Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742887
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742887/1
Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2025
Geldend van 26-07-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2025
Intitulé
Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2025Het college van burgemeester en wethouders van Medemblik;
Gelet op de geldende:
- •
Verordening Jeugdhulp gemeente Medemblik 2025;
Besluit vast te stellen:
Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
-
1. In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
College: het college van burgemeester en wethouder(s) van de gemeente Medemblik;
- b.
Lokale jeugdteam: de voorziening die de gemeente heeft ingericht om hulp/ondersteuning te bieden aan de jeugdige en/of het gezin en tevens de toegang tot individuele voorzieningen. De focus van het lokale jeugdteam ligt op het versterken van de eigen regie/kracht van de jeugdige of het gezin, het vergroten van de zelfredzaamheid;
- c.
Verordening: de Verordening jeugdhulp gemeente Medemblik 2025.
- a.
-
2. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Verordening en de Jeugdwet.
Hoofdstuk 2 Individuele voorzieningen
Artikel 2.1 Individuele voorzieningen en componenten
In dit hoofdstuk staan de individuele voorzieningen die zijn ingekocht beschreven. Gelijk aan de verordening zijn de individuele voorzieningen verdeeld in specialistische jeugdhulp, hoog specialistische jeugdhulp en jeugdhulp met verblijf.
Artikel 2.2 Toekennen individuele voorzieningen
-
1. Verwijzing naar een gecontracteerde zorgaanbieder moet objectief, transparant en non-discriminatoir tot stand komen. Daarvoor geldt voor het lokale jeugdteam de volgende criteria:
- a.
De specifieke zorgbehoefte van jeugdige/gezin;
- b.
De voorkeur van jeugdige/gezin en zijn netwerk;
- c.
Nabijheid jeugdhulpaanbieder, zo nabij mogelijk bij de huidige woonplaats;
- d.
Wachttijden/beschikbaarheid bij jeugdhulpaanbieder.
- a.
-
2. Als op grond van de criteria uit lid 1 blijkt dat meerdere aanbieders aan deze criteria kunnen voldoen dan kiest de jeugdige/gezin de gewenste jeugdhulpaanbieder.
-
3. Binnen één gezin kunnen meerdere individuele voorzieningen en meerdere gecontracteerde jeugdhulpaanbieders nodig zijn. Dit is mogelijk als aan de voorwaarden uit lid 2 van dit artikel en aan de volgende regels voldaan wordt:
- a.
Iedere gecontracteerde jeugdhulpaanbieder ontvangt een eigen zorgtoewijzing voor dat deel van de resultaten waar hij zorg op inzet;
- b.
Iedere inwoner ontvangt een beschikking voor iedere vorm van zorg dat wordt ingezet.
- a.
-
4. Als wordt voldaan aan de regels zoals opgesomd in lid 1 van dit artikel kunnen uitsluitend de volgende combinatie van zorgproducten worden toegekend (zie bijlage A voor het schema):
- a.
Specialistische en hoog specialistische jeugdhulp alleen wanneer het door verschillende jeugdhulpaanbieders wordt uitgevoerd.
- b.
Jeugdhulp met verblijf en Specialistische jeugdhulp kunnen gecombineerd toegekend worden onder de volgende voorwaarden:
- i.
Zorgproducten worden door verschillende gecontracteerde jeugdhulpaanbieders uitgevoerd of;
- ii.
Zorgproducten worden door dezelfde jeugdhulpaanbieder uitgevoerd, maar de inzet van Specialistische Jeugdhulp wordt aantoonbaar niet binnen jeugdhulp met verblijf uitgevoerd.
- i.
- c.
Twee verschillende indicaties van jeugdhulp met verblijf kunnen binnen één gezin worden toegekend als:
- i.
Zorgproducten worden uitgevoerd door verschillende gecontracteerde jeugdhulpaanbieders of;
- ii.
Zorgproducten worden uitgevoerd door dezelfde jeugdhulpaanbieder, maar het is aantoonbaar dat de aanbieder binnen één individuele opdracht meerdere producten uit jeugdhulp met verblijf levert.
- i.
- d.
Jeugdhulp met verblijf mag worden gecombineerd met een Landelijk Transitie Arrangement, indien het wordt uitgevoerd door verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders.
- e.
Jeugdhulp met verblijf mag gecombineerd met Ernstige Dyslexiezorg worden geboden als dit door verschillende Jeugdhulpaanbieders wordt geboden.
- a.
-
5. Bij bepaalde individuele voorzieningen bestaan er losse componenten die onder voorwaarden en met toestemming van het lokale jeugdteam van de gemeente kunnen worden toegewezen, te weten:
- a.
Vervoer;
- b.
Medicatiecontrole;
- c.
Dagbesteding;
- d.
Dagbehandeling.
- a.
-
6. Voor de componenten uit lid 3, en specifiek voor de component vervoer, zijn ouders in eerste instantie zelf verantwoordelijk. Dit kan ook zijn door middel van inzet van hun sociale netwerk.
