Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742781
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742781/1
Regeling vervalt per 01-01-2028
Uitvoeringsregeling subsidie Klimaatslim Boeren Groene Hart Noord-Holland 2025-2027
Geldend van 25-07-2025 t/m 31-12-2027
Intitulé
Uitvoeringsregeling subsidie Klimaatslim Boeren Groene Hart Noord-Holland 2025-2027Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;
Overwegende dat het gewenst is om polderinitiatieven van agrarische samenwerkingsverbanden te ondersteunen bij de verkenning en realisatie van praktijkrijpe of nieuwe maatregelen op het gebied van remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten;
Besluiten vast te stellen:
Uitvoeringsregeling subsidie Klimaatslim Boeren Groene Hart Noord-Holland 2025-2027
Paragraaf 1 Algemeen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
agrarisch samenwerkingsverband: een groep van tenminste twee partijen, waarvan minimaal één landbouwer, op basis van een samenwerkingsovereenkomst, waarbij de deelnemende samenwerkende natuurlijke of rechtspersonen één aanvrager aanwijzen. Betaling aan de aanvrager geldt als betaling aan de samenwerkende personen;
- b.
bodemdaling: hiermee wordt bodemdaling en de daarmee verband houdende uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems bedoeld;
- c.
Coördinatiebureau Groene Hart: de werkorganisatie van het Bestuurlijk Platform Groene Hart, onder leiding van een projectdirecteur. Het Bestuurlijk Platform Groene Hart is de bestuurlijke samenwerking van vijf ministeries, drie provincies, vijf waterschappen en ruim 30 gemeenten in het Groene Hart;
- d.
innovaties en experimenten: uitrol, doorontwikkeling van nieuwe elementen binnen al bekende praktijkrijpe maatregelen of praktijkrijper maken van of nieuwe maatregelen op het gebied van remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten;
- e.
Klimaatslim Boeren Groene Hart: een praktijkgericht project, onder penvoering van het Coördinatiebureau Groene Hart, bedoeld om polderinitiatieven van agrarische samenwerkingsverbanden te ondersteunen bij de verkenning en realisatie van praktijkrijpe of nieuwe maatregelen op het gebied van remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten;
- f.
landbouwer: een ondernemer die producten voortbrengt door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;
- g.
meekoppelkans: het benutten of meekoppelen van andere doelen op het gebied van verbeteren natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwek;
- h.
mitigerende maatregelen waterbeheer: het wegnemen of verkleinen van de effecten van maatregelen op het waterbeheer zoals bijvoorbeeld het treffen van maatregelen tegen extra wateroverlast en of verslechtering waterkwaliteit;
- i.
natuurgronden: gronden met houtopstand met de hoofdfunctie natuur. Houtopstand is een groep bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend. Onder het begrip natuurgrond valt ook heideveld, ven, hoogveenterrein, zandverstuiving, duinterrein, kwelder, schor, gors, slik, riet- en ruigteland, griend en laagveenmoeras;
- j.
polder: een door één of meer waterkeringen omgeven gebied waarvan de waterstand kunstmatig geregeld kan worden en die beschouwd wordt als een hydrologische eenheid;
- k.
polderpartners: landbouwers, agrarische collectieven, overheden en maatschappelijke partijen die samenwerken aan gemeenschappelijke doelen op de schaal van een polder;
- l.
projectcoördinator Klimaatslim Boeren Groene Hart: is verantwoordelijk voor de projectsturing van Klimaatslim Boeren Groene Hart, is er om de opstart van polderprocessen aan te jagen en te enthousiasmeren, is het aanspreekpunt voor landbouwers en de betrokken polderpartners en legt verantwoording af over de resultaten en voortgang van het project aan de projectdirecteur van het Coördinatiebureau Groene Hart;
- m.
provinciale gebiedsregisseur: is werkzaam voor de provincie Noord-Holland en coördineert de samenwerking, het opstellen van een gebiedsagenda en de uitvoering daarvan in één van de werkgebieden binnen de gebiedsgerichte aanpak van het Noord-Hollands Programma Landelijk Gebied;
- n.
veenweidengebieden: de gebieden op de kaart in bijlage 1.
Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
- a.
procesactiviteiten: om in polders via polderverkenningen en of polderperspectieven te komen tot uitvoeringsplannen voor het treffen van doelmatige en haalbare maatregelen die bijdragen aan remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op het waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten en de projectorganisatie die voor de uitvoering nodig is. Meekoppelkansen die ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking behoren hier ook toe, zie paragraaf 2 van deze regeling;
- b.
uitvoeringsactiviteiten innovaties en experimenten: realisatie van innovaties en experimenten die bijdragen aan remmen van bodemdaling, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten. Wanneer meekoppelkansen op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking onderdeel uitmaken van deze innovaties en experimenten, dan behoren die hier ook toe, zie paragraaf 3 van deze regeling;
- c.
uitvoeringsactiviteiten waterbeheer: realisatie van fysieke, mitigerende maatregelen voor het waterbeheer, zie paragraaf 3 van deze regeling.
Artikel 1.3 Aanvraag
-
1. Aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend van 22 juli 2025 tot en met 31 december 2027 waarbij de verdeling van het beschikbare budget op basis van volgorde van ontvangst plaatsvindt.
-
2. Een aanvraag die buiten deze periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.
-
3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag.
-
4. Er wordt bij de aanvraag een begroting van de kosten van de activiteiten en een projectplan ingediend met daarin ten minste de uitwerking van de criteria zoals genoemd in artikel 2.2 of 3.2.
Artikel 1.4 Doelgroep
Subsidie kan worden verstrekt aan agrarische samenwerkingsverbanden binnen de provincie Noord-Holland.
Artikel 1.5 Subsidiabele kosten
-
1. De volgende kosten behoren in ieder geval tot de subsidiabele kosten: de redelijk gemaakte kosten door de aanvrager die direct verbonden zijn met de uitvoering van de subsidiabele activiteiten, inhoudende kosten voor goederen, diensten of inzet van eigen personeel die gedurende de projectperiode worden ingezet voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.
-
2. Kosten die buiten de projectperiode worden gemaakt zijn niet subsidiabel. Uitzondering hierop zijn onder andere administratieve handelingen voor de afwikkeling van de subsidie, accountantskosten ten behoeve van een vereiste controleverklaring en voorbereidingskosten om te komen tot een projectplan. Voorbereidingskosten zijn kosten die tot maximaal 18 maanden ,tenzij anders vermeld in de subsidieregeling of op basis van andere afspraken, voor het indienen van de aanvraag gemaakt zijn. Het gaat hierbij onder andere om:
- i.
kosten van architecten, ingenieurs, adviseurs en extern deskundigen;
- ii.
kosten van adviezen over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied;
- iii.
kosten van haalbaarheidsstudies;
- iv.
kosten van voorbereiding als onderdeel van de zogenoemde VAT-kosten bij omvangrijke investeringskosten/bouwprojecten tot maximaal 16% van de subsidiabele kosten.
- i.
-
3. Naast Voorbereidingskosten behoren ook de kosten van Administratie en Toezicht gedurende het subsidieproject tot de VAT-kosten die tezamen maximaal 16% van de subsidiabele kosten bedragen.
-
4. Voorbereidingskosten zijn niet, of slechts beperkt subsidiabel wanneer er sprake is van staatssteun. Welke kosten subsidiabel zijn is afhankelijk van de staatssteunregels die van toepassing zijn in het specifieke geval.
-
5. De hiernavolgende kosten behoren in ieder geval niet tot de subsidiabele kosten:
- a.
kosten die uit andere overheidssubsidies reeds gefinancierd zijn;
- b.
verrekenbare of compensabele belastingen, heffingen, BTW of lasten.
- a.
Artikel 1.6 Staatssteunkader
-
1. Subsidie wordt verstrekt met inachtneming van de Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L193/1 van 1.7.2014.
-
2. De subsidie wordt verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen van de Landbouwvrijstellingsverordening van Hoofdstuk I en II en de volgende artikelen uit Hoofdstuk III:
- a.
artikel 14 LVV ‘Steun voor met de primaire landbouwproductie verband houdende investeringen in landbouwbedrijven’;
- b.
artikel 38 LVV ‘Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en bosbouwsector.
- a.
Artikel 1.7 Weigeringsgronden
-
1. Gedeputeerde Staten verlenen geen subsidies van minder dan € 5.000.
-
2. Een subsidie wordt geweigerd als:
- a.
de aanvrager voor indiening van de aanvraag geen afstemmingsoverleg heeft gehad met de projectcoördinator Klimaatslim Boeren Groene Hart;
- b.
de aanvrager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het project bijdraagt aan één of meerdere doelen van de regeling zijnde het remmen van bodemdaling, mitigerende maatregelen waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, de verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit of de reductie van stikstof, ammoniak, en nutriënten;
- c.
de aanvrager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er door het treffen van de gewenste maatregelen geen onoverkomelijke negatieve effecten op de omgeving ontstaan;
- d.
in het projectplan niet is omschreven hoe de opgedane lessen en ervaringen gedeeld worden in diverse netwerken.
- a.
Artikel 1.8 Verplichtingen
-
1. Bij de subsidieverleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen worden opgelegd die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
-
2. Bij de subsidieverleningsbeschikking kan aan de subsidieontvanger de verplichting worden opgelegd om een tussentijds voortgangsverslag aan te leveren.
-
3. Een eindverslag inclusief resultaten en opgedane kennis en lessen, wordt binnen drie maanden na afronding van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, beschikbaar gesteld aan de organisatie van Klimaatslim Boeren Groene Hart.
-
4. In alle communicatie uitingen over projecten die met deze regeling worden gesubsidieerd moet het logo van Klimaatslim Boeren Groene Hart worden opgenomen en moet provincie Noord-Holland als financier vermeld worden.
Artikel 1.9 Vaststelling
-
1. Een aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk zes maanden na afloop van de subsidieperiode ingediend.
-
2. Een aanvraag om subsidievaststelling wordt ingediend door middel van het voor deze uitvoeringsregeling op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies beschikbaar gestelde formulier.
-
3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Paragraaf 2 Procesondersteuning
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor procesactiviteiten om in polders te komen tot uitvoeringsplannen voor het treffen van doelmatige en haalbare maatregelen die bijdragen aan remmen van bodemdaling, mitigeren van effecten op waterbeheer, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten en de projectorganisatie die voor de uitvoering nodig is. Meekoppelkansen die ontstaan op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking behoren hier ook toe;
-
2. De procesactiviteiten zoals bedoeld in het eerste lid betreffen polderverkenningen, polderperspectieven en uitvoeringsplannen.
-
3. Onder polderverkenningen wordt het proces verstaan waarbij alle betrokkenen in een polder samenwerken aan korte termijnopgaven, gericht op de haalbaarheid en doelmatigheid van de uitvoering van praktijkrijpe maatregelen. Dit brengt in beeld wat kansen, knelpunten, wensen en ambities zijn op de hierboven genoemde opgaven, waarin ook ruimte is voor meekoppelkansen op het gebied van het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking.
-
4. Onder polderperspectieven wordt het proces verstaan waarbij alle betrokkenen in een polder samenwerken aan een lange termijn integraal toekomst perspectief. Dit brengt in beeld wat kansen, knelpunten, wensen en ambities zijn op de hierboven genoemde opgaven op langere termijn, waarin ook ruimte is voor meekoppelkansen op het gebied van het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking.
-
5. Onder uitvoeringsplannen wordt het opstellen van een uitvoeringsplan voor een polder verstaan waarmee subsidie kan worden aangevraagd op grond van paragraaf 3 van deze regeling of andere regelingen.
-
6. Voor meerdere opeenvolgende polderverkenningen, polderperspectieven en uitvoeringsplannen of voor meerdere gebieden tegelijk kan gelijktijdig in één aanvraag subsidie aangevraagd worden.
Artikel 2.2 Criteria
Subsidie wordt slechts verstrekt als de activiteiten, bedoeld in artikel 2.1 voldoen aan de volgende criteria:
- 1.
met betrekking tot het proces en de organisatie in het algemeen:
- a.
het projectplan bevat een beschrijving van het agrarisch samenwerkingsverband dat de aanvraag indient;
- b.
het projectplan beschrijft de onderlinge rollen, taken en verantwoordelijkheden. Het beschrijft ook hoe het project Klimaatslim Boeren Groene Hart, het waterschap, de provinciale gebiedsregisseur en eventueel andere polderpartners actief worden betrokken in de projectorganisatie;
- a.
- 2.
met betrekking tot de inhoudelijke kaders:
- a.
de activiteiten vinden plaats in het veenweidengebied, aangegeven op de kaart in bijlage 1;
- b.
in het projectplan is duidelijk beschreven wat de urgentie en aanleiding is om het proces in deze polder te starten;
- c.
de activiteiten voorzien in afstemming met het waterschap, de provinciale gebiedsregisseur en eventueel andere polderpartners over de urgentie, kaders en scope van de doelen. Het doel hiervan is het bereiken van optimale integraliteit van opgaven en afspraken over hoe om te gaan met eventuele risico’s die kunnen optreden tijdens de uitvoering of in de beheerfase;
- d.
het projectplan is ten minste gericht op uitvoering van doelen en maatregelen zoals genoemd in artikel 2.1. Activiteiten voor onderzoek en beleidsvoorbereiding vallen hier niet onder;
- e.
de activiteiten voorzien in afstemming met het waterschap, de provinciale gebiedsregisseur en andere polderpartners over de watervraag, de haalbaarheid en wenselijkheid mitigerende maatregelen in het waterbeheer en hoe om te gaan met eventuele risico’s tijdens of na de uitvoering van maatregelen;
- f.
indien de activiteit een polderverkenning betreft, benoemt het projectplan dat het proces resulteert in een rapportage. Deze bevat ten minste een beschrijving van de betreffende polderkarakteristieken en betrokkenen, het doorlopen proces, de besproken wensen en ambities en de uitkomsten van de mogelijke opgaven en maatregelen om tot uitvoering te brengen;
- g.
indien de activiteit een polderperspectief betreft, benoemt het projectplan dat het proces resulteert in een toekomstplan, een intentieverklaring en een aanzet voor een uitvoeringsprogramma;
- h.
indien de activiteit een uitvoeringsplan betreft, bevat het projectplan een beschrijving van de polderkarakteristieken. Ook wordt benoemd dat het proces resulteert in de noodzakelijke onderbouwing voor het aanvragen van een subsidie voor de uitvoering van de betreffende maatregelen op grond van paragraaf 3 van deze regeling of andere regeling;
- a.
- 3.
met betrekking tot kennisdeling en communicatie:
- a.
het projectvoorstel beschrijft hoe bijgedragen wordt aan de communicatie uitingen van het project Klimaatslim Boeren Groene Hart;
- b.
het projectvoorstel beschrijft op welke manier bijgedragen wordt aan activiteiten gericht op kennisdeling die door het project Klimaatslim Boeren Groene Hart worden georganiseerd en gecommuniceerd.
- a.
Artikel 2.3 Subsidieplafonds
Het subsidieplafond voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.1 bedraagt € 635.000,-.
Artikel 2.4 Hoogte van de subsidies
-
1. Het subsidiepercentage bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.
-
2. Het maximale subsidiebedrag per procesactiviteit per polder bedraagt:
- a.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, derde lid: € 75.000;
- b.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, vierde lid: € 100.000;
- c.
voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, vijfde lid: € 75.000.
- a.
Paragraaf 3 Financiële ondersteuning bij fysieke maatregelen
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor:
- 1.
uitvoeringsactiviteiten innovaties en experimenten: realisatie van innovaties en experimenten die bijdragen aan remmen van bodemdaling, reductie van uitstoot van broeikasgassen uit veenbodems, verbetering van waterkwaliteit en biodiversiteit, en reductie uitstoot stikstof, ammoniak en nutriënten. Wanneer meekoppelkansen op het gebied van bijvoorbeeld het verbeteren van natuur, landschap, toekomstbestendige landbouw, milieu en duurzame energieopwekking onderdeel uitmaken van deze innovaties en experimenten, dan behoren die hier ook toe;
- 2.
uitvoeringsactiviteiten waterbeheer: realisatie van fysieke, mitigerende maatregelen voor het waterbeheer.
Artikel 3.2 Criteria
De criteria genoemd in artikel 2.2, eerste lid, tweede lid, onderdeel a en onderdeel c tot en met e, en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3.3 Doelgroep
In aanvulling op artikel 1.4 kan subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid ook worden verstrekt aan een individuele landbouwer in de provincie Noord-Holland.
Artikel 3.4 Subsidiabele kosten
-
1. In aanvulling op artikel 1.5 behoren de legeskosten voor vergunningen in ieder geval tot de subsidiabele kosten.
-
2. In aanvulling op artikel 1.5 zijn onderstaande kosten in ieder geval niet subsidiabel:
- a.
de kosten voor energie, dagelijks beheer en onderhoud inclusief storingen;
- b.
de kosten voor onderhoud, beheer en monitoring;
- c.
de kosten voor certificering in geval van de aanleg van drainage-infiltratiesystemen;
- d.
de kosten voor het nemen van bodemdaling remmende maatregelen op natuurgronden, recreatieterreinen of tuinen bij woningen.
- a.
Artikel 3.5 Subsidieplafonds
Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.1 bedraagt:
- 1.
voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid : € 1.147.000,-;
- 2.
voor activiteiten als bedoeld in het tweede lid: € 835.000,-.
Artikel 3.6 Hoogte van de subsidies
Het subsidiepercentage bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.
Artikel 3.7 Verplichtingen
-
1. Gedeputeerde Staten kunnen bij de subsidieverlening een verplichting opnemen om de activiteiten binnen een bepaalde termijn na subsidieverlening uit te voeren en af te ronden.
-
2. De activiteiten worden niet gestart voordat de benodigde vergunningen onherroepelijk zijn verkregen.
-
3. In de verleningsbeschikking kan de verplichting worden opgelegd om de betreffende innovaties, experimenten en mitigerende maatregelen in het waterbeheer voor een bepaalde periode in stand te houden.
Paragraaf 4 Slotbepalingen
Artikel 4.1 Inwerkingtreding
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2028, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd of verstrekt.
Artikel 4.2 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie Klimaatslim Boeren Groene Hart provincie Noord-Holland 2025-2027.
Ondertekening
Haarlem, 8 juli 2025,
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
A.Th.H. van Dijk, voorzitter.
M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris
Bijlage 1 Veenweidengebieden
Veenweidengebieden als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel p van deze regeling.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl