Beleidsregels Pilot Jongeren Perspectiefplan gemeente Midden-Drenthe 2025

Artikel 1 Definities

• a.

  Trajectbegeleider: de individuele consulent werk jongeren die de jongere begeleidt gedurende het traject.

• b.

  Budgetconsulent: medewerker van de gemeente Midden-Drenthe die belast is met het uitvoeren van Schuldhulpverlening.

• c.

  Problematische Schulden: schulden van een natuurlijk persoon waarbij redelijkerwijs is te voorzien dat deze persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van deze schulden of reeds is gestopt met betalen.

• d.

  Schuldhulpverlening: het ondersteunen van cliënten bij het vinden van een adequate oplossing voor (Problematische) Schulden, alsmede de nazorg.

• e.

  Saneringskrediet: Een saneringskrediet is een manier om schulden te regelen. De jongere leent één bedrag van de Kredietbank Nederland en daarmee worden alle andere schulden afgelost. De aflossing wordt bepaald op basis van wat een jongere van zijn budget (rekening houdende met het vrij te laten bedrag) kan betalen gedurende het traject van 18 maanden.

• f.

  Schuldregeling zonder afloscapaciteit: finale kwijting met (financiële) begeleiding “zo kort als kan, zo lang als nodig”. Waarbij schuldeisers gevraagd worden om bij aanvang van de regeling hun vordering kwijt te schelden, omdat wij (financiële) begeleiding aanbieden aan de hulpvrager en zo terugval voorkomen.

• g.

  Perspectiefplan: een door de budgetconsulent, betrokken jongere en trajectbegeleider opgesteld document. Dit plan beschrijft de afgesproken doelen c.q. toekomstperspectief, acties, benodigde ondersteuning op leefgebieden waarin de jongere problemen ondervindt en de wijze van aflossing in het geval van een saneringskrediet.

• h.

  De Definities behorende bij de Gedragscode schuldhulpverlening van de NVVK zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Algemene uitgangspunten

De Pilot Jongeren Perspectiefplan is een integrale aanpak voor jongeren. Centraal staat het helpen oplossen van problematische schulden, stress en ruimte maken voor toekomstperspectief. De gemeente Midden-Drenthe wil dat jongeren toewerken naar een stabiele financiële situatie waarin de jongeren in hun kracht kunnen staan om stappen te zetten binnen diverse leefgebieden die bijdragen aan het persoonlijk toekomstperspectief met een structurele gezonde persoonlijke financiële huishouding.

Artikel 3 Toelatingscriteria doelgroep

• 1.

  De jongere dient te voldoen aan de volgende voorwaarden om in aanmerking te komen voor de pilot. De jongere:

  • a.

    is bij aanmelding tussen de 18 en 27 jaar oud;

  • b.

    staat ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene van de gemeente Midden-Drenthe;

  • c.

    kan niet geholpen worden binnen de reguliere schuldhulpverleningsprocessen vanwege een te lage afloscapaciteit of het ontbreken van afloscapaciteit, waarbij het realiseren van een hogere afloscapaciteit binnen afzienbare tijd niet reëel is of afbreuk doet aan toekomstperspectief (bijvoorbeeld moeten stoppen met een opleiding);

  • d.

    naar verwachting van het college op termijn onderwijs kan volgen en/of arbeid kan verrichten, of dit kan blijven doen met behulp van het traject Jongeren Perspectiefplan

  • e.

    dient gemotiveerd te zijn en bereid te zijn om actief deel te nemen aan een coaching traject en aan de doelen te werken in het opgestelde Perspectiefplan. Denk hierbij onder ander aan: het volgen van trainingen en cursussen, budgetbeheer of het lopen van een stage;

  • f.

    dient hulpverlening op andere leefgebieden dan financieel te accepteren, indien dit noodzakelijk wordt geacht.

• 2.

  De jongere ondertekent een aanmeldformulier waarin hij verklaart te voldoen aan de voorwaarden, genoemd in het vorige lid

• 3.

  Mogelijke indicatoren voor de beoordeling van de afbreuk aan het toekomstperspectief als bedoeld in lid 1 sub c zijn onder andere: dreigend uitval uit werk of uit opleiding; problemen op meerdere leefgebieden; en/of de jongere is nog bezig met het behalen van zijn startkwalificatie.

• 4.

  De jongere dient zich voor 1 juni 2028 te melden om te kunnen deelnemen aan de pilot Jongeren Perspectiefplan.

• 5.

  Gedurende de werking van deze verordening kunnen maximaal 10 jongeren per jaar deelnemen aan de Pilot Jongeren Perspectiefplan gemeente Midden-Drenthe 2025.

• 6.

  Bij overschrijding van het maximaal aantal deelnemers, wordt de toelating tot de pilot geweigerd. Bij de beoordeling hiervan is datum en/of tijdstip van aanmelding doorslaggevend.