-
7. Vervoer als genoemd in lid 3 onder a is vervoer naar een jeugdhulpaanbieder en wordt verstrekt als component jeugdhulp. Vervoer van en naar school valt onder de regeling leerlingenvervoer.
-
8. Als de component vervoer wordt ingezet, kan dit alleen bij dezelfde jeugdhulpaanbieder.
-
9. De overige componenten van lid 3 worden door andere jeugdhulpaanbieders geboden.
Artikel 2.3 Specialistische jeugdhulp
-
1. Specialistische jeugdhulp betreft doorgaans enkelvoudige hulpvragen, waarbij de benodigde inzet op basis van de voorinformatie en probleemformulering voorspelbaar is. Het traject is planbaar met een beperkt aantal contactmomenten of beperkte hoeveelheid tijd per maand aan inzet nodig vanuit de jeugdhulpaanbieder. Er is doorgaans inzet vanuit één jeugdhulpaanbieder nodig. Deze houdt oog voor het gehele gezin en eventueel overstijgende zorgvragen voor gezinsleden.
-
2. De volgende zorgvormen zijn onder andere beschikbaar voor specialistische jeugdhulp:
- a.
Diagnostiek en behandeling generalistische basis GGZ;
- b.
(intensieve) Ambulante begeleiding;
- c.
Dagbesteding;
- d.
Respijtzorg.
- a.
-
3. De doelgroep voor specialistische jeugdhulp zijn:
- a.
Jeugdigen in de leeftijd nul tot en met zeventien jaar;
- b.
Jeugdigen en jongvolwassenen die:
- i.
reeds voor hun achttiende levensjaar hulp hebben ontvangen binnen de Jeugdwet en;
- ii.
op basis van de verlengde Jeugdwet hiervoor in aanmerking komen.
- i.
- a.
-
4. De jeugdhulpaanbieder dient tenminste de volgende taken zelf uit te voeren:
- a.
Het in samenspraak met de jeugdige opstellen van het eigen behandelplan met de daarin te behalen doelen;
- b.
Organiseren van samenwerking en afstemming met andere betrokkenen, waaronder algemeen toegankelijke lokale voorzieningen, jeugdhulpaanbieder(s) en het onderwijs, om integrale en kwalitatieve hulp te bieden;
- c.
Afstemming met het lokale jeugdteam gedurende de gehele periode van hulp aan een jeugdige;
- d.
Indien van toepassing, in samenspraak met de jeugdige opstellen van het perspectiefplan;
- e.
Voeren van casusregie over de uitvoering van de hulp, gekoppeld aan de resultaten en toewijzing;
- f.
Afschalen van specialistische jeugdhulp in overleg met het lokale jeugdteam naar algemeen toegankelijke lokale voorzieningen en zorgdragen voor een soepele overdracht door het delen van kennis en expertise;
- g.
Waar van toepassing begeleiden van de jeugdige/ gezin naar hulp vanuit bijvoorbeeld Wonen met Ondersteuning, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en/of het aangaan van een samenwerking. De jeugdige en/of het gezin kan hierbij ook ondersteund worden door een onafhankelijke clientondersteuner.
- a.
-
5. De gemeente heeft specialistische jeugdhulp verdeeld in laag en midden complexe jeugdhulp:
- a.
Laag complexe jeugdhulp betreft over het algemeen beginnende problematiek. Er wordt lichte begeleiding of er worden lichtere vormen van opvoedondersteuning geboden. De inzet van de hulp is doorgaans kortdurend van aard en/of de inzet van de ondersteuning kent beperkte contactmomenten per maand.
- b.
Midden complexe jeugdhulp kenmerkt zich door een toenemend risico op een stagnerende ontwikkeling op één of meerdere leefgebieden, zoals gedragsontwikkeling, psychische problematiek, leeftijdsadequate ontwikkeling, (maatschappelijke) participatie, autonomie en/ of identiteitsontwikkeling, veerkracht en weerbaarheid. Tevens kan er sprake zijn van problematiek bij de ouder(s) en/of veiligheidsrisico’s in het (gezins-)systeem. Bij midden complexe jeugdhulp is altijd sprake van een vorm van behandeling als onderdeel van de inzet om de problematiek te verminderen of op te heffen.
- a.
-
6. Verwijzingen door een Gecertificeerde Instelling vallen per definitie onder midden of hoog specialistische jeugdhulp. Dit komt voort uit het gegeven dat bij gezinnen met een kinderbeschermingsmaatregel, opgelegd door de kinderrechter, sprake is van (ernstige) zorgen over het veilig opgroeien van de jeugdige. Wel kan er sprake zijn van een samenwerking met een jeugdhulpaanbieder voor een deel van de begeleiding, die valt onder laagcomplexe jeugdhulp of algemeen toegankelijke voorziening in de sociale basis.
Artikel 2.4 Ondersteuningsprofielen en intensiteiten binnen specialistische jeugdhulp
-
1. Bij de specialistische jeugdhulp wordt gewerkt met ondersteuningsprofielen en intensiteiten. Op basis van de combinatie van een ondersteuningsprofiel en de intensiteit (een arrangement) wordt een individuele voorziening toegekend.
-
2. De ondersteuningsbehoefte van de cliënt zijn gecategoriseerd in de volgende profielen:
- 1.
Behoefte aan het bevorderen van de ontwikkeling van de jeugdige met psychosociale problemen;
- 2.
Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedvaardigheden van ouders met jeugdigen met ontwikkelings- en/of gedragsproblemen;
- 3.
Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden van ouders met eigen problemen (bv. ziekte of beperking) en het bevorderen van de ontwikkeling van de jeugdige;
- 4.
Behoefte aan begeleiding voor jeugdigen met een beperking en ondersteuning aan de ouder(s);
- 5.
Behoefte aan behandeling in combinatie met begeleiding voor jeugdigen met een beperking;
- 6.
Behoefte aan behandeling in combinatie met begeleiding als gevolg van een lichamelijke beperking;
- 7.
Behoefte aan verminderen ontwikkelings- en gedragsproblemen en bevorderen van de ontwikkeling van jeugdige door behandeling;
- 8.
Behoefte aan leren van vaardigheden door intensieve begeleiding en behandeling voor het bevorderen van de ontwikkeling van jeugdigen die opgroeien in gezinnen met problematiek op meerdere leefgebieden.
- 1.
-
3. De ondersteuningsprofielen worden nader toegelicht in bijlage B.
-
4. Het college stelt samen met de jeugdige en/of de ouders het te behalen resultaat vast en bepaalt het ondersteuningsprofiel voor de jeugdige.
-
5. De hulp binnen een ondersteuningsprofiel is verdeeld in intensiteiten:
- e.
Perspectief;
- f.
Intensief;
- g.
Duurzaam licht;
- h.
Duurzaam zwaar.
- e.
-
6. Het college bepaalt de intensiteit van de ondersteuning.
-
7. De profielen 1 tot en met 3 kunnen alleen de intensiteit perspectief en intensief hebben.
Artikel 2.5 Hoog specialistische jeugdhulp
-
1. Hoog specialistische jeugdhulp betreft meervoudige, urgente en/of zeer specifieke (niet vaak voorkomende) hulpvragen. Kenmerkend is dat de zorg vaak onvoorspelbaar is en dat er op meerdere levensdomeinen hulpvragen spelen. Om de juiste zorg te bieden is een integrale samenwerking tussen de ondersteuners van deze verschillende levensdomeinen noodzakelijk.
-
2. De volgende zorgvormen zijn, onder andere, beschikbaar voor reguliere hoog specialistische jeugdhulp:
- a.
Diagnostiek en behandeling specialistische GGZ;
- b.
Intensieve ambulante begeleiding;
- c.
Dagbesteding/ dagbehandeling;
- d.
Ambulante crisishulp;
- a.
-
3. De volgende zorgvorm is, onder andere, beschikbaar voor reguliere hoog specialistische jeugdhulp:
- a.
Forensische jeugdhulp.
- a.
-
4. Het verschil tussen de zorgvormen reguliere hoog specialistische jeugdhulp en hoog specialistische forensische jeugdhulp:
- a.
Bij reguliere hoog specialistische jeugdhulp staat de hulpvraag van de jeugdige/gezin, , voorop. Dit is vaak de grondslag van de problematiek;
- b.
Bij hoog specialistische forensische jeugdhulp staan het gevaarcriterium en het risicogericht behandelen voorop.
- a.
-
5. Met hoog specialistische forensische jeugdhulp wordt alle geestelijke gezondheidszorg bedoeld aan jeugdigen van twaalf tot drie-en-twintig jaar, waarbij:
- a.
Of een strafrechtelijke maatregel is opgelegd wegens het plegen van een strafbaar feit volgens het jeugdstrafrecht of adolescentenstrafrecht;
- b.
Of een civielrechtelijke maatregel, een civielrechtelijk onderzoek;
- c.
Of de zorg wordt geboden in een vrijwillig kader zonder (straf)maatregel.
- a.
-
6. De doelgroep voor de hoog specialistische jeugdhulp is een kleine groep jeugdigen met meervoudige, urgente en/of zeer specifieke (niet vaak voorkomende) problematiek met een onvoorspelbaar karakter; de zogenoemde ‘hoog complexe zorg’. Het kan hierbij gaan om jeugdigen/gezinnen waarbij er sprake is van psychiatrische problematiek, een verstandelijke beperking en/of ernstige opvoedproblematiek. Kenmerkend is dat de zorg vaak onvoorspelbaar is en dat er op meerdere levensdomeinen hulpvragen spelen. Om de juiste zorg te bieden is een integrale samenwerking tussen de ondersteuners op deze levensdomeinen, noodzakelijk.
-
7. De doelgroep voor hoog specialistische forensische jeugdhulp is een kleine, complexe groep jeugdigen die delict gedrag en/of seksueel of agressief grensoverschrijdend gedrag vertoont (of bij wie de dreiging hiertoe in de nabije toekomst groot is). Het gaat hierbij om risico gestuurde zorg gericht op veiligheid, omdat deze jeugdigen zonder passende en tijdige behandeling een gevaar voor zichzelf en hun omgeving vormen.
