Verordening Stimuleringslening Duurzaamheid Katwijk

1. Tot de duurzaamheidsmaatregelen worden gerekend:

• a.

  gevel- of paneelisolatie;

• b.

  spouwmuurisolatie;

• c.

  dakisolatie of zolder- of vlieringisolatie;

• d.

  vloer- of bodemisolatie;

• e.

  HR++ of triple glas, eventueel in combinatie met kozijnen, kozijnpanelen of isolerende deuren;

• f.

  besparingssysteem verlichting;

• g.

  HR 107 ketel (of een vergelijkbaar/beter rendement) in combinatie met een warmtepomp;

• h.

  warmtepompen, voor zover het merk en type op het moment van aanvraag zijn opgenomen in de dan geldende ISDE Meldcodelijst Warmtepompen, eventueel in combinatie met laagtemperatuurradiatoren;

• i.

  zonneboiler;

• j.

  elektrisch boilervat;

• k.

  aansluitkosten warmtenet;

• l.

  voorzieningen voor warmteterugwinning uit (douche)water en ventilatielucht;

• m.

  zonnepanelen of PVT systemen;

• n.

  kleinschalige windturbine;

• o.

  thuisbatterij;

• p.

  groene daken;

• q.

  regenwatersystemen, met uitzondering van regentonnen;

• r.

  een lokaal collectief of coöperatief energieopwekproject;

• s.

  andere duurzaamheidsmaatregelen die bijdragen aan de beleidsdoelen genoemd in artikel 2, dit ter beoordeling van het college.

2. Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van maatregelen uitbreiden en/of inkorten. Per aanvraag wordt bekeken of de maatregel daadwerkelijk past binnen de uitgangspunten van de gemeentelijke duurzaamheidslening. Het college behoudt zich het recht voor om een aanvraag op deze gronden te weigeren.

1. De raad van de gemeente Katwijk stelt het budget vast van € 1.500.000 dat beschikbaar is voor stimuleringsleningen.

2. Stimuleringsleningen zijn alleen beschikbaar voor zover het vastgestelde budget hiervoor toereikend is.

3. Aanvragen worden in volgorde van ontvangst behandeld, waarbij aanvragen met dezelfde ontvangstdatum worden gerangschikt door loting voor zover op die datum het plafond wordt overschreden. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst voor subsidie in aanmerking.

1. De hoogte van de lening van de door het college toegekende Stimuleringslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten of de kostenraming.

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoogte van de Stimuleringslening niet minder dan € 2.500 en niet meer dan € 150.000, inclusief BTW.

3. De stimuleringslening bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten of de kostenraming.

4. Het rentepercentage voor de stimuleringslening bedraagt 2,4% en wordt jaarlijks vastgesteld door het college.

5. Het rentepercentage staat gedurende de gehele looptijd van de Stimuleringslening vast.

6. Vervroegde aflossing van