Beleidsregels leerlingenvervoer Lingewaard 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-08-2025

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer Lingewaard 2025

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lingewaard;

gezien het collegebesluit van 8 juli 2025 inzake beleidsregels leerlingenvervoer Lingewaard 2025;

overwegende dat het ter uitvoering van de bepalingen van de geldende verordening leerlingenvervoer gewenst is om beleidsregels vast te stellen

gelet op de Privacywetgeving

gelet op de Verordening leerlingenvervoer Lingewaard 2025;

BESLUIT:

Vast te stellen de navolgende

Beleidsregels leerlingenvervoer Lingewaard 2025

InleidingVervoer naar school.

De beleidsregels zijn een uitwerking van de afspraken die in de verordening staan. Deze geven een uitgebreider beeld van onze bedoelingen en wat wij van u vragen. Hierin hebben wij onze uitgangspunten van het leerlingenvervoer beschreven. Deze staan in de inleiding.

Hoofdstuk 1Algemene bepalingen/definities.

In dit hoofdstuk staan algemene zaken zoals wat wij verstaan onder verschillende begrippen. Wij willen dat de regels voor u goed leesbaar zijn. Ook willen we duidelijk zijn over wat we bedoelen. Daarvoor moeten we soms woorden gebruiken die in de wet ook gebruikt worden. Daarom begint dit hoofdstuk met uitleg bij woorden en begrippen.

Hoofdstuk 2Aanvraagprocedure

In dit hoofdstuk beschrijven wij hoe u bij de gemeente een vervoersvoorziening kunt aanvragen. Ook leest u wat er daarna gebeurt tot aan de beslissing over de hulp die u kunt krijgen.

Hoofdstuk 3Voorwaarden

Er zijn afspraken waaraan u zich moet houden. Deze staan in dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 4Vergoedingen vormen vervoersvoorziening

Er zijn verschillende vormen van vervoersvoorzieningen. Deze hebben allemaal een andere aanpak en eventueel andere vergoedingen.

Hoofdstuk 5Bevordering zelfstandig reizen

Wij hechten veel waarde aan het zelfstandig kunnen reizen. Wij bieden daarom diverse manieren om u en uw kind te leren zelfstandig te reizen.

Hoofdstuk 6Vervoer in bijzondere situaties

Een apart hoofdstuk beschrijft het vervoer naar een stage en de regels voor weekend- en vakantievervoer

Hoofdstuk 7Slotbepalingen

Tot slot kan het zijn dat u het niet met ons eens bent of dat u vindt dat u niet goed behandeld bent. Dan kunt u bezwaar maken of een klacht indienen. De regels hiervoor staan in dit hoofdstuk.

Inleiding; Algemeen

Bij de behandeling van een aanvraag voor leerlingenvervoer, gelden een aantal algemene uitgangspunten. Deze uitgangspunten blijken uit de onderstaande artikelen van deze beleidsregels in combinatie met de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Lingewaard 2025.

Uitgangspunten leerlingenvervoer

De volgende uitgangspunten zijn van toepassing:

  • Wij kennen de goedkoopst passende oplossing van leerlingenvervoer toe.

  • Uw kind reist zo zelfstandig en veilig mogelijk naar school.

  • Niet de beperkingen, maar de mogelijkheden van uw kind en u als de ouder(s)/verzorger(s) staan centraal. Leerlingenvervoer draagt zo mogelijk bij aan de groei naar zelfstandigheid van leerlingen.

  • Wij stimuleren fietsgebruik.

Volgorde van een toekenning van een vervoersvoorziening (zie artikel 10 van de Verordening)

Als de school (basis en/of voortgezet onderwijs) op meer dan 6 kilometer van uw woning ligt, volgen wij de volgende stappen in soort vervoersvoorziening:

  • 1.

    Wij kennen verschillende vormen van vervoersvoorzieningen. Bij de beoordeling van uw aanvraag kijken wij welke vorm past. Dit gaat als volgt:

    • Kan uw kind zelfstandig fietsen? Zo niet:

    • Kan uw kind zelfstandig of met begeleiding met het openbaar vervoer reizen? Zo niet:

    • Kan uw kind met het eigen vervoer (auto) reizen? Zo niet:

    • Dan is het aangepast vervoer van toepassing.

  • 2.

    Met betrekking tot begeleiding kijken wij altijd naar uw persoonlijke situatie.

  • 3.

    In alle gevallen moet u voldoen aan de eisen die bij een vervoersvoorziening horen. Zoals o.a. in hoofdstuk 3 van de Verordening staan beschreven.

1. Algemene bepalingen/ definities

Basis voor de artikelen in dit hoofdstuk is artikel 1 van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Lingewaard 2025.

Artikel 1. Begrippen;

Alle begrippen die wij in deze beleidsregels gebruiken betekenen hetzelfde als in de regels van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Lingewaard 2025.

Artikel 2. Termijn van structurele beperking

Het kan zijn dat uw kind een beperking heeft waardoor het niet zelfstandig kan reizen. Wij gebruiken - voor de beoordeling van het recht op een vervoersvoorziening – de volgende begrippen.

  • a.

    Leerling met een tijdelijke beperking

  • Als uw kind een tijdelijke beperking heeft, zoals een gebroken been, krijgt uw kind geen leerlingenvervoer. Leerlingenvervoer is er alleen voor leerlingen met een langdurige (structurele) beperking. Als uw kind door een tijdelijke beperking langer dan zes maanden moet herstellen, dan bekijken wij per situatie of uw kind toch recht heeft op leerlingenvervoer. vraagt advies aan een onafhankelijk deskundige.

  • b.

    Leerling met een structurele beperking

  • Een leerling die een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking heeft en daardoor niet met het openbaar vervoer kan reizen, ook niet met hulp. Met ‘structureel’ bedoelen we: de beperking duurt langer dan zes maanden.

Artikel 3. Berekening van de afstand

Om te bepalen hoeveel kilometer het is van huis/opstapplaats naar school of stage, gebruiken wij de ANWB routeplanner. Wij kiezen dan altijd de kortste route, van huisnummer tot huisnummer. Dat kan voor de auto anders zijn dan voor de fiets. Daarna kijken wij naar het gemiddelde van de heenweg en de terugweg.

Het aantal kilometers dat uit de ANWB routeplanner komt, is altijd het uitgangspunt. Dat betekent dat het college dit gebruikt om te beslissen of uw kind recht heeft op leerlingenvervoer. Als u als ouder(s) zelf uw kind van en naar school brengt, is ook de ANWB routeplanner bepalend voor hoeveel geld u als vergoeding “eigen vervoer” kunt krijgen.

Artikel 4. Vaststellen van de reistijd

Voor de scholen die verder weg liggen, gaan wij uit van een reële reistijd. Wij gebruiken hiervoor de volgende bronnen. Het kan natuurlijk altijd dat de werkelijke reistijd langer is.

  • a.

    De reistijd met het openbaar vervoer bepalen wij via de website www.9292.nl Daarbij kijken wij naar de aankomsttijd die het beste aansluit bij de schooltijden zoals in de schoolgids staan.

  • b.

    Voor de reistijd met aangepast vervoer (zoals een taxi) nemen wij contact op met het vervoersbedrijf. Het is belangrijk dat uw kind weet hoelang de rit duurt en dat dit steeds ongeveer hetzelfde is. De rit met de taxi mag – in principe - niet langer dan 1 uur duren, vanaf het moment dat uw kind instapt tot hij of zij op school is.

  • c.

    Als een school buiten de regio ligt mag – in principe – niet langer duren dan 90 minuten.

2. Aanvraagprocedure

De basis voor de artikelen in dit hoofdstuk wordt gevormd door de artikelen 2 t/m 6 en artikel 10 van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Lingewaard 2025.

Artikel 5. Hoe werkt het aanvragen van leerlingenvervoer

U moet een speciaal formulier invullen om leerlingenvervoer aan te vragen. Dit doet u digitaal met uw DigiD via www.lingewaard.nl/leerlingenvervoer. Wij beslissen binnen acht weken. Soms duurt het langer. Dat kan bijvoorbeeld als er een onafhankelijk advies nodig is. Dan mogen wij er nog vier weken extra over doen.

Artikel 6. Wanneer heeft uw kind begeleiding nodig tijdens het vervoer.

Wij beoordelen in de keuze van een vervoersvoorziening ook uw rol in de begeleiding van uw kind. Het uitgangspunt is dat het uw taak en verantwoordelijkheid is om de zorg en begeleiding te bieden die uw kind nodig heeft.

  • 1.

    De begeleiding van uw kind in het vervoer van en naar school is afhankelijk van de leeftijd, beperking, afstand en de verkeerssituatie tussen huis en school.

  • 2.

    Als u uw kind niet kan begeleiden, moet u zelf voor een andere oplossing zorgen. U kan bijvoorbeeld een familielid, een kennis of buren hiervoor vragen. Werk hebben of het hebben van andere kinderen is geen goede reden om uw kind niet zelf te brengen of halen.

  • 3.

    U kunt ook – samen met ouders van wie hun kind naar dezelfde school gaat – het vervoer regelen. Ook al moet u werken, blijft u verantwoordelijk om uw kind naar en van school te begeleiden.

  • 4.

    Wij vergoeden uw reiskosten voor de begeleiding alleen voor dat deel van de reis dat u uw kind begeleidt.

Artikel 7. Deskundige

Het uitgangspunt is dat een kind dat naar het voortgezet onderwijs gaat, zelfstandig kan reizen. Als uw kind naar een school in het speciaal (voortgezet) onderwijs gaat, vragen wij soms u om te laten zien dat uw kind niet zelfstandig (zonder begeleiding) kan reizen.

  • 1.

    Daarvoor is een brief nodig van een deskundige. Deze kan iets zeggen over de gezondheid van uw kind of welke vorm van een vervoersvoorziening het beste past bij uw kind.

  • 2.

    Aangepast vervoer, zoals een taxi of busje, is mogelijk als uw kind om medische redenen niet met het openbaar vervoer kan reizen. Ook niet met hulp. Een onafhankelijk deskundige moet dan zeggen dat dit nodig is. Wij laten dat doen door een onafhankelijke organisatie. Wij betalen dit onderzoek.

  • 3.

    Als u en uw kind niet – zonder reden - bij dit onderzoek aanwezig zijn, moet u de kosten wél zelf betalen.

  • 4.

    Als u en uw kind niet mee willen doen aan het medisch onderzoek, zetten wij de behandeling van de aanvraag tijdelijk stil. In het uiterste geval wordt de aanvraag niet meer bekeken.

  • 5.

    Wij kunnen het Samenwerkingsverband vragen om een verklaring af te geven voor een andere school dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

Artikel 8. Hoe lang krijgt uw kind een vervoersvoorziening?

Normaal gesproken krijgt u de hulp voor 1 schooljaar. Maar er zijn 2 uitzonderingen:

  • a.

    Kinderen van 10 jaar of jonger

  • Als uw kind 10 jaar of jonger is, kan uw kind een vervoersvoorziening voor meerdere jaren krijgen. Dit is mogelijk als te verwachten is dat uw situatie hetzelfde blijft. Dat kan tot en met het schooljaar waarin uw kind op 1 augustus 10 jaar is. Daarna moet u het elk jaar opnieuw aanvragen.

  • b.

    Kinderen zonder ontwikkelingsmogelijkheden gericht op zelfstandig reizen

  • Als duidelijk is dat uw kind l een beperking heeft waar geen verandering in is te verwachten met betrekking tot zelfstandig reizen. Dan kunnen wij een voorziening voor meerdere jaren geven, ook als uw kind ouder is dan 8 jaar. Wij nemen hierover een besluit.

Artikel 9. Wanneer heeft uw kind geen recht op leerlingenvervoer?

Het kan zijn dat uw kind geen recht heeft op een vorm van een vervoersvoorziening.

  • 1.

    Als er andere schooltijden zijn dan normaal. Leerlingenvervoer is alleen bedoeld voor het vervoer van huis/opstapplaats naar school op de normale schooltijden die in de schoolgids staan.

  • 2.

    In de schoolgids staan ook de vakanties. Tijdens de vakanties is er geen leerlingenvervoer.

  • 3.

    De uitzondering is:

    • a.

      Als de onderwijsinspectie zegt dat uw kind minder les hoeft te volgen (onderwijsverkorting) én er een vervoersvoorziening is toegekend in de vorm van aangepast vervoer (taxibusje).

    • b.

      Het kan zijn dat wij een andere vorm van leerlingenvervoer inzetten.

3. Voorwaarden

Basis voor de artikelen in dit hoofdstuk is de inleiding en artikel 1, 7 en 9 van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Lingewaard 2025.

Artikel 10. Toegankelijke school

Wij moeten vervoer regelen naar een dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dat is de school die het dichtst bij het huis van uw kind ligt.

  • 1.

    Deze school moet geschikt en toegankelijk zijn voor uw kind. Dit is een school die past bij:

    • a.

      het soort onderwijs en

    • b.

      de richting (zoals geloof of levensbeschouwing) die uw kind nodig heeft.

  • 2.

    Bij een crisissituatie mag hiervan worden afgeweken, maar alleen voor dat schooljaar.

  • 3.

    Wij berekenen de afstand met de ANWB routeplanner.

  • 4.

    U bent vrij in de keuze naar welke school uw kind gaat. Maar als u vervoer via ons wil regelen (leerlingenvervoer), dan geldt dit alleen voor de dichtstbijzijnde school die geschikt is voor uw kind.

Artikel 11. Wachtlijst bij de dichtstbijzijnde school

Het kan zijn dat de dichtstbijzijnde school een wachtlijst heeft.

  • 1.

    U moet kunnen laten zien dat de dichtstbijzijnde school een wachtlijst heeft. Dat kan u doen met een bewijs van die school. In dat geval mag uw kind naar de eerstvolgende geschikte school waar nog plek is.

  • 2.

    Het samenwerkingsverband wijst deze school aan.

Artikel 12. Veranderingen doorgeven

De basisregel is dat u – als ouder – altijd verantwoordelijk bent om op tijd te laten weten als er iets verandert wat belangrijk is voor het vervoer van uw kind. Het gaat dan om een structurele verandering.

  • 1.

    Dit moet u per brief of e-mail naar ons doorgeven.

  • 2.

    Op tijd betekent dat u de verandering uiterlijk 2 weken van te voren aan ons doorgeeft .

  • Voorbeelden van belangrijke veranderingen:

    • De reistijd verandert, bijvoorbeeld doordat de bus of trein anders gaat rijden.

    • Uw kind verhuist of uw adres verandert.

    • Uw gezin verandert, bijvoorbeeld door scheiding of een nieuw gezinslid.

    • U kunt uw kind niet meer begeleiden, door veranderingen thuis.

    • De school verandert van adres.

    • De schooltijden of vakanties veranderen.

    • Uw kind gaat naar een andere soort school.

  • 3.

    AVAN werkt met vaste instroom- en wijzigingsmomenten. Elke verandering kan pas ingaan op de data die AVAN hiervoor heeft.

Artikel 13. Loosmeldingen bij aangepast vervoer

U bent als ouder verantwoordelijk om uw kind op tijd af te melden bij het gebruik van aangepast vervoer. Als u uw kind vergeet af te melden, komt de chauffeur voor niets voorrijden. Wij noemen dit een loosmelding.

  • 1.

    Voor het afmelden van uw kind maakt u gebruik van het online boekingsportaal van AVAN. U moet hiervoor uw e-mailadres doorgeven via de klantenservice of mailen naar avan@dvg.nl. Ook kunt u uw rit annuleren via de reserveringslijn: 0900 - 734 46 82.

  • 2.