-
8. Wanneer de jeugdhulpaanbieder het nodig acht kunnen er ten behoeve van het behalen van het resultaat, aanvullend op bovenstaande zorgvormen, overige zorgvormen uit de Jeugdwet worden ingezet.
-
9. Voor toegang tot hoog specialistische jeugdhulp geldt dat er ten alle tijden instemming van het lokale jeugdteam van de gemeente nodig is, ook wanneer er sprake is van een externe verwijzing. Daarbij geldt er voor hoog specialistische jeugdhulp een perspectiefplanverplichting.
Artikel 2.6 Jeugdhulp met verblijf
-
1. Jeugdhulp met verblijf is niet vrij toegankelijke 24-uurs ondersteuning met een (hoog) specialistisch karakter voor jeugdigen die (tijdelijk) niet meer thuis kunnen wonen en die een veilige en geborgen plaats nodig hebben, al dan niet in combinatie met begeleiding en/of behandeling.
-
2. De doelgroep voor Jeugdhulp met verblijf zijn jeugdigen met (complexe) eigen problematiek, vaak in combinatie met ouders die zich (ernstig) onmachtig voelen in het ouderschap, vaak als gevolg van complexe (eigen) problematiek bij (één van de) ouders. De jeugdige kan als gevolg van bovenstaande (tijdelijk) niet meer in het eigen gezin wonen, waardoor de jeugdige voor korte of voor langere tijd aangewezen is op een vorm van 24-uursverblijf.
-
3. Jeugdhulp met verblijf bestaat uit de volgende vijf zorgcategorieën die ieder weer zijn opgesplitst in verschillende producten:
- a.
Pleegzorg;
- i.
Deeltijdpleegzorg;
- ii.
Voltijdpleegzorg.
- i.
- b.
Gezinshuizen
- i.
Laag
- ii.
Midden
- iii.
Hoog
- i.
- c.
Verblijf zonder behandeling
- i.
Woon-leefgroep
- ii.
Ouder-kind zorg
- iii.
Kamertraining
- i.
- d.
Verblijf met behandeling
- i.
Jeugd-ggz kliniek
- ii.
Behandelgroep
- i.
- e.
Kortdurend verblijf
- i.
Logeren regulier
- ii.
Logeren intensief
- iii.
Crisisverblijf pedagogisch
- iv.
Crisisverblijf GGZ
- i.
- a.
-
4. Er is sprake van deeltijdpleegzorg zoals bedoeld in lid 3.a.i. van dit artikel wanneer de jeugdige voor zes of minder etmalen per week verblijft bij de pleegouders. Deeltijdpleegzorg wordt toegekend op basis van maatwerk. Vanaf de 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden de pleegzorg te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie de pleegzorg te beëindigen.
-
5. Deeltijdpleegzorg zoals bedoeld in lid 3.a.ii. van dit artikel wordt ook ingezet bij een crisisplaatsing pleegzorg. Vanaf de 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden de pleegzorg te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie de pleegzorg te beëindigen.
-
6. Een gezinshuis zoals bedoeld in lid 3.b. van dit artikel is een vorm van jeugdhulp met verblijf - georganiseerd vanuit een natuurlijk gezinssysteem - waar gezinshuisouders volgens het 24x7-principe opvoeding, ondersteuning en zorg bieden aan bij hen in huis geplaatste kinderen en jongeren die tijdelijk of langdurig zijn aangewezen op professionele hulpverlening als gevolg van beschadigende ervaringen en/of kind eigen problematiek. Daarnaast heeft een gezinshuis de volgende kenmerken:
- a.
In een gezinshuis woont een jeugdige bij één of twee gezinshuisouders, die vier tot zes kinderen een thuis bieden. Een gezinshuis is voor kinderen tot 18 jaar of verlengd tot 21 jaar;
- b.
Gezinshuis wordt structureel toegekend tot het 18e levensjaar van de jeugdige of op basis van maatwerk. Vanaf het 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden het gezinshuis te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie het verblijf in het gezinshuis te beëindigen;
- a.
-
7. Verblijf zonder behandeling zoals bedoeld in lid 3.c. van dit artikel betreft een combinatie van wonen met 24 uur per dag beschikbare specialistische begeleiding. Behandeling is geen onderdeel van de verblijfslocatie. Enkel wanneer de inzet van ambulante (hoog-)specialistische jeugdhulp aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf valt kan een tweede toewijzing worden afgegeven.
-
8. Verblijf met behandeling zoals bedoeld in lid 3.d. van dit artikel betreft een combinatie van wonen met 24 uur per dag beschikbare intensieve specialistische begeleiding én behandeling op de verblijfslocatie. Enkel wanneer de inzet van ambulante (hoog-)specialistische jeugdhulp aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf valt kan een tweede toewijzing worden afgegeven.