Artikel 4 Weigering

• 1.

  Het college besluit de aanmelding voor de pilot Jongeren Perspectiefplan in ieder geval af te wijzen indien:

  • a.

    de jongere niet voldoet aan de toelatingscriteria uit artikel 3;

  • b.

    de jongere aangeeft zijn beschikbare afloscapaciteit niet te willen gebruiken ter aflossing van zijn schulden;

  • c.

    de (schulden)situatie van de jongere naar het oordeel van het college een schuldsanering zoals beschreven in artikel 9 actief in de weg staat of niet mogelijk maakt. Denk hierbij schulden die de jongere niet erkent, niet regelbare schulden of het ontbreken van inzicht in de schuldensituatie.

  • d.

    Psychische problematiek;

  • e.

    Verslavingsproblematiek;

  • f.

    Een verstandelijke beperking.

• 2.

  Voor de laatste drie van de bovengenoemde punten komt een jongere niet in aanmerking voor het traject Jongeren Perspectief Plan indien de mate of aard van deze problematiek naar het oordeel van het college maakt dat de jongere aan één of meer van de trajectonderdelen niet kan meedoen.

Artikel 5 Aanmeldprocedure Pilot Jongeren Perspectiefplan

• 1.

  De jongere meldt zich aan bij het de budgetconsulenten van de gemeente Midden-Drenthe.

• 2.

  Het intakegesprek vindt plaats binnen vier weken na de aanmelding. Dit is een gesprek met de jongere om de leefgebieden waarbij ondersteuning nodig is in kaart te brengen, de criteria voor toelating te toetsen en informatie te verzamelen voor het opstellen van een Perspectiefplan. Tijdens de intakefase beoordeelt de budgetconsulent of de aanmelding past binnen de reikwijdte van deze regeling. De beoordeling daartoe wordt gemaakt op basis van de criteria genoemd in artikel 3 en 4 van deze regeling.

• 3.

  Indien de jongere niet onder deze regeling valt wordt de jongere doorverwezen naar andere passende ondersteuning of hulpverlening.

• 4.

  Na het intakegesprek stelt de budgetconsulent vast dat de aanmelding voldoet aan de voorwaarden. De jongere, budgetconsulent en trajectbegeleider stellen gezamenlijk een Perspectiefplan op. De budgetconsulent richt zich op de financiële educatie en doelen, de trajectbegeleider richt zich op de overige doelen m.b.t. het toekomstperspectief.

Artikel 6 Perspectiefplan en aanpassingen

• 1.

  Er wordt een Perspectiefplan opgemaakt, met doelen en afspraken. De plannen betreffen altijd maatwerk, maar over het algemeen gelden de volgende richtlijnen:

• 2.

  Jongeren zonder (voldoende) startkwalificatie: het alsnog behalen van een startkwalificatie gaat hierbij vóór werk.

• 3.

  Jongeren die al een opleiding volgen maken deze bij voorkeur af.

• 4.

  Werkloze jongeren: bij geen (of onvoldoende) startkwalificatie worden eerst de opleidingsmogelijkheden verkend. Als er geen opleidingsmogelijkheden passend voor de jongere zijn, volgt toeleiding naar werk.

• 5.

  Werkende jongeren: Vaak zien we dat door de aanwezigheid van problematische schulden de jongeren dreigen hun baan te verliezen. Het doel is de jongeren aan het werk te houden, ze schuldenzorgvrij te maken en ze kennis en vaardigheden te bieden om recidive te voorkomen.

• 6.

  De afspraken over de inzet gedurende het traject en het toekomstperspectief zijn realistisch en passend voor de jongere. De jongere houdt zich aan deze afspraken.

• 7.

  Het kan voorkomen dat zich omstandigheden voordoen waardoor deze afspraken aangepast moeten worden. Dit gebeurt altijd in onderlinge afstemming tussen de jongere, de budgetconsulent en de trajectbegeleider.

• 8.

  De jongere, budgetconsulent en trajectbegeleider geven allen binnen acht weken na de aanmelding schriftelijk akkoord op het aangepaste Perspectiefplan.

Artikel 7 Beschikking

• 1.

  Na de intake wordt de toelatingsbeschikking met het Perspectiefplan of de afwijzing binnen een termijn van acht weken toegezonden aan de jongere.

• 2.

  In de beschikking staat: de aanmeldingsdatum, het besluit, de motivering van het besluit, het doel, informatie over de uitvoering van het besluit en de eventuele voorwaarden.

• 3.

  In afwijking van het eerste lid kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste gesprek zoals bedoeld in artikel vijf, tweede lid door de verzoeker wordt aangegeven af te zien van verdere Schuldhulpverlening.

Artikel 8 Traject

• 1.

  Het traject bestaat in elk geval uit een saneringskrediet of schuldregeling zonder aflossing en een begeleidingstraject van 18 maanden met waar nodig nazorg. Ondersteunende diensten die hiernaast kunnen worden ingezet zijn onder andere: budgetcoaching en budgetbeheer, conform de reguliere schuldhulpverlening.

• 2.

  De jongere komt slechts één keer in aanmerking voor een traject op grond van deze regeling.

Artikel 9 Schuldregeling en wijze van aflossing

• 1.

  Aan de hand van het ondertekende Perspectiefplan en op basis van de beschikking neemt Kredietbank Nederland contact op met de jongere voor de procedure van het opstarten van de schuldregeling. Afhankelijk van de afloscapaciteit van de jongere wordt dit een saneringskrediet of een schuldregeling zonder aflossing.

• 2.

  Werkwijze saneringskrediet

  • a.

    De problematische schulden van een jongere worden middels een saneringskrediet omgezet in één lening bij Kredietbank Nederland.

  • b.

    Kredietbank Nederland bepaalt de wijze en de hoogte van het aflossen van de lening.

  • c.

    Het college staat garant voor bedragen van het saneringskrediet, hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Waarborgfonds Saneringskredieten.

  • d.

    De gemeente kan in ruil voor de actieve inzet van de jongere voor het Perspectiefplan bijdragen aan de kosten van de maandelijkse aflossing van het saneringskrediet van de jongeren. Dit kan tot maximaal 5% van de ‘maandelijkse normbedragen Algemene bijstand volwassenen’ (21 jaar, Participatiewet) die gelden op het moment van voorstellen van het saneringskrediet. De bijdrage kan maximaal 18 maanden duren.

  • e.

    In het Perspectiefplan zijn afspraken gemaakt over de wijze van aflossen van het saneringskrediet, gebaseerd op de hoogte van afloscapaciteit van de jongere en de beoogde doelen in relatie tot het toekomstperspectief. De aflossingstermijn en begeleidingstermijn wordt vastgesteld op maximaal anderhalf jaar. Dit kan worden verlengd als jongere, budgetconsulent en trajectbegeleider besluiten gebruik te maken van de rustknop. Daarnaast is er (de mogelijkheid tot) nazorg begeleiding.

• 3.

  Werkwijze Schuldregeling zonder aflossing

  • a.

    Problematische schulden van een jongere worden omgezet tot finale kwijting.

  • b.

    In het Perspectiefplan zijn afspraken gemaakt over de beoogde doelen in relatie tot het toekomstperspectief. De begeleidingstermijn wordt vastgesteld op maximaal anderhalf jaar. Dit kan mogelijk worden verlengd als jongere, budgetconsulent en trajectbegeleider besluiten gebruik te maken van de rustknop. Daarnaast is er (de mogelijkheid tot) nazorg begeleiding.

• 4.

  De rustknop

  • a.

    Om meer flexibiliteit te geven aan de ontwikkelingen die jongeren doormaken is er een rustknop. De rustknop kan worden ingezet als de jongere dreigt uit te vallen, omdat er sprake is van een life-event en er een interventie nodig is.

  • b.

    Dit kan betekenen dat de jongere tijdelijk niet actief werkt aan de begeleidingsdoelen in het perspectiefplan. Wel komt er tijdens de rustperiode altijd een tussendoel dat ervoor zorgt dat de jongere zo snel mogelijk weer actief aan de slag kan gaan en blijven de jongeren wel in beeld in deze periode.

  • c.

    De begeleidingsperiode en bijdragen die de gemeente namens de jongere betaalt schuiven op met het aantal maanden dat de rustknop wordt ingezet. Indien nodig kan in afstemming met de Kredietbank ook het eigen aflossingsdeel worden uitgesteld in deze periode.

  • d.

    Aan het einde van het traject, wanneer de jongere deze maanden inhaalt en actief werkt aan zijn begeleidingsdoelen wordt de gemeentelijke bijdragen namens de jongere alsnog betaald.

  • e.

    Als alle begeleidingsdoelen eerder worden behaald, stopt de begeleiding eerder en betaalt de gemeente alsnog de gemeentelijke bijdrage over de maanden waarin de rustknop is ingezet.

  • f.

    De jongere kan, in samenspraak met de budgetconsulent en trajectbegeleider, gebruik maken van de rustknop. Inzet van de rustknop wordt door de budgetconsulent doorgegeven aan de Kredietbank.

  • g.

    De rustknop is in te zetten voor 2 (2) maanden met een eventuele mogelijkheid tot verlenging met nogmaals twee (2) maanden.

• 5.

  De schulden die geen onderdeel uitmaken van de schuldsanering uit deze regeling zijn:

  • a.

    een lopende studieschuld aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De terugbetalingsachterstand op het moment van afsluiten van het saneringskrediet telt wel mee;

  • b.

    een hypotheekschuld, indien de jongere in de woning kan blijven wonen. Terugbetalings-achterstanden en restschulden zijn niet uitgesloten;

  • c.