    U moet uiterlijk 2 uur voordat uw kind opgehaald wordt, uw kind afmelden.

  • 3.

    Voor het aantal loosmeldingen per persoon gaan wij uit van de administratie van AVAN. Wij nemen telefonisch contact met u op als u 3 loosmeldingen heeft binnen een kwartaal.

  • 4.

    Is de loosmelding zonder reden dan kunnen wij de vervoerskosten op u verhalen.

Artikel 14. Ontzegging van de toegang tot het vervoer door de gemeente

Het uitgangspunt is dat u als ouders verantwoordelijk bent voor het gedrag van uw (minderjarige) kind. Dat geldt ook voor de tijd dat uw kind gebruik maakt van een vorm van het leerlingenvervoer.

  • 1.

    Wij kunnen ervoor kiezen om uw kind niet mee te nemen in het aangepast vervoer (taxi). Dat kan tijdelijk zijn of voor de rest van het schooljaar. Een voorbeeld is als uw kind vaak agressief is of zich slecht gedraagt in de taxi of bus. En als gevolg van dit gedrag uw kind de rust in de taxi of bus verstoort. Of als het daardoor de veiligheid van zichzelf, de taxi/bus en de andere mensen die meereizen in gevaar brengt. Of als het gedrag van uw kind bedreigend of onhygiënisch is.

  • 2.

    Bij de beschikking op een aanvraag voor een vorm van leerlingenvervoer verwijzen wij naar het “Incidentenprotocol Routevervoer Avan” van 18 oktober 2023. Hierin hebben wij afspraken gemaakt hoe wij bepalen of het gedrag van uw kind in het aangepast vervoer (taxi) onacceptabel is.

4. Vergoedingen vormen vervoersvoorziening

Basis zijn de artikelen 11, 14 t/m 19 (basisonderwijs) en artikel 20 t/m 23 (voortgezet onderwijs) van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Lingewaard 2025.

Artikel 15. Fietsvergoeding

Van kinderen vanaf 9 jaar verwachten wij dat zij zelfstandig kunnen fietsen. Dit zien wij als een voorbereiding op het voortgezet (speciaal) onderwijs. Hiervoor kunnen wij een fietsvergoeding toekennen.

  • 1.

    Wij gebruiken de volgende uitgangspunten met betrekking tot de maximale fietsafstand.

    • 4 jaar t/m 8 jaar ➔ 6 kilometer; te fietsen door uw kind of bij u achter op de fiets.

    • 9 jaar ➔ 7 kilometer; te fietsen door uw kind

    • 10 jaar ➔ 8 kilometer; te fietsen door uw kind

    • 11 jaar ➔ 9 kilometer; te fietsen door uw kind

  • 2.

    Voor het voortgezet (speciaal) onderwijs geldt een maximum van 20 kilometer.

  • 3.

    Wij sluiten voor de fietsvergoeding aan bij de regels van de Belastingdienst.

  • 4.

    Wij kijken bij de beoordeling niet alleen naar de kalenderleeftijd (hoe oud jouw kind daadwerkelijk is) maar ook naar de ontwikkelingsleeftijd (sociaal en emotionele vaardigheden) van uw kind.

Artikel 16 Vaststellen kosten openbaar vervoer

Bij het reizen met openbaar vervoer gaan wij uit van de volgende regels.

  • 1.

    De vergoedingen voor openbaar vervoer zijn op basis van een jaar- of maandabonnement. De keuze is afhankelijk van de kosten. Wij vergoeden de goedkoopste vorm.

  • 2.

    Het kan zijn dat uw kind maar enkele dagen reist met het openbaar vervoer. U moet dan het aantal dagen doorgeven dat er is gereisd.

  • 3.

    Voor het reizen met openbaar vervoer gaan wij uit van de informatie van de website 9292.nl of het reizen (op dat moment en met die bus/trein) mogelijk is.

  • 4.

    Als uw kind begeleiding nodig heeft voor het reizen met het openbaar vervoer, kunt u ook de vervoerskosten voor de begeleider doorgeven. U moet hiervoor wel betaalbewijzen of een uitdraai van de OV-chipkaart laten zien.

  • 5.

    Uw kind moet wel ouder zijn dan 10 jaar.

  • 6.

    De maximale afstand die uw kind moet lopen van huis of school naar de bushalte is 2 kilometer.

  • 7.

    Als u een vergoeding heeft ontvangen waar u geen recht op heeft, bent u verplicht deze terug te betalen. Wij kunnen kiezen om het teveel ontvangen bedrag te verrekenen met een nieuwe vergoeding.

  • 8.

    Een vergoeding voor het reizen met het openbaar vervoer eindigt als uw kind naar het voorgezet (speciaal) onderwijs gaat. Uw kind krijgt dan nog één jaar een OV-vergoeding van 50%.

Artikel 17 Uitbetaling vergoedingen eigen vervoer

Bij eigen vervoer is het uitgangspunt dat uw kind recht heeft op een vorm van leerlingenvervoer. Als u uw kind zelf haalt en brengt, heeft u recht op een vergoeding voor eigen vervoer als het de meest goedkope vervoersvoorziening is.

  • 1.

    Wij betalen de vergoeding in twee termijnen uit.

  • 2.

    Wanneer deze manier van uitbetaling u in financiële problemen brengt, kijken wij – samen met u – naar een andere betalingsregeling.

  • 3.

    Wij betalen uit op basis van een berekening, waarbij wij uitgaan van 200 schooldagen per jaar (40 weken x 5 schooldagen) x het aantal kilometers.

  • 4.

    Voor eigen vervoer rekenen wij met de kosten voor een heen- en terugreis. Als u uw kind zowel haalt als brengt, betekent dit dat 4x het aantal kilometers.

  • 5.

    Wij sluiten - voor de vergoedingen voor eigen vervoer (auto) - aan bij de regels van de Belastingdienst.

Artikel 18 Aangepast vervoer

Bij het aangepast vervoer (taxi) is het uitgangspunt dat wij een goede en slimme manier organiseren om het leerlingenvervoer mogelijk te maken. Het is belangrijk dat uw kind veilig is, op tijd komt en dat het vervoer goed geregeld is. Hier hebben wij en u zelf een rol in.

  • 1.

    Wij hebben deze opdracht aan de vervoerder gegeven. Deze gaat over de uitvoering van het aangepast vervoer. Zij bepalen de haal- en brengtijden van uw kind.

  • 2.

    Wij laten de kinderen die dicht bij elkaar wonen samen reizen.

  • 3.

    Wij gaan bij het aangepast vervoer uit van een reis vanaf huis/opstapplaats naar school en omgekeerd.

  • 4.

    U moet als ouder ervoor zorgen dat uw kind op tijd klaar staat. Of bij de voordeur of bij de opstapplaats. Dat geldt ook als u uw kind ophaalt. U bent zelf verantwoordelijk voor uw kind tot het moment dat het kind in de taxi of bus stapt.

Artikel 19. Bijzondere indicatie voor aangepast vervoer

Er zijn enkele situaties waarvoor wij een bijzondere indicatie kunnen toekennen.

  • 1.

    Individueel vervoer.

  • Er sprake is van een medische noodzaak waarom uw kind niet met andere kinderen vervoerd kan worden en daarom individueel vervoerd moet worden.

  • 2.

    Voorzitgarantie.

  • Bij aangepast vervoer is het mogelijk dat uw kind voorin zit. Dat betekent dat uw kind altijd voorin de taxi en naast de chauffeur zit.

  • 3.

    Medische begeleiding.

  • Als het tijdens de rit medisch noodzakelijk is dat er een begeleider aanwezig is, kunnen wij hiervoor een indicatie afgeven.

    • a.

      Het is bijvoorbeeld mogelijk dat er – tijdens de rit – medisch noodzakelijke handelingen uitgevoerd moeten worden.

    • b.

      Het gedrag van uw kind een vorm van begeleiding nodig heeft om mee te kunnen reizen.

    • c.

      U bent zelf verantwoordelijk voor het organiseren van deze begeleiding. Wij vergoeden alleen die kosten van de begeleider voor haar/zijn vervoer als uw kind aanwezig is.

  • Voor deze situaties moet u een medische verklaring aanleveren. Deze moet van een medisch specialist komen. In deze verklaring moet staan waarom het noodzakelijk is dat uw kind individueel vervoerd moet worden.

  • 4.

    Het toekennen van elke vorm van een bijzondere indicatie is afhankelijk van de mogelijkheden bij de vervoerder.

Artikel 20. Toepassing financiële draagkracht

In 2025 is besloten geen eigen bijdrage op te leggen bij het Leerlingenvervoer. De kosten om deze eigen bijdrage te innen, wegen niet op tegen de inkomsten.

5. Bevordering zelfstandig reizen

Basis voor de artikelen in dit hoofdstuk is de inleiding en artikel 3, 6, 8, 12 en 13 van de Verordening Leerlingenvervoer 2025.

Artikel 21. Zelfstandig reizen en de rol van de ouders

Wij willen zelfstandig reizen stimuleren en helpen dit mogelijk te maken.

  • 1.

    U bent zelf verantwoordelijk om met uw kind te oefenen.

  • 2.

    U kunt aangeven dat uw kind hiervoor ondersteuning nodig heeft in het leren zelfstandig te reizen.

  • 3.

    Wij gebruiken hiervoor een persoonlijk vervoersplan. Zie volgend artikel.

Artikel 22. Zelfstandig reizen en vervoersplan

Wij hebben verschillende manieren om uw kind te ondersteunen in het (leren) zelfstandig te reizen. Wij bieden de volgende mogelijkheden hiervoor:

  • 1.

    Wij stellen – samen met u en uw kind – een vervoersplan op. Dit doen wij in groep 7 van het (speciaal) basisonderwijs.

  • 2.

    Het kan zijn dat uw kind al naar het voortgezet (speciaal) onderwijs gaat. Dan maakt het persoonlijk vervoersplan onderdeel uit van de aanvraag.

  • 3.

    Wij hebben hiervoor een formulier. De vragen geven antwoord op:

    • -

      Hoe uw kind nu reist (welke vervoersvoorziening)

    • -

      Wat zijn/haar ervaringen hierin zijn

    • -

      Welke mogelijkheden er zijn om met de fiets of het openbaar vervoer te reizen

    • -

      Wat u als ouder hierin kan betekenen en

    • -

      Wat wij u kunnen bieden.

  • Het vervoersplan sluit af met concrete afspraken.

  • 4.

    Bij het opstellen van het vervoersplan kijken wij naar de belastbaarheid van uw kind. Zelfstandig reizen mag niet leiden tot leerverlies.

  • 5.

    Wij plannen hiervoor een afspraak in.

Artikel 23. Vervoerstraining

Als u of uw netwerk niet de passende ondersteuning kan bieden, kunnen wij kijken naar de inzet van een vervoerstraining. Deze training is gericht op het leren zelfstandig te reizen.

  • 1.

    Als uw kind in groep 7 van het (speciaal) basisonderwijs zit, bieden wij dit vrijwillig aan.

  • 2.

    Vanaf groep 8 en in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) is een vervoerstraining onderdeel van het vervoersplan.

  • 3.

    De uitzondering is als uit deskundig (medisch) advies blijkt dat een vorm van zelfstandig reizen voor uw kind niet mogelijk is. Dit is dan opgenomen in het persoonlijk vervoersplan.

  • 4.

    Het kan zijn dat uw kind - vanuit de Jeugdwet - al een vorm van persoonlijke begeleiding heeft. Samen met de begeleider kijken wij of hij/zij een rol kan spelen in het leren zelfstandig reizen.

Artikel 24. Vormen van vervoerstraining

Wij hebben twee vormen van een vervoerstraining. Het kan zijn dat het zelfstandig reizen – ook na deze training – niet haalbaar blijkt te zijn. U heeft dan altijd het recht op een vervoersvoorziening.

  • 1.

    Samen reizen

  • Wij bieden ondersteuning in de vorm van inzet van een vrijwillige volwassene. Deze reist een aantal keren met uw kind mee. Hij/zij begeleidt uw kind in het leren reizen met het openbaar vervoer of de fiets.

    • a.

      In het leren zelfstandig te reizen is bijzondere aandacht voor het instappen, in- en uitchecken en overstappen in het reizen met het openbaar vervoer.

    • b.

      In het leren van zelfstandig fietsen is er bijzondere aandacht voor het deelnemen aan het verkeer.

    • c.

      Ieder traject sluiten zij af met een advies over de mate van zelfstandig kunnen reizen van uw kind.

    • d.

      Als uit het advies blijkt dat uw kind zelfstandig kan reizen kunnen wij de vervoersvoorziening – die uw kind ontving – beëindigen. Uw kind kan namelijk zelfstandig reizen en daarmee vervalt de reden van het leerlingenvervoer.

    • e.

      Wij kunnen kiezen voor een overgangsperiode. Als uw kind – na de vervoerstraining – met het openbaar vervoer kan reizen, ontvangt u tot het eind van het schooljaar een vergoeding OV.

    • f.

      Elke vorm van bijdrage eindigt in ieder geval, als uw kind niet meer naar school gaat.

  • 2.

    App op smartphone

  • Wij kunnen u en uw kind ondersteunen in het leren zelfstandig reizen in de vorm van een app op de telefoon. Deze app begeleidt uw kind van deur tot deur met informatie.

    • a.

      Er is bijzondere aandacht voor het inchecken in de bus, het vinden van de juiste halte en bij het in-, over- en uitstappen.

    • b.

      Er een hulplijn die het hele jaar (maandag t/m vrijdag) bereikbaar is. En er is een thuisbreng-garantie. Deze regelt een taxi als het gaat om een probleem dat niets met uw kind te maken heeft.

    • c.

      Een training maakt onderdeel uit van het gebruik van deze app. Deze training is verplicht en bieden wij aan in groepsverband van maximaal 5 kinderen.

Artikel 25 Vergoeding (elektrische) fiets

Wij bevorderen het zelfstandig reizen door een (elektrische) fiets toe te kennen.

  • 1.

    Wij kunnen een vergoeding voor (elektrische) fiets toekennen als er recht is op leerlingenvervoer. Het draagt bij om uw kind te helpen zelfstandig te reizen.

  • 2.

    U koopt zelf een fiets en stuurt de rekening naar ons toe. Wij bieden maximaal een bijdrage van € 2.000 voor een (elektrische) fiets, de verzekering en de fietshelm.

  • 3.

    U bent verantwoordelijk voor het onderhoud, schade en een verzekering voor bv. diefstal. De kosten hiervoor zijn voor uw eigen rekening.

  • 4.

    Wij hechten veel waarde dat u de fiets bij een fietsenhandelaar in Lingewaard koopt. Dit is praktisch voor het onderhoud (kan op korte termijn geregeld worden) en het stimuleert de plaatselijke economie.

  • 5.

    Veilig Verkeer Nederland moedigt het gebruik van een fietshelm aan. Een fietshelm kan in veel gevallen hoofdletsel voorkomen. Wij adviseren daarom – bij de aanschaf van een (elektrische) fiets een helm te kopen.

  • 6.

    Met deze toekenning vervalt iedere andere vorm van leerlingenvervoer.

Artikel 26 Opstapplaatsen

  • 1.

    Het college kan opstapplaatsen aanwijzen voor het vervoer van uw kind.

  • Wij kijken of vervoer vanaf een opstapplaats passend is voor uw kind.

    • a.

      De opstapplaats moet veilig zijn, maximaal 2 kilometer van uw huis liggen en voldoende ruimte bieden waar u als ouder of begeleider kan wachten tot uw kind is opgehaald en/of wordt gebracht.

    • b.

      U moet als ouder ervoor zorgen dat uw kind op tijd bij de opstapplaats komt en wordt opgehaald. U bent zelf verantwoordelijk voor uw kind tot het moment dat het kind in de taxi of bus stapt.

    • c.

      In de beschikking staat bij welke opstapplaats uw kind opgehaald gaat worden.

6. Vervoer in bijzondere situaties

Basis zijn de artikelen 24 t/m 26 van de Verordening Leerlingenvervoer 2025.

Artikel 27. Observatieplekken

De samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs organiseren in sommige situaties observatieplekken voor leerlingen.

  • 1.

    Het kan zijn dat voor uw kind nog niet duidelijk is welke vorm van ondersteuning het best passend is. Het samenwerkingsverband Passend Wijs kan een observatieplek aanraden.

  • 2.

    Als er hiervoor een vervoersvoorziening nodig is, moet u een noodzakelijkheidsverklaring van het Samenwerkingsverband bij ons afgeven.

  • 3.

    De observatieplek is voor maximaal 3 maanden.

  • 4.

    Daarna zal het Samenwerkingsverband definitief besluiten welke school passend is voor uw kind.

  • 5.

    U kunt voor een aanvraag indienen voor leerlingenvervoer voor deze observatie periode.

Artikel 28. Crisisopvang

Hoofdregel is dat de ouders/verzorgers een aanvraag voor het leerlingenvervoer indienen in die gemeente waar de leerling feitelijk verblijft. Voor Lingewaard moet dat een locatie op het grondgebied van de gemeente Lingewaard zijn.

Een uitzondering op deze regel wordt gemaakt voor een leerling die al leerlingenvervoer heeft: als een leerling gedurende een korte periode (maximaal 6 weken) in een andere gemeente verblijft, bijvoorbeeld in geval van crisisopvang en daarna weer terugkeert naar de oorspronkelijke gemeente. In dat geval blijft het leerlingenvervoer gedurende die periode voor rekening van Lingewaard.

Artikel 29. Stagevervoer

Stage maakt vaak deel uit van de opleiding. Vanuit het leerlingenvervoer zijn er daarom ook mogelijkheden voor een vervoersvoorziening van huis naar het stageadres.

  • 1.

    De stage moet een vast onderdeel zijn van de opleiding én binnen 20 kilometer van huis of de opstapplaats liggen.

  • 2.

    In overleg met de school/stageaanbieder kijken wij naar de optimale oplossing voor vervoer. Wij zien stage als een stap naar het meedoen in de maatschappij. Wij kijken daarom – bij deze aanvraag – naar de mogelijkheden om met het openbaar vervoer of de fiets te kunnen reizen.

  • 3.

    Voor stageplekken wijken wij niet af van de begin- en eindtijden van de schooldag, zoals deze staan vermeld in de schoolgids.

  • 4.

    Voor het vervoer naar de stageplek moet u een stage-overeenkomst aanleveren. In de stage-overeenkomst moet het volgende staan:

    • Naam, adres en woonplaats van uw kind;

    • Naam, adres en woonplaats van de school;

    • Naam, adres en woonplaats van het stagebedrijf;

    • Termijn van de stageperiode;

    • Ophaal- en wegbrengtijden stage.

  • 5.

    Stage moet bijdragen aan de voorbereiding van een baan of beschermde banenmarkt. Wij noemen dit een uitstroomprofiel. Dit profiel geldt vooral voor die leerlingen die geen volledig diploma kunnen halen. Uw kind moet minimaal 14 jaar zijn en al gebruik maken van het leerlingenvervoer.

  • 6.

    Als uw kind al een vervoersvoorziening heeft én de stage onderdeel van het onderwijsprogramma is, kijken wij of er ook recht is op een vorm van leerlingenvervoer naar het stageadres.

  • 7.

    Vervoer naar het stageadres vanuit het leerlingenvervoer vindt alleen op schooldagen plaats dus niet tijdens het weekend en gedurende schoolvakanties.

Artikel 30. Onderwijs op grond van godsdienst of levensbeschouwing

Het uitgangspunt is dat u als ouder(s) een vrije keuze heeft in de schoolkeuze.

  • 1.

    U kunt kiezen dat uw kind naar een school gaat met een bijzondere vorm op basis van geloof of levensbeschouwing. Als u hiervoor leerlingenvervoer aanvraagt, gaan wij uit van een vergoeding van maximaal de kosten voor het openbaar vervoer.

  • 2.

    U heeft recht op een tegemoetkoming in de vervoerkosten als de school meer dan 6 kilometer van uw huis ligt.

  • 3.

    Omdat het om een vrije schoolkeuze gaat, mogen wij iets van u als ouders vragen. Wij zetten - als uw kind geen structurele beperking heeft - geen aangepast vervoer (taxi) in.

  • 4.

    Het is mogelijk om met het aangepaste vervoer mee te reizen. U moet alle kosten hiervoor zelf betalen.

Artikel 31. Hoogbegaafdheid

Het uitgangspunt is dat iedere reguliere basisschool ook onderwijs moet bieden voor kinderen die hoogbegaafd zijn. Deze scholen hebben bijvoorbeeld aparte groepen zoals de Da Vinciklassen.

  • 1.

    Wij vinden dat deze groepen bij het reguliere onderwijs horen.

  • 2.

    Daarmee is er geen recht op een vorm van leerlingenvervoer.

  • 3.

    De uitzondering is als de school voor het reguliere onderwijs geen passend onderwijs voor uw kind kan bieden.

  • 4.

    Als de passende school verder ligt dan 6 kilometer, kan u een aanvraag indienen voor een vorm van leerlingenvervoer.

  • 5.

    Als bijlage moet u een verklaring toevoegen vanuit een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Daarin moet het volgende zijn opgenomen:

    • In welke mate er sprake is van hoogbegaafdheid en

    • Welk onderwijstype (bijvoorbeeld plusklas of voltijdsonderwijs gericht op hoogbegaafde leerlingen) is er specifiek nodig voor deze leerling.

  • 6.

    Als uw kind naar het voortgezet onderwijs gaat, is er geen recht (meer) op een vorm van leerlingenvervoer.

Artikel 32. BSO: vervoer anders dan het woonadres

Leerlingenvervoer is vervoer tussen school en huis of opstapplaats.

  • 1.

    Als uw kind voor of na schooltijd naar de buitenschoolse opvang gaat moet u zelf het vervoer regelen. Het BSO valt niet onder de definitie van 'woning" (artikel 1, lid t Verordening Leerlingenvervoer 2025).

  • 2.

    De uitzondering is als het adres van de BSO op route ligt van uw huis of opstapplaats en school en de chauffeur niet hoeft om te rijden.

  • 3.

    Het moet gaan om een structurele regeling (vaste dagen).

  • 4.

    U bent dan zelf verantwoordelijk om uw kind van de BSO te halen.

  • 5.

    U vraagt het vervoer naar de BSO bij ons aan en wij nemen het op als reguliere route volgens een vast patroon.

Artikel 33. Co-ouderschap en tweede adres

Als uw kind bij beide ouders woont (co-ouderschap), moet duidelijk zijn waar en wanneer uw kind bij welke ouder is. Het kan ook zijn dat uw kind ergens anders opgehaald of gebracht moet worden; bijvoorbeeld bij opa en oma of de buren. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • 1.

    Uw kind heeft recht op een vervoersvoorziening.

  • 2.

    Uw kind kan maximaal twee adressen hebben voor een vorm van leerlingenvervoer.

  • 3.

    Er is sprake van een vast patroon. Dat betekent een vast adres op vaste dagen van de week of maand.

  • 4.

    Wilt u dat het kind op een ander adres in dezelfde gemeente wordt opgehaald of gebracht? Dat kan alleen als er vaste afspraken zijn en er een duidelijke structuur is.

  • 5.

    Woont de andere ouder in een andere gemeente? Dan moet die ouder in die gemeente zelf een aanvraag doen voor vervoer.

Artikel 34. Tijdelijk verblijf in een andere gemeente

Het kan zijn dat uw kind tijdelijk ergens anders woont.

  • 1.

    Als uw kind korter dan 6 weken in een andere gemeente woont, blijft er recht op de toegekende vorm van leerlingenvervoer.

  • 2.

    Als het om een langere periode gaat, stopt het leerlingenvervoer.

  • 3.

    U kan dan een aanvraag indienen bij de andere gemeente.

Artikel 35. Leerlingenvervoer en anderstaligen onderwijs

Leerlingen, die de Nederlandse taal (nog) niet beheersen, zijn aangewezen op een vorm van onderwijs gericht op het voorkomen van taalachterstand. Wij kijken ook hiervoor naar de dichtstbijzijnde school. Voor onze gemeente is bijvoorbeeld de basisschool het Mozaïek in Arnhem-Zuid.

  • 1.

    Uw kind hoort tot deze groep en gaat naar deze school. Dan komt uw kind in aanmerking voor leerlingenvervoer.

  • 2.

    Als uw kind naar een vorm van het voortgezet onderwijs gaat zoals een Internationale Schakelklas, is er geen recht op leerlingenvervoer.

  • 3.

    De uitzondering is als er bij uw kind sprake is van een beperking zoals wij in de Verordening Leerlingenvervoer 2025 bedoelen.

7. Slotbepalingen

Basis zijn de artikelen 27 t/m 31 van de Verordening Leerlingenvervoer 2025.

Artikel 36. Hardheidsclausule

Het kan altijd zijn dat er een situatie is waar wij geen afspraken over hebben gemaakt. Wij hebben voor echt uitzonderlijke situaties een regeling opgenomen. Wij noemen dit een hardheidsclausule. Het uitgangspunt is dat de regels uit de verordening en de beleidsregels leiden tot een onredelijk effect.

  • 1.

    Het college kan de hardheidsclausule gebruiken. Wij wijken dan af van de regels in het voordeel van u en uw kind.

  • 2.

    De hardheidsclausule passen wij niet toe als u een rol heeft in het ontstaan van de uitzonderlijke situatie. Een voorbeeld is dat uw werk of andere bezigheden ervoor zorgt dat u uw kind niet naar school of de opstapplaats kan brengen. Dat geldt ook voor het ophalen.

Artikel 37. Slotbepalingen

Deze beleidsregels treden in werking per 1 augustus 2025. Op deze datum trekken wij de beleidsregels uit 2018 in.

Artikel 38. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels Leerlingenvervoer Lingewaard 2025".

Vastgesteld in de vergadering van B&W d.d. 8 juli 2025.

Ondertekening