-
9. Kortdurend verblijf kent twee verschillende verblijfsvormen:
- a.
Logeren ter ontlasting van de ouder(s)/ verzorger(s) en/ of stimuleren van de ontwikkeling van de jeugdige. Deze vorm heeft twee intensiteiten:
- i.
Regulier
- ii.
Intensief
- i.
- b.
Crisisverblijf voor de jeugdige voor minimaal één nacht en maximaal 28 dagen. Deze vorm heeft twee intensiteiten
- i.
Pedagogisch
- ii.
GGZ
- i.
- a.
-
10. De inzet van een voorziening voor verblijf is gericht op zo thuis mogelijk in de eigen omgeving en dit kent de volgende uitgangspunten:
- a.
Verblijf in een pleeggezin is voorliggend op de andere verblijfsvormen;
- b.
Verblijf zo veel mogelijk in de eigen omgeving is voorliggend;
- c.
Wanneer een pleeggezin niet (langer) passend is, is een gezinsgerichte verblijfssetting, zoals een gezinshuis, voorliggend;
- d.
Op het moment dat ook deze verblijfsvorm niet passend is, kan er gekeken worden naar verblijf zonder behandeling of verblijf met behandeling;
- e.
Voor alle jeugdigen in verblijf is het streven dat zij wisselen van verblijf indien noodzakelijk, maar dat dit ten alle tijden zo min mogelijk plaatsvindt;
- f.
Voor alle jeugdigen in verblijf is het streven dat zij kunnen terugkeren naar het eigen gezin, netwerk of uitstromen richting zelfstandig wonen.
- a.
-
11. Zak- en kleedgeld regeling: De financiële verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij de ouders. Als ouders niet kunnen voorzien in zak- en kleedgeld, ligt de financiële verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeenten. De gemeente maakt voor de inrichting van deze regeling gebruik van de ‘Handreiking zak- en kleedgeld’. Deze is ook geldig in geval van verlengde jeugdhulp met verblijf. De jeugdhulpaanbieder draagt zorg voor de daadwerkelijke verstrekking van het zak- en kleedgeld. Hiervoor kan de jeugdhulpaanbieder via het berichtenverkeer een verzoek tot toewijzing doen.
De regeling is van toepassing op de percelen:
- a.
gezinshuizen;
- b.
verblijf zonder behandeling;
- c.
verblijf met behandeling;
- d.
kortdurend verblijf.
- a.
Hoofdstuk 3 Toegang Jeugdhulp
Artikel 3.1 Toewijzing
-
1. Jeugdigen en/of ouder(s) kunnen zich met een hulpvraag wenden tot:
- a.
Het lokale jeugdteam van de gemeente;
- b.
Een wettelijk medisch verwijzer: de huisarts, jeugdarts of medisch specialist.
- a.
Artikel 3.2 Toewijzing via de lokale toegang van de gemeente
-
1. Het lokale jeugdteam stelt namens het college in één of meerdere gesprek(ken) samen met de jeugdige en/of zijn ouders ten behoeve van de aanvraag vast:
- a.
wat de hulpvraag is van de jeugdige en het gezin op de verschillende leefgebieden;
- b.
de jeugdige en/of zijn ouders verschaffen het lokale jeugdteam alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het lokale jeugdteam voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs kunnen beschikken;
- c.
de mogelijkheden om op eigen kracht, met gebruikelijke zorg of hulp uit het sociale netwerk te voorzien in de hulpvraag;
- d.
de mogelijkheid om gebruik te maken van algemene en/of voorliggende voorzieningen;
- e.
de veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en zijn ouder(s);
- f.
het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp;
- g.
de wijze waarop de mogelijk toe te kennen ondersteuning wordt afgestemd op andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen
- a.
-
2. Indien een individuele voorziening wordt geïndiceerd, wordt dit vermeld in het perspectiefplan. De individuele voorziening bestaat uit een omschrijving van de ondersteuningsbehoefte en beschrijft tevens de resultaten die met de ondersteuning bereikt dienen te worden.
-
3. Het lokale jeugdteam, jeugdige en/of ouders leggen de inhoud van de gesprekken vast in een perspectiefplan.
-
4. Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) bekend zijn bij de gemeente, kan het lokale team in overeenstemming met de jeugdige en/of zijn ouder(s) afzien van de gesprekken. Daarnaast kan het lokale jeugdteam hiervan afzien in situaties van hoge urgentie zoals een levensbedreigende situatie waarbij de noodzaak tot acuut ingrijpen aantoonbaar is en in geval van onvermogen van de jeugdige of ouders.
-
5. Het lokale jeugdteam brengt de jeugdige en/of zijn ouder(s) op de hoogte van de mogelijkheid om een familiegroepsplan op te stellen en dit binnen twee weken in te dienen. Als de jeugdige en/of zijn ouders een familiegroepsplan hebben opgesteld, betrekt het lokale jeugdteam dit plan bij de gesprekken.
-
6. Het ondertekende perspectiefplan, dan wel de ondertekende inhoud van een gespreksverslag, wordt door het lokale jeugdteam opgeslagen in het interne registratiesysteem.
-
7. Het lokale team informeert de jeugdige en zijn ouder(s) over de gang van zaken, diens rechten en plichten en de vervolgprocedure.
-
8. De zorgaanbieder wordt, na toestemming door jeugdige en/of zijn ouders, op de hoogte gesteld van de te behalen resultaten en het geselecteerde ondersteuningsprofiel en maakt afspraken met de jeugdige en/of zijn ouders hoe de jeugdhulp ingezet wordt. In het perspectiefplan staat binnen welke termijn dit moet worden behaald. Ook wordt in dit perspectiefplan opgenomen wanneer de te behalen resultaten worden geëvalueerd;
-
9. Een ondertekend perspectiefplan of gespreksverslag wordt aangemerkt als uitkomst van het onderzoek voor een individuele voorziening waarmee de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht voltooid is en het lokale jeugdteam namens het college een beslissing op de aanvraag kan nemen.
Artikel 3.3 Verwijzing door een wettige verwijzer
-
1. Een jeugdige en/of ouder(s) meldt zich bij de zorgaanbieder via een wettig bevoegde verwijzer. De zorgaanbieder kan starten met het maken van een afspraak voor een intakegesprek met de jeugdige en/of ouder(s).
-
2. De zorgaanbieder stelt altijd een aanvraagformulier op, behalve wanneer er sprake is van:
- a.
Laagcomplexe zorgvragen die vallen onder de ondersteuningsprofielen 1 tot en met 4. Er is dan geen sprake van een perspectiefplanverplichting.
- b.
De inzet van profiel 8. Bij het inzetten van dit profiel geldt dat er voor start zorg altijd een, door het lokale jeugdteam geaccordeerd perspectiefplan of oplegger van de gecertificeerde instelling moet zijn. Het lokale jeugdteam toetst of de inzet van profiel 8 gerechtvaardigd is.
- a.
-
3. De gemeente vraagt regelmatig het perspectiefplan of aanvraagformulier op bij de profielen 5 tot en met 7.
-
4. Na de intake stuurt de zorgaanbieder een verzoek om akkoord naar de gemeente die volgens hem of haar verantwoordelijk is volgens het Woonplaatsbeginsel.
-
5. Een jeugdige en/of ouder(s) kan ook door een wettelijk verwijzer worden verwezen naar jeugdhulp met verblijf. In dat geval gaat de jeugdige en/of ouder(s) met de verwijzing rechtstreeks naar de jeugdhulpaanbieder.
-
6. Bij het inzetten van jeugdhulp met verblijf geldt dat er voor start zorg altijd een, door het lokale jeugdteam, geaccordeerd perspectiefplan of oplegger van de gecertificeerde instelling moet zijn.
Artikel 3.4 Perspectiefplan en aanvraagformulier
Zie in onderstaand tabel wanneer een perspectiefplan of aanvraagformulier van toepassing is:
|
Eigen toegang |
Verwijzing huisarts, kind/jeugdarts, medisch specialist of rechtbank |
Verlenging eigen toegang |
Verlenging huisarts, kind/jeugdarts, medisch specialist of rechtbank |
Profiel 1 t/m 4 |
Perspectiefplan |
Niets |
Vervolgdeel |
Niets |
Profiel 5 t/m 7 |
Perspectiefplan |
Aanvraagformulier (steeksproefsgewijs) |
Vervolgdeel |
Aanvraagformulier (steeksproefsgewijs) |
Profiel 8 |
Perspectiefplan |
Perspectiefplan (altijd aanleveren) |
Vervolgdeel |
Vervolgdeel |
Dagbesteding |
Perspectiefplan |
Aanvraagformulier (steeksproefsgewijs) |
Vervolgdeel |
Aanvraagformulier (steeksproefsgewijs) |
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Artikel 4.1. Persoonsgebonden budget
Indien de jeugdige en of zijn ouder(s) zich gemotiveerd op het standpunt hebben gesteld dat een individuele voorziening via het zorgaanbod van gecontracteerde jeugdhulpaanbieders niet passend is kunnen zij een pgb-plan indienen waaruit blijkt hoe zij de zorg willen gaan inzetten. Op basis van het pgb-plan wordt de aanvraag door het college getoetst op haalbaarheid, kwaliteit en pgb-vaardigheden.
Artikel 4.2 Aanvraag en beoordeling pgb
-
1. Een aanvraag voor een pgb wordt ingediend met een ondertekend perspectiefplan en een pgb-plan, dat is opgesteld conform artikel 6.1 van de verordening.
-
2. Het college beoordeelt de aanvraag in ieder geval op basis van:
- a.
De motivatie waarom het natura-aanbod niet passend is.
- b.
De inhoud en onderbouwing van het pgb-plan conform artikel 6.1 van de verordening.
- c.
De gestelde voorwaarden aan de aanvraag conform artikel 6.2 van de verordening.
- d.
De pgb-vaardigheid van de budgethouder of budgetbeheerder, zoals omschreven in artikel 6.3 van de verordening.
- e.
De kwaliteit van de beoogde jeugdhulp, conform artikel 6.5 van de verordening.
- a.
Artikel 4.3 Tarieven en vergoedingen
-
1. De hoogte van het pgb wordt vastgesteld volgens het financieel besluit, zoals vermeld in artikel 6.6 van de verordening.
-
2. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een tarief voor formele jeugdhulp en een tarief voor informele jeugdhulp.
-
3. Als uit het budgetplan blijkt dat de hulp voor formele jeugdhulp voor een lager tarief ingekocht kan worden dan genoemde tarieven voor formele jeugdhulp, dan wordt het pgb in principe gebaseerd op dit lagere tarief.
-
4. Voor informele jeugdhulp geldt een maximumtarief conform het financieel besluit.
-
5. Niet alle kosten die worden gemaakt in het kader van de inkoop van jeugdhulp met een pgb komen voor vergoeding vanuit het pgb in aanmerking. Deze kosten worden in artikel 6.2 lid 5 van de verordening opgesomd. Daaronder valt, onder andere onderstaande:
- a.
Een persoon of organisatie die de jeugdige of ouder(s) helpt met het beheer van het pgb mag niet betaald worden vanuit het pgb. Een vertegenwoordiger wordt derhalve niet betaald vanuit het pgb.
- b.
Kosten als administratiekosten, intakekosten, bemiddelingskosten, deelnemen aan overleggen van hulpverleners en deskundigheidsbevorderingskosten mogen niet vanuit het pgb betaald worden. Als dergelijke kosten zich voordoen, dan is de jeugdige of zijn ouder hier zelf verantwoordelijk voor aangezien hijzelf ook de keuze heeft gemaakt deze financiële verplichting aan te gaan.
- a.
-
6. De jeugdige of zijn ouders heeft/hebben een inlichtingenplicht en moet(en) het college vooraf informeren over een buitenlands verblijf. Indien besteding van het pgb in het buitenland gewenst is, is dat alleen mogelijk als hiervoor expliciet vooraf schriftelijk toestemming is gegeven.
Artikel 4.4 Kwaliteitseisen jeugdhulp
-
1. De uitvoerder van de jeugdhulp voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in artikel 6.5 van de verordening.
-
2. Voor formele hulpverleners gelden aanvullende eisen, waaronder:
- a.
Inschrijving in het Handelsregister conform artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007.
- b.
Beschikken over relevante diploma's en, indien van toepassing, een BIG- of SKJ-registratie.
- c.
Werken volgens een hulpverleningsplan en een systeem voor kwaliteitsbewaking.
- d.
Hanteren van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
- a.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 5.1 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze nadere regels treden in werking op de dag nadat deze regels zijn gepubliceerd met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2025.
-
2. Op het moment van inwerking treden van deze nadere regels worden de Nadere regels Jeugdhulp 2023 ingetrokken.
-
3. Dit besluit wordt aangehaald als Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2025.
Ondertekening
Vastgesteld bij collegebesluit in de vergadering van 15 juli 2025.
De secretaris,
De Burgemeester,
Bijlage A Combinaties van individuele voorzieningen in het geval dat:
Zorgtoewijzing 1 |
Zorgtoewijzing 2 |
Voorwaarden |
Segment B (behalve vervoerscomponent) |
Segment C |
Enkel mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. |
Segment B |
Segment V |
Mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. Enkel wanneer de inzet van Specialistische jeugdhulp -segment B- aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf -segment V- valt, is het mogelijk dat een gecontracteerde Jeugdhulpaanbieder voor dezelfde individuele opdracht zowel een zorgtoewijzing segment B als segment V ontvangt. |
Arrangementen segment B |
Arrangement segment B |
Enkel mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. |
Arrangement segment B |
Medicatiecontrole segment B |
Enkel mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. |
Arrangement segment B |
Vervoer segment B |
Enkel mogelijk bij dezelfde Jeugdhulpaanbieder |
Arrangement segment B |
Dagbesteding segment B |
Mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. Enkel wanneer de inzet van het arrangement aantoonbaar niet binnen de toewijzing dagbesteding valt, is het mogelijk dat een gecontracteerde Jeugdhulpaanbieder voor dezelfde individuele opdracht zowel een zorgtoewijzing voor een arrangement en dagbesteding ontvangt. |
Dagbesteding Segment B |
Medicatiecontrole Segment B |
Mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. |
Dagbesteding Segment B |
Vervoer segment B |
Enkel mogelijk bij dezelfde Jeugdhulpaanbieder |
Segment B |
Landelijk transitiearrangement (LTA) |
Mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. |
Segment B |
Ernstige Dyslexie |
Mogelijk bij verschillende gecontracteerde Jeugdhulpaanbieders. Enkel wanneer de inzet van het arrangement aantoonbaar niet binnen de toewijzing ernstige dyslexie valt, is het mogelijk dat een gecontracteerde Jeugdhulpaanbieder voor dezelfde individuele casus zowel een zorgtoewijzing voor segment B als Ernstige Dyslexie ontvangt. |
Bijlage B Nadere toelichting van de ondersteuningsprofielen
Laag complexe jeugdhulp |
|
Ondersteuningsprofiel 1 Behoefte aan het bevorderen van de ontwikkeling van de jeugdige met psychosociale problemen |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Het betreft jeugdigen die kampen met psychosociale problemen. De jeugdige vertoont vaak gedragsproblemen, maar ook emotionele problemen, loyaliteitsproblemen en/of problemen op school. |
Laag complexe jeugdhulp |
|
Ondersteuningsprofiel 2 Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedvaardigheden van ouders met jeugdigen met ontwikkelings- en/of gedragsproblemen. |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Het betreft jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen, waarbij de ouders onvoldoende beschikken over de opvoedvaardigheden die nodig zijn.
|
Laag complexe jeugdhulp |
|
Profiel 3 Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden van ouders met eigen problemen (bv. ziekte of beperking) en het bevorderen van de ontwikkeling van de jeugdige. |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Het betreft jeugdigen, die één of twee ouders met een ziekte, lichamelijke of verstandelijke beperking hebben. Er is meestal sprake van gedragsproblemen bij de jeugdigen, maar er kan ook sprake zijn van ontwikkelingsproblemen en andere kind eigen factoren. Ouders hebben door hun ziekte en/of beperking vaak problemen met het bieden van voldoende ondersteuning, bescherming en verzorging van hun kind(eren). Het gaat hier niet om psychiatrische problemen. Ook hebben de ouders vaak ontoereikende opvoedvaardigheden en hebben handvatten voor de opvoeding nodig. Belangrijke aandachtspunten bij de geboden zorg zijn: netwerkversterking, veiligheid, stimuleren van de ontwikkeling en het welbevinden van de jeugdige. |
Laag complexe jeugdulp |
|
Profiel 4 Behoefte aan begeleiding aan jeugdigen met een beperking en ondersteuning aan de ouder(s). |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Het gaat hierbij om jeugdigen met een beneden gemiddelde intelligentie. De jeugdige heeft een verstandelijke beperking, licht verstandelijke beperking in combinatie met lichte gedragsproblemen, meervoudige beperking of zintuigelijke beperking.
|
Midden complexe jeugdhulp |
|
Profiel 5 Behoefte aan behandeling in combinatie met begeleiding aan jeugdigen met een beperking. |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Het gaat hierbij om jeugdigen met een laag/beneden gemiddelde intelligentie. De jeugdige heeft (licht) verstandelijke beperking in combinatie met gedragsproblemen, een meervoudige beperking of zintuigelijke beperking.
NB. Doel is om de jeugdige in opvolgende jaren uit zorg te krijgen of in profiel 4 te plaatsen. |
Midden complexe jeugdhulp |
|
Ondersteuningsprofiel 6 Behoefte aan behandeling in combinatie met begeleiding als gevolg van een lichamelijke beperking |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Jeugdigen met een lichamelijke beperking (gehoor/zicht of somatisch) en/of niet aangeboren hersenletsel.
|
Midden complexe jeugdhulp |
|
Profiel 7 Behoefte aan verminderen ontwikkelings- en gedragsproblemen en bevorderen van de ontwikkeling van jeugdige door het inzetten van behandeling. |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Jeugdigen waarbij sprake is van ontwikkelings- en gedragsproblemen (psychiatrisch en/of somatisch) door kind-eigen factoren.
|
Midden complexe jeugdhulp |
|
Profiel 8 Behoefte aan leren van vaardigheden door intensieve begeleiding en behandeling voor het bevorderen van de ontwikkeling van jeugdigen die opgroeien in gezinnen met problematiek op meerdere leefgebieden |
|
Kenmerken* combinatie van meerdere kenmerken aanwezig
* niet limitatief |
Resultaat
|
Toelichting Jeugdigen met ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische problemen die opgroeien in gezinnen waar sprake is van problemen op meerdere leefdomeinen.
Bij deze gezinnen zijn vaak meerdere hulpverleners uit verschillende domeinen betrokken, waardoor zorgcoördinatie bij geboden zorg belangrijk is. NB1: Voor de behandeling van de ouder(s) kan beroep worden gedaan op de GGZ, vergoed uit de zorgverzekeringswet. NB2: Bij deze gezinnen is een multidisciplinaire aanpak vanuit de gemeentelijke toegang cruciaal. MDA++ en de top 3 methodiek worden ingezet. In veel van deze gezinnen spelen er problemen op het gebied van werk en inkomen en openbare orde een rol. De gemeente heeft middelen die kunnen worden ingezet, zoals het armoedebeleid, schuldhulpverlening en een tijdelijk huisverbod voor de ouders. Aanbieders zijn verplicht om al deze problemen te bespreken met het gezin en de Lokale Toegang, ook wanneer een andere doorverwijzer dan de gemeentelijke toegang verantwoordelijk was voor de doorverwijzing. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl