Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Scherpenzeel 2025

Geldend van 02-08-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Scherpenzeel 2025

1. Inleiding

1.1 Begrippen

Bij parkeren voor gehandicapten maken we onderscheid tussen de gehandicaptenparkeerkaart, de algemene gehandicaptenparkeerplaats en de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

De gehandicaptenparkeerkaart (of voorheen invalidenparkeerkaart) geeft de houder ervan enkele bijzondere rechten voor het gebruik van parkeervoorzieningen, waaronder het recht te parkeren op algemene gehandicaptenparkeerplaatsen.

De gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats bestemd voor het voertuig, waarvan het kenteken op een onderbord is vermeld.

1.2 Beoogd effect

Het beoogde effect van deze regels is dat beleid wordt vastgesteld voor wat betreft:

  • het toekennen van gehandicaptenparkeerkaarten en;

  • het toekennen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen;

  • oneigenlijk gebruik van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen tegen te gaan.

Op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden afgeweken van dit beleid in het geval het handelen volgens deze beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen.

1.3 Aanleiding

Omdat er steeds meer vraag is naar gehandicaptenparkeerkaarten en gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen is er behoefte aan handvatten in de vorm van (hernieuwd) beleid.

1.4 Probleemstelling

We zien een toename in het aantal aanvragen voor gehandicaptenparkeerkaarten en vervolgens voor gehandicaptenparkeerplaatsen. De drempel om een parkeerkaart en later een gereserveerde parkeerplaats aan te vragen is laag. Door de toenemende parkeerdruk ontstaat er een spanningsveld tussen het algemeen belang en het individuele belang van een gehandicapte persoon.

1.5 Doelstellingen van het beleid

  • Handvat bij het afhandelen en beoordelen van verzoeken voor gehandicaptenparkeerplaatsen en (tot aanleg of verwijdering) van gehandicaptenparkeerplaatsen.

  • Motivering bij beschikkingen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • Rechtszekerheid voor de burger.

2 Gehandicaptenparkeerkaart

2.1 Juridisch kader

Om een algemene gehandicaptenparkeerplaats te kunnen gebruiken of een eigen gehandicaptenparkeerplaats te kunnen aanvragen, moet de aanvrager in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart. Gemeenten kunnen geen eigen criteria stellen voor de toewijzing en de afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten.

2.1.1 Regeling Gehandicaptenparkeerkaart

De wettelijke regels over het verstrekken en het gebruik van de gehandicaptenparkeerkaart zijn opgenomen in:

  • de artikelen 49 tot en met 55 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: het BABW),

  • de artikelen 85 en 86 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) en

  • de Ministeriële Regeling Gehandicaptenparkeerkaart in werking getreden op d.d. 1 oktober 2001 (hierna: Regeling Gehandicaptenparkeerkaart).

2.1.2 Gehandicaptenparkeervoorziening

Tot de gehandicaptenparkeervoorzieningen worden gerekend:

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (GPK-B);

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (GPK-P);

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor één persoon als bestuurder én passagier (GPK-P/B);

  • een (op kenteken) gemarkeerde parkeerplaats voor gehandicapten (GPP);

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen (GPK-I).

De gemeente is verplicht bij de afhandeling van een aanvraag voor een gehandicaptenvoorziening gebruik te maken van een medisch onderzoek. Deze levert de aanvrager aan.

Gehandicaptenvoorzieningen zijn nodig voor auto’s en brommobielen. Voor een gehandicaptenvoertuig is geen gehandicaptenparkeerkaart of gemarkeerde gehandicaptenparkeerplaats (GPP) nodig. Deze voertuigen mogen op de stoep geparkeerd worden.

2.1.3 Parkeerkaarten B en P

De meeste aanvragen betreffen:

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (GPK-B);

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (GPK-P).

Voor zowel bestuurders als passagiers die voor een gehandicaptenparkeerkaart in aanmerking denken te komen, geldt dat de aanvrager door een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking moet hebben van langdurige aard. Onder ‘van langdurige aard' wordt verstaan: ten minste zes maanden, waar het tijdsbeslag van de afhandelingsprocedure nog moet worden bijgeteld.

De criteria voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart voor zowel bestuurder als passagier staan in de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart en zijn verwoord onder paragraaf 2.2.

2.2 Aanvraag

De volgende kaarten kunnen worden aangevraagd:

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders (B) aanvragen als aanvrager met een loophulpmiddel minstens een half jaar minder dan 100 meter kan lopen.

  • een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (P) aanvragen als aanvrager met een loophulpmiddel minstens een half jaar minder dan 100 meter kan lopen en altijd afhankelijk is van begeleiding van deur tot deur.

  • Een combinatie van een gehandicaptenparkeerkaart B en P aanvragen als aanvrager blijvend van een rolstoel gebruik maakt en daarnaast andere aantoonbare ernstige lichamelijke beperkingen heeft waardoor een gehandicaptenparkeerkaart nodig is.

Medisch onderzoek

Voor de beoordeling van de loopbeperking is een medisch onderzoek nodig. De gemeente bepaalt welke instantie dit doet. Hiervoor schakelen wij een onafhankelijk medisch adviesbureau in. Er zal daarbij aansluiting worden gezocht bij bureaus die werken volgens de 'Richtlijn gehandicaptenparkeervoorzieningen' van de Vereniging Artsen Volksgezondheid.

Hoe vindt een aanvraag plaats?

  • Aanvrager kan via de gemeentelijke website of aan de balie van het gemeentehuis zich aanmelden voor het medische onderzoek;

  • Het medisch adviesbureau verzorgt de intake en komt met een medisch advies;

  • Aanvrager vraagt via de gemeentelijke website of aan de balie van het gemeentehuis een gehandicaptenparkeerkaart aan. Hiervoor zijn nodig:

    • -

      Een kopie van uw geldige identiteitsbewijs (voor een passagierskaart);

    • -

      Een kopie van uw rijbewijs (voor een bestuurderskaart);

    • -

      Een pasfoto;

    • -

      Bewijs van medisch onderzoek van medisch adviesbureau.

2.3 Verlenging

De gehandicaptenparkeerkaart is geldig voor maximaal vijf jaar of korter als de verwachting bestaat dat de gehandicapte daar korter voor in aanmerking komt.

De houder van de gehandicaptenparkeerkaart moet zelf tijdig een nieuwe aanvraag doen. Deze aanvraag voor een verlenging kan maximaal zes maanden voor de einddatum worden ingediend.

Voordat een nieuwe kaart wordt afgegeven vindt er weer een medisch onderzoek plaats, tenzij het college van oordeel is dat de aanvrager nog aan de criteria voldoet om voor die kaart in aanmerking te komen.

Conform artikel 2 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart ziet het college van herkeuring af als het ziektebeeld blijvend is.

2.4 Besluit

Voor het toekennen van een gehandicaptenparkeerkaart is mandaat gegeven aan de senior ambtenaar van Burgerzaken.

Voordat een besluit wordt genomen moet, als er een medisch advies is uitgebracht, worden beoordeeld of die adviezen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Een besluit tot afwijzing wordt alleen aan de aanvrager bekendgemaakt. Wanneer op de aanvraag positief wordt beslist, wordt vervolgens een kaart verstrekt.

De aanvrager die het met de inhoud van het hem toegezonden besluit niet eens is, kan daartegen bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel.

2.5 Kosten

De kosten voor een gehandicaptenparkeerkaart bedragen (2025):

  • Eerste aanvraag gehandicaptenparkeerkaart : € 132,-

  • Verlenging gehandicaptenparkeerkaart : € 82,50

  • Vervangende gehandicaptenparkeerkaart : € 28,25

Deze kosten worden geïndexeerd en/of aangepast en staan vermeld in de (jaarlijks vastgestelde) legesverordening.

De kosten van het medisch onderzoek bij het onafhnkelijke medische onderzoeksbureau betaalt de aanvrager direct bij dit bureau, tenzij dit anders geregeld wordt.

2.6 Oneigenlijk gebruik

In de praktijk blijkt dat gehandicaptenparkeerkaarten regelmatig gestolen en misbruikt worden wat schade voor zowel de gedupeerde kaarthouder als de maatschappij oplevert. Om oneigenlijk gebruik van de gehandicaptenparkeerkaarten te voorkomen worden deze geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).

3 Aanleg gehandicaptenparkeerplaatsen

3.1 Juridisch kader

Het toewijzen en realiseren van parkeerplaatsen voor gehandicapten (zowel gereserveerde als algemene gehandicaptenparkeerplaatsen) valt volledig onder het eigen gemeentelijk beleid en heeft geen grondslag in landelijke wetgeving. Een dergelijk gemeentelijk beleid moet wel zijn vastgelegd, openbaar zijn gemaakt en door burgers zijn in te zien.

3.2 Verkeersbesluit

Voor het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats moet behalve een eventuele wegmarkering ook een paal met een verkeersbord (model E6, aangevuld met een onderbord op kenteken indien het een gereserveerde parkeerplaats betreft) worden geplaatst. Uit artikel 12 van het BABW volgt dat aan een dergelijke handeling een verkeersbesluit ten grondslag moet liggen.

Op grond van het bepaalde in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW) worden verkeersbesluiten genomen door burgemeester en wethouders.

Mandaat is gegeven aan de behandelende ambtenaar betreffende verkeersbesluiten voor de aanleg en het opheffen van zowel algemene als gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Hierbij wordt advies gevraagd aan de politie.

Bij het verkeersbesluit dient een situatietekening te worden gevoegd waarop exact is aangegeven waar de gehandicaptenparkeerplaats zal worden aangewezen. Een verkeersbesluit wordt gepubliceerd in het elektronisch Gemeenteblad en 6 weken ter inzage gelegd. Tegen dit besluit kan binnen 6 weken na publicatie bezwaar worden gemaakt door belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders.

Met de uitvoering mag worden begonnen de dag nadat het verkeersbesluit is gepubliceerd.

Voor het opheffen van een gehandicaptenparkeerplaats dient opnieuw een verkeersbesluit te worden genomen voor juridische juistheid en het bijhouden van een actuele stand van zaken in een beheerssysteem.

3.3 Uitvoering

De vormgeving van de gehandicaptenparkeerplaats zal zoveel mogelijk plaatsvinden conform de landelijke gangbare richtlijnen van het ASVV 2021 (publicatie van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, hierna: CROW).

De precieze vormgeving en afmeting is echter ook afhankelijk van de situatie ter plaatse, zoals bijvoorbeeld de breedte van het trottoir en het type parkeren (langs-, haaks-, of schuin parkeren).

Indien nodig voor de herkenbaarheid van de gehandicaptenparkeerplaats zal deze worden gemarkeerd door middel van een markering van doorgetrokken strepen en een kruis. Het bord E6 wordt altijd geplaatst.

Voor de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt een onderbord met kentekenvermelding onder het E6 bord toegevoegd.

De uitvoering hiervan ligt bij het team Leefomgeving.

4 Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats die speciaal voor het voertuig van een gehandicapte bewoner is gereserveerd. Bij de parkeerplaats wordt door middel van een (onder)bord het kenteken van het voertuig vermeld, zodat duidelijk is dat de plaats alleen bestemd is voor de auto met het vermelde kenteken.

De gehandicaptenparkeerplaats wordt in principe op een bestaande parkeergelegenheid zo dicht mogelijk bij de woning aangewezen. Dit kan zowel in het openbaar gebied als op gronden in eigendom van derden. In het laatste geval dient deze eigenaar wel gehoord te worden en toestemming te geven.

4.1 Beleid gemeente Scherpenzeel

4.1.1 Aanvraag

Een inwoner die in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart B (bestuurder) (zie hoofdstuk 2) kan een aanvraag indienen voor de aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

De houder van een gehandicaptenparkeerkaart P (passagier) kan geen aanvraag indienen, wanneer de passagier in staat is voor de woning uit te stappen, waarna de bestuurder de auto parkeert. Deze kaarthouders kunnen alleen een aanvraag indienen als ze niet zonder begeleiding kunnen wachten op het parkeren van de auto, ook niet voor korte tijd.

Een aanvrager komt in aanmerking voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als hij/zij aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • in het bezit zijn van de gehandicaptenparkeerkaart B (Bestuurderskaart) of P (Passagierskaart), die voor minimaal een jaar is afgegeven en nog minimaal 1 jaar geldig is;

  • beschikt niet dan wel kan niet beschikken over eigen parkeergelegenheid op eigen terrein, zoals bijvoorbeeld oprit, carport of garage of parkeren op eigen terrein is wel mogelijk echter gezien de hem/haar betreffende handicap ongeschikt;

  • in bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart B en beschikt over een geldig rijbewijs;

  • in bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart B en beschikt over een eigen auto blijkens een kentekenbewijs op naam van de aanvrager of leasecontract op naam van de aanvrager;

  • de verkeersveiligheid of het doelmatig gebruik van de weg en openbare ruimte wordt niet onevenredig verstoord door de aanleg van de aangevraagde gehandicaptenparkeerplaats.

