grondgebruik stemmen we af op de bestaande waarden en herstel van het systeem (natuurherstel). De natuur en de dorpen Kootwijk en Garderen hebben tegelijkertijd een grote aantrekkingskracht op de recreant. Dit waarderen we, maar we streven daarbij naar het juiste evenwicht, om overbelasting te voorkomen van de draagkracht van de natuur en de dorpen. Met een goede recreatiezonering zorgen we voor de juiste balans in dit gebied, zodat de natuurwaarden behouden blijven en kunnen worden versterkt.

Visiekaart Veluwe

Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Bewoners van de Veluwe hebben debossen als achtertuin, een heel gezondeen groene leefomgeving, die we behouden en versterken. Mensen voelen zich relatief vaak gezond en de sociale samenhang is hoger dan gemiddeld. De gemiddeldeleeftijd van de bewoners ligt hier hoger danin de andere gebieden, en voorzieningenzijn niet altijd binnen handbereik. Westreven daarom naar een demografie diebeter in balans is. Voldoende plekken diebijdragen aan bewegen, sporten, cultuur enontmoeten zijn dan ook extra van belang.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Door de hogere ligging en de zandgrond is het gebied gevoelig voor droogte. Een van de maatregelen om droogte te verminderen, is bijvoorbeeld de omvorming van naald- naar loofbos, want loofbos onttrekt minder vocht aan de bodem. Initiatieven voor omvorming omarmen we, bijvoorbeeld ook voor vormen van landbouw waarbij grondwateronttrekking beperkt wordt toegepast. We zien in dit gebied geen mogelijkheden voor windenergie of grootschalige zonnevelden. Kleine initiatieven voor zonnevelden zijn mogelijk, op voorwaarde dat het landschappelijk goed kan worden ingepast.
Werklocaties

Het aantal niet-agrarische werkfuncties is beperkt aanwezig in het gebied. We behouden bestaande bedrijven, maar bieden geen verdere groeiruimte, om de balans richting de Veluwe te behouden. In het functieveranderingsbeleid bieden we stoppende agrariërs de mogelijkheid hun erf in te zetten voor niet-agrarische bedrijvigheid.
Toerisme en recreatie

In dit gebied is onze toeristische en recreatieve sector goed vertegenwoordigd. We zien echter dat de draagkracht van het gebied en de dorpen in het hoogseizoen in het geding komt. We beogen het behoud van onze toeristische toppositie, door consolidatieen optimalisatie. We willen dus niet dat de druk in het hoogseizoen nog groter wordt, wel zien we mogelijkheden voor bijvoorbeeld nieuwe doelgroepen of seizoensverlenging. Ook stimuleert de gemeente initiatieven die spreiding nastreven van toeristen en recreanten naar andere deelgebieden, of initiatieven die tot een verschuiving van toeristen en recreanten buiten het hoogseizoen kunnen leiden. Voor nieuwe vakantieparken of andere nieuwe grootschalige recreatievoorzieningen is in beginsel geen plaats. We volgen de recreatiezonering vanuit de provincie om zo de gasten in het natuurgebied op een goede manier te spreiden. Voor de bestaande vakantieparken zijn er ontwikkelkansen, daarbij leggen we de nadruk op verbetering van de kwaliteit van de parken.
Robuust landschap en natuur

De hoofdfunctie van dit gebied is natuur als Natura 2000-gebied. In de keuzes die we maken is behoud en zo mogelijk verbetering van de natuurwaarden een belangrijk uitgangspunt.
De gemeente gaat uit van een goede basiskwaliteit natuur. De uitgestrekte bossen, heidevelden en zandverstuivingen zijn van grote waarde. We hechten veel waarde aan behoud, herstel en versterking van deze natuurwaarden, zodat er een robuust landschap blijft bestaan. We zien daarom in dit gebied noodzaak voormaatregelen die de kwaliteit van de natuurversterken.
Passend bij de doelstelling voor een duurzame en klimaatbestendige omgeving streeft de gemeente Barneveld bijvoorbeeld de omvorming na van naald naar loofbos. Daarnaast zien we kansen om kleinschalige landschapselementen terugte brengen in het landschap, bijvoorbeeld bij de overgang van landbouwenclaves naar bossen of bij ontwikkelingen op erven. Tot slot kent dit gebied nog gave es-complexendie we willen behouden en versterken.
Aan de rand van de Veluwe werken we toe naar een overgangsgebied, waarbij de gemeente zowel ruimtelijk als functioneel streeft naar een zachte en geleidelijke overgang tussen het landelijk gebied en de Veluwe.
Met alle bossen op de Veluwe kent het gebied een risico op bosbranden. Het is een opgave voor de gemeente om dit risico zo klein mogelijk te houden.
Landbouw

De agrarische sector is relatief klein in dit gebied en voegt zich naar andere doelstellingen, zoals het streven naar een duurzame natuur. We zien hier dan ook geen ontwikkelingsruimte voor intensieve veehouderij. Wel juicht de gemeente Barneveld de overgang toe naar natuurinclusieve en extensieve grondgebonden vormen van landbouw. We omarmen initiatieven die uitgaan van innovatie, extensivering of multifunctionele landbouw. Agrariërs die willen stoppen, krijgen volgens het functieveranderingsbeleid de mogelijkheid de erven in te zetten voor niet-agrarische bedrijvigheid of kleinschalige woningbouw. Bij doorontwikkeling of functieverandering geldt een goede landschappelijke inpassingvan het erf als voorwaarde.
Wonen

In dit gebied concentreren we woningbouwin de kernen. Vanuit het oogpunt van natuur en landschap is er buiten de kernen alleen ruimte voor kleinschalige woningbouw bij transformatie van erven. Om een meer evenwichtige demografische opbouw te bereiken zetten we daar waar mogelijk extra in op het bouwen voor de juiste doelgroepen, zodat de jongere doelgroep meer kansen krijgt.
Bereikbaarheid

Met de auto is De Veluwe goed bereikbaar via verschillende provincialewegen. We gaan het gesprek aan met vervoersaanbieders om na te gaan op welke wijze vervoersarmoede kan worden voorkomen in dit gebied. Samen met de provincie en het samenwerkingsverband Veluwe op 1 werken we aan stroomlijning van bezoekersstromen op de Veluwe. Hierbij inventariseren we onder andere of een ontvangstlocatie in de gemeente Barneveld haalbaar is binnen de kaders van Veluwe op 1.
Garderen is per fiets goed bereikbaar, met vrijliggende fietspaden langs meerdere radialen. Rond Kootwijk liggen vooral recreatieve fietspaden. Gelet op de geringe hoeveelheid dagelijks fietsverkeer zijn hier geen opgaven voor nieuwe fietspaden.

Garderen
Algemeen
Garderen is een prachtige agrarische enclave op de Veluwe met een grote recreatieve aantrekkingskracht. Door de sterke toeristische en recreatieve sector in en rond Garderen is het een levendige kern. Bewoners wonen er met veel plezier en zijn trots op de landschaps- en natuurwaarden. Het dorp is gegroeid rondom een knooppunt van wegen. Het ligt in een afwisselende omgeving, met gesloten bosgebieden en meer open agrarische es-complexen. Hoogteverschillen tonen de es-complexen in het landschap, die ook aan de randen van het dorp goed te zien zijn. Molen De Hoop is een herkenbaar oriëntatiepunt in Garderen en deel van de identiteit van het dorp.
De vitaliteit van Garderen staat echter onder druk. Het dorp vergrijst, en het huidige
woningbestand versterkt dit. Vanwege het beperkte woningaanbod gaan jongeren en jonge
gezinnen op zoek naar een betaalbare woning buiten Garderen. Daardoor kan het verenigingsleven
onder druk komen te staan en wordt het moeilijker voorzieningen te behouden.
Kernkwaliteiten
-
Bijzondere ligging in waardevol natuurgebied.
-
Ligging in het Veluwse landschap, waardoor het dorp in trek is bij recreanten.
-
Een afwisselende omgeving, met gesloten bosgebieden en meer open agrarische es-complexen.
-
Radiale wegenstructuur, kenmerkend voor een esdorp, met lintbebouwing daarlangs.
-
Molen en de kerk vormen lokale bakens in het dorp en functioneren als oriëntatiepunt.
-
Oude bomen en landschapselementen die het dorp karakter geven.
-
Grote sociale samenhang onder de inwoners.

Visiekaart Garderen

Ambities
Om de vitaliteit van het dorp te behouden en versterken streeft de gemeente Barneveld naar een woningaanbod voor alle doelgroepen in Garderen en hebben we speciale aandacht voor betaalbaarheid. Met de groei van de kern is er ook ruimte om het voorzieningenniveau op peil te houden. De groei pakken we zorgvuldig aan door zoveel mogelijk kansen in de kern zelf te benutten en aan de randen te bouwen op de plekken waar dat kan, gelet op de cultuurlandschappelijke waarden.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

De vitaliteit van het dorp is erg belangrijk voor het welzijn van de inwoners van Garderen. Mensen in Garderen voelen zich relatief vaak gezond en de sociale samenhang is hoog. De bevolking is echter relatief oud en voorzieningen zijn niet altijd binnen handbereik. We streven naar behoud en aantrekken van jonge mensen, om tot een meer evenwichtige bevolkingsopbouw te komen. Bij de openbare ruimte houden we expliciet rekening met een openbare ruimte die passend is bij een ouder wordende bevolking. Ook kijken we bij de groei van de kern naar mogelijkheden om groene recreatieve beweegmogelijkheden een plek te geven en de kern goed in verbinding te brengen met het omliggende landschap.
Sinds 2023 participeert Barneveld in het gebiedsproces GEUS, waarbij GEUS staat voor Garderen, Elspeet, Uddel en Speuld. Dit gebied wordt ook wel aangeduid als de enclave. Het gebiedsproces leverde een plan op dat maatschappelijke opgaven aanpakt in het gebied. Het gaat hier om leefbaarheid, natuur en water, landbouw en recreatie. Inwoners en ondernemers in het gebied formuleerden samen voostellen op deze thema’s. Voor Garderen gaat het vooral om vergroting van de leefbaarheid en de ontwikkeling van het gebied de Hoge Gronden.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Garderen kenmerkt zich door relatief veel groen, waardoor er weinig hittestress is en wat bijdraagt aan een goede gezondheid. Dat willen we zo houden. Er is geen ruimte voor grootschalige zonne-energie in Garderen. Daarom is het noodzakelijk per locatie en huishouden te werken aan duurzame energieopwekking. Garderen heeft een gemengd rioolstelsel. We streven ernaar een gescheiden rioolstelsel te realiseren voor heel Garderen, zodat het rioolstelsel minder wordt belast. Gelet op de hoge en droge ligging van Garderen is het tot slot van belang water hier zo lang mogelijk vast te houden.
Wonen

Met de Deelvisie woningbouw en supermarkten heeft Garderen richting gegeven aan de woningbouwopgave. Voor Garderen geldt een woningbouwopgave van zo’n 300 woningen tot 2040. We hebben de ambitie om ongeveer de helft te realiseren binnen de bestaande kern. De gemeente gaat uit van een gefaseerde en gedoseerde groei om in ieder geval te voldoen aan de behoefte van de inwoners, met bijzondere aandacht voor betaalbaarheid en levensloopbestendigheid. Daarmee vergroten we het woningaanbod voor jongere en oudere inwoners van Garderen.
Voorzieningen

De groei van Garderen heeft een positief effect op het gebruik van het voorzieningenaanbod. Tegelijkertijd zorgt de groei voor een aanvullende vraag naar sport, onderwijs, kinderopvang, cultuur en eerstelijnszorg. We streven daarom naar behoud en uitbouw van bestaande voorzieningen. Extra inzet op nieuwe voorzieningen is niet nodig. De gemeente streeft daarnaast het behoud na van een toekomstbestendig en aantrekkelijk centrumgebied. De Deelvisie woningbouw en supermarkten bevat een afwegingskader voor de supermarktstructuur van de kern.
Kwaliteit van de leefomgeving

Garderen is omgeven door waardevol landschappelijk gebied en natuur, dat we koesteren. We richten ons op behoud en versterking van deze waarden en streven ernaar dat de ontwikkeling van het dorp passend blijft bij deze waarden.
Werklocaties

Garderen kent een opgave voor een nieuw lokaal bedrijventerrein dat aansluitend aan de bestaande kern gerealiseerd moet worden.
Behoud en versterking van de vitaliteit van Garderen en een goede balans met natuur- en landschapskwaliteiten is daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Bereikbaarheid

De radialenstructuur en spakenstructuur van Garderen zorgt dat het dorp goed bereikbaar is, maar leidt ook tot een concentratie van gemotoriseerd verkeer in de kern. Een deel van dit verkeer is doorgaand en heeft Garderen dus niet als bestemming. We streven dan ook maatregelen na op netwerkniveau om dit type verkeer te verminderen. Zo willen we de toegangswegen naar de kern afwaarderen naar 60 km-wegen. In de kern gaan we uit van 30 km per uur waar nu nog 50 km per uur geldt en verbeteren we de oversteekbaarheid voor voetgangers. Zo wordt het minder aantrekkelijk om door de kern te rijden. Dit komt de leefbaarheid en verblijfskwaliteit ten goede en geeft hier meer ruimte voor fietsers en voetgangers.

Kootwijk
Algemeen
Kootwijk ligt op de westflank van de Veluwe, bij het Kootwijkerzand. Vanwege de bijzondere ligging is het dorp in trek bij recreanten en toeristen. Rondom het dorp liggen heidevelden, bossen, akkers en zandverstuivingen met de uitkijktoren. Het dorp is van oorsprong een agrarische enclave. De Brink is het hart van de kern en heeft een belangrijke ontmoetingsfunctie voor de inwoners. De Brink vormt samen met de oude Hervormde Kerk de identiteitsdrager van Kootwijk.
Kootwijk is qua omvang de kleinste kern van de gemeente Barneveld en kenmerkt zich dan ook als intiem waarbij rust en de natuur centraal staan. Het bestaat uit vele historische boerderijen die beeld- en sfeerbepalend zijn. In de loop der jaren zijn er verspreid in de kern nieuwe woningen toegevoegd waarbij het kleinschalige karakter altijd is behouden. Er zijn naast enkele horecafuncties geen andere voorzieningen. In de directe omgeving zijn verschillende recreatieparken en de vele routes nodigen uit om te wandelen, te fietsen of paard te rijden.
Kernkwaliteiten
-
Enclave in het Veluwse landschap, waardoor het dorp in trek is bij toeristen.
-
Historisch karakter, met onder andere de centrale Brink, de oude Hervormde Kerk en oude boerderijen.
-
Sterke relatie met omliggend landschap.
-
Groene karakter van het dorp, met laanbeplanting en oude bomen.
-
De inwoners zijn betrokken bij hun leefomgeving.

Visiekaart Kootwijk

Ambities
De bewoners van Kootwijk zijn erg betrokken bij hun leefomgeving en hebben zelf ook veel ideeën ter verbetering. Om de vitaliteit van het dorp te versterken, streven we naar extra woningen, met name voor starters en jonge gezinnen. We moeten daarbij op zoek naar de juiste balans tussen de cultuurlandschappelijke en natuurlijke waarden.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Kootwijk heeft een relatief oude bevolkingssamenstelling, maar men voelt zich relatief vaak gezond. Met weinig voorzieningen zorgt de sterke onderlinge sociale cohesie ervoor dat bewoners voor elkaar klaarstaan en elkaar helpen. Om tot een evenwichtige bevolkingsopbouw te komen is het belangrijk woningen voor starters toe te voegen bij woningbouw in de kern.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Kootwijk kenmerkt zich door relatief veel groen, waardoor er weinig hittestress is en wat een positieve bijdrage levert aan het welbevinden van de inwoners. Dat willen we zo houden.
Bewoners in Kootwijk staan voor een duurzame omgeving en waarderen de natuur. Dat blijkt uit het dorpsplan en uit het bewonerscollectief dat zich richt op verduurzaming van de leefomgeving. De gemeente Barneveld ondersteunt dit en ziet dit als een voorbeeld voor andere dorpen en kernen. Zo kunnen bewoners zelf de regie nemen over de verduurzaming van hun leefomgeving.
Daarnaast richt de gemeente zich op regenwaterinfiltratie waarmee het grondwater wordt aangevuld. De riolering van Kootwijk heeft een beperkte capaciteit en wordt aangepakt bij grootschalige werkzaamheden.
Wonen

Kootwijk heeft geen grote woningbouwopgave, maar we zien kansen voor de bouw van 10 tot 20 woningen tot 2040. Samen met de bewoners van Kootwijk onderzoeken we de locatie voor deze woningen, waarbij we rekening houden met de bijzondere natuur- en landschapswaarden in en rondom de kern. Verder zijn er kansen woningen te bouwen via kavelsplitsing of een extra woning op eigen perceel. We richten ons daarbij op betaalbare woningen, voor starters of jonge gezinnen.
Voorzieningen

Kootwijk heeft geen voorzieningen in het dorp, op horeca na. Op deze plekken ontmoet men elkaar. De inwoners zijn hieraan gewend en staan voor elkaar klaar. Vanwege de kleine omvang van het dorp, gaat de gemeente niet uit van extra voorzieningen, maar we staan open voor optimalisatie van bestaande voorzieningen. Bijvoorbeeld behoud en versterking van de sociale cohesie via een dorpshuisfunctie of een goede aansluiting op voorzieningen in naburige kernen, als die op aanvaardbare afstand kunnen worden aangeboden.
Kwaliteit van de leefomgeving

Kootwijk is omgeven door waardevol agrarisch gebied en natuurgebieden. Dit koesteren we en houden we in de gaten bij ontwikkelingen in en rondom de kern. In het dorp en rondom De Brink zijn kansen op een openbare ruimte met een sterkere verblijfsfunctie. Een sterke verblijfsfunctie kan bijdragen aan meer leefbaarheid en verkeersveiligheid.
Toerisme en recreatie

Kootwijk is in trek bij de recreant en toerist. Rondom het dorp liggen verschillende campings en vakantieparken, voor kort verblijf en langer verblijf. Er is geen ruimte voor nieuwe vakantieparken. Voor de bestaande vakantieparken zijn er ontwikkelmogelijkheden onder voorwaarden. Daarbij leggen we de nadruk op verbetering van de kwaliteit van de parken en de bijdrage die bij ontwikkeling kan worden geleverd aan de doelstellingen van de omgeving (onder andere natuurbehoud en -herstel). Vanuit Kootwijk starten diverse wandel-, fiets en ruiterpaden. In het beleid rond de recreatiedruk en -mogelijkheden is de recreatiezonering van de provincie een belangrijk uitgangspunt.
Bereikbaarheid

Kootwijk is goed bereikbaar met de auto. Per fiets is Kootwijk ook goed te bereiken. Niet via losliggende fietspaden naast de wegen, maar via de rijbanen en regionale recreatieve fietsroutes. Kootwijk ervaart enig sluipverkeer. Op de hele doorgaande weg in de bebouwde kom van Kootwijk geldt een maximumsnelheid van 30 km per uur. Dit snelheidsregime kan worden ondersteund in afstemming met het dorp. Binnen Kootwijk geldt de wens om het weggedeelte in het hart van het dorp integraal aan te pakken waarbij de weg meer een uitstraling krijgt van een verblijfsgebied. Het parkeeraanbod in de kern moet in overeenstemming zijn met de recreatieve voorzieningen, waarbij ook uitgeweken kan worden naar parkeergelegenheden buiten de kern, bijvoorbeeld de P-Veluwe Kootwijkerduin.