    Niet regelbare schulden.

• 6.

  Indien de Kredietbank Nederland geen akkoord kan bereiken met de schuldeisers over de sanering van de schulden van de jongere dan onderzoekt de budgetconsulent of de jongere op een andere manier geholpen kan worden.

Artikel 10 Inlichtingenplicht

De jongere doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op voor hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening, of voor de uitvoering van de wet en de uitvoering van de afspraken, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen. Bijvoorbeeld bij veranderingen in de financiële situatie en/of leefomstandigheden.

Artikel 11 Medewerkingsplicht

De jongere is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de pilot, waaronder ook het nakomen van gemaakte financiële afspraken en het Perspectiefplan.

Artikel 12 Overige verplichtingen

• 1.

  De jongere informeert de budgetconsulent direct over vergeten of nieuwe schulden, onvoorziene schulden of inkomsten of vermogen dat niet eerder is gemeld.

• 2.

  De jongere verplicht zich tot het uitvoeren van het met hem overeengekomen Perspectiefplan. Hierbij wordt specifiek gewezen op de afspraken gericht op het verbeteren van het toekomstperspectief, omdat deze in belangrijke mate als tegenprestatie dienen voor de geboden hulp.

• 3.

  De jongere gaat geen nieuwe schulden meer aan. Onder het niet aangaan van nieuwe schulden wordt begrepen: geen nieuwe leningen aangaan, geen nieuwe abonnementen, niet kopen op afbetaling. Schulden die er al zijn worden soms hoger door extra kosten en/of rente, dit zijn geen nieuwe schulden.

• 4.

  Indien de jongere een opleiding volgt en in dat kader recht heeft op het aanvragen van een lening bij DUO, valt deze lening buiten het gestelde in lid 3, in zoverre het aangaan van deze lening noodzakelijk is voor het voorzien in kosten behorende bij de opleiding, dagelijks levensonderhoud, huur, gas water en licht, en ziektekostenverzekering. Deze lening moet wel gemeld worden bij de budgetconsulent.

Artikel 13 Beëindiging

• 1.

  Het College kan besluiten eenzijdig over te gaan tot beëindiging van het Jongeren Perspectief Plan indien de jongere niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals vastgelegd in artikel 10, 11 en 12. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat aan de jongere een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.

• 2.

  Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het College zonder hersteltermijn besluiten tot het beëindiging van het individuele traject Jongeren Perspectiefplan indien:

  • a.

    Het individuele traject Jongeren Perspectiefplan succesvol is afgerond;

  • b.

    de Kredietbank Nederland geen akkoord kan bereiken met de schuldeisers of het individuele saneringstraject (voortijdig) heeft beëindigd;

  • c.

    op grond van onjuiste gegevens het traject Jongeren Perspectiefplan is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het College, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • d.

    jongere zich naar het oordeel van het college ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het traject Jongeren Perspectiefplan, misdraagt;

  • e.

    de jongere zijn beschikbare afloscapaciteit niet (meer) wil gebruiken ter aflossing van zijn schulden;

  • f.

    geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de jongere, naar het oordeel van het college niet (langer) passend is; daarbij kan, niet uitsluitend, gedacht worden aan:

    • i.

      jongere, door gewijzigde omstandigheden, in staat wordt geacht om zijn schulden zelf te regelen, al dan niet met behulp van derden, dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • ii.

      de inkomens-, woon- of leefsituatie van de jongere dermate onzeker is geworden dat Schuldhulpverlening (tijdelijk) niet meer mogelijk is;

    • iii.

      Door omstandigheden de jongere beter op zijn plek is binnen de WSNP of reguliere schuldhulpverlening (zie sub b)

  • g.

    jongere zelf daartoe een verzoek indient;

  • h.

    onvoldoende voldoet aan de medewerkingsplicht;

  • i.

    er sprake is van onrechtmatig gebruik.

Artikel 14 De gevolgen van beëindiging

Indien een traject pilot Jongeren Perspectiefplan tussentijds beëindigd wordt op grond van artikel 13 wordt het eventueel resterende Saneringskrediet door de Kredietbank Nederland in opdracht van het college omgezet in een vordering op de jongere, tenzij het college anders bepaalt. De budgetconsulent en/of trajectbegeleider onderzoekt of er andere ondersteuning aan de jongere kan worden geboden.

Artikel 15 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

• 1.

  Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere afwijken van de bepalingen uit deze regeling, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

• 2.

  In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 16 Inwerkingtreding en beëindiging

Beleidsregels pilot Jongeren Perspectiefplan 2025 gemeente Midden-Drenthe treden in werking de dag na publicatie en werken terug tot 8 juli 2025.