De aanvrager kan zich wenden tot Burgerzaken om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aan te vragen.

Burgerzaken controleert of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet en verzorgt een beslissing op de aanvraag.

Een verkeerskundig advies wordt ingewonnen bij team Leefomgeving m.b.t. de verkeersveiligheid en doelmatig gebruik van de weg en de openbare ruimte, alsmede over de exacte locatie voor de gehandicaptenparkeerplaats.

4.1.2 Besluit

Besluiten op verzoeken om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats worden, genomen door het college van burgemeester en wethouders. Mandaat is gegeven aan de behandelend ambtenaar.

Alvorens een besluit wordt genomen moet worden beoordeeld of de adviezen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Een besluit tot toekenning of afwijzing wordt per brief aan de aanvrager bekendgemaakt.

De aanvrager die het met de inhoud van het hem toegezonden besluit niet eens is, kan daartegen bezwaar maken door het indienen van een, aan het college van burgemeester en wethouders gericht, bezwaarschrift.

4.1.3 Verkeersbesluit

Wanneer op de aanvraag positief wordt beslist dient vervolgens een verkeersbesluit te worden genomen. Dit is vereist voor de plaatsing van het verkeersteken bord E6. Ook de verwijdering van dat bord dient te geschieden krachtens een verkeersbesluit.

De aanvrager is in de brief (zie paragraaf 5.1.3. en zie bijlage) gewezen op de mogelijkheid dat, behalve hijzelf, ook derden tegen het verkeersbesluit bezwaar kunnen maken.

Het verkeersbesluit wordt gepubliceerd in het elektronische Gemeenteblad en voor zes weken ter inzage gelegd. Tegen het openbaar gemaakte verkeersbesluit kan aanvrager bezwaar maken; derden kunnen alleen bezwaar maken, als hun belang rechtstreeks bij dat besluit is betrokken.

4.2 Wijzigingen

In de volgende gevallen dient de houder van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats onmiddellijk schriftelijk melding te doen bij de gemeente, met betrekking tot het opzeggen of wijzigen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats:

  • als de gehandicapte niet langer voldoet aan de criteria voor het toekennen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;

  • als er sprake is van verhuizing;

  • als het kenteken van het voertuig is gewijzigd ( dit ter voorkoming van het krijgen van een proces-verbaal tijdens de overgangsfase (het kenteken van het motorvoertuig komt niet overeen met het vermelde kenteken op het onderbord).

De houder van de gehandicaptenparkeerkaart dient zelf voor een tijdige aanvraag van een nieuwe kaart zorg te dragen. Indien geen nieuwe kaart meer wordt afgegeven, wordt de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats verwijderd na het nemen van het betreffende verkeersbesluit.

4.3 Vervallen van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats vervalt in de volgende situaties:

  • Bij verhuizing van de belanghebbende;

  • Bij overlijden van de belanghebbende;

  • Bij het vervallen van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart van de belanghebbende;

  • Bij het niet meer in bezit hebben van een auto;

  • Bij het vervallen van het rijbewijs.

In deze gevallen wordt de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats verwijderd na het nemen van het betreffende verkeersbesluit.

4.4 Kosten

Voor de aanvraag en aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats brengt de gemeente de volgende kosten in rekening:

  • Aanvraag gehandicaptenparkeerplaats : € 250,-

  • Vervanging onderbord gehandicaptenparkeerplaats : € 250,-

Deze kosten worden geïndexeerd en staat vermeld in de (jaarlijks vastgestelde) legesverordening.

4.5 Afwijken van beleid (4:84 Awb)

In enkele (uitzonderlijke) gevallen is een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor een houder van een gehandicaptenparkeerkaart-P zeer terecht. Het belang van de gehandicapte (integratie) weegt in dat geval zwaarder dan het doel dat door dit beleid mede gediend wordt (leefbaarheid buurt). Deze afweging vindt plaats op basis van artikel 4.84 Awb.

5 Vaststelling, evaluatie, inwerkingtreding en aanhaling

5.1 Vaststelling

Deze beleidsregels worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

5.2 Evaluatie

Dit beleid zal twee jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd.

5.3 Inwerkingtreding

Het beleid treedt in werking op 1 juli 2025.

5.4 Aanhaling

Dit beleid kan aangehaald worden als “Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Scherpenzeel 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 7 juli 2025.

R. ‘t Hoen

secretaris

M.C.Teunissen

burgemeester