Militair terrein Stroe
Tussen Stroe en Garderen ligt een militair terrein(Militair terrein Stroe), geïsoleerd tussen de A1, N310 en N344. Het bestaat uit een westelijk deel met kazernes en bijbehorende bebouwing (zo’n 11,5 hectare bebouwing) en het oostelijk deel dat oefenterrein is en vooral een bosachtig karakter heeft.
Voor de lange termijn onderzoekt het ministerie van Defensie onder meer in het kader van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) waar defensieactiviteiten kunnen worden uitgebreid om de slagkracht van Defensie te vergroten. Vooralsnog kiest Defensie voor de ontwikkeling van een geheel nieuwe kazerne in de gemeente Zeewolde en intensivering van de bestaande kazernes in Stroe en Ermelo. De doorlooptijd voor realisatie van de kazerne in de gemeente Zeewolde schat Defensie op 10 tot 15 jaar. De gemeente Barneveld staat open voor de intensivering van deze activiteiten, mits hierbij aandacht is voor de randvoorwaarden zoals de ontsluiting van het terrein, de capaciteit van (nuts)voorzieningen, en woningbouw. Een kazerne in Zeewolde heeft ook impact op de verkeersafwikkeling in onze gemeente.

Visiekaart militair oefenterrein Stroe

4.2. Oostelijk buitengebied
Inleiding
Van oorsprong bestaat het Oostelijk buitengebied uit een gevarieerd landschap van beekdalen, broek- en heideontginningen en es-complexen aan de oostkant van het gebied. De karakteristieke beken van de gemeente Barneveld droegen bij aan dit kleinschalige landschap. In het gebied liggen de kernen Kootwijkerbroek en Stroe. De buurtschappen Essen en Esveld behoren tot Kootwijkerbroek.
Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde dit gebied zich tot een intensief landbouwgebied en het hart van de pluimveesector. De aanwezigheid van arme gronden en de signatuur in dit gebied leidde tot veel kleinschalige agrarische bedrijvigheid, nu nog herkenbaar aan veel erven met een divers gebruik.
Bij de ontwikkeling van het landbouwgebied verdwenen veel landschapselementen zoals houtsingels en lanen, en is ook de waterhuishouding aangepast. Het gebied bestaat nu voornamelijk uit en grootschalig open agrarisch gebied.
Het onderscheid tussen de verschillende landschapstypen is daarmee in de loop der
tijd minder zichtbaar geworden. Alleen ten oosten van Kootwijkerbroek is het oorspronkelijk
engen- en kampenlandschap nog deels herkenbaar. Hier zijn het wegenpatroon, landschapselementen
en een open es nog te beleven.
Bodem en water
De overgangszone van de Veluwe naar lagergelegen gebied is kwetsbaar bij langdurige
neerslag en droogte. Bij langdurige neerslag kan het regenwater moeilijk wegstromen.
Daarom vraagt deze zone extra aandacht op gebied van klimaatadaptatie, zeker wanneer
het gaat om nieuwe functies in deze overgangszone. Het risico op bodemdaling is beperkt
in dit gebied. Bij ontwikkeling zijn geen extra maatregelen nodig op dit vlak.
Kernkwaliteiten
-
De boerenbedrijven en het ondernemende karakter van de inwoners, dat deel uitmaakt van de identiteit van de gemeente Barneveld.
-
De bovenstroomse loop van de beken van de gemeente Barneveld is karakteristiek in het landschap.
-
Het gedeeltelijk bewaard gebleven essen- en kampenlandschap aan de oostkant, bijvoorbeeld rondom Stroe.
-
De Puurveense molen, als baken in het landschap.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Uitsnede kaartbeeld rond 1900 - Afwisselend broek- en heidegebied, gedeeltelijk ontgonnen |
Uitsnede kaartbeeld rond 1950 - Kleinschalige met groen omzoomdepercelen |
Uitsnede kaartbeeld rond 1980 - De landbouw intensiveert,landschapselementen verdwijnen |
Uitsnede kaartbeeld rond 2024 - Grootschalige agrarischebedrijfsbebouwing in het landschap |

Het weidse oostelijk buitengebied, met agrarische bedrijven
Ambities Oostelijk buitengebied
Algemeen
Het Oostelijk buitengebied kenmerkt zich door een ondernemend karakter. In dit deel van gemeente Barneveld komt ondernemerschap in al zijn facetten het meest tot uiting. Het ondernemerschap bepaalt hier in belangrijke mate de identiteit van het gebied. Deze dynamiek in het gebied willen we behouden voor de toekomst. Daarom ondersteunen we hier het agrarisch ondernemerschap waar mogelijk. Daarbij houdt de gemeente Barneveld oog voor behoud en versterking van de dragers van het cultuurlandschap, zoals de beken die dit gebied doorstromen. Bij dit gebied hoort bovendien een forse woonambitie voor de kernen.

Visiekaart Oostelijk buitengebied

Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Inwoners van dit gebied voelen zich relatief vaak gezond en voelen zich met elkaar
verbonden. De sociale cohesie is hoog. Daarbij komt dat dit gebied zich kenmerkt door
een relatief jonge bevolking. De inwoners weten elkaar hier goed te vinden en te helpen.
Beroep op hulp en ondersteuning vanuit de gemeente en de mate van eenzaamheid zijn
hier relatief laag.
De bedrijvigheid van vooral veel intensieve veehouderijen veroorzaakt een relatief
hoge blootstelling aan geur en fijnstof. De gemeente streeft naar beperking van deze
uitstoot door innovatie te stimuleren en minder ruim te vergunnen.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Vanuit de Veluwe ontspringen beken die door dit gebied lopen. De beken van de hoge zandgronden vormen een belangrijk gegeven in duurzaam en klimaatbestendig maken van Nederland. Het is wenselijk de beken robuuster te maken en het water zo lang mogelijk vast te houden, zodat de kans op wateroverlast wordt beperkt in de lagere delen van het bekenstelsel.
In dit gebied benutten we dan ook de kans om het bekenstelsel toekomstbestendig te maken. We zien daarbij perspectieven voor natuur en recreatie. Als zich initiatieven voordoen in de nabijheid van de beken, onderzoeken we de mogelijkheden in overleg met het waterschap.
Werklocaties

Het landelijk gebied kenmerkt zich hier als een woon-werklandschap, waarbij agrarische en niet-agrarische bedrijvigheid naast elkaar voorkomen. Deze menging en dynamiek willen we behouden. Met het functieveranderingsbeleid biedt gemeente Barneveld stoppende agrariërs de mogelijkheid hun erf in te zetten voor niet-agrarische bedrijvigheid. De gemeente geeft zo ruimte aan kleinschalige bedrijvigheid voor startende en kleine ondernemers. Ondernemers die doorgroeien of meer ruimte nodig hebben, kunnen terecht op het bedrijventerrein.
Toerisme en recreatie

Het Oostelijk buitengebied is momenteel niet de plek waar onze toeristische en recreatieve sector sterk is vertegenwoordigd. We gaan terughoudend om met nieuwe ontwikkelingen op gebied van toerisme en recreatie. Wel willen we via recreatieve nevenactiviteiten meer mogelijkheden bieden aan agrariërs, en geven we de kans nieuwe verdienmodellen te onderzoeken en eventueel te ontwikkelen in de richting van een meer multifunctioneel landbouwbedrijf. Daarnaast staat de gemeente ervoor open het recreatieve routenetwerk te versterken rondom de dorpen en in verbinding naar de Veluwe. Zo kunnen ook de perspectieven worden onderzocht die eventuele ontwikkeling in de beekzones met zich meebrengen, zodat er aantrekkelijke recreatieve routes ontstaan om te ontspannen en recreëren, met name voor onze eigen inwoners.
Robuust landschap en natuur

De beken vormen belangrijke structuurdragers van het landschap in dit gebied. Voor een duurzame en klimaatbestendige omgeving streeft de gemeente Barneveld naar versterking van dit bekenstelsel. Verder heeft het gebied een essenlandschap en kampenlandschap dat we verder willen versterken. Voor een eigentijds agrarisch landschap is het belangrijk de erven goed landschappelijk in te passen. Bij nieuwe Oostelijk buitengebiedruimtelijke ontwikkeling let de gemeente Barneveld hier dan ook goed op. Ook streven we naar zorgvuldig vormgegeven dorpsranden nastreven, met groene verbindingen tussen het buitengebied en de kern.
Landbouw

De agrarische sector is sterk vertegenwoordigd en vervult een belangrijke economische rol in het oostelijk buitengebied. Agrariërs geven we ondernemersruimte, waarbij we innovaties en doorontwikkeling in de sector zoveel mogelijk faciliteren. Binnen de grenzen van wat is toegestaan voor de gezondheid van de bevolking.
Er is ruimte voor agrarische ondernemers in het gebied. We staan hier terughoudend tegenover functies die belemmerend werken voor onze ondernemers, zoals nieuwe woonfuncties in de nabijheid van agrarische erven. Met het gemeentelijk beleid voor functieverandering en nevenactiviteiten geven we ondernemers bovendien nieuwe kansen, als ze willen stoppen of zich willen richten op extensieve of multifunctionele vormen van landbouw. Bij doorontwikkeling of functieverandering geldt in ieder geval de voorwaarde van een goede landschappelijke inpassing van het erf.
Wonen

De afgelopen jaren is dit stukje landelijk gebied steeds meer woongebied geworden. Stapsgewijs werden voormalige agrarische erven getransformeerd tot woonerven. Voor dit gebied bestaat een groot woonprogramma dat vooral terechtkomt in de beide kernen, maar deels ook aan de randen ervan. Om zoveel mogelijk ruimte te blijven bieden aan agrarische ondernemers in dit gebied kiezen we er namelijk voor functieverandering naar wonen te clusteren aan de rand van bestaande kernen. En de ruimte voor woonclusters van 10 tot 15 woningen aan de randen van de kernen is er op basis van ons functieveranderingsbeleid.
Bereikbaarheid

Het Oostelijk buitengebied is goed bereikbaar via de provinciale wegen in het gebied. Het autogebruik is relatief hoog en de vraag naar openbaar vervoer klein. Met de groei van de kernen neemt de vraag naar openbaar vervoer mogelijk toe. De gemeente gaat hierover het gesprek aan met de vervoersaanbieders. Op kernniveau hebben Kootwijkerbroek en Stroe enkele bereikbaarheidsvraagstukken die we hierna verder bespreken.

Kootwijkerbroek
Algemeen
Kootwijkerbroek ligt in de Gelderse Vallei in een gebied met een belangrijke agrarische functie. Garderbroek (met onder andere de korfbalvelden van DWS) behoort tot de kern Kootwijkerbroek. Het dorp is nog niet zo oud, en is ontstaan toen de drassige gronden ontgonnen werden. Bebouwing ontstond in eerste instantie langs de wegen, als lintbebouwing. Het ondernemerschap dat kenmerkend is voor het dorp, heeft ertoe geleid dat wonen en werken sterk met elkaar verweven zijn in de kern en op korte afstand van elkaar liggen.
In het dorp staat de herbouwde Puurveense molen, van oorsprong het beeldbepalende
gebouw van Kootwijkerbroek. Een belangrijke voorziening voor het dorp is dorpshuis
De Essenburcht, waar inwoners samenkomen en activiteiten worden georganiseerd.
Kernkwaliteiten
-
Sterke relatie met het agrarisch gebied.
-
Een ondernemende en daadkrachtige kern met veel zzp’ers.
-
Verwevenheid van wonen en werken op korte afstand van elkaar.
-
Puurveense molen als beeldbepalend gebouw.
-
Dorpshuis De Essenburcht als ontmoetingsplek en locatie voor activiteiten.

Visiekaart Kootwijkerbroek

Ambities
Kootwijkerbroek kenmerkt zich als jonge, hechte en ondernemende kern. De gemeente streeft naar stevige groei van de kern, voor wonen en voor werken. Met deze groei blijven de voorzieningen toekomstbestendig en kunnen we het ondernemerschap faciliteren. Binnen de groei voor wonen streven we naar een diverse woningvoorraad en zorgen we voor nieuwe toekomstbestendige dorpsranden, waar wonen en landschap zijn gecombineerd.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Een hechte en jonge gemeenschap typeert Kootwijkerbroek. Er bestaat een grote mate van zelfredzaamheid en er wordt weinig gebruik gemaakt van gemeentelijke voorzieningen voor hulp- en ondersteuning. De grote zelfredzaamheid en sociale samenhang willen we graag behouden. Vanwege de relatief jonge bevolking houden we er rekening mee dat er voldoende speel- en beweegmogelijkheden zijn en blijven. Ook als de bevolking verder groeit. De grote woonopgave van onze gemeente betekent voor de groei van Kootwijkerbroek dat meer inwoners van buiten de kern hier komen wonen. We streven naar een diverse woningvoorraad.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De inwoners van Kootwijkerbroek denken graag mee over duurzame energievoorziening in het dorp en hebben zich verenigd in de Coöperatie Duurzaam Kootwijkerbroek. Dit initiatief ondersteunen we van harte en we helpen Kootwijkerbroek de woon- en leefomgeving te verduurzamen.Kootwijkerbroek kenmerkt zich door buurten met een relatief laag percentage groen. Door verharding in openbare ruimte te verminderen en meer groen te realiseren, wordt de kern klimaatbestendiger. Daarnaast vergroot dit het bewustzijn op het gebied van klimaatadaptatie van de inwoners, waarmee we inwoners stimuleren de verharding te verminderen op het eigen terrein. Ook bebouwing afkoppelen van het hemelwater kan een mooie bijdrage leveren aan een klimaatbestendig Kootwijkerbroek. Wanneer de gemeente aan de slag gaat in Kootwijkerbroek, bijvoorbeeld bij een herinrichting van de openbare ruimte, benutten we kansen om de kern klimaatbestendiger te maken.
Wonen

De evenwichtige spreiding van onze gemeentelijke woonopgave betekent voor Kootwijkerbroek een opgave om zo’n 800 woningen erbij te hebben in 2040. Daarbij zetten we in op op een meer gevarieerd woningaanbod, met meer woningen voor starters,mensen met een kleinere portemonnee en levensloopbestendige woningen en appartementen.
De ontwikkelingen in Oostbroek en het Puurveenseveld leveren al de eerste 300 woningen op. Dat betekent een resterende opgave van zo’n 500 woningen.
Bij nieuwbouw voor ouderen kijken we naar een goede bereikbaarheid ten opzichte van De Essenburcht als belangrijke ontmoetingsplek. Verder kijken we naar nieuwe dorpsranden voor functieveranderingswoningen, waarbij wonen en landschap meer hand en hand gaan. Denk aan grotere erfontwikkeling voor een kwalitatieve woonbehoefte, waar tegelijk ruimte is voor natuur- en landschapsontwikkeling, met kansen voor klimaatadaptatie en recreatief medegebruik.
Aan de zuidzijde van Kootwijkerbroek kan de kern afgerond worden ter hoogte van de Nachtegaalweg, de Walhuisweg en de Essenerweg. Hiermee kunnen we een goede overgang te creëren naar het buitengebied.
Verder kiezen we voor beperkt voortborduren op het project Oostbroek in noordelijke richting en verdere verdichting in het gebied Kerkweg aan de oostzijde van de kern. Ook hier gaat het om een afronding van de kern, met de toevoeging van een beperkt aantal woningen.
Als gemeente maken we bewust de keuze voor een uitbreiding richting de noordzijde van Kootwijkerbroek. Hierbij willen we wel een aantal doorzichten intact houden van de Veluweweg/Wesselseweg richting het buitengebied. Deze uitbreiding richting noordzijde komt voort uit een integrale afweging. Deze locatie past functioneel goed, sluit goed aan qua nabijheid van winkelvoorzieningen en is goed ontsloten. In dit gebied, tussen de beek en de Wesselseweg/Veluweweg (N800) staan we nieuwe erfontwikkeling in het kader van functieverandering niet toe, ook niet naar de toekomst. Bij de uitwerking van de woningbouwrichtinge an de noordkant expliciet rekening te houden met de verkeerssituatie in Kootwijkerbroek en de landschappelijke kwaliteiten in het gebied.
Voorzieningen

De groei van Kootwijkerbroek heeft een positief effect op het behoud van het huidige voorzieningenaanbod. Voor een prachtige voorziening en ontmoetingsplek als De Essenburcht is dat een goede ontwikkeling. Tegelijkertijd veroorzaakt de groei een groeiende vraag naar sport, onderwijs, eerstelijnszorgvoorzieningen, cultuur en ontmoeten. In beginsel zet de gemeente Barneveld in op een extra onderwijsaccommodatie en overdekte sportaccommodatie, dat laatste ook om de vraag in Stroe te bedienen. We zoeken ook naar mogelijkheden ter versterking van de voorzieningen in de openbare ruimte. In het integraal huisvestingsplan van maatschappelijk vastgoed onderzoekt de gemeente in hoeverre de bestaande voorzieningen aanvulling nodig hebben.
Kwaliteit van de leefomgeving

De Kootwijkerbroek zorgt in de regel voor goed onderhouden percelen. Wel zijn er kansen om verharding in te wisselen voor een meer groene invulling. Voor de klimaatopgave gaat de gemeente hierover het gesprek aan met de inwoners, om de kennis en bewustzijn te vergroten. Ook zien we kansen om de dorpsentrees aantrekkelijker te maken. Dit nemen we mee bij de verdere groei van de kern.
Werklocaties

Al langere tijd bestaat er behoefte aan meer ruimte om te ondernemen in Kootwijkerbroek. Op weg naar 2040 zoeken we ruimte voor zo’n 6 hectare om lokale bedrijven welkom te heten. Het is daarbij wenselijk om aan te sluiten op de bestaande bedrijvigheid aan de westzijde van het dorp.
Bereikbaarheid

De kern Kootwijkerbroek is vanuit het oosten en westen goed bereikbaar via de provinciale N800. Met de beoogde oostelijke rondweg om Barneveld ontstaat een betere verbinding naar de A30. De groei van Kootwijkerbroek van de afgelopen jaren heeft gevolgen voor het verkeer. In diverse woonstraten in het oudste deel van de kern werd het drukker. Inwoners ervaren dit soms als onprettig en onwenselijk.
Bij de verdere groei van de kern onderzoekt de gemeente in hoeverre het bestaande wegennet nog extra verkeer kan opvangen en waar nieuwe woonwijken het beste kunnen worden gepland. Afgezien van de wegen binnen de wijken, wil de gemeente extra infrastructuur rond Kootwijkerbroek voorkomen.
Wij streven naar een betere fietsverbinding tussen Kootwijkerbroek, bedrijventerrein Harselaar en station Barneveld Noord. Daarmee stimuleren we verder gebruik van fiets en ov. Voor de veiligheid van fietsers en de leefbaarheid van de kern kijken we naar mogelijkheden om de toegestane snelheid op enkele 50 km-wegen af te waarderen naar 30 km per uur. Deze snelheid biedt kansen om fietsers en voetgangers meer ruimte te geven, en tegelijkertijd te komen tot een meer klimaatadaptieve inrichting.
Een deel van de Veluweweg dat door de oostzijde van de kern loopt, ligt weliswaar binnen de bebouwde kom, maar oogt als buiten de bebouwde kom door de vormgeving van de weg en de bebouwing aan één zijde van de weg. Wij vinden het gewenst om de vormgeving van de weg hier in lijn te brengen met de functie. Dan is er ook nog het deel van de Wesselseweg en Veluweweg dat door het hart van de kern loopt. Hier komt meer aandacht voor de verblijfsfunctie wanneer de maximumsnelheid en inrichting worden aangepast. De Veluweweg en Wesselseweg zijn in beheer bij de provincie Gelderland.
Stroe
Algemeen
Stroe is een van de oudste nederzettingen in Nederland. Rond 1900 bestond het uit enkele
boerderijen in een kleinschalig kampenlandschap, met daaromheen heide. Stroe ligt
aan de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn. De bedrijvigheid in Stroe is ontstaan langs
de spoorlijn. Het dorp is goed ontsloten, vanwege de ligging nabij de oprit van de
A1, maar er ligt wel een opgave voor bereikbaarheid.
Kernkwaliteiten
-
Bijzondere ligging, op overgang van besloten naar open landschap en van hoog naar laag.
-
Veel doorzichten naar het achterland.
-
Goede bereikbaarheid nabij de snelweg.
-
Enkele historische gebouwen, waaronder rijksmonumenten.
-
Ligging nabij de Stroese Heide.

