Regeling vervalt per 31-12-2029

Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Lokale Aanpak Isolatie Leidschendam-Voorburg 2025

Geldend van 25-07-2025 t/m 30-12-2029

Intitulé

Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Lokale Aanpak Isolatie Leidschendam-Voorburg 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg;

gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 juni 2024, nr. 2024-0000076771 houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen van eigenaar-bewoners en woningen van Verenigingen van Eigenaars, woonverenigingen en wooncoöperaties in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma;

overwegende dat het college het nemen van energiebesparende isolatiemaatregelen in slecht geïsoleerde woningen van eigenaren wil stimuleren door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

overwegende dat het college de raad in de gelegenheid heeft gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken en de raad hier geen gebruik van heeft gemaakt;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende specifieke nadere regels:

Specifieke nadere regels subsidieverstrekking ‘Lokale Aanpak Isolatie Leidschendam-Voorburg 2025’

Artikel 1 Definities

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg.

  • b.

    Appartementencomplex: een verzameling van meerdere bij elkaar behorende woningen.

  • c.

    Betalingsbewijs: een kopie van een bankafschrift dat aantoont dat de betaling is overgemaakt aan het bedrijf dat de energiebesparende maatregel geïnstalleerd heeft.

  • d.

    Bijgebouw: dakkapel, dakopbouw, serre, garage verbonden aan de bestaande woning.

  • e.

    Biobased materialen: natuurlijke isolatiematerialen die gemaakt zijn van biobased hernieuwbare grondstoffen en die vermeld staan op de meldcodelijst isolatiematerialen op RVO.nl.

  • f.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • g.

    Energielabel van de woning: een maatstaf om te zien hoe energiezuinig de woning is.

  • h.

    Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht: speciaal energiezuinig glas voor monumenten of woningen in beschermd dorpsgezicht of woningen die genoemd worden in de lijst met beeldbepalende zaken (monumentenlijst).

  • i.

    Factuur: een kopie van een door een erkend installatie- of aannemersbedrijf opgestelde rekening van de duurzame maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • j.

    Isolatiemaatregelen: isolatiemaatregelen als bedoeld in de ISDE-meldcode lijst.

  • k.

    Meldcode: een uniek kenmerk voor goedgekeurd isolatiemateriaal, bestaande uit een letter- en cijfercombinatie, te vinden op de meldcodelijsten van het RVO.

  • l.

    Monument: een woning die op de monumentenlijst van de gemeente Leidschendam-Voorburg staat of is ingeschreven in het Rijksmonumentenregister, zijnde een gemeentelijk monument of rijksmonument.

  • m.

    Offerte: een kopie van een door een erkend installatie- of aannemersbedrijf opgestelde offerte.

  • n.

    Particulier verhuurder: de natuurlijke persoon die één of meer woningen voor permanente bewoning verhuurt.

  • o.

    Rd-waarde: isolatiewaarde, warmteweerstand van dichte constructies uitgedrukt in m²K/W.

  • p.

    Slecht geïsoleerde woning: een woning met een geldig energielabel D, E, F, G of een woning met een aan die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste 2 bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn. Bouwdelen zijn slecht geïsoleerd wanneer ze niet voldoen aan de isolatie-eisen zoals beschreven in bijlage 1.

  • q.

    Thermische schil: het gedeelte van de bestaande woning, welke het verwarmbare gedeelte scheidt van de buitenomgeving of aangrenzende onverwarmde gedeelten.

  • r.

    VvE: vereniging waarvan een woning- of appartement eigenaar van rechtswege lid is. De Vereniging van Eigenaren is verantwoordelijk voor en heeft zeggenschap over (gemeenschappelijke delen van) het gebouw en de bijbehorende grond.

  • s.

    WOZ- waarde: de waarde die een woning op grond van de Wet waardering onroerende zaken toegekend heeft gekregen van de gemeente.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Deze subsidieregeling heeft het doel om eigenaren en VvE’s van bestaande slecht geïsoleerde woningen te stimuleren het energieverbruik te verlagen door het laten plaatsen van energiebesparende isolatiemaatregelen.

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 1.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 7 beschreven isolatiemaatregelen.

  • 2.

    De ASV is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 4 Subsidieplafond en wijze van verdelen

  • 1.

    Voor subsidietoekenning op grond van deze subsidieregeling geldt voor de periode vanaf de inwerkingtreding tot en met 31 december 2029 een subsidieplafond van € 3.200.000,-.

  • 2.

    Het college verdeelt het maximale subsidiebedrag genoemd in lid 1 op volgorde van binnenkomst van geregistreerde volledige aanvragen.

  • 3.

    Binnen de in lid 1 genoemde periode kan het college het subsidieplafond wijzigen.

Artikel 5 Doelgroep

Het college kan subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie van een of meer energiebesparende isolatiemaatregelen aan:

  • 1.

    een particuliere eigenaar van een woning, waaronder ook begrepen de individuele woningeigenaar binnen een VvE voor het deel dat niet gezamenlijk is en waarvan hij volgens de splitsingsakte eigenaar is;

  • 2.

    een Vereniging van Eigenaren (VvE), of diegene die gemachtigd is namens de VvE.

Artikel 6 Subsidiebedrag

  • 1.

    Voor biobased en niet biobased materialen is een vast subsidiebedrag per m2 per energiebesparende maatregel zoals beschreven in bijlage 2.

  • 2.

    Per woning geldt een maximum subsidiebedrag van € 2.000,-.

  • 3.

    Het maximale subsidiebedrag per wooneenheid binnen de VvE bedraagt € 2.000,-

Artikel 7 Wat en tegen welke voorwaarden

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt slechts verstrekt indien het gaat om een van de volgende energiebesparende isolatiemaatregelen:

    • a.

      HR++ glas;

    • b.

      Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht;

    • c.

      Vloerisolatie;

    • d.

      Bodemisolatie;

    • e.

      Spouwmuurisolatie;

    • f.

      Muur- of gevelisolatie;

    • g.

      Dakisolatie.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde isolatiemaatregelen moeten voldoen aan de voorwaarden die het Rijk stelt, zoals beschreven in artikel 4.5.2, derde lid, van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en moeten staan op de meldcodelijst van het RVO.

  • 3.

    Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien:

    • a.

      de energiebesparende maatregel nog niet is geplaatst op het moment dat de aanvraag voor subsidieverlening wordt gedaan;

    • b.

      de isolatiemaatregelen in de woning worden aangebracht in de bestaande thermische schil;

    • c.

      de energiebesparende maatregel leidt tot een vermindering van het energieverbruik én tot een verbetering van de bestaande woning of appartementencomplex;

    • d.

      de aanleg of installatie van de energiebesparende maatregel uitgevoerd is conform de, op het moment van aanleg, geldende (bouw)regelgeving, geldende normen, beleid of overige wet- en regelgeving;

    • e.

      voor de isolatiemaatregel niet eerder gemeentelijke subsidie is verstrekt

    • f.

      het subsidieplafond nog niet bereikt is.

Artikel 8 Bijzondere voorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van een woning die slecht geïsoleerd is, zoals beschreven in artikel 1 sub p.

  • 2.

    De woning heeft een WOZ-waarde gebaseerd op hetgeen is vermeld in Bijlage A. Behorend bij artikel I, onderdeel E, van regeling nr. 2025-0000052054.

  • 3.

    De woning is kadastraal gelegen in de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • 4.

    De energiebesparende isolatiemaatregelen moeten worden geplaatst c.q. geïnstalleerd door een erkend bedrijf.

  • 5.

    Het isolatiemateriaal moet daarnaast worden aangebracht door een erkend installatie- of aannemersbedrijf dat natuurvriendelijk isoleert, zoals beschreven op www.volkshuisvestingnederland.nl;.

  • 6.

    Voor alle energiebesparende isolatiemaatregelen moet duidelijk het aantal m2 gespecificeerd worden en de isolatiewaarden op de offerte en de factuur.

  • 7.

    Op de offerte dient een duidelijke beschrijving te worden beschreven van de energiebesparende isolatiemaatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 8.

    De factuur is voorzien van het bedrag en het type energiebesparende isolatiemaatregel en een datum waarop de duurzame maatregel is geplaatst. Op de factuur moet een specifiek onderscheid zijn gemaakt tussen de verschillende kostenposten.

  • 9.

    Het bankafschrift moet voorzien zijn van de originele datum, naam en/of nummer van de aanvrager. De overige gegevens die niet van belang zijn voor de behandeling van deze aanvraag kunnen onleesbaar gemaakt worden. Bij contante betaling geldt als betalingsbewijs een kopie van de bon, mits op de factuur ook wordt benoemd dat er contant is voldaan.

Artikel 9 Aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidieverlening wordt ingediend via het subsidieportaal met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidieverlening.

  • 2.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van: een offerte van de energiebesparende maatregel van een daartoe gespecialiseerd bedrijf.

  • 3.

    Indien de aanvrager een individuele woningeigenaar is binnen een VvE voor een deel dat niet gezamenlijk is:

    • a.

      een kopie van een splitsingsakte waarin de juiste passage wordt gearceerd en

    • b.

      een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VvE goedkeuring verleent voor de voorgenomen installatie/aanleg.

  • 4.

    Indien de aanvraag is ingediend door een VvE bevat de aanvraag ook een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VvE goedkeuring verleend aan de voorgenomen installatie van de energiebesparende maatregel.

Artikel 10 Behandeling aanvraag en beslistermijn subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidieverlening wordt pas in behandeling genomen als deze aan alle gestelde vereisten voldoet.

  • 2.

    Volledige aanvragen worden in volgorde van binnenkomst geregistreerd en in behandeling genomen.

  • 3.

    Het college bevestigt direct schriftelijk de ontvangst van de aanvraag.

  • 4.

    Indien een aanvraag niet voldoet aan alle gestelde vereisten, wordt de aanvrager binnen 3 weken na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen. Indien de gevraagde gegevens en bescheiden voldoende zijn om de aanvraag te beoordelen, wordt de aanvraag alsnog als een volledige aanvraag aangemerkt en als zodanig geregistreerd. Het college stelt de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Als datum van registratie geldt de datum waarop het college de aanvullende gegevens en bescheiden heeft ontvangen.

  • 5.

    Indien de aanvraag niet binnen de door het college gestelde termijn als bedoeld in het vierde lid wordt aangevuld, besluit het college de aanvraag niet verder te behandelen, tenzij de aanvrager een gemotiveerd verzoek om verlenging van de gestelde termijn heeft gedaan. Indien het college het verzoek om verlenging toewijst, geeft het college aan de aanvrager een laatste nieuwe termijn om de aanvraag aan te vullen.

  • 6.

    Het college beslist binnen 8 weken op een volledige aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 11 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen een termijn van 20 weken na de subsidieverlening dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidievaststelling wordt via het subsidieportaal ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidievaststelling voor energiebesparende maatregelen.

  • 3.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

    • a.

      een kopie van een gespecificeerde factuur; en

    • b.

      een kopie van het betalingsbewijs.

  • 4.

    Indien voor de aanleg en installatie van een duurzame maatregel een omgevingsvergunning (voorheen: bouw- of monumentenvergunning) is vereist, dient de aanvrager, in afwijking van lid 1, binnen een termijn van 24 weken na de verlening van de omgevingsvergunning een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

Artikel 12 Beslistermijn subsidievaststelling en uitbetaling

  • 1.

    Het college beslist binnen 8 weken op een aanvraag om subsidievaststelling. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste 2 weken verdagen.

  • 2.

    Het subsidiebedrag wordt binnen 4 weken na subsidievaststelling uitbetaald door overmaking van het bedrag op het bankrekeningnummer van de aanvrager. Als bankrekeningnummer van een VvE of van een verhuurder van meergezinswoningen wordt aangemerkt het bankrekeningnummer zoals dat is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 13 Weigerings-, terugvorderings-, en intrekkingsgronden

De subsidie wordt geweigerd, teruggevorderd of ingetrokken, indien:

  • 1.

    de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze subsidieregeling;

  • 2.

    een eventuele benodigde omgevingsvergunning (bouw- of monumentenvergunning) ontbreekt;

  • 3.

    een bewoner/eigenaar van een woning of appartementencomplex een subsidie aanvraagt die door de gemeente Leidschendam-Voorburg al verstrekt is aan een andere partij (bijvoorbeeld een VvE);

  • 4.

    voor zover het subsidieplafond bij verlening wordt overschreden;

  • 5.

    subsidie wordt aangevraagd voor het vervangen of de isolatie van een nieuwe aanbouw, opbouw, nieuwe verdieping, nieuwe dakkapel, glaskoepel of dakraam;

  • 6.

    er niet wordt voldaan aan de vereisten voor natuurvriendelijk isoleren zoals omschreven op www.volkshuisvestingnederland.nl;

  • 7.

    de woning een subsidie aanvraag toegekend heeft gekregen op grond van de Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Specifieke Uitkering Doe-het-zelf Leidschendam-Voorburg 2025;

  • 8.

    voor dezelfde energiebesparende maatregelen al subsidie toegekend is op grond van de Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Isolatie en Groen dak Leidschendam-Voorburg 2025;

  • 9.

    de rechtspersoon de subsidieaanvraag niet heeft gedaan met Eherkenning niveau 3 via het subsidieportaal van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze subsidieregeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Lokale Aanpak Isolatie Leidschendam-Voorburg 2025’.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Deze subsidieregeling eindigt van rechtswege op 31 december 2029.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 15 juli 2025.

mr. drs. R.J. den Haan, M.W. Vroom

secretaris, burgemeester

bijlage 1 Slecht geïsoleerde bouwdelen van een woning

Een slecht geïsoleerde woning is gedefinieerd als woongelegenheid als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet met een energielabelklasse D, E, F of G.

In veel gevallen hebben woningen echter nog geen energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit Energieprestatie Gebouwen. Om in die gevallen toch te kunnen kwalificeren als slecht geïsoleerde woning onder deze regeling, moet de energetische staat van de woning worden bepaald aan de hand van het aantal niet of slecht geïsoleerde bouwdelen. Het gaat daarbij om de volgende bestaande bouwdelen:

  • a.

    De vloer/bodem;

  • b.

    De gevel, waaronder de spouwmuur;

  • c.

    Het dak/de zolder en de vlieringvloer;

  • d.

    De ramen.

Er is sprake van een woning met een vergelijkbare energetische staat als ten minste twee van de genoemde bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn. Bouwdelen zijn slecht geïsoleerd wanneer ze niet voldoen aan de huidige isolatie-eisen, zie hiervoor onderstaand schema.

Bouwdeel

Wanneer aanpakken?

Indicatie dikte of Rc of U-waarde

Dak, Hellend/plat dak

Geen, slechte en matige isolatie

Minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0

Dak, zolder-/vlieringvloerisolatie

Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is (als alternatief voor dakisolatie, alleen toe te passen bij een onverwarmde zolder en gesloten vlieringluik of gesloten toegangsdeur)

Rc ≤ 0,5

Gevel

Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig

Rc ≤ 1,1

Vloer-/bodemisolatie

Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig, aanpakken bij matige vloerisolatie niet perse noodzakelijk

Minder dan 5cm aanwezig, Rc ≤ 1,3

Glas

Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas

Ug waarde ≥ 1,6

Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Specifieke Uitkering ( SpUk ) Lokale Aanpak Isolatie.

Bijlage 2 Subsidiebedragen per vierkante meter per duurzame maatregel

Soort isolatiemaatregel

Subsidiebedrag per m2 Biobased materialen

Subsidiebedrag per m2 niet Biobased materialen

HR++ & HR+++ glas

n.v.t.

€ 47,00

Vloerisolatie

€ 20,00

€ 3,00

Bodemisolatie

n.v.t.

€ 7,00

Spouwmuurisolatie

n.v.t.

€ 9,00

Muur- of gevelisolatie

€ 48,00

€ 6,00

Dakisolatie

€ 37,00

€ 5,00

Netto glasmaat

Om subsidie aan te vragen is de oppervlakte van het glas nodig in vierkante meters. De gemeentelijke subsidieregeling hanteert de meetmethode: netto glasmaat. De kozijnen tellen niet mee voor het subsidiebedrag per m2.