Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening precariobelasting 2011

Geldend van 31-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening precariobelasting 2011

De raad van de gemeente Weesp;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2010;

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van een precariobelasting 2011.

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, een belasting geheven overeenkomstig de in deze verordening opgenomen bepalingen en in de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen worden aangetroffen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd.

Artikel 3 Heffingsgrondslag en tarief

  • 1 De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verorde¬ning behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de tabel gegeven aanwijzingen.

  • 2 De belasting wordt niet geheven voor zover deze niet meer bedraagt dan € 25,00, met dien verstande dat de belastingplicht daarbij geldt voor een periode niet langer dan 14 dagen.

Artikel 4 Begripsomschrijvingen

  • 1 Voor de toepassing van deze verordening ­- wordt verstaan onder een jaar: een kalenderjaar;- wordt verstaan onder een maand: een tijdvak van 30 achtereenvolgende dagen;- wordt verstaan onder een week: een tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen;- wordt verstaan onder een dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur.

  • 2 De in deze verordening genoemde gedeelten van tijds- en andere eenhed¬en worden voor een geheel gerekend.

  • 3 Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het belast¬baar feit aanvangt in de loop van het tijdvak, wordt de belasting geheven over zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag, als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het heffingstijdvak resteren.

  • 4 Een gedeelte van een week, een maand of een jaar wordt aangemerkt als een gehele week, respectievelijk een gehele maand of een geheel jaar, indien zulks leidt tot een voor belastingplichtige voordeliger tarief.

  • 5 Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, vindt uitsluitend toepassing van het hoogste tarief plaats.

Artikel 5 Heffingstijdvak

  • 1 Het heffingstijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen.

  • 2 Indien het belastbaar feit betrekking heeft op meer dan een afzonderlijke periode in een kalenderjaar, kan de heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk plaatsvinden.

Artikel 6 Wijze van heffing en tijdstip verschuldigdheid

  • 1 De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2 De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of zo dit later is, op het tijdstip waarop het belastbaar feit een aanvang neemt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 8 Vrijstelling

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    voorwerpen waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een overeenkomst, concessie, wettelijk voorschrift of anderszins rechtens moet worden gedoogd;

  • b.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de ANWB of andere soortgelijke instellingen;

  • c.

    het hebben van voorwerpen, welke noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de publiekrechtelijke taak door het rijk, de provincie, het water¬schap of de gemeente;

  • d.

    het hebben van halteborden, abri's en dergelijke ten dienste van het openbaar vervoer per bus;

  • e.

    het hebben van buizen, pijpen, leidingen en dergelijke, waaronder afvoer¬buizen van hemelwater, die zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering;

  • f.

    het hebben van pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, goten, puilijsten, goot- en kroonlijsten, spionnen, naamplaatjes, vlaggenstokhouders en dergelijke;

  • g.

    het hebben van fietsenrekken, fietsklemmen, fietstegels en dergelijke, alsmede aan de gevel bevestigde stangen of buizen, bestemd om rijwielen tegen te plaatsen, voor zover deze voorwerpen niet zijn voorzien van reclame-uitingen;

  • h.

    het hebben van rolluiken, voor zover kan worden aangetoond dat dit vanwege inbraakpreventie door een verzekeringsmaatschappij verplicht wordt gesteld;

  • i.

    het hebben van zonneschermen door particulieren, niet zijnde zonneschermen bij inrichtingen voor commerciële doeleinden, zoals winkels, kantoren en bedrijven;

  • j.

    het hebben van voorwerpen door instellingen die geen commerciële activiteiten nastreven, zoals instellingen met een politiek, godsdienstig, geestelijk wereldbeschouwelijk, sociaal, weldadig of algemeen nut beogend doel.

Artikel 9 Ontheffing

Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar kan op verzoek van de belastingschuldige ontheffing worden verleend indien blijkt dat de belastingplicht in de loop van het jaar is beëindigd. De ontheffing wordt verleend over de na beëindiging van de belastingplichtige nog volle resterende kalendermaanden. Eventuele afronding van bedragen vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrek¬king tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening precariobelasting 2010' vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3 datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad op 9 december 2010.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
 
Mw. M. Walrave B. Horseling 

Tarieventabel 1

Tabel behorende bij de 'Verordening precariobelasting 2011" vastgesteld in de vergadering van de raad op 9 december 2010. 00. Algemeen tarief 00.01 Voorwerpen waarvoor onder de navolgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien:

per m2. of per strekkende meter per dag € 0,74per m2. of per strekkende meter per week € 1,30per m2. of per strekkende meter per maand € 3,91per m2. of per strekkende meter per jaar € 31,7310. Bouw, sloop- en onderhoudswerken 10.01 Het innemen, overdekken of op enigerlei wijze aan de openbare dienst onttrekken van openbare gemeentegrond met voorwerpen ten behoeve van bouw, sloop en onderhoudswerken, andere dan die zijn genoemd onder 10.02 en 10.03, per m2., per voorwerp:

per dag € 0,74per week € 1,30per maand € 3,91per jaar € 31,7310.02 Voor het hebben van een schutting of hekwerk per strekkende meter

per dag € 0,74per week € 1,30per maand € 3,91per jaar € 31,7310.03 Een lozingspunt voor het machinaal lozen van water op de riolering van de gemeente:

per lozingspunt per dag € 33,2020. Leidingen, buizen, kabels, kokers, slangen of soortgelijke voorwerpen 20.01 Voor het hebben van leidingen, buizen, kabels, kokers, slangen of soortgelijke voorwerpen:

voor de eerste 20 meter, per m1 per jaar € 3,28voor elke volgende m1 per jaar € 1,0930. Automaat, speeltoestel, weegtoestel, betaalautomaat 30.01 Voor het hebben van een automatisch verkooptoestel, speeltoestel, weegtoestel, of soortgelijk voorwerp berekend naar de grootste afmeting van het voorwerp per ½ meter: per jaar € 26,0240. Voorwerpen bij onroerende zaken 40.01 Voor het hebben van een neerklapbaar zonnescherm of markies:

per jaar € 12,9440.02 Voor het hebben van een vast zonnescherm of markies:

per m2. per jaar € 15,9440.03 Voor het hebben van een luifel of een beluifeling:

voor de eerste 3 m2. per jaar € 12,94en voor ieder volgende m2. daarboven per jaar € 15,9440.04 Voor een uitbouw, overbouwing, kelder, tunnel, balkon en dergelijke onderdelen van onroerende zaken (hieronder niet begrepen de voorwerpen als bedoeld in onderdeel 70 van deze tabel) per m2. oppervlakte per bouwlaag per jaar € 15,9450. Terras 50.01 Voor het hebben van banken, tafels en stoelen, bloemen of plantenbakken, windschermen en eventuele andere voorwerpen onderdeel uitmakend van een terras, in de periode van 1 april tot 1 oktober:

per m2. of m1 per maand € 5,54buiten de periode van 1 april tot 1 oktober:

per m2. of m1 per maand € 1,3060. Standplaatsen 60.01 Voor de verkoop van diverse goederen, zoals bijvoorbeeld bloemen, fruit, versnaperingen, fritures, vis en tijdschriften al dan niet met behulp van een kraam, kiosk, (verkoop)wagen, tent, caravan of ander opstal:

 per m2. per dag € 1,59per m2. per week € 4,58per m2. per maand € 13,66per m2. per jaar € 104,0470. Voorwerpen voor reclame of soortgelijke doeleinden 70.01 Voor het hebben van een bord, sandwichbord, verplaatsbaar bord, kledingrek, verrijdbare reclame-uiting, lichtbak, lantaarn, uithangbord, gevelbord, gevelplaat, spot, vlag, reclametegel of andere tot reclame of andere doeleinden gebezigde voorwerpen indien de grootste afmeting van het voorwerp niet meer bedraagt dan:

een ½ meter per jaar € 12,94 

indien zij meer bedraagt dan:

een ½ meter, maar niet meer dan één meter per jaar € 26,02 

indien zij meer bedraagt dan:  

één meter per jaar € 26,02en voor elke meter daarboven per jaar € 12,9470.02 Voor het hebben van neonbuizen, lichtprikkabels, een rij geschakelde gloeilampen of dergelijke lichtapparaten, indien de grootste afmeting van de installatie niet meer bedraagt dan:

5 meter per jaar € 26,02 

indien zij meer bedraagt dan:

5 meter, maar niet meer dan 10 meter per jaar € 38,95 

indien zij meer bedraagt dan:

10 meter per jaar € 52,0270.03 Voor het hebben van straatversieringen zoals vlaggetjes, slingers, lichtprikkabels en dergelijke, aangebracht namens een winkeliersvereniging, buurtvereniging en soortgelijke instellingen en uitsluitend aangebracht ter gelegenheid van speciale aangelegenheden, zoals de sluis-en brugfeesten, Koninginnedag, de sinterklaasperiode en kerstperiode en voor zover met die voorwerpen geen reclame wordt gemaakt of beoogd voor bepaalde merkartikelen, objecten of subjecten:  

per steeg, straat, laan of plein: per gebeurtenis per jaar € 52,0270.04 Voor het hebben van een spandoek per strekkende meter, gerekend naar de grootste afmeting:  

per dag € 0,74per week € 1,30per maand € 3,91per jaar € 31,7370.05 Voor het hebben van een uitgebouwde uitstalkast, etalage, vitrine of dergelijke inrichting, voor zover boven gemeentegrond hangende berekend over de verticale hoogte keer de horizontale breedte:  

per m2 per jaar € 58,6970.06 Voor het hebben van een rijwielrek met daarop aangebrachte reclame berekend over de grootste afmeting van het voorwerp:

per meter per jaar € 26,0280. Gebruik van betaalde parkeerplaatsen 80.01 Voor het hebben van voorwerpen, niet zijnde een motorrijtuig in de zin van de Wegenverkeerswet 1994, op een parkeerplaats bestemd voor betaald parkeren, is een tarief verschuldigd dat gelijk is aan 75% van het verschuldigde parkeergeld volgens de ten tijde van het gebruik geldende 'Verordening parkeerbelastingen'. 90. Aanmeren van vaartuigen in gemeentewater. 90.01 Voor het hebben van een vaartuig bedraagt de belasting per strekkende meter lengte van het vaartuig per jaar € 35,47Voor eensluidend afschrift, de griffier, mw. M. Walrave.