Visiekaart Stroe

Ambities
Stroe is een van de kleine kernen van de gemeente Barneveld, met zelfstandige voorzieningen. Het dorp ligt hoog, direct aan de rand van de Veluwe en in de directe omgeving van provinciale en rijkswegen. Deze omstandigheden maken dat een relatief groter deel van de groeiopgave van de gemeente in Stroe terecht kan komen.
Zo ontstaan hier kansen. In de eerste plaats voor meer diversiteit in het woningaanbod. Daarnaast om de voorzieningen te behouden en zo mogelijk uit te breiden. En tot slot om een dorpshart te stimuleren met verblijfskwaliteit. Het is daarvoor van belang om de hoeveelheid sluipverkeer en de kwetsbare spoorwegovergang aan te pakken en in te zetten op een nieuwe oostelijke verbinding. Daarbij heeft de gemeente Barneveld aandacht voor een goede overgang naar de nabijgelegen Veluwe, ook gelet op de natuurherstelopgaven die er voor dit gebied liggen. Dat is een complexe puzzel, die wij met een gebiedsprogramma willen aanpakken. Op deze manier gaat Stroe de groeiopgave op een verantwoorde manier tegemoet.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Stroe staat er qua gezondheid en welzijn heel gemiddeld voor in vergelijking met de andere kernen. Ook wat betreft bevolkingsopbouw is Stroe een gemiddeld dorp. De groeiopgave gaat dan ook uit van diverse groei, bijvoorbeeld meer woonruimte voor jongeren en ouderen.
De groei die de kern te wachten staat de komende jaren vraagt aandacht voor het behoud van de sociale cohesie. Daarnaast is het belangrijk om te blijven streven naar voldoende mogelijkheden om te ontmoeten en te bewegen.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De hogere ligging van Stroe maakt het noodzakelijk het water zo lang mogelijk vast te houden. Het dorp biedt genoeg kansen om hemelwater af te koppelen van bebouwing en openbare ruimte, een bijdrage aan de klimaatbestendige toekomst van Stroe. Voor de groei is de beperkte capaciteit van de waterzuivering in Harderwijk een aandachtspunt. Een decentrale zuivering nabij Stroe zou kunnen helpen meerdere problemen op te lossen. Dit moet nader worden onderzocht. Eventuele ontwikkelingen op het defensieterrein nabij Stroe kunnen daarbij kansen bieden.
Wonen

We kiezen ervoor Stroe relatief meer te laten groeien dan andere kleine kernen. Dat heeft meerdere redenen. Ten eerste zorgt de groei voor een duurzame vitaliteit van de kern. Met meer groei ontstaat daarnaast een stevige basis voor voorzieningen en tot slot geeft groei perspectief op een breder en divers woningaanbod.
Vanaf 2021 gerekend heeft Stroe er in 2040 in totaal zo’n 500 woningen bij. Daarmee verdubbelt de kern min of meer. Met de ontwikkeling van het Wulperveld en andere reeds gerealiseerde woningen zijn de eerste 150 woningen een feit. Dat maakt een resterende opgave van zo’n 350 woningen. De verhuizing van bestaande bedrijven in de kern naar het nieuwe bedrijventerrein aan de Tolnegenweg of andere geschikte locaties biedt de kans een relatief groot deel van de woningen te bouwen op inbreidingslocaties.
Naast de woningbouwopgaven gelden voor Stroe gebiedsopgaven die (landelijk) nog volop ontwikkelingen zijn. Zo is nog onduidelijk in welke mate Defensie zich verder gaat doorontwikkelen op het terrein in Stroe. Verder is onduidelijk hoe het verder gaat met stikstof en wat de ontwikkelingsruimte aan de rand van de Veluwe zal zijn. Daarnaast is er een nieuwe ontsluiting benodigd voor Stroe en gaat de discussie gevoerd worden over de omvang van het voorzieningenniveau en locatie hiervan. Denk daarbij aan commerciële voorzieningen, de gewenste medische voorzieningen en voorzieningen als scholen.
Het is van belang dat er een regelmatige stroom blijft aan woningbouw. Daarom hebben we een locatie aan de zuidkant aangewezen, waarmee dorpsuitbreiding ook na oplevering van het Wulperveld kan plaatsvinden. Waar de overige uitbreidingsruimte gevonden kan worden, onderzoeken we nader in een gebiedsprogramma.
Voorzieningen

De groei van Stroe geeft de basis om het huidige voorzieningenaanbod overeind te houden, te verbeteren en en verder aan te vullen, zodat er meer perspectief komt voor het huidige dorpshart. Tegelijkertijd zorgt de groei voor aanvullende vraag naar onderwijs, sport en cultuur. Voorzieningen moeten worden uitgebreid, zeker voor onderwijs en sport. Het integraal huisvestingsplan van de gemeente zorgt voor een verdere uitwerking van het vraagstuk.
De forse groei van het dorp vraagt in ieder geval om uitbreiding van eerstelijnszorgvoorzieningen. Hiervoor is afstemming nodig met de lokale partners in de zorg.
Kwaliteit van de leefomgeving

Stroe heeft op diverse plekken een mooie wisselwerking tussen de dorpskern en het omliggende landschap, bijvoorbeeld via doorzichten.
Werklocaties

Aan de Tolnegenweg en op andere geschikte locaties langs de dorpsrand is ruimte voor verplaatsing van (kleinschalige) bedrijven uit de woonkern. In de kern ontstaat zo ruimte voor een nieuwe invulling. Aan de oostzijde van Stroe bevinden zich enkele zwaardere bedrijven, een situatie die minder gewenst is gezien de korte afstand tot omliggende woningen en de beperking die de bedrijvigheid oplegt aan de ontwikkeling van een prettig dorpshart. Uitbreiding van deze bedrijvigheid is niet aan de orde. In het kader van het gebiedsprogramma bezien we de noodzaak en mogelijkheden voor eventuele aanvullende werklocaties.
Bereikbaarheid

Stroe kampt met relatief veel doorgaand verkeer door de kern, vanwege het ontbreken van een aantrekkelijke alternatieve route tussen Kootwijkerbroek en de N310/A1. Met de groei van Stroe is het dan ook wenselijk om ten zuiden van Stroe een nieuwe verbinding te maken tussen de Wolweg (N800) en de provinciale weg N310. Daardoor ontstaan kansen op een groter verblijfskarakter en een centrumfunctie passend bij de groei van de kern. Ook de situatie van het landbouwverkeer wordt hierin meegenomen. De fietsverbindingen van en naar Stroe zijn relatief beperkt. We streven dan ook naar verbetering van de bestaande fietspaden en -verbindingen, bijvoorbeeld naar station Barneveld-Noord. Al langere tijd wordt gesproken over de terugkeer van een station in Stroe. De investering in nieuw station eist een grote hoeveelheid potentiële reizigers om rendabel te zijn. Ondanks de geplande groei van Stroe en de ontwikkelingen rondom Defensie is het niet zeker in hoeverre een station kansrijk is. Om die reden onderzoeken wij andere vormen van hoogwaardig openbaar vervoer tussen Stroe en Amersfoort en Apeldoorn. De gemeente Barneveld blijft daarover in gesprek met het Rijk en de provincie.
4.3. Recreatiegebied Voorthuizen
Inleiding
Het Recreatiegebied Voorthuizen was van oorsprong een uitgestrekt heidegebied, dat in de eerste helft van de 20e eeuw werd ontgonnen tot agrarisch gebied. Tussen de rechtlijnige wegen ontstonden langgerekte akkerpercelen en weides. Vanwege de bijzondere ligging op de overgang met de Veluwe, en in nabijheid van Voorthuizen, ontstonden vanaf de jaren ‘60 de eerste vakantieparken.
Tegenwoordig kenmerkt het gebied, met name ten zuiden van de N344, zich door grootschalige recreatieve voorzieningen, zoals campings en bungalowparken. Hoewel deze recreatieve voorzieningen hun stempel op het landschap hebben gedrukt, heeft een deel van het gebied een agrarisch karakter. De percelen zijn redelijk kleinschalig en op sommige plekken zijn er nog landschapselementen rondom de kavels aanwezig.
Het gebied ten noorden van de N344 is onderdeel van het Veenhuizerveld en het Groene
Valleilint en waardevol vanwege zijn landschappelijke en ecologische waarden. Voor
het gemeente-overstijgende gebied is een gebiedsproces gaande om de landschappelijke
kwaliteiten te versterken.
Bodem en water sturend
Vanwege de lagere ligging ten opzichte van de Veluwe is het gebied beperkt kwetsbaar
voor de gevolgen van droogte. Desondanks zijn er kansen het watersysteem optimaal
in te richten, zodat de gevolgen van droogte zoveel mogelijk worden beperkt. Dat kan
door water zo lang mogelijk vast te houden of vertraagd af te voeren. Het risico op
bodemdaling is in dit gebied beperkt. Bij ontwikkelingen zijn geen extra maatregelen
nodig op dit vlak.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving
-
Toegangspoort naar de Veluwe vanuit het westen, met volop recreatiemogelijkheden.
-
Afwisselend en kleinschalig landschap met lokaal microreliëf aan de noordkant.
-
Geleidelijk overgangsgebied van agrarisch naar bos.
-
Wegen als rechte lijnen door het landschap.
-
Goede recreatieve fietsinfrastructuur.
-
Goede bereikbaarheid met openbaar vervoer en auto.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Uitsnede kaartbeeld rond 1900 - Uitgestrekt heidegebied |
Uitsnede kaartbeeld rond 1950 - Ontgonnen heidegebied metkleinschalige percelen |
Uitsnede kaartbeeld rond 1950 - Ontgonnen heidegebied metkleinschalige percelen |
Uitsnede kaartbeeld rond 2024- Verdere doorontwikkelingvakantieparken |

Recreatiegebied Voorthuizen met vakantieparken
Ambities Recreatiegebied Voorthuizen
Algemeen
Dit recreatiegebied kenmerkt zich door de sterke aanwezigheid van de grote vakantieparken. De vakantieparken staan voor de opgave om te verduurzamen en klimaatbestendig te worden, meer landschappelijk ingericht te worden en problemen aan te pakken rond bereikbaarheid, veiligheid, ondermijning en de huisvesting van doelgroepen in een kwetsbare positie. Het Veenhuizerveld ligt hier in het Groene Valleilint met de opgave de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten te verbeteren voor de verbinding van de Veluwe met de Utrechtse Heuvelrug. Het recreatiegebied heeft verschillende gezichten en uitdagingen. Het is wenselijk om samen met de partners en partijen in het gebied te komen tot een integraal toekomstbeeld voor dit stukje Barneveld, een nadere uitwerking van deze omgevingsvisie.

Visiekaart recreatiegebied Voorthuizen

Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Op een deel van de vakantieparken speelt sociale problematiek. Er komen zaken voor als ondermijning, prostitutie en mensenhandel. Met de gezamenlijke benadering van Vitale Vakantieparken worden de grootste problemen aangepakt, maar voor de toekomst het is van belang om deze problemen op te lossen.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Veel vakantieparken hebben te maken met een verduurzamingsopgave, maar ze zijn ook niet klimaatbestendig te noemen. Er is een grote opgave om de vakantieparken te verduurzamen wat betreft energiebesparing en het gebruik van duurzame energie. Daarnaast streven we ernaar de parken klimaatadaptief en natuurinclusief te maken.
Er zijn verschillende plekken waar sprake is van wateroverlast. Ook waar het gaat om watergebruik is er veel winst te behalen.
Door het gebied loopt onder andere de Hoevelakense beek. Beken treden buiten hun oevers in dit gebied. Het is wenselijk het water bovenstrooms vast te houden en de beken robuuster te maken, om wateroverlast te beperken in de lagere delen van het bekenstelsel. We nemen daarbij de kansen mee voor natuur en recreatie.
Werklocaties

Het aantal niet-agrarische bedrijven is hier relatief beperkt. Dit past ook bij het karakter van het gebied. Via het functieveranderingsbeleid geeft de gemeente Barneveld stoppende agrariërs de mogelijkheid het erf in te zetten voor niet-agrarische bedrijvigheid. We streven daarbij naar kleinschalige bedrijvigheid, met ruimte voor startende en kleine ondernemers. Ondernemers die doorgroeien of meer ruimte nodig hebben, zijn van harte welkom op onze bedrijventerreinen.
Toerisme en recreatie

Toerisme en recreatie is de sector die dit gebied grotendeels vormt en kenmerkt. Er is hier een hoge dichtheid in het aantal vakantieparken. Zodanig, dat een verdere groei onwenselijk is en we kijken naar mogelijkheden om meer lucht in het gebied te krijgen, zodat ook de bereikbaarheid en veiligheid van de parken verbeterd kan worden.
Met het Programmaplan Programma Vitale Vakantieparken 2023-2025 zetten we stappen naar een toekomstbestendig recreatiecluster en pakken we de grootste problemen aan, die zich met name voordoen in het oostelijk deel van het gebied. Daarbij streven we naar moderniseren en toekomstbestendig maken van de bestaande recreatieve functies.
Via bijvoorbeeld nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven geven we daarnaast ruimte aan nieuwe kleinschalige initiatieven. Bovendien steunt de gemeente de doorontwikkeling van het recreatieve routenetwerk en de kansen bij ontwikkelingen in de beekzones.
Robuust landschap en natuur

In het recreatiegebied is de versterking van landschap en natuur een belangrijk uitgangspunt, mede omdat het deel uitmaakt van het Groene Valleilint. Het Veenhuizerveld heeft als onderdeel van het Groene Valleilint mogelijkheden de natuur en het landschap te versterken. Hier gaan we uit van meer natuurinclusieve en extensievere vormen van landbouw.
Voor een duurzame en klimaatbestendige omgeving streven we ernaar het bekenstelsel te versterken bij de Hoevelakense beek. Ook zien we graag dat de bestaande rode functies, zoals de vakantieparken en golfbaan, een meer landschappelijk en biodivers karakter krijgen. Initiatieven voor natuur- en landschapsontwikkeling, eventueel met een landgoed of bijzondere woonvorm als financiële drager, moedigen we van harte aan. Voorop staat daarbij dat de landschappelijke kwaliteiten leidend zijn.
Landbouw

De agrarische sector speelt in dit gebied een relatief kleine rol. De natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van dit gebied vragen om vormen van natuurinclusieve landbouw. We faciliteren ondernemers die willen inzetten op extensivering, kringlooplandbouw of multifunctionele vormen van landbouw.
Wonen

De vakantieparken zijn voor onze recreanten, en we willen hier geen permante bewoning. Op basis van het beleid Vitale Vakantieparken zijn er enkele uitzonderingen om mee te werken aan het wonen op een park. Aan dit beleid houden we vast.
Buiten de vakantieparken kenmerkt dit gebied zich niet door een stevige aanwezigheid van woningen. We voorzien geen grote ambities op dit gebied. Via het functieveranderingsbeleid biedt de gemeente stoppende agrariërs wel de mogelijkheid hun erven te herontwikkelen, bijvoorbeeld voor wonen. Verder zien we kansen om woningbouw te realiseren via landgoedontwikkeling of bijzondere woonvormen. Woningbouw is daarbij financiële drager voor natuur- en landschapsontwikkeling.
Bereikbaarheid

Het gebied is goed bereikbaar voor alle verschillende vormen van vervoer. Zo is er een prima openbaar vervoersverbinding vanaf de Apeldoornsestraat. Wel bestaat de opgave om de diversiteit van verkeersbewegingen van voetgangers, fietsers, auto’s (met caravan) van en naar de recreatieparken veilig te laten plaatsvinden.
4.4. Verstedelijkt gebied
Inleiding
Midden in de vallei liggen de twee grootste kernen van de gemeente, Voorthuizen en Barneveld, die onderdeel zijn van het Verstedelijkt gebied, een gebied dat dichter bebouwd is. Voorthuizen en Barneveld zijn van oudsher goed ontsloten en zijn in de loop van de jaren de sterkst gegroeide kernen. Tussen de beide bevindt zich het bedrijventerrein Harselaar, dat zich vanaf de jaren ‘70 ontwikkelde langs de A1.
Oorspronkelijk bestond dit gebied uit een afwisselend kampenlandschap doorsneden door enkele beekdalen. De kleine percelen werden omzoomd door houtsingels en hadden een grillig karakter. Na de Tweede Wereldoorlog vond schaalvergroting plaats in het gehele gebied, waardoor het landschap een open karakter kreeg. Ook ontstond de recreatieplas Zeumeren, als zandwinningslocatie en later als recreatiegebied.
Te midden van dit agrarische landschap zijn beide dorpen in de afgelopen decennia stevig gegroeid met woningen, in een breed aanbod van verschillende woonwijken met elk een eigen karakter. De kernen hebben een groot en divers aanbod van voorzieningen, zoals onderwijs, sport en cultuur en beide centra hebben een breed winkelaanbod. Voorthuizen vervult daarbij een belangrijke functie voor de toerist vanwege de vele nabijgelegen recreatieve voorzieningen, terwijl de kern Barneveld meer een regionale functie heeft. Wat betreft de voorzieningen heeft de kern Barneveld een centrumfunctie voor de andere kernen, bijvoorbeeld voor middelbaar onderwijs, de bibliotheek, het theater, de muziekschool en de musea.
Als gevolg van de groei is het agrarisch karakter steeds minder geworden. Ook de grote groei van de bedrijventerrein Harselaar heeft hieraan bijgedragen. Toch kennen Barneveld en Voorthuizen grote groene gebieden, waaronder landgoed Schaffelaar, het gebied rondom de Esvelderbeek en nabij de buurtschap Zeumeren. Hier liggen belangrijke natuurwaarden.
Door de aanwezigheid van een goed netwerk voor autoverkeer, fietsverkeer en openbaar
vervoer zijn de kernen in het algemeen goed bereikbaar, wat levendigheid teweegbrengt
in de centra en voor draagvlak zorgt van de voorzieningen.
Bodem en water
Vanwege de lagere ligging is het gebied beperkt kwetsbaar voor de gevolgen van droogte en wateroverlast. Toch is er ruimte om het watersysteem optimaal in te richten, om de gevolgen van droogte beperkt te houden. Bijvoorbeeld door water zo lang mogelijk vast te houden of vertraagd af te voeren. De bestaande beekdalen kunnen daar een rol in spelen. Daarvoor zoekt de gemeente Barneveld naar maatwerk voor de openbare ruimte in bestaande wijken of waar beken overkluisd zijn.
Het risico op bodemdaling is beperkt in dit gebied. Bij ontwikkelingen zijn dan ook
geen extra maatregelen nodig op dit vlak. Het gebied is niet gevoelig voor overstromingen
als de beken buiten hun oevers treden. In de groene buffers stimuleren we juist overstroming
van de beek. Daarbij dient regenwater hier tijdelijk geborgen te worden.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving
-
Groene uitloopgebieden nabij Barneveld en Voorthuizen dragen bij aan de kwaliteit van de leefomgeving.
-
Beekdalen die het gebied doorkruisen.
-
Volop recreatiemogelijkheden met onder andere recreatiegebied Zeumeren en landgoed Schaffelaar.
-
Het ‘Wilbrinksbos’ en ‘Johannabos’’ met wandelpaden.
-
Goede bereikbaarheid, vanwege snelwegen en treinverbinding.
-
Veel en gevarieerde voorzieningen, waaronder winkels, sportaccommodaties, culturele voorzieningen en voorzieningen op het gebied van welzijn, preventie, jeugdhulp, jongerenwerk en maatschappelijk werk. Sommige hebben een functie voor de hele gemeente.
-
Breed woningaanbod, bestaande uit wijken met eigen karakter.
-
Gunstige economische ligging.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Uitsnede kaartbeeld rond 1900 - Kleinschalig kampenlandschap tenzuiden van Voorthuizen |
Uitsnede kaartbeeld rond 1950 - Resterende heidepercelenontgonnen en spoorlijn aangelegd |
Uitsnede kaartbeeld rond 1980 - Aanzienlijke schaalvergroting vanhet landschap en snelweg tenzuiden |
Uitsnede kaartbeeld rond 2024 - Toenemende verstedelijking vanuitVoorthuizen |

Toenemende verstedelijking in het verstedelijkt gebied
Ambities Verstedelijkt gebied
Algemeen
Het Verstedelijkt gebied kenmerkt zich door haar dynamische aard met een grote verscheidenheid aan functies en karakter. De gemeente streeft naar behoud en versterking van deze dynamiek, waarbij we zoeken naar een optimale samenhang tussen verstedelijkt gebied en de landelijke omgeving.
De groeiambities van de gemeente vinden voor het overgrote deel plaats in het verstedelijkt gebied, met kansen voor zowel inbreiden als uitbreiden.
De groeiambitie bestaat uit woningen en uit ruimte voor al dan niet regionale bedrijvigheid. Groei moet samengaan met gezondheid en toekomstbestendigheid, een gezonde groene groei. Om dit te bereiken geven we prioriteit aan groene gezonde randvoorwaarden in de openbare ruimte.
Naast het aantal woningen neemt het aanbod aan voorzieningen toe in het verstedelijkt gebied. De groeiambitie biedt perspectief voor nieuwe voorzieningen met een functie voor de hele gemeente.
In lijn met groei streeft de gemeente naar een optimale infrastructuur om het verstedelijkt gebied verkeersveilig te houden en de doorstroming te verbeteren waar nodig, bijvoorbeeld met de aanleg van een oostelijke rondweg.

Visiekaart Het verstedelijkt gebied

Gezondheid en welzijn van onze inwoners

Terwijl de gezondheid en het welzijn in onze gemeente wat hoger ligt dan het landelijke gemiddelde, kent het verstedelijkt gebied buurten waar het minder goed gaat. De verschillen in gezondheid tussen buurten zijn hier het grootst, bijvoorbeeld wat betreft ervaren gezondheid, eenzaamheid en financiële onzekerheid. Om deze verschillen terug te dringen, gaat de gemeente verschillend om met buurten.
De gemeente schenkt wat meer aandacht aan buurten waar het harder nodig is, dan aan buurten waar het beter gaat met de gezondheid. De aanpak verschilt per buurt, bijvoorbeeld door meer inzet op groen, ontmoetingsplekken, sport, bewegen en cultuur. Hier is een duidelijke relatie met de doelstellingen uit het beleidskader Sociaal Domein. Met strengere milieunormering voor de agrarische sector wil de gemeente bovendien de gezondheid van de inwoners beschermen en ruimte bieden voor een gezondheidsbevorderende ontwikkeling.
Gelet op de groei van de kernen streeft de gemeente ernaar mensen gemakkelijk toegang te bieden tot voldoende groen in de nabijheid. In de grotere kernen is het belangrijk dat er binnen de kern voldoende groen is, omdat de afstand tot de groene uitloopgebieden vaak groter is. Dit gaat om toevoegen van groen in bestaande wijken en projecteren van voldoende groen in nieuwe wijken. Met de 3‑30‑300-regel als richting draagt bovendien bij aan klimaatadaptatie. Daarnaast streven we naar groene uitloopgebieden aan de randen van de kernen.
Het Verstedelijkt gebied biedt een goed aanbod van zorg en ondersteuning die in de toekomst houdbaar moet blijven. Gezien de groei heeft de gemeente hier aandacht voor en voorziet in uitbreiding van deze functies als dit nodig is.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De beken en groene bufferzones vormen in dit gebied belangrijke dragers voor een duurzame en klimaatbestendige omgeving. Deze verstevigen we verder en we brengen ze in verbinding met de verstedelijkte omgeving.
Voor de bebouwing en de openbare ruimte ziet het verstedelijkt gebied van Barneveld en Voorthuizen volop kansen voor verder verduurzamen en toekomstbestendig maken. Hierbij is bestrijding van hittestress een belangrijk uitgangspunt, met vergroening van de openbare ruimte en aandacht voor koelteplekken.
In de zone tussen Branderwal en Zeumeren komen veel energie-initiatieven tot ontwikkeling, zoals opslag en opwek van duurzame energie. De Visie Windenergie noemt deze plek als mogelijkheid voor grootschalige ontwikkeling van windenergie.
Werklocaties

Het Verstedelijkt gebied kenmerkt zich als een dynamisch gebied met een breed scala aan werklocaties, zoals bedrijventerrein Harselaar en het centrum van Barneveld. We richten ons op het behoud, versterking en meegroeien van het vestigingsklimaat voor economische activiteit. De gemeente streeft ernaar in de toekomst het onderscheid te behouden in verschillende typen werklocaties en bedrijventerreinen. De Harselaar richt zich zo meer op zwaardere bedrijvigheid, terwijl lichtere bedrijvigheid een plek moet krijgen op andere bedrijventerreinen, zoals De Valk.
We streven voor de kernen Barneveld en Voorthuizen naar een beëindiging van bedrijvigheid van categorie 4 en hoger. Daarvoor beperkt de gemeente de ontwikkelingsmogelijkheid van deze bedrijven en ondersteunt ze initiatieven voor een alternatieve invulling.
Toerisme en recreatie

De groene bufferzone Zeumeren is de belangrijkste trekpleister voor dagrecreatie van onze inwoners en toeristen. De gemeente richt zich hier op vergroting van het aanbod voor dagrecreatie om Zeumeren te versterken en toekomstbestendig te maken. Bij de ontwikkeling van nieuwe functies zorgen we ervoor dat we voldoende capaciteit houden voor onze eigen inwoners en ons niet alleen richten op toerisme.
Daarnaast streven we naar kleinschalige recreatieve functies in de rest van het gebied, om de toegankelijkheid van het landelijk gebied en de groene bufferzones te versterken.
Robuust landschap en natuur

De groene zones rondom Voorthuizen, Harselaar en Barneveld zijn gemeentebreed groene dragers van de oost-westverbinding. Ze zijn van groot belang voor de gezondheid en het welzijn van onze inwoners. Deze dragers en het Schaffelaarsebos vormen de groene longen van het verstedelijkt gebied en vragen om een inrichting met een balans tussen recreatief gebruik, natuur en agrarisch natuurbeheer.
We koesteren deze groene dragers en richten ons op vergroting en versterking van deze zones. Hierbij zoeken we naar de balans tussen de toegankelijkheid voor bezoekers en bescherming van natuurwaarden. De Esvelderbeekzone blijft zich profileren als natuurrijke zone, terwijl Zeumeren zich meer richt op dagrecreatie. Het Schaffelaarsebos houdt de balans tussen natuurwaarden en recreatief gebruik.
Landbouw

In het Verstedelijkt gebied is landbouw volgend en ondergeschikt aan de verstedelijkingsdoelstellingen en daarom
stimuleren we vormen van landbouw die hierbij passen.
De groene bufferzones van de Esvelderbeekzone en Zeumeren zijn geschikt voor vormen
van grondgebonden of multifunctionele landbouw, aan de westzijde van de rondweg in
Voorthuizen zien we meer ruimte voor agrarisch ondernemerschap.
Wonen

Met onder andere de wijken Veller, Bloemendal en Holzenbosch realiseerde het verstedelijkt gebied de afgelopen jaren een groot aantal woningen. Daarnaast zijn volop nieuwe wijken in ontwikkeling die de komende jaren voltooid worden. Om het woningaanbod tot 2040 op peil te houden, streven we naar uitbreiding en inbreiding van de kernen Barneveld en Voorthuizen. Daarbij onderzoekt de gemeente kansen voor nieuwe woningen in de kernrandzones als kwalitatieve overgang naar het buitengebied en bouwen we intensiever nabij de stations in de vorm van appartementengebouwen. Uitgangspunt is inbreiden waar dit mogelijk is, bijvoorbeeld op plekken waar bedrijvigheid uit zwaardere categorieën worden verplaatst.
We richten ons op de huisvesting van uiteenlopende doelgroepen, van starters en gezinnen tot arbeidsmigranten en aandachtsgroepen. De planning houdt rekening met doelgroepen die langer zelfstandig thuis wonen. Zo heeft de gemeente aandacht voor levensloopbestendige woningen, levensloopbestendige wijken en starterswoningen, met uiteenlopende prijscategorieën en een passende verdeling tussen huur en koop. Daarbij streven we naar een grotere spreiding van de sociale huur, grotere diversiteit in woningtypen en bouwen we woningen voor bepaalde doelgroepen vooral in de buurt van voorzieningen.
Daar waar het kan biedt de gemeente stoppende agrariërs de ruimte om onder voorwaarden het erf te herontwikkelen tot woningbouw. Daarvoor stelt de gemeente kaders op aanvullend op het huidige functieveranderingsbeleid.
Bereikbaarheid

Het Verstedelijkt gebied is buiten de spitsperioden goed bereikbaar door de A1 en A30, de provinciale wegen en door het openbaar vervoer met de aanwezigheid van drie treinstations. Tijdens de spits is de bereikbaarheid minder goed, als gevolg van de files.
De gemeente Barneveld streeft ernaar om de rondwegenstructuur van Barneveld te voltooien, met als doel de verkeersdruk te verminderen binnen de bebouwde kom. Dit draagt bij aan robuustheid van het wegennet en bereikbaarheid van hulpdiensten in geval van incidenten, en aan de verkeersveiligheid en leefbaarheid in de kern. Daarnaast blijft de gemeente Barneveld bij het Rijk benadrukken dat een snelle aanpak van het knooppunt A1-A30 en het knooppunt Hoevelaken essentieel is voor de bereikbaarheid van onze gemeente en de omliggende regio’s.
Daarnaast onderzoeken we nut, noodzaak, kansen en effecten voor een nieuwe afslag
van de A1 aan de oostzijde van Harselaar en voor een uitbreiding van station Barneveld-Noord
met perrons aan de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn en een bijbehorende extra treinstop.
Tot slot streeft gemeente naar het optimaliseren van fietsroutes tussen de grotere
woon en werkgebieden om het fietsgebruik op korte afstand verder te stimuleren en
te faciliteren. Hierbij denken we onder andere aan de fietsroute langs de Stationsweg
als onderdeel van de regionale fietsroute die Voorthuizen en Barneveld verbind met
kernen en onze buurgemeenten.

Barneveld
Algemeen
Barneveld was van oorsprong een belangrijk knooppunt in een netwerk van hessenwegen (handelswegen).
Het dorp kent een radiale verkeersstructuur met meerdere wegen die naar het centrum
van Barneveld leiden. Barneveld heeft drie stations op de verbinding Ede-Wageningen-Amersfoort.
Gedurende de jaren zijn er uiteenlopende woningbouwontwikkelingen geweest, in- en
uitbreiding, waardoor het dorp een rijke variatie kent aan woonmilieus. Als grootste
kern heeft Barneveld verschillende voorzieningen met een functie voor de gehele gemeente,
zoals middelbare scholen, sportfaciliteiten en culturele functies, denk daarbij aan
het Schaffelaartheater en de Muziekschool.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving
-
Veelzijdig dorp met werkgelegenheid, voorzieningen en recreatieve mogelijkheden.
-
Divers voorzieningenniveau op het gebied van cultuur, detailhandel, onderwijs en sport, waaronder voorzieningen met een functie voor de hele gemeente.
-
Goed bereikbaar door de gunstige ligging nabij de snelwegen en met drie treinstations.
-
Door verschillende wijken met eigen kenmerken een breed palet voor verschillende inwoners met uiteenlopende woonwensen.
-
Landgoed Schaffelaar als groene parel bij Barneveld.
-
De beken als groenblauwe aders.

Visiekaart Barneveld

Ambities
Barneveld is en blijft de centrale kern binnen onze gemeente waar ook de meeste en belangrijkste voorzieningen aanwezig zijn. De gemeente werkt aan de versterking van dit centrum van voorzieningen en leefbaarheid door invulling te geven aan Omgevingsvisie Barneveld Centrum. Daarnaast hebben we aandacht voor verbetering van de gezondheid in de woonwijken waar deze nu minder is goed is. Bovendien streven we naar verbetering en vernieuwing van de openbare ruimte, om Barneveld toekomstbestendig te maken. Tegelijkertijd ambiëren we een stevige groei op het gebied van wonen en economie, waarbij we binnen en buiten de kern kijken en onze infrastructuur robuuster maken met een westelijke en oostelijke rondweg. Aansluitend op deze ambities richten we tot slot onze aandacht op duurzaamheid, een groene leefomgeving en het erfgoed van Barneveld.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

We vinden het als gemeente belangrijk dat het gezondheid- en welzijnsniveau van onze inwoners zo hoog mogelijk is. Het is bekend dat Barneveld enkele buurten heeft waar minder mensen zich gezond voelen, minder mensen genoeg bewegen, meer mensen zich eenzaam voelen, en meer mensen wonen die moeite hebben met rondkomen. Het gaat vooral om Oldenbarneveld, de Lors, Rootselaar-West en de Vogelbuurt (zie de lagenkaart in de bijlage).
Een gezonde leefomgeving levert een positieve bijdrage aan gezondheid en welzijn. We streven in de gemeente naar meer gelijke kansen. Daarom willen we wat meer investeren in een gezonde leefomgeving bij buurten waar dat harder nodig is en benutten we kansen die bijdragen aan meer groen, ontmoeten en bewegen. Bijvoorbeeld op het gebied van sporten, bewegen, cultuur, ontmoeten, groen en wonen. Denk hierbij aan verbetering van het fiets- en wandelnetwerk en investering in sportmogelijkheden in de openbare ruimte. De groei van het dorp Barneveld betekent ook uitdagingen voor de huisvesting van zorgvoorzieningen, waaronder de huisartsenzorg. De gemeente ziet in de kern Barneveld een flinke uitdaging om de zorg toegankelijk te houden.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De Esvelderbeekzone en landgoed Schaffelaar vormen belangrijke groene plekken, die een bijdrage leveren aan een klimaatbestendige leefomgeving. We willen Barneveld meer in verbinding brengen met deze plekken en ze koesteren voor de toekomst.
De gemeente streeft een uitbreiding na van het groen Barneveld en wil het groen onderling
verbinden waar mogelijk. We hebben aandacht voor de aanleg van koelteplekken, tegengaan
van hittestress en voorkomen van wateroverlast. De Kleine Barneveldse Beek zichtbaar
en beleefbaar maken in het centrum is hiervoor een van de ambities. Daarnaast richten
we ons op versterking van de klimaatmantel aan de oostzijde van Barneveld. Deze landschappelijke
voorziening, opgenomen in het Blauw Omgevingsprogramma (BOP) 2022-2027 van Waterschap
Vallei en Veluwe, heeft een belangrijke functie voor waterberging in en rond Barneveld.
Vanwege de omvang van de kern Barneveld hechten we naast de uitloopgebieden extra
waarde aan voldoende groen in de wijken en buurten. In de nabijheid van de woning
en met zicht op groen vanuit woningen. De 3‑30‑300-regel is richtinggevend. Zo dragen
we bij aan meer bewegen, ontspannen en ontmoeten, en het tegengaan van hittestress.
Wonen

Barneveld kent een grote woningbouwopgave voor 2040 waarbij we streven naar de bouw van zo’n 4.000 woningen. Met de geplande ontwikkeling van onder andere de Burgt en Bloemendal en verschillende inbreidingskansen voorzien we grotendeels in deze taak. Voor de resterende opgave van ongeveer 500 woningen ziet de gemeente mogelijkheden om nieuwe woningen te realiseren bij bedrijfsverplaatsing (zware bedrijvigheid) en aan de oostzijde van station Barneveld-Zuid. Verder zien we voor kleinschalige uitbreidingen ruimte op meerdere locaties in de dorpsrandzone, waarbij vervlechting met het aanliggende landschap een belangrijk uitgangspunt is. Met name aan de noordzijde van de kern streven we ernaar de noordelijke rand te vervlechten met de Esvelderbeekzone, met perspectieven voor wonen in een lagere dichtheid.
Zo ontstaat een geleidelijke overgang tussen wonen en het groen, een stap in de richting van een duurzame en gezonde leefomgeving met behoud van de groene buffers en de bijbehorende landschappelijke waarden. Daarnaast onderzoekt de gemeente de mogelijkheid voor verplaatsing van diverse functies, waaronder onze sportvoorzieningen, om zo te komen tot een robuust voorzieningenniveau met kansen voor woningbouw. Op dergelijke inbreidingslocaties zijn hogere dichtheden mogelijk met een bouwhoogte van vijf of zes lagen, en op sommige plekken nog hoger. Denk daarbij aan de stationslocaties.
Een van belangrijke uitgangspunten voor ontwikkellocaties is om te bouwen nabij ov-locaties. Een uitbreiding bij station Barneveld Zuid sluit daar goed op aan. Hier ligt de kans om in grote dichtheden ook te bouwen met gepaste hoogbouw. Hiermee onstaan ook mogelijkheden voor niet-traditionele doelgroepen binnen de gemeente die met name gebruik maken van ander vervoer dan de auto. Desondanks is bij een nadere invulling aandacht nodig voor een goede ontsluiting, mede in relatie tot de nieuw te realiseren rondweg. Verder moet bij een uitwerking rekening gehouden worden met de overgang naar het landelijk gebied (onder andere de groene uitloop naar het buitengebied) en het het voorzieningenniveau aan de zuidzijde van Barneveld (met name scholen).
Barneveld wordt afgerond aan de noordkant met de verdere uitbreiding van het plan Bloemendal. In dat plan zitten ongeveer 1.500 woningen. Deze worden op basis van de afspraken met Grootschalig Woningbouwgebied Foodvalley opgehoogd naar 2.000 woningen. Deels wordt dat in het huidige projectgebied gedaan en deels daarbuiten. Dit moet gepaard gaan met het ruimte geven aan de Esvelderbeekzone. Aan de oostzijde (nabij station Barneveld Noord) is dat al gedaan. Aan de westzijde is de insteek om dat ook te gaan doen. Hier moet een goede afronding van de kern plaatsvinden, waarbij ook incidentele woningbouw in het kader van rood voor groen tot de mogelijkheden behoort.
Aan de westzijde van Barneveld zien we een gebiedsontwikkeling voor woningebouw en/of (verplaatsing) van bedrijvigheid en mogelijke verplaatsing van sportaccommodaties. Waarbij de de gebiedsontwikkeling een westelijke randweg mogelijk maakt. De woningbouw moet op een zo groot mogelijke afstand van de A30 gerealiseerd worden in verband met milieuhinder. We zien wel ruimte om sportvoorzieningen en andere niet-gevoelige functies nabij de A30 te realiseren. De A30 blijft daarbij een harde grens. We zien aan de westzijde mogelijkheden om de beken die door en aangrenzend aan dit gebied lopen in de gebiedsontwikkeling te versterken.
Een uitbreiding aan de oostzijde van Barneveld is hooguit beperkt tot straatje erbij. We voorzien hier tot 2040 geen grootschalige gebiedsontwikkelingen. Deze zijn ook niet nodig voor Barneveld op basis van het groeiscenario dat we nu hebben en de verdeling over de kernen.
Voorzieningen

Om Barneveld tijdens de komende groei gezond en leefbaar te houden voor de toekomst, streeft de gemeente naar versterking en uitbreiding van het voorzieningenniveau. Als invulling van de doelstellingen uit de Omgevingsvisie Barneveld Centrum moeten we aan de slag om voldoende voorzieningen te krijgen rond bijvoorbeeld eerstelijnszorg, sport, zwemwater, cultuur en basis- en voortgezet onderwijs.
Bij nieuwe woningbouwontwikkeling en in de bestaande wijken hebben we aandacht voor ontmoetingsplaatsen en onderzoeken we de mogelijkheid deze te faciliteren. In de komende versie van de integrale huisvestingsplannen onderzoeken we hoever we uitkomen met de bestaande voorzieningen.
Bij onze sportvoorzieningen zien we verenigingen of accommodaties onder druk staan door de huidige ligging met beperkte mogelijkheden voor uitbreiding. Om onze sportverenigingen toekomstbestendig te maken, onderzoeken we de mogelijkheid voor verplaatsing van sportaccommodaties naar de randen van de kern en voor multifunctioneel gebruik van de faciliteiten.
Kwaliteit van de leefomgeving

De gemeente Barneveld streeft een duurzame inrichting na van de leefomgeving, met aandacht voor cultuur en een groene openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoeten, spelen, bewegen en ontspannen. Een van de ambities is voorkomen van hittestress door kwalitatief groen met schaduwrijke plekken, ook in de kern zelf. We hebben hierbij vooral aandacht voor wijken waar veel ouderen wonen. Daarnaast zorgen we voor goede groene verbindingen met de omgeving. De omliggende groene bufferzones vervullen namelijk een belangrijke rol voor de leefbaarheid van Barneveld, voor ontspanning en recreatie. We streven dan ook naar uitbreiding en versterking van deze zones, met de juiste balans tussen de toegankelijkheid en bescherming van natuurwaarden.
Werklocaties

Het centrum van Barneveld vervult een belangrijke rol voor de werkgelegenheid van Barneveld. De gemeente streeft daarom naar versterking van het centrum. Dit doen we door invulling te geven aan de doelstellingen uit de Omgevingsvisie Barneveld Centrum. Daarbij gaan we in op de economische ambities voor dit gebied.
Daarnaast richt de gemeente zich op behoud en versterking van de bestaande bedrijventerreinen, waaronder De Valk.Daarbij is er met het oog op de aard van de bedrijvigheid wel onderscheid tussen beide zijden van de Valkseweg. Voor het toevoegen van ruimte voor bedrijventerreinen is het mogelijk de Briellaerd af te ronden aan de noordzijde. Daarbij is de stedenbouwkundige afronding naar de kleinschalige bebouwing langs de entree van Barneveld via de Achterveldseweg een aandachtspunt. De uitbreiding Thorbeckelaan Noord is al opgenomen in bestaand ruimtelijk beleid. Ook hier is een goede overgang richting de Esvelderbeek een aandachtspunt.
Daarnaast werkt de gemeente aan toekomstbestendige bedrijventerreinen, bijvoorbeeld door vergroening. Verder onderzoeken we waar mogelijk de kansen voor gerichte functiemenging door toevoeging van wooneenheden.
Recreatie en toerisme

Met Barneveld als hoofdkern van de gemeente vinden we het belangrijk bezoekers te trekken en te binden aan de kern. We zetten daarom in op uitbreiding van toeristische voorzieningen. Met onder andere de Midden Nederland Hallen, het dorpscentrum en evenementen zijn er volop kansen om toeristen en recreanten nog meer te binden aan onze gemeente. Daarnaast streeft de gemeente ernaar om recreatieve routes in de directe omgeving te verbeteren en versterken.
Bereikbaarheid

Om het fietsgebruik nog aantrekkelijker te maken richt de gemeente zich op korte, veilige en comfortabele fietsverbindingen bij de ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden. Dat betekent nieuwe verbindingen, verbreding of op andere wijze aanpassing van bestaande verbindingen. We willen de fietsroutes tussen de grotere woon en werkgebieden optimaliseren om het fietsgebruik op korte afstand verder te stimuleren en te faciliteren. Hierbij denken wij onder andere aan de fietsroute langs de Stationsweg als onderdeel van de regionale fietsroute die Voorthuizen en Barneveld verbindt met kernen en onze buurgemeenten. Daarnaast ontwikkelen wij een aantrekkelijke fietsverbinding tussen de wijk Bloemendal en station Barneveld-Noord. Bij ov-knooppunten, voorzieningen en concentratie van detailhandel moeten voldoende mogelijkheden zijn fietsen te stallen en elektrische fietsen op te laden.
De ondersteuning van de fiets en investeringen in fietsroutes neemt bestaande knelpunten op het autonetwerk niet weg. Sterker nog, door de ruimtelijke ontwikkelingen neemt de druk toe op het autonetwerk. Een zekere toename in verkeersdruk en reistijd accepteren wij omdat het onwenselijk is op alle wegen te streven naar een minimaal reistijdverlies. Het wegennet inrichten met dat uitgangspunt brengt hoge investeringskosten met zich mee en heeft veel ruimtelijke impact. We geloven bovendien dat enig tijdverlies voor de auto ertoe kan leiden dat inwoners meer de keuze maken voor de fiets.
Op enkele wegen zijn de huidige en verwachte doorstromingsproblemen zo groot dat wij hier maatregelen treffen. Met name de oostelijke en westelijke rondweg Barneveld moeten ervoor zorgen dat bijvoorbeeld de Lunterseweg, Van Zuijlen van Nieveltlaan en Thorbeckelaan worden ontlast en dat woon- en werkgebieden beter zijn verbonden met het buitengebied en de snelwegen.
De westelijke rondweg geldt als een gebiedsontsluitingsweg binnen de kom, die deel uitmaakt van een bredere ontwikkelopgave aan de westzijde van Barneveld. De oostelijke rondweg daarentegen verbindt meerdere regionale wegen met elkaar buiten de kom. Langs de beide rondwegen wil de gemeente fietspaden aanleggen, zodat ook voor fietsers kortere verbindingen ontstaan tussen woningen, scholen en werkgebieden. De aansluitingen Barneveld-Noord en Barneveld-Zuid op de A30 vergen een forse reconstructie om het verkeer goed te blijven afwikkelen.
Wat betreft openbaar vervoer heeft Barneveld met de drie stations een goede basis, waarbij we voor Barneveld Noord kansen zien op een stevigere vervoersfunctie. Met de vervoerspartners onderzoekt de gemeente of dit station een halte kan krijgen tussen Amersfoort en Apeldoorn. Voor ruimtelijke ontwikkeling rond de stations richt de gemeente zich op lagere parkeernormen en op toename van fietsverkeer of openbaar vervoer.
De gemeente streeft ernaar dat een toename van verkeersdruk op wegen en fietspaden
niet leidt tot een toename van onveiligheid, zoals ongevallen, een gevoel van onveiligheid
of tot een afname van de leefkwaliteit.
Bij het ontwerp van nieuwe wegen en de reconstructie van bestaande heeft de gemeente
aandacht voor een veilige verkeersinrichting. Daarbij is er een grens aan wat redelijkerwijs
mogelijk is aan snelheidsbeperkende maatregelen. We houden namelijk ook rekening met
de partijen voor wie deze maatregelen een onevenredig nadelig effect hebben, zoals
aanbieders van openbaar vervoer en de hulpdiensten.

Voorthuizen
Algemeen
Voorthuizen is ontstaan rond het kruispunt van de Oude Rijksweg, nu Hoofdstraat, en
de weg van Putten naar Barneveld. Het was van oorsprong een belangrijke stopplaats
op de kruising van twee hessenwegen, de oude handelsroutes. De aanleg van de Oude
Rijksweg splitste het dorp in tweeën. Later werd de rijksweg ten zuiden van Voorthuizen
aangelegd, de A1. Voor de legerplaatsen in de omgeving en de bouw van een mobilisatiecomplex
werd in de jaren ‘50 de eerste nieuwbouwwijk van Voorthuizen gebouwd, waar militairen in werden gehuisvest. De nabijheid van de bosrijke Veluwe
en het recreatiegebied Zeumeren trekt veel toeristen. In de directeomgeving van Voorthuizen
staan dan ook veel campings.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving
-
Levendig dorp door de aanwezigheid van veel horeca, een breedwinkel aanbod, diverse evenementen in het toeristenseizoen en culturelevoorzieningen. Het jaarlijkse Floralia Bloemencorso Festijn is hier een voorbeeld van en trekt duizenden bezoekers.
-
De ligging aan de rand van de Veluwe biedt veel mogelijkheden voor sport en recreatie, zoals fietsen en wandelen.
-
Goede bereikbaarheid van het dorp.
-
Door de aanwezigheid van verschillende wijken met eigen kenmerken een gevarieerd aanbod voor inwoners met uiteenlopende woonwensen.

Visiekaart Voorthuizen

Ambities
Voorthuizen is en blijft een levendig dorp met een divers woningaanbod en een goed voorzieningenniveau voor eigen inwoners en de toerist. De gemeente richt zich op een zorgvuldige groei op het gebied van wonen en economie, waarbij we rekening houden met de landschappelijke waarden in en rond het dorp. We hebben aandacht voor verbetering van de gezondheid in de woonwijken waar deze nu minder goed is, en we streven naar vergroening van de openbare ruimte. Met groei in het vooruitzicht zorgen we er voor dat het voorzieningenniveau toekomstbestendig blijft.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

De inwoner van Voorthuizen voelt zich ongeveer even gezond als de gemiddelde inwoner van de gemeente Barneveld. Ook wat betreft bijvoorbeeld een zaamheid, chronische aandoeningen en leefstijlis Voorthuizen een doorsnee dorp. De inwoners van Voorthuizen zijn gemiddeld wat ouder dan elders in onze gemeente. Ouderen zullen in de toekomst langer zelfstandig blijven wonen. In Voorthuizen vinden we dan ook extra aandacht belangrijk voor bewegen, cultuur, ontmoeten, sport en de bereikbaarheid van voorzieningen. Of het nu gaat om activiteiten in de openbare ruimte of in een overdekte voorziening.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

In de jaren ‘70 ondervindt Voorthuizen op verschillende plekken wateroverlast na hevige regenval. Naast het gebrek aan groen is het gemengde rioolstelsel er de oorzaak van dat straten blank staan. Daarom is de gemeente hier aan de slag met grootschalig afkoppelen van woningen en stimuleren we inwoners om hun percelen te vergroenen. De gemeente richt zich op een duurzame inrichting van de openbare ruimte met uitbreiding van het groen, waaronder de Groene Slinger in en rond de kern. We vernieuwen de openbare ruimte waar nodigen richten ons op een zo groen mogelijke inrichting, met aandacht voor koelte plekkenen bestrijding van wateroverlast. Gezien de omvang van de kern Voorthuizen hechten we in deze kern extra waarde aan voldoende groen in de wijken en buurten, naast de groene uitloopgebieden. In de nabijheid van de woning en met zicht op groen vanuit woningen. De 3‑30‑300-regel is richtinggevend, als ondersteuning van meer bewegen, ontspannen, ontmoeten en het 1tegengaan van hittestress.
Wonen

Voorthuizen kent voor 2040 een opgave van zo’n 1.600 nieuwe woningen. Met grote ontwikkelingen aan de zuidzijde realiseren we er ongeveer 1.000. Verder ziet de gemeente kansen om rond de 100 woningen te bouwen in de bestaande kern.
Bij Voorthuizen zijn de mogelijkheden omuit te breiden beperkt. Aan de zuidzijde vindt al een uitbreiding plaats waarbij een goede dorpsrand gecreëerd moet worden naar de groene buffer van Zeumeren. Aan de oostzijde willen we een landschappelijke buffer tussen de kern Voorthuizen en het recreatiepark om te voorkomen dat deze aan elkaar groeien. Hier zien we tevens een ruimtelijke reservering voor het verbeteren van de ontsluiting aan de oostzijde van de kern Voorthuizen. Bij de noordkant lopen we tegen de gemeentegrens aan en ligt er al een harde grens met de Heuvelrandweg. Naast beperkte mogelijkheden voor inbreiding blijft voor woningbouw alleen de mogelijkheid aan de westzijde over. We kiezen voor uitbreiding van het gebied Woonwerklandschap tot aan de rondweg. Dit sluit ook goed aan op de functies van het gebied en ontluiting van het gebied. Voor woonuitbreiding aan de westzijde kiezen wij om vanuit de twee richtingen te groeien langs de rondweg. Dat is vanuit het oude buitensportterrein van Spirit aan de noordzijde in zuidwestelijke richting langs de rondweg. En vanuit het gebied vanuit de Buurtweg.
Vanuit de lagenbenadering scoren beide gebieden positief. Het tussenliggende deel wordt ook vanwege de landschappelijke waarden eerst vrij gehouden. Voor dit gebied zal een samenhangend gebiedsprogramma opgesteld worden waarin de lanschappelijke opgave voor de Hoevenlakense beek wordt meegenomen.
Voorzieningen

Met de Centrumvisie voor Voorthuizen gaan we voor een eigentijds, karakteristieken levendig centrum. We behouden en versterken het voorzieningenaanbod, met aandacht voor zowel inwoners als bezoekers. Met de verdere groei van Voorthuizen verwachten we nieuwe voorzieningen, zoals een supermarkt. Daarmee wordt ook het centrum ontlast. We onderzoeken daarnaast de behoefteen kansen voor de uitbreiding van het voorzieningencluster aan de zuidzijde, met de Oranjevereniging en de sportvoorzieningen. Met de groei van Voorthuizen ontstaat een nieuwe vraag naar onderwijs, sport, zwemwater, eerstelijnszorg, cultuur en kinderopvang. In de komende versie van de integrale huisvestingsplannen onderzoekt de gemeente in hoeverre de huidige voorzieningen moeten worden uitgebreid. Mogelijkmet een extra basisschool. Ook de vraag naar eerstelijns zorgvoorzieningen zal toenemen. Bijvoorbeeld omdat de afstand tot voorzieningen te groot wordt voor doelgroepen als ouderen. Voor deze doelgroep bekijken we bovendien of nieuwe kleinschalige ontmoetingsplekken nodig zijn, om vereenzaming te voorkomen.
Kwaliteit van de leefomgeving

De gemeente Barneveld streeft naar een toekomstbestendige inrichting van de leefomgeving met aandacht voor een groene openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoeten, spelen, bewegen en ontspannen. Het doel: hittestress voorkomen door de aanleg van kwalitatief groen met schaduwrijke plekken. Vooral in de grotere kernen zoals Barneveld en Voorthuizen is dit belangrijk gezien de grotere afstand tot een groen uitloopgebied.
Werklocaties

Voorthuizen heeft behoefte aan meer ruimte om te ondernemen. De ontwikkeling van het Woonwerklandschap aan de westzijde maakt hiermee een begin. Daarnaast bestaat de vraag naar een lokaal bedrijventerrein.
Recreatie en toerisme

Voorthuizen vervult een belangrijke rol voor de toeristische sector door de nabijheid van vakantieparken. De vele horecagelegenheden en evenementen willen we behouden en versterken waar mogelijk. Daarnaast streeft de gemeente verbeteringen versterking na van recreatieve routes in de directe omgeving, bijvoorbeeld over de westelijke rondweg.
Bereikbaarheid

Ingebruikname van De Voortse Ring en de Heuvelrandweg zorgde in 2019 voor een betere bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefkwaliteit in het centrum. Maar er zijn nog kansen over om de verkeerssituatie verder te verbeteren. Bereikbaarheid maakt deel uit van de Centrumvisie. Deze onderzoekt de mogelijkheden om het centrum verkeersluwer te maken. Bijvoorbeeld vermindering van de parkeerdruk tijdens drukke momenten door verbetering van bestaande parkeervoorzieningen of uitbreiding van het aanbod. Daarnaast verkent de visie verbetering van de bereikbaarheid van de oostzijde van de kern. Dat de Molenweg bijna in het centrum uitkomt is namelijk niet optimaal, omdat de wegen in het centrum zo extra worden belast door verkeer dat daar geen bestemming heeft. Voor het fietsverkeer onderzoeken we of een tweerichtingsfietspad langs de Baron van Nagellstraat en Rembrandtstraat haalbaar is, waarmee deze een geheel vormt met het fietspad ten zuiden van de Holzenboschlaan en langs de Rubensstraat. Zo ontstaat een aantrekkelijke fietsverbinding voor lokaal en regionaal fietsverkeer, waaronder de route tussen Putten, Voorthuizen en Barneveld.
Harselaar
Algemeen
Harselaar is een bedrijventerrein langs de A1 en de A30. Het bedrijventerrein heeft een regionaal
karakter. Het westelijk gedeelte werd in de tweede helft van de 20e eeuw ingebruik
genomen. Daarna breidde het zich uit in oostelijke richting.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving

Visiekaart Harselaar

Ambities
Harselaar vormt het regionale bedrijventerrein dat we de komende jaren nog willen laten groeien. We bieden hier ruimte voor zwaardere bedrijvigheid. Er zijn kansen om het terrein efficiënter te benutten en meer duurzaam en klimaatbestendig te maken.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

We onderzoeken de mogelijkheden voor alternatieve energiebronnen om Harselaar op een duurzame en toekomstbestendige manier te voorzien van energie. Aan de oostzijde van Harselaar bevindt zich de zoekzone voor grootschalige opwekking van windenergie, volgens de uitgangspunten van de Structuurvisie Wind.
Wonen

Het woningaanbod van Harselaar is beperkten niet gericht op een uitbreiding van het aantal. Op Harselaar vinden verschillende doelgroepen een plek, onder wie ook arbeidsmigranten. De uitbreiding van Harselaar brengt de vraag met zich mee hoe we als gemeente omgaan met de huisvesting van arbeidsmigranten. Inprincipe zetten we in op bedrijven die gebruikmaken van arbeidsmigranten. Als er aanleiding is om een bedrijf ruimte te bieden waar wel arbeidsmigranten werken dan willen met het bedrijf afspraken maken over de huisvesting. De gemeente formuleert nog beleid hiervoor, met als uitgangspunt dat huisvesting in eerste instantie in de kern plaatsvindt en niet op het bedrijventerrein.
Kwaliteit van de leefomgeving

Harselaar kent een groot oppervlak aan verharding, op bedrijfspercelen en in de openbare ruimte. Om Harselaar toekomstbestendig in te richten, streeft de gemeente een kwaliteitsimpuls na van de openbare ruimte, bijvoorbeeld door te vergroenen met aandacht voor koelteplekken. Daarnaast verwelkomen we initiatieven die bedrijfspercelen verduurzamen en klimaatbestendig maken.
Werklocaties

Er is een grote behoefte aan nieuwe bedrijfskavels. In eerste instantie voorziet de gemeente daarin met de zuidelijke uitbreiding van Harselaar. Op weg naar 2040 is er behoefte aan nog zo’n 40 hectare extra bedrijventerrein. Hierbij kijken we naar gebieden grenzend aan Harselaar die in potentie ook goed te ontsluiten zijn. Mogelijke uitbreidingsrichtingen zien we aan de westzijde en aan de oostzijde van Harselaar. Met de uitbreiding van Harselaar willen we ruimte bieden aan lokale en regionale bedrijven met een hogere milieubelasting. De gemeente houdt hier extra aandacht voor circulaire en innovatieve bedrijven.
Bereikbaarheid

De verkeersdruk op de Baron van Nagellstraat is hoog en biedt weinig capaciteit om nieuwe grootschalige ontwikkelgebieden te ontsluiten. Om bereikbaarheid en toegankelijkheid toekomstbestendig te maken, denkt de gemeente aan maatregelen in en rond het wegennet van Harselaar. We onderzoeken de kansen voor een nieuwe aansluiting op de A1 aan de oostzijde van Harselaar in combinatie met een mogelijke uitbreiding. Daarnaast richten we ons op aanpassing van het bestaande wegen net om de toegankelijkheid en verkeersveiligheid te bevorderen.

Esvelderbeekzone
Algemeen
Tussen Barneveld-Noord en Harselaar ligt de Esvelderbeekzone. Het gebied kenmerkt zich door de Esvelderbeek, lokale hoogteverschillen door zandkoppen
en houtsingels. Het gebied heeft een landelijk karakter.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving
-
Besloten landschap met houtwallen, singels en hagen.
-
Enkele historische gebouwen.
-
Groene buffer tussen Barneveld en Harselaar als uitloopgebied voorbewoners van Barneveld.
-
Ecologische waarden, onder andere vanwege de meanderende beek.

Visiekaart Esvelderbeekzone

Ambities
We streven naar een robuuste en klimaatadaptieve Esvelderbeekzone in oostelijke en westelijke richting. De zone wordt hierdoor een belangrijke groene bufferzone met ruimte voor landschaps- en natuurontwikkeling, in combinatie met kleinschalige functies. Naast de functie als bufferzone, vervult de zone een belangrijke rol als oost-westverbinding met ecologische waarde. De Esvelderbeekzone vinden we belangrijk voor inwoners van de gemeente vanwege het groen en de mogelijkheden voor bewegen en recreëren.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De Esvelderbeekzone is een van de belangrijkste beken in onze gemeente. We streven ernaar deze beek in dit gebied robuuster te maken en het water zo lang mogelijk vast te houden, om het risico op wateroverlast in de lagere delen van het bekenstelsel te beperken. Daarbij ontstaan ook kansen voor natuur, recreatie en wonen in een lage dichtheid.
Robuust landschap en natuur

De Esvelderbeekzone belangrijk voor de gemeente Barneveld als groene bufferzone. We hechten veel waarde aan deze zones voor de gezondheid van onze inwoners, omdat ze ontspanning bieden in een groene omgeving. We streven dan ook naar versterking en uitbreiding van Esvelderbeekzone, bijvoorbeeld door de beek meer ruimte te geven en robuuster te maken. Daarbij zien we de Esvelderbeekzone niet als afgebakend gebied, maar als een grote oost-westverbindingszone door de gemeente. Initiatieven voor natuur- en landschapsontwikkeling, eventueel in combinatie met een financiële drager zoals een nieuw woonerf of andere kleinschalige functies, moedigen we van harte aan, zolang de landschappelijke kwaliteiten leidend zijn.
Toerisme en recreatie

De focus in de Esvelderbeekzone ligt op ecologie en natuurontwikkeling. Met een zorgvuldige afweging kunnen nevenactiviteiten hier mogelijkheden bieden voor toerisme en recreatie. Uitgangspunt is dat nevenactiviteiten kleinschalig zijn en een sociale component hebben. Bijvoorbeeld een landwinkel en een zorgboerderij. Tegelijkertijd hebben de aanwezige agrariërs hier kans nieuwe verdienmodellen te onderzoeken in de richting van een meer multifunctioneel landbouwbedrijf.
Daarnaast streeft de gemeente naar verdere ontwikkeling van het recreatieve routenetwerk. Met kansen voor beekontwikkeling en voor de uitbreiding van Barneveld en Harselaar. Zo ontstaan aantrekkelijke recreatieve routes voor onze inwoners en bezoekers.
Landbouw

De natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van dit gebied vragen om het principe van boeren met het landschap.De grondgebonden bedrijven hier vormen een goede basis. De gemeente steunt ondernemers die inzetten op extensivering, kringlooplandbouw of multifunctionele landbouw. Nevenactiviteiten, bijvoorbeeld in de vorm van een landwinkel, zorgfunctie of recreatiefunctie, moedigen we aan. Geen ruimte zien we in dit gebied voor nieuwvestiging, verplaatsing of omschakeling naar niet-grondgebonden veehouderij.
Wonen

In de Esvelderbeekzone zijn in de loop der jaren kleinschalige woonerven gerealiseerd als clusters in het landschap. Bij de uitbreiding van Esvelderbeekzone in oostelijke en westelijke richting streven we naar een zorgvuldige uitbreiding van deze kleinschalige woonerven. Met landschappelijke inpassing als belangrijk uitgangspunt. De nieuwe woonerven moeten daarnaast een kwalitatieve bijdrage leveren aan de woonopgave van onze gemeente. Ook bij de verdere uitbreiding van Bloemendal streven we naar integratie van de woningbouw met de groene en landschappelijke ambities van de Esvelderbeekzone. Met een zachte dorpsrand als resultaat, waarbij zorgvuldig woningen zijn toegevoegd in een lagedichtheid.
Bereikbaarheid

Om de Esvelderbeekzone toegankelijk te maken als recreatief uitloopgebied voor onze inwoners streven we goede fietsverbindingen en wandelpaden na. Autoverkeer krijgt wat ons betreft een meer onderschikt karakter, zonder doorgaande verkeersfunctie. Wel onderzoekt de gemeente de parkeermogelijkheden net buiten de Esvelderbeekzone, zodat bezoekers uit de omgeving dit gebied gemakkelijk kunnen bereiken.

Esvelderbeekzone (bron: Barneveldse krant, Jan van Uffelen)
Zeumeren
Algemeen
Tussen Voorthuizen en Harselaar ligt het gebied Zeumeren. Het staat vooral bekend om het recreatieve karakter met de grote zwemplas en het
speelparadijs Schat Eiland Zeumeren. We beschouwen dit gebied als een grotere groene
bufferzone in oostwestelijke richting. De gemeente Barneveld hecht veel waarde aan
de bufferzones voor de gezondheid. Onze inwoners ontspannen hier in een groene omgeving.
Zeumeren heeft recreatieve functies, maar bestaat daarnaast uit landelijk gebied met
agrarische bedrijven en enkele woningen.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving

Visiekaart Zeumeren

Ambities
Zeumeren is een belangrijke trekpleister voor bezoekers en inwoners van de gemeente en heeft een belangrijke rol in de dagrecreatie, als uitloopgebied voor onze kernen en als buffer (vanwege ontspanning en gezondheid) tussen de kern Voorthuizen en de A1. We willen dit recreatieve karakter behouden en versterken, vooral rondom de Zeumerseplas. Daarnaast richten weons ook op versterking van de groene bufferzone in oostelijke en westelijke richting. Met ruimte voor recreatieve functies en landschap- en natuurontwikkeling, waarbij het aandeel recreatieve functies geleidelijk afneemt in oostelijke en westelijke richting.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De plas van Zeumeren wordt de komende jaren vergroot als gevolg van de lopende concessie voor zandwinning. Daarmee neemt het waterbergend vermogen toe.
Robuust landschap en natuur

Het gebied rondom Zeumeren bouwen we uit tot een stevige groene buffer tussen Voorthuizen en Harselaar. Het accent ligt hier anders dan in de Esvelderbeekzone op landschapsversterking en minder op natuurontwikkeling. We beschouwen het gebied niet als afgebakend, maar als een grote verbindingszone tussen de gebieden. Initiatieven voor Landschapsontwikkeling van een aantrekkelijk groen-blauw raamwerk, eventueel in combinatie met een financiële drager in de vorm van kleinschalige recreatieve functies, moedigen we van harte aan.
Toerisme en recreatie

Door de toename van het aantal inwonersen bezoekers de komende jaren ziet de gemeente Barneveld kansen het aanbod aan recreatieve functies binnen Zeumeren te vergroten. Zolang de draagkracht van het gebied niet in het geding komt, is er ruimte voor versteviging van het aanbod rond het bestaande recreatiegebied Zeumeren om daarmee het dagrecreatieve karakter van dit gebied te versterken.
Met recreatieve nevenactiviteiten hebben de aanwezige agrariërs kansen om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen naar een meer multifunctioneel landbouwbedrijf. Tegelijkertijd streeft de gemeente naar verdere ontwikkeling van het recreatieve routenetwerk. De uitbreiding van Voorthuizen biedt daarbij nieuwe perspectieven, zodat er aantrekkelijke recreatieve routes ontstaan voor onze eigen inwoners en voor bezoekers. In dit gebied willen we alleen ruimte bieden aan grootschalige recreatie rondom de Zeumerseplas om daarmee deze bestaande dagrecreatieve functie voor onze inwoners te versterken. Onder voorwaarden achten wij een hotelontwikkeling direct langs de snelweg voor specifieke doelgroepen denkbaar in dit gebied.
Landbouw

De natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van dit gebied vragen om het principe van boeren met het landschap. De grondgebonden bedrijven hier vormen een goede basis. De gemeente Barneveld steunt ondernemers die inzetten op extensivering, kringlooplandbouw of multifunctionele vormen van landbouw. Nevenactiviteiten, bijvoorbeeld in de vorm van een landwinkel, zorg- of recreatiefunctie, moedigen we aan. Voor nieuw vestiging, verplaatsing of omschakeling naar niet grondgebondenveehouderij, zien we in dit gebied geen ruimte.
Wonen

Zeumeren biedt geen ruimte voor nieuwe stedelijke functies zoals woningbouw als clusters in het landschap. Transformaties van bestaande erven willen we wel faciliteren. Met landschappelijke inpassing als uitgangspunt. Een uitzondering hierop is denkbaar als het gaat om verplaatsing van stedelijke (maatschappelijke)functies uit de kern Voorthuizen vanwege inbreidingsdoelstellingen.
Bereikbaarheid

Om Zeumeren toegankelijk te maken als recreatief uitloopgebied voor onze inwoners streeft de gemeente naar goede fietsverbindingen en wandelpaden. Autoverkeer krijgt wat ons betrefteen onderschikt karakter zonder doorgaand verkeersfunctie. Wel wil de gemeente hier zorgen voor een goede wegenstructuur zodat er duidelijke routes ontstaan voor verkeersstromen bij grootschalige evenementen. Doortrekking van de Holzenboschlaan richting de Zeumerseweg biedt nieuwe mogelijkheden.

4.5. Westelijk buitengebied
Inleiding
Het Westelijk buitengebied in de Gelderse Vallei is het laagst gelegen deelgebied van de gemeente Barneveld. Het ligt grotendeels in het kampenlandschap, een landschapstype dat zich kenmerkt door kleinschaligheid, met een afwisseling van percelen, bosschages, houtsingels en erven. De noordzijde van het gebied is deel van een veenontginning. Dit kenmerkt zich door open landschap met een langgerekte strokenverkaveling en sloten. Landbouw is vooral grondgebonden in dit gebied.
Karakteristiek zijn de beken die van oost naar west door het gebied stromen. De beken zijn hier het breedst in de gemeente, vanwege de ligging in het verloop van de beek. Het westelijk buitengebied heeft relatief hoge grondwaterstanden en is een uniek vanwege het kwelwater dat hier opkomt vanuit de bodem.
Het gebied ten zuiden van de A1 wordt gekenmerkt als kleinschalig landschap, met afwisseling van percelen, bosschages, houtsingels en erven. Onderdeel van dit gebied is het Paradijs, een gebied met drie landgoederen: Groot Bylaer, Klein Bylaer en Erica Zuid. Door het gebied stromen de Grote en de Kleine Barneveldse beek.
Doordat de landgoedeigenaren destijds niet meededen met de ruilverkavelingen, is het kampenlandschap nagenoeg onveranderd gebleven, met door houtwallen omgeven akkertjes, weilanden, bosjes en heide. Het gebied is drassig door de relatief lage ligging en het opwellende kwelwater. Opvallende landschapselementen zijn de resten van zogenaamde vloeiweiden, graslandjes meteen laag walletje er omheen, die tijdelijk onder water werden gezet om mineralen aan te voeren en schadelijke insecten in de bodem te verdelgen.
Het dorp De Glind ligt in dit gebied. Ten noorden van de A1 strekt zich een ontgonnen
veengebied uit, een open veenlandschap met langgerekte strokenverkaveling. Terschuur
en Zwartebroek zijn ontstaan als bebouwingsclusters in dit veenlandschap.
Bodem en water
Vanwege de lagere ligging is het gebied beperkt kwetsbaar voor de gevolgen van droogte. Het natte karakter van dit gebied vraagt aandacht voor voldoende afwatering bij ruimtelijke ontwikkeling. De beekdalen spelen hier een belangrijke rol in de ontwikkeling van een robuust watersysteem.
Het risico op bodemdaling is beperkt. Bij ontwikkelingen zijn geen extra maatregelen
nodig op dit vlak. Het gebied is nauwelijks gevoelig voor overstroming wanneer de
beken buiten hun oevers treden. Dit speelt met name bij De Glind. Het gaat hier om
een geringe overstromingsdiepte van minder dan een halve meter.
Kernkwaliteiten fysieke omgeving
-
Kampenlandschap aan de zuidzijde, kleinschalig, met een afwisseling van percelen, bosschages, houtsingels en erven.
-
Veenontginning aan de noordzijde, open landschap met landgerekte strokenverkaveling.
-
Kenmerkende beken die van oost naar west stromen.
-
Relatief hoge grondwaterstanden, door lagere ligging en opkomend kwelwater.
-
Het gebied is deel van het Groene Valleilint, met grote landschaps- en natuurwaarden.
-
Een rustig, laagdynamisch gebied.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Uitsnede kaartbeeld rond 1900 - afwisselend landschap met heide, bos,akkers, weides en beken |
Uitsnede kaartbeeld rond 1950 - heidepercelen raken bebost |
Uitsnede kaartbeeld rond 1980 - enige schaalvergroting; kavelbeplanting verdwijnt- Verloop van de Barneveldse Beek
isaangepast |
Uitsnede kaartbeeld rond 2020 - Grootschalige agrarischebedrijfsbebouwing |
Kleinschaligheid van het kampenlandschap is deelsbehouden gebleven

Ambities Westelijk buitengebied
Algemeen
Het Westelijk buitengebied is kleinschalig en afwisselend, met een eigen identiteiten dynamiek in onze gemeente. De natuurlijke en landschappelijke elementen en kwaliteiten in dit gebied zien we als een goed fundament om de toeristische en recreatieve sector in dit gebied te verstevigen, ter ontlasting van de recreatieve druk in de Veluwe. De voorziene ontwikkelingen zijn kleinschalig en moeten bijdragen aan de plattelandsontwikkeling. Daarbij zien we er wel op toe dat de effecten die door de spreiding optreden niet tot nieuwe grote problemen leiden in dit gebied.
De ambitie richt zich op de doorontwikkeling van het agrarisch bedrijf, zowel grondgebonden als niet grondgebonden. Het hoofdaccent ligt hierbij wel op de ontwikkeling van natuurinclusieve en/of extensievere vormen van landbouw en/of multifunctionele landbouw, in het bijzonder in het Groene Valleilint en in de beekdalen. Door te ondernemen met aandacht voor de groenblauwe kenmerken van het gebied, behouden we het kleinschalige en diverse karakter en versterken we de natuurlijke en landschappelijke waarden.

Visiekaart Westelijk buitengebied

Gezondheid en welzijn van onze inwoners

De ervaren gezondheid ligt gemiddeld wat hoger dan in de rest van de gemeente, maar verschilt tussen de kernen in dit gebied. Dat geldt ook voor het onderwerp eenzaamheid. De kleinschaligheid van het Westelijk buitengebied brengt hier relatieve rust en ruimte. Verbreding in de landbouw met aandacht voor recreatief medegebruik biedt mogelijkheden voor ontspannings- en beweegmogelijkheden voor onze inwoners en bezoekers. Doordat hier de focus ligt op grondgebonden vormen van landbouw zijn negatieve gezondheidseffecten vanuit deze sector beperkt. Van agrarische ondernemers wordt een emissiereductieplan gevraagd.
Waar nodig en wenselijk steunt de gemeente nieuwe initiatieven voor welzijn, ondersteuning en zorg. Dit in combinatie met andere gebruiksfuncties, vanwege de ligging tegen het verstedelijkte gebied aan. De sociale wisselwerking tussen Terschuur en Zwartebroek is positief. Onderling weet men elkaar goed te vinden en vullen beide kernen elkaar goed aan. De Glind is een uniek dorp in dit gebied, onder meer vanwege de traditionele aanwezigheid van jeugdhulp en het grote zelforganiserende vermogen van het dorp. Tegelijkertijd vormt dit een uitdaging: we willen toe naar een evenwichtiger balans tussen zorgaanbod en regulier wonen. Dat past bij onze visie op normaliseren, waarbij we willen dat kinderen zoveel mogelijk in een ‘gewone’ omgeving moeten kunnen opgroeien.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Terwijl de beken in het oosten van de gemeente ontspringen, bevindt zich hier in het Westelijk buitengebied het benedenstroomse deel van het bekenstelsel. Het water verzamelt zich hier voordat het in de buurt van Amersfoort samenkomt in de Eem en daarna uitmondt in het Eemmeer. Door in het bovenstroomsedeel water langer vast te houden maken we het bekenstelsel robuuster. En in het Westelijk buitengebied doen we dat door het water meer ruimte te geven, zowel permanent als tijdelijk, in geval van natte perioden. We zien daarbij kansen voor natuur en recreatie.
Wanneer zich initiatieven voordoen in de nabijheid van de beken bekijken we de kansen in overleg met het waterschap. Zeker woningbouw rond Zwartebroek en Terschuur moet plaatsvinden in samenhang met de versterking van het bekensysteem. De zuidzijde van het westelijk buitengebied is door de provincie aangewezen als drinkwaterreserveringsgebied. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkeling houden we hier rekening mee.
Werklocaties

Het aantal niet-agrarische bedrijven is relatief beperkt in dit gebied. Dit past ook bij het kleinschalige karakter. Net als in de hele gemeente bieden we stoppende agrariërs de mogelijkheid met ons functieveranderingsbeleid erven in te zetten voor niet-agrarische bedrijvigheid. We denken daarbij aan kleinschalige bedrijvigheid voor startende en kleine ondernemers. Ondernemers die doorgroeien of meer ruimte nodig hebben zijn van harte welkom op onze bedrijventerreinen.
Toerisme en recreatie

We zien in het Westelijk buitengebied perspectief om toerisme en recreatie op de kaart te zetten, mede ter ontlasting van de Veluwe. Het kleinschalige karakter met de bijzondere natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten hebben een voldoende aantrekkingskracht. Zo kan de gemeente Barneveld nieuwe vormen van kleinschalige recreatie toevoegen aan de bestaande trekpleisters. We denken daarbij aan kleinschalige groepsaccommodaties en bed-and-breakfast locaties. Grootschalige recreatievoorzieningen achten we niet passen bij de kenmerken en kwaliteiten van het gebied. Door het kleinschalig en geleidelijk te houden kunnen we ook de effecten van deze ontwikkeling goed in de hand houden. Samen met Visit Regio Barneveld onderzoeken we op welke manier we de toeristische en recreatieve sector in dit gebied het best kunnen versterken. Een toeristische opstapplek(TOP) in het gebied kan een waardevolle toevoeging zijn om bezoekers in dit gebied welkom te heten en te geleiden naar het recreatief netwerk van paden en voorzieningen.
Robuust landschap en natuur

Ons Westelijk buitengebied vervult een belangrijke rol in het Groene Valleilint, een regionaal project dat de verbinding versterkt tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Samen met andere gemeenten en de provincie werkt de gemeente Barneveld hier aan de versterking van natuur en landschap. Bijvoorbeeld door bevordering van natuurinclusieve en extensievere vormen van landbouw. Initiatieven voor natuur- en landschapsontwikkeling, mogelijk in combinatie met een financiële drager zoals een landgoed, moedigen we van harte aan. Landschappelijke kwaliteit is daarbij het uitgangspunt, met specifiek aandacht voor het bijzondere veengebied. Subsidies helpen eigenaren om landschapsstructuren te versterken.
Landbouw

Landbouw is van oudsher een kenmerkend gebruik in dit gebied. Vooral grondgebonden, maar ook in delen van dit gebied niet grondgebonden. Daarin liggen ook de kansen voor de ontwikkelingen van het gebied. De natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van dit gebied vragen vormen van boeren met aandacht voor het landschap, zeker in het Groene Valleilint. De grondgebonden bedrijven vormen daarbij een goede basis. De gemeente juicht het toe als ondernemers overschakelen op extensivering, kringlooplandbouw of multifunctionele vormen van landbouw. Nevenactiviteiten, zeker in de toeristische en recreatievesector, moedigen we aan. We zien onder voorwaarden in delen van dit gebied ruimte voor doorontwikkeling van bestaande niet grondgebonden bedrijven. Onder strikte voorwaarden willen we het in/verplaatsen van agrarische bedrijven faciliteren die elders in de gemeente vanwege grote maatschappelijke meerwaarde (bijvoorbeeld verstedelijking, milieu-en gezondheidsopgave) geen toekomst hebben.
Wonen

Om het karakter van het landelijk gebied zoveel mogelijk te behouden zijn we terughoudend met nieuwe woningen in dit stukje buitengebied. Ons functieveranderingsbeleid biedt stoppende agrariërs de mogelijkheid hun erven te herontwikkelen tot wonen. Bij voorkeurclusteren we de wooneenheden aan de rand van de kern. Verder zien we kansen voor woningbouw bij landgoedontwikkeling, waarbij de bouw helpt als financiële drager voor natuur- en landschapsontwikkeling.
Bereikbaarheid

De bereikbaarheid van dit deel van onze gemeente is redelijk op orde. Diverse wegen in dit gebied zijn relatief smal, wat in een aandachtspunt vormt wanneer het aantal recreanten in het gebied toeneemt. Daar tegenover staat dat het recreatieve padennetwerk voor voetgangers en fietsers goed op orde is.
Zwartebroek en Terschuur
Algemeen
Terschuur is ontstaan langs de oude hessenweg van Amsterdam naar Deventer, en had oorspronkelijk een tolfunctie. Het dorp ontstond als lintbebouwing langs de oost-west lopende weg. Achter het lint begon in 1960 de planmatige woningbouw. Deze woonwijk is tot op heden geleidelijk aan uitgebreid. Er is een kleinschalig bedrijventerrein aanwezig.
Het dorp Zwartebroek ontstond als gevolg van de veenontginning in de 12e eeuw. Het kaarsrechte wegenpatroon
geeft duidelijk de ontginningsmethoden weer. De bebouwing is geconcentreerd langs
de Platanenstraat, de hoofdweg met uitbreidingen aan zijwegen. Met woningbouw aan
de zuid- en noordoostzijde van de Platanenstraat ontwikkelde Zwartebroek zich in de
loop der jaren als kern.
Kernkwaliteiten
-
Historische lintbebouwing, met onder andere Huize Terschuur, boerderij De Tolboom en het voormalig tolhuis.
-
Een tweelingdorp, ook bekend onder de zelfgekozen naam Terbroek.
-
Met op veel plekken doorzichten naar het omliggend agrarisch gebied.
-
De Hoevelakense Beek.
-
Laanbeplanting langs een deel van de Hoevelakenseweg en de Eendrachtsweg.

Visiekaart Zwartebroek en Terschuur

Ambities
Zwartebroek en Terschuur vormen ruimtelijk gezien twee kernen, maar kennen al jaren een sterke samenhang op sociaal gebied. Zo worden de maatschappelijke voorzieningen met elkaar gedeeld. De gemeente omarmt dit principe en steuntinitiatieven die deze samenwerkingen samenhang versterken. Vanuit het natuurlijk systeem kenmerken deze dorpen zich als de laagste en natste plekken in onze gemeente. Een belangrijk aandachtspunt is versterking van de beekzones als natuurlijke ontwikkelzones, de groene buffer tussen de twee dorpen.
Tegelijkertijd voeren we in dit gebied de doelstellingen uit van het Groene Valleilint. We streven ernaar de principes van duurzaam en klimaatbestendig bouwen in praktijk te brengen, waarbij we de beekdalen ontzien van woningbouw. Daarnaast onderzoekt de gemeente mogelijkheden voor toekomstbestendige woningbouw. Als onderdeel van het Groene Valleilint werken we aan de water- en natuuropgave in combinatie met landbouw.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

De ervaren gezondheid en het welzijn van inwoners in Zwartebroek en Terschuur zijn gemiddeld genomen gunstig. Mensen voelen zich bovendien minder vaak eenzaam dan gemiddeld in de gemeente.
Voor de dorpen blijft het belangrijk in te zetten op voldoende mogelijkheden tot ontmoeten en bewegen. Zeker voor ouderen in Terschuur, die in de directe nabijheid hiervoor geen voorziening hebben. Bij een toename van deze doelgroep kan het voor meerdere ouderen in Terschuur een probleem worden naar het dorpshuis in Zwartebroek te komen voor ontmoeting. Er zal dan moeten worden afgewogen of een kleinschalige plek voor ontmoeting een waardevolle aanvullende voorziening kan vormen in Terschuur.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

De lagere ligging en nattere omstandigheden maken dat ruimtelijke ontwikkeling hier snel in aanraking komt met extra technische maatregelen om te komen tot een toekomstbestendig en duurzaam resultaat. Voor het watersysteem moet rekening worden gehouden met de beekdalen. Voor het slagenlandschap rond Zwartebroek is de beschermde zone van natte landstructuur van belang en is de wijze van fundering een aandachtspunt. Als deel van het Groene Valleilint heeft de gemeente hier een water- en natuuropgave, in combinatie met de bestaande landbouw.
Aandachtspunt bij de toepassing van eventuele installaties (onder andere energie) is dat er bij de inpassing rekening wordt gehouden met de aanwezige streek eigen landschappelijke karakteristieken van het gebied.
Wonen

Zwartebroek en Terschuur hebben een opgave van ongeveer 600 woningen. De ontwikkeling van De Eendracht en Dwarsakker bevat 240 woningen (peildatum 2021). En we verwachten dat er circa 100 woningen op inbereidingslocaties gerealiseerd kunnen worden. Voor ongeveer 260 woningen moet nog een locatie gevonden worden. De gemeente gaat uit van een gefaseerde en gedoseerde groei om in ieder geval te voldoen aan de behoefte van de inwoners, met bijzondere aandacht voor betaalbaarheid en levensloopbestendigheid. Daarmee vergroten we het woningaanbod voor jongere en oudere inwoners van Terschuur en Zwartebroek.
Bij de dorpsuitbreiding behoort versterking van de beken, waarbij nieuwe groene recreatieve uitloop gebieden ontstaan voor de kernen. Dit moet samengaan met het verbeteren van de ruimte voor de beek. Voor Terschuur geldt hetzelfde. Dorpsuitbreiding over de beek heen hoort gepaard te gaan met meer ruimte voor de beek. Om tot een goed woonklimaat is het wenselijk bij Terschuur zoveel mogelijk afstand tot de A1 te houden. Terschuur en Zwartebroek maken veel gebruik van elkaars voorzieningen. Om de afstand tot de voorzieningen (zoals school, sportterrein, Belleman) te beperken, kiezen we voor het naar elkaar toegroeien van deze kernen zonder dat ze aan elkaar vastgroeien. Voor Terschuur speelt verder mee dat de uitbreiding in aansluiting op de Eendracht 1 in westelijke richting en mindere mate ook oostelijke richting een nieuwe ontsluiting aan de noordwestzijde van het dorp kansrijker maakt. Daarnaast sluit het ook aan op de gebiedsontwikkeling nabij het PAVO-terrein. Hier liggen mogelijk combinatiekansen, als het gaat om de nieuwe ontsluiting, al is dat een eerste gedachte. De uitbreding in Zwartebroek sluit logsicherwijs aan op de eerder ingezette uitbreiding in zuidelijke richting. Bij de verdere uitwerking moet wel rekening gehouden worden met het slagenlandschap. De bovengenoemde uitbreidingsrichting en scoren hiermee het meest optimaal op basis van de lagenbenadering.
Bij een westelijke uitbreiding van Terschuur met een eventuele extra verbindingsweg aan deze zijde van Terschuur kunnen de bestaande sportvelden geoptimaliseerd worden. Hierbij is een landschappelijke inpassing en de combinatie met andere recreatieve mogelijkheden essentieel.
Voorzieningen

De groei van beide kernen is een mooie kans om het voorzieningen aanbod te handhaven voor de toekomst. Tegelijkertijd zorgt de groei voor aanvullende vraag naar sport, cultuur, eerstelijnszorg en onderwijs. In de komende versie van de integrale huisvestingsplannen onderzoeken we de groei van de vraag en het antwoord daarop.
Het groeiend aantal inwoners veroorzaakt een toename van de vraag naar eerstelijnszorgvoorzieningen. Met het oog op de vergrijzing wordt voor Terschuur de wenselijkheid onderzocht van een kleinschalige ontmoetingsplek zoals een buurtkamer.
Kwaliteit van de leefomgeving

Zwartebroek en Terschuur kenmerken zich door een prettige verblijfskwaliteit. Bij de verdere uitbreiding streeft de gemeente naar groene recreatieve verbindingen in combinatie met versterking van de beken. Aan de oostzijde van beide kernen versterken we de natuurlijke en landschappelijke waarden in lijn met de ambities van het Groene Valleilint.
Werklocaties

Aan de Tolboomweg in Terschuur is een kleinschalig en lokaal bedrijventerrein. De gemeente ziet kansen dit bedrijventerrein voor bedrijvigheid uit te breiden in oostelijke richting aansluitend op het bestaande bedrijventerrein. We kiezen voor de bundeling van lokale bedrijvigheid op deze locatie. Daarbij willen we inspelen op de lokale behoefte zoals bijvoorbeeld kleinere bedrijfsunits. Er ligt wel een opgave als het gaat om natuur, aangezien de uitbreiding ligt in zogeheten GO-gebied, gebied dat ook onderdeel uitmaakt van het Valleilint. Ondanks het huidige gebruik (agrarisch bedrijf) kiezen we voor deze locatie.
Bereikbaarheid

In Terschuur zijn de effecten van files op de A1 merkbaar aan de hoeveelheid sluipverkeer. We vragen hiervoor aandacht bij het Rijk en Rijkswaterstaat. De groeiscenario’s van Terschuur, Zwartebroek en Hoevelaken, zetten de leefbaarheid en verkeersveiligheid verder onder druk. Daarom onderzoekt de gemeente of we kunnen aansluiten op het westelijke deel van de Hoevelakenseweg, om zo de Hoevelakenseweg in het centrum van Terschuur te ontlasten. Bovendien gaan we na of er meer fietsverbindingen tussen Zwartebroek en Terschuur kunnen komen, zodat korte fietsverbindingen ontstaan tussen de nieuwbouwlocaties.
De Glind
Algemeen
De Glind ligt aan de rand van de gemeente Barneveld. In het dorp lag oorspronkelijk havezate
de Glinthorst. Van dit kasteel is echter niets meer aanwezig. De omgeving van het
dorp wordt gekenmerkt een agrarisch gebied, bestaande uitweilanden, boeren erven en
bosschages. De Glind heeft een bijzonder profiel door de jeugdhulpfuncties in de kern
en het daarvoor aanwezige vastgoed.
Kernkwaliteiten
-
Het dorp ligt in een afwisselend, kleinschalige landschap, met akkers, weides, houtsingels en bosschages.
-
Veel doorzichten naar het achterland.
-
Een groen karakter met weinig tot geen hittestress.
-
Een groen hart van het buurtschap, met mooie oude bomen.
-
Enkele historische gebouwen, zoals de voormalige directeurswoning.
-
Veel betrokkenheid van inwoners bij het in stand houden van voorzieningen.
-
Veel gezinsgerichte jeugdhulp, gezinshuizen.
-
Ondernemend karakter bij de inwoners voor diverse lokale activiteiten.

Visiekaart De Glind

Ambities
De Glind staat bekend als jeugddorp. We hebben de ambitie om De Glind te laten doorontwikkelen tot een dorp met een meer inclusieve en diverse inwonersopbouw.
Samen met de inwoners van het dorpen de jeugdhulppartners, waaronder de Rudolphstichting, geven we inhoud aan de opgave voor energietransitie en onderzoeken we wat daarvoor nodig is. De gemeente streeft naar verduurzaming van het vastgoed in de kern, en daarnaast naar een duidelijke ruimtelijke structuur met de uitbreiding van de kern. Daarbij dienen zich kansen aan voor woningbouw, met eventueel een meerdivers zorgaanbod en recreatieve functies. We streven naar behoud en versterking van het groene karakter van De Glind, voor een prettige en gezonde leefomgeving. Mede gezien de ontwikkelingen in de zorgfunctie denken we hier aan een gebiedsgericht programma.
Gezondheid en welzijn van onze inwoners

De Glind heeft een bijzonder profiel door de jeugdhulpachtergrond. Het dorp heeft een groot zelforganiserend vermogen, dat we koesteren en willen behouden. Tegelijkertijd streven we naar de balans in het dorp tussen zorg en regulier. Vooral door meer reguliere woningen te bouwen. De gemeente ziet hier geen ruimte voor de groei van het intramurale aanbod, maar wel mogelijkheden het aantal gezinshuizen in beperkte mate te laten meegroeien. Het zorgaanbod biedt daarnaast kans voor meer differentiatie, bijvoorbeeld in doelgroepen.
Duurzame en klimaatbestendige omgeving

Een groot deel van het vastgoed in De Glind is verouderd en niet-duurzaam te noemen. De gemeente ziet hier een grote opgave om het dorp toekomstbestendig te maken. Denk daarbij aan aardgas vrije nieuwbouw en verduurzaming van de bestaande bebouwing.
Voor de groeiopgave is de beperkte capaciteit van de waterzuivering in Ede een aandachtspunt. De gemeente onderzoekt samen met het Waterschap Vallei en Veluwe of een decentrale zuivering mogelijk is.
Wonen

Op dit moment heeft De Glind een groeiopgave van ongeveer 110 woningen tot 2040. Met de bouw van het ecodorp voorzien we al in 30 woningen, waardoor ruimte overblijft voor 80 woningen. Hiermee kan De Glind voorzien in de eigen behoefte, bijvoorbeeld voor starters die in het dorp willen blijven wonen. Gezinshuizen kunnen beperkt meegroeien. Groei van de intramurale zorg vinden we niet wenselijk.
Met de herontwikkeling van leegstaand en verouderd vastgoed kan voorzien in een deel van de opgave.
De groeiopgave biedt een kans om een betere balans tussen zorg en regulier wonen te realiseren. In een gebiedsprogramma onderzoeken we waar de overige uitbreidingsruimte gevonden kan worden.
Voorzieningen

De Glind kent diverse voorzieningen, zoals de Donnerschool met een regiofunctie, multifunctioneel centrum de Glindster, openluchtzwembad Splash en de kinderboerderij. Veel voorzieningen zijn in beheer van de Rudolphstichting of hebben er een nauwe relatie mee.
Na de sluiting van de Prinses Beatrixschool zijn dit de enige dorpsvoorzieningen. In de praktijk maken de inwoners gebruik van de voorzieningen in Achterveld. We denken dat dit in de toekomst ook het geval is. Reden om met de gemeente Leusden in gesprek te gaan.
Kwaliteit van de leefomgeving

De Glind kenmerkt zich door een parkachtige setting met veel mooie bomen. Bij de ontwikkeling van de kern blijven we deze setting benadrukken, en zoeken we tegelijkertijd naar een meer herkenbare en stevige ruimtelijke structuur. Op dit moment is de relatie tussen de bebouwing, het wegennet en de groene elementen, waaronder de Heiligersbeek, namelijk beperkt, wat de herkenbaarheid en oriëntatie van de kern niet ten goede komt.
Bereikbaarheid

Doorgaand verkeer maakt gebruik van de Postweg. Een oplossing voor het sluipverkeer is niet direct voorhanden. We passen de inrichting van de weg aan zodat deze aansluit bij het verblijfskarakter.
Ruimtelijke ontwikkeling kan bijdragen aan versterking van de bebouwde kom als verblijfsgebied. Met een meer herkenbare dorpsentree zorgen we dat de automobilisten sneller beseffen dat ze een dorpskern binnenrijden. Samen met de gemeente Leusden spant de gemeente Barneveld zich bovendien in voor verbetering van fietsverbindingen met Achterveld en Leusden.

5. Van visie naar uitvoering
Algemeen
De Omgevingsvisie Barneveld 2040 beschrijft de langetermijnkeuzes voor de fysieke leefomgeving. De visie vormt de basis voor verdere uitwerking in zogenaamde beleids en gebiedsprogramma’s (‘omgevingsprogramma’ onder de Omgevingswet) en het omgevingsplan. Zoals al aangegeven in hoofdstuk 1 is de omgevingsvisie het startpunt, geen eindstation. De doorwerking van de omgevingsvisie in de praktijk is essentieel om de ambities en doelstellingen te realiseren en om richting te geven aan de ontwikkeling van de gemeente Barneveld.

Omgevingsvisiekaart

5.1. Samenhang in instrumenten
De omgevingsvisie heeft een bindend karakter voor de gemeente. Alleen met een inhoudelijke onderbouwing kan de gemeenteraad hiervan afwijken. De visie bevat geen regels voor burgers, bedrijven of andere overheden. Daarvoor zijn andere instrumenten. De omgevingsvisie geeft helderheid en richting aan zowel de gemeente zelf als de samenleving.
De Omgevingsvisie omvat de hoofdlijnen van beleid en de uitwerking op gebiedsniveau, eveneens op hoofdlijnen. De Omgevingsvisie vervangt de Structuurvisie Kernen en de Structuurvisie Buitengebied. De overige beleidsuitwerkingen en beleidsstukken die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving blijven onverkort van kracht en behouden expliciet hun geldigheid als gemeentelijk beleid.
De samenhang tussen verschillende instrumenten van de Omgevingswet is uitgangspunt voor de doorwerking van de omgevingsvisie:
-
De omgevingsvisie krijgt een nadere uitwerking in programma’s op thema (beleidsprogramma’s) of op gebiedsniveau (gebiedsprogramma’s).
-
In het omgevingsplan krijgt de uitvoering de juridische basis. Hierin staat wat is toegestaan of wat mogelijk is met een vergunning en onder welke voorwaarden.
-
De omgevingsvergunning is de formele toestemming voor een activiteit.
-
De instrumenten zijn sterk met elkaar verbonden en worden actief gemonitord en zo nodig aangescherpt.
Op deze manier zijn de instrumenten ingebed in de continue beleidscyclus van beleidsontwikkeling, doorwerking, uitvoering en terugkoppeling. Die cyclus is een essentieel onderdeel van de Omgevingswet.

5.2. De Barneveldse beleidscyclus
De omgevingsvisie is een dynamisch document dat regelmatig wordt geactualiseerd op basis van nieuwe ontwikkelingen en de relatie met andere Omgevingswetinstrumenten. Dit zorgt dat de omgevingsvisie de kapstok is en blijft voor al het beleid voor de fysieke leefomgeving. Concreet wordt voor de omgevingsvisie in Barneveld een cyclustijd voorgesteld van maximaal vier jaar, waarin de visie wordt getoetst en zo nodig aangepast aan nieuwe ontwikkelingen. De cyclus loopt daarmee synchroon met de politieke cyclus.
Er zijn bovendien vier ontwikkelingen die we in het kader van deze omgevingsvisie
in het bijzonder volgen vanwege de grote invloed die ze kunnen hebben op de ambities
en doelstellingen.
Defensieactiviteiten bij Stroe
In een onstuimige wereld neemt anno 2025 de druk op de nationale veiligheid toe en
versterkt ook Nederland het defensieapparaat. Hoewel vooralsnog geen uitbreiding van
de kazernes in Stroe is voorzien, worden wel de mogelijkheden onderzocht om het bestaande
terrein beter te benutten. De keuzes die de regering hierin maakt, kunnen van invloed
zijn op de ontwikkelingen in de directe omgeving van dit defensieterrein, maar ook
op andere ontwikkelingen (bijvoorbeeld woningmarkt).
Stikstof (implicaties Programma Stikstof en Natuurverbetering)
Het stikstofdossier en de uitspraken van de Raad van State en de civiele rechter in
2024 en 2025 kunnen de ontwikkelopgaven van de fysieke leefomgeving behoorlijk raken.
Op landelijk en provinciaal niveau worden mogelijke oplossingen onderzocht. We volgen
deze met grote belangstelling en proberen deze te beïnvloeden. We kijken ook zelf
naar eigen oplossingen en strategieën, waarbij we vooral kijken naar de kansen die
actief natuurherstel kan leveren. We beseffen dat de oplossingen in dit vraagstuk
bepalend zijn voor de toekomst van onze agrarische sector en de ontwikkeling van ons
landelijk gebied.
Ontwikkeling woningbouw
Het vorige kabinet stuurde in 2024 de Nota Ruimte naar de Tweede Kamer. Het is aan
het zittende kabinet om keuzes te maken hoe hiermee verder te gaan. In de Nota Ruimte
zitten een aantal uitgangspunten die ook in de Omgevingsvisie Barneveld 2040 zijn
opgenomen, zoals de structurerende invloed van bodem en water. De nota ziet op de
ruimtelijke opgave op landelijk niveau, maar deze krijgt zeker ook regionale doorwerking.
Ook de provincie zal daarin regie naar zich toetrekken. Dat kan ertoe leiden dat er
qua woningbouw een grotere taak op ons afkomt, waarbij we meer woningen moeten bouwen
dan wat we nu in de visie hebben opgenomen. In dat kader kan het dus zijn dat de ambities
ook op gemeentelijk niveau moeten worden bijgesteld.
Netcongestie
In verband met de overbelasting van het net ligt er een grens aan de huidige mogelijkheden voor vestiging van bedrijven en voor woningbouw. Als er geen structurele oplossingen worden gevonden zal dit invloed hebben op het ontwikkeltempo en zelfs de ontwikkeling (tijdelijk) kunnen frustreren. Landelijk, regionaal en lokaal wordt gewerkt aan oplossingen, maar tot dat die zijn gevonden is er onzekerheid over het ontwikkeltempo.
5.3. Doorwerking: beleidsprogramma's onder de Omgevingswet
De omgevingsvisie geeft volgens de Omgevingswet ook richting aan de doorwerking in beleidsprogramma’s en gebiedsprogramma’s en de uitvoering van zowel initiatieven als de eigen ambities, projecten en activiteiten van de gemeente. De beleidsprogramma’s zijn uitvoeringsgericht. Ze binden in principe alleen de overheid die het vaststelt en dienen als basis voor de inzet van maatregelen over het betreffende onderwerp.
Als uitgangspunt wordt voorgesteld om de beleidsprogramma’s zoveel mogelijk te clusteren binnen en te koppelen aan de vijf hoofdopgaven uit de Omgevingsvisie Barneveld 2040
-
a.
Gezond en toekomstbestendig
-
b.
Prettig leven in vitale dorpen
-
c.
Ruimte voor ondernemerschap
-
d.
Waardevol landelijk gebied
-
e.
Bereikbaarheid nu en in de toekomst
Daarnaast kunnen er gebiedsprogramma’s worden opgesteld, vooral bij complexe ruimtelijke puzzels en diverse opgaven. Deze programma’s zorgen ervoor dat de ambities en opgaven specifiek worden afgestemd op de kenmerken en behoeften van elk gebied. Op basis van de verschillende opgaven in een gebiedsgerichte uitwerking kunnen gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s aan de orde zijn. In deze omgevingsvisie wordt dat in ieder geval voorgesteld voor de kernen van Stroe en De Glind, vanwege de complexiteit of de multifunctionaliteit van de opgaven die daar spelen.
Parallel aan de vaststelling van de omgevingsvisie werken we aan de uitvoering ervan in een uitvoeringsprogramma. Daarin geven we een overzicht van de planning van de beleidsprogramma’s en een eerste tijdlijn voor de belangrijkste projecten. In de komende jaren werken we op deze wijze de thema’s van de omgevingsvisie verder uit en werken we ook door aan de gebiedsgerichte uitwerking.
In de volgende tabel zijn indicatief de eerste programma’s of programmaonderdelen aangegeven. De verdere uitwerking ervan volgt in het uitvoeringsprogramma.
|
Opgave
|
Onderliggende beleidsdocumenten
|
Indicatieve planning
|
|
Omgevingsvisie Barneveld 2040 |
Uitvoeringsprogramma |
2025 |
|
Bereikbaar nu en in de toekomst |
Beleidsprogramma Bereikbaarheid |
2026 |
|
Gezond en toekomstbestendig |
Energiebeleidsprogramma |
2025 |
|
Prettig leven in vitale dorpen |
Beleidsprogramma Volkshuisvesting (Woonvisie) Woonzorgvisie |
2026 |
|
Waardevol landelijk gebied |
Beleidsprogramma Landelijk Gebied Landschapsplan |
2025 2025 |
|
Ruimte voor ondernemen |
Beleidsprogramma Economie (economische visie) |
2027 |
|
Omgevingsplan Barneveld |
Omgevingsplan en beleidsregels |
2025 - 2031 |
5.4. Rolverdeling tussen College van Burgemeester en Wethouders en de Gemeenteraad
De rolverdeling tussen het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad
is gebaseerd op samenwerking en een duidelijke verdeling in verantwoordelijkheden.
Die vindt de basis in de Omgevingswet, maar met een aantal procesafspraken ten aanzien
van kaderstelling vooraf. Zo kunnen we van deze werkwijze al doende leren.
Gemeenteraad
De gemeenteraad stelt de omgevingsvisie vast. Dit betekent dat de raad de kaders en
ambities voor de fysieke leefomgeving bepaalt en vastlegt in de visie. Ook bij de
totstandkoming van de beleidsprogramma’s heeft de raad een kaderstellende rol. Dit
houdt in dat de raad vooraf kaders vaststelt waarbinnen het college de beleidsprogramma’s
moet opstellen.
College van burgemeester en wethouders
Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering en realisatie van deze ambities. Het college stelt ook de programma’s op en vast nadat de raad in de gelegenheid is gesteld om daarvoor nog kaders mee te geven. Dit omvat ook het aanwijzen van ontwikkellocaties en het voeren van een actief grondbeleid voor die locaties. De betrokkenheid van de raad en andere belanghebbenden blijft cruciaal bij de totstandkoming van de omgevingsprogramma’s.
5.5. Afwegingskader voor activiteiten
Het leidende principe van de Omgevingswet is het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Dit moet worden gerealiseerd door de fysieke leefomgeving doelmatig te beheren, te gebruiken en te ontwikkelen. Daarbij staat de fysieke leefomgeving in dienst van het vervullen van de maatschappelijke behoeften. Het gaat er dus uiteindelijk altijd om of inwoners, ondernemers en bezoekers in de fysieke leefomgeving van de gemeente Barneveld gezond en veilig kunnen leven, werken en recreëren.
Daarom moeten activiteiten in de fysieke leefomgeving steeds worden afgewogen tegen de doelstellingen en ambities die in deze omgevingsvisie zijn opgenomen. Met andere woorden: de ambities en principes van deze omgevingsvisie vormen gezamenlijk een belangrijk en integraal afwegingkader voor de wenselijkheid en de prioritering van activiteiten, maatregelen en initiatieven. Daarom is het noodzakelijk om aan te geven waaruit dat afwegingskader bestaat en hoe het kan worden gebruikt.
De hoofdambitie van hoofdstuk 2 staat daarbij voorop: de noodzakelijke ontwikkelingsopgave gekoppeld aan het behouden en waar mogelijk verbeteren van een hoge kwaliteit van de leefomgeving. Dit is vertaald in het DNA van de gemeente Barneveld in het algemeen en het profiel van de verschillende deelgebieden in het bijzonder. Vervolgens is de afweging in hoeverre een ontwikkeling aansluit bij de ambities en doelstellingen (hoofdstuk 3: visie op de thema’s). De ontwikkeling heeft in de regel raakvlakken met meerdere thema’s, waarbij er niet altijd voor alle aspecten een positieve ontwikkeling zal zijn. Het op deze manier inzichtelijk maken van de effecten, ondersteunt de integrale besluitvorming. Tot slot spelen de omgevingsfactoren een belangrijke rol. Daarvoor is de lagenbenadering een belangrijke ingang, waarbij de eigenschappen van ondergrond, netwerken, functies, gebruik en sociale ontwikkeling ten opzichte van de activiteit worden beoordeeld. Dit betekent overigens niet dat een ruimtelijke ontwikkeling het maximale moet bereiken op al deze aspecten om wenselijk en haalbaar te zijn. Een ontwikkeling moet in algemene zin een positieve bijdrage leveren aan de leefomgeving en passen binnen de ambitie. Als doelstellingen schuren, kunnen aanvullende eisen aan de orde zijn.
In de omgevingseffectrapportage (OER) wordt geadviseerd om deze criteria verder uit te werken tot een afwegingskader voor activiteiten.
De belangrijkste elementen van het afwegingskader zijn in de volgende tabel opgenomen.
|
Criterium
|
Kernvragen
|
|
Afwegingscriterium 1
|
Past de activiteit binnen het gewenste profiel, de identiteit, de ontwikkelrichting en de opgave van het (deel)gebied of de kern? |
|
Afwegingscriterium 2
|
Past de activiteit bij de keuzes die per thema of opgave zijn gemaakt (de ambities)?
Aan welke hoofdopgaven levert de activiteit of het initiatief de belangrijkste bijdragen?
En waar doet het pijn? |
|
Afwegingscriterium 3
|
Wat zijn de belangrijkste omgevingseffecten, af te leiden uit de benadering van de verschillende lagen? En waar liggen de plussen en de minnen in hun onderlinge relaties? |
5.6. Intake- en omgevingstafel (vooronderzoek en uitwerkingsonderzoek)
Voor initiatiefnemers en voor de gemeente zelf kan de Omgevingsvisie Barneveld 2040 hét document zijn om te kunnen beoordelen of een activiteit of initiatief passend en wenselijk is. Voor ieder initiatief is het belangrijk om de vragen van het hiervoor genoemde afwegingskader na te lopen en te beantwoorden.
Voor initiatieven die niet passen binnen het omgevingsplan kan een vooronderzoek worden aangevraagd (intaketafel). Verschillende adviseurs beoordelen samen het plan en brengen een advies uit. De gemeente toetst op deze manier het plan op wenselijkheid vanuit de ja, mits-benadering. Afhankelijk van die uitkomst kan een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden ingediend, wordt een uitwerkingsverzoek ingediend of stopt het initiatief.
Daarbij kan een beoordeling aan de omgevingstafel aan de orde zijn. Het doel van deze tafel is om op efficiënte wijze tot integrale en gedragen oplossingen te komen. Ook vindt een check op haalbaarheid plaats. Aan de omgevingstafel nemen alle belangrijke ketenpartners deel (bijvoorbeeld omliggende gemeenten, provincie en waterschap), maar ook de initiatiefnemer en belanghebbenden. Aan de omgevingstafel wordt voor de initiatiefnemer duidelijk onder welke voorwaarden het initiatief kan worden gerealiseerd.
Via deze werkwijze komen we tot maatregelen en oplossingen die bijdragen aan het bereiken van de ambities die in de omgevingsvisie zijn opgenomen en voldoende dienen aan de doelstellingen van de Omgevingswet. Met andere woorden: aan het verder vooruit brengen van onze gemeente.
5.7. Monitoring
Om periodiek te kunnen beoordelen of de ontwikkelingsrichting nog juist is en de doelen nog binnen bereik zijn, hanteren we de systematiek die in de Omgevingseffectrapportage (OER) is gebruikt. Daarbij wordt uitgegaan van de foto van de leefomgeving, waarbij op een aantal omgevingsaspecten een beeld wordt gegeven hoe de gemeente Barneveld ervoor staat en welke trends er zijn. Vervolgens is in het rapport aangegeven welke ontwikkelingen op basis van de ambities en maatregelen in de visie mogen worden verwacht. Door binnen de cyclus opnieuw een leefomgevingsfoto te maken, brengen we de ontwikkeling in beeld en kan worden beoordeeld of we nog op koers liggen, dan wel dat – mede op basis van actuele ontwikkelingen – herijking of bijsturing noodzakelijk is.
Bijlage I Overzicht Informatieobjecten
- Bijlage III Lagenbenadering
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/14pdfc9dee4af-0ef3-4418-800c-13225825e782/nld@2025‑08‑28;1051
- Nota Beantwoording zienswijzen Ontwerp-Omgevingsvisie Barneveld 2040
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/14pdfd151f27b-e53c-463f-973e-0d4f790bbd9d/nld@2025‑08‑28;1051
- OER incl Addendum
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/14pdf0acfff4a-a4e3-408e-b886-60b8d9bc289f/nld@2025‑08‑28;1051
- Omgevingsvisie Barneveld 2040
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/14pdf20c8c284-efba-419e-afad-776164b23ad7/nld@2025‑08‑28;1051
- Omgevingsvisiekaart
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/14pdf541c84b4-7663-4fbb-8553-704749637742/nld@2025‑08‑28;1051
- Passende Beoordeling Omgevingsvisie
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/14pdfe9cc4d68-f7f7-484c-a1c7-50a4279a3136/nld@2025‑08‑28;1051
- barneveld
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio11a5dd09-20e4-4f71-9053-986a119b45db/nld@2025‑08‑28;32
- de glind
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/giobaec21e0-f352-42df-8a0f-3928c3a1482b/nld@2025‑08‑28;40
- de veluwe
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio2319d067-0499-423f-9082-6ae11c5ba01a/nld@2025‑08‑28;23
- esvelderbeekzone
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio72bca0c0-6407-4d35-acd5-4fb9539e37f2/nld@2025‑08‑28;35
- garderen
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio57e99969-8ea1-4c5d-9d58-1ba391c21437/nld@2025‑08‑28;24
- harselaar
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gioab4856eb-9723-42c3-b25d-46b2fe1c4262/nld@2025‑08‑28;34
- kootwijk
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio7228acc1-9360-4181-ad17-1fde2a257fc0/nld@2025‑08‑28;25
- kootwijkerbroek
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/giofccbc981-4936-4d89-9903-c460a0378205/nld@2025‑08‑28;28
- militair terrein stroe
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gioe3bbd4e2-618b-4619-891f-4a1ec0b83490/nld@2025‑08‑28;26
- natura 2000
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio47a902f5-7bae-4f75-b5a8-45b3ca1dfdff/nld@2025‑08‑28;41
- oostelijk buitengebied
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio89d52b57-a377-4543-b1f8-008a9158215e/nld@2025‑08‑28;27
- recreatiegebied voorthuizen
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio31a70f28-522f-46f0-84d1-5611b7ec1515/nld@2025‑08‑28;30
- stroe
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio16a0f3eb-b9e8-4356-91fe-bab3b5e55df9/nld@2025‑08‑28;29
- terschuur
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio5cac4d09-0bc3-445d-a427-411a41722a70/nld@2025‑08‑28;38
- verstedelijkt gebied
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gioc7f32ac7-a426-4c80-8102-e360af706196/nld@2025‑08‑28;31
- voorthuizen
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio1d87a9ee-4ba5-4957-a9fa-f1e615fa7c87/nld@2025‑08‑28;33
- westelijk buitengebied
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio0f6269d2-6a2e-4dc8-9c3f-4b44f18c34b9/nld@2025‑08‑28;37
- zeumeren
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/gio92114864-693a-4293-a86f-3004493d7cc8/nld@2025‑08‑28;36
- zwartebroek
-
/join/id/regdata/gm0203/2025/giocc5d1250-cd5b-4c6f-b06b-c8c7fab9f029/nld@2025‑08‑28;39
Bijlage II Definities
Afwegingskader:
Het beleid waaraan nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen of ze passen in en bijdragen aan de doelen van de omgevingsvisie.
Basisvoorzieningen:
Dagelijkse voorzieningen die voor iedereen goed toegankelijke moeten zijn. Dit betreft basisscholen, kinderopvang, sportvoorzieningen, culturele voorzieningen, eerstelijns zorgvoorzieningen en (buurt) supermarkt.
Extensivering landbouw:
In de omgevingsvisie maken we voor extensivering van landbouw onderscheid tussen:
-
Grondgebonden landbouw: extensivering door het bedrijf uit te breiden met meer grond. Dit kan gepaard gaan met het afbouwen van de hoofdtak en het verbreden van activiteiten, zoals multifunctionele landbouw.
-
Niet-grondgebonden landbouw (intensieve veehouderij): extensivering door het bouwblok te vergroten of het aantal dieren te verkleinen.
Natuurinclusieve landbouw:
Een vorm van landbouw waarbij gewerkt wordt binnen de grenzen van de natuur. Een dusdanig agrarisch gebruik waardoor de biodiversiteit, de rijkdom aan planten en dieren, toeneemt maar de agrariër ook financieel rond kan komen.
Omgevingsvisie:
Dit document. De omgevingsvisie schetst hettoekomstbeeld voor de gemeente Barneveld met als richtjaar 2040.
Bijlage V Omgevingsvisiedocument gemeente Barneveld - Omgevingsvisie Barneveld 2040
Bijlage VI Nota beantwoording zienswijzen
Nota beantwoording zienswijzen
Nota Beantwoording zienswijzen Ontwerp-Omgevingsvisie Barneveld 2040.pdf
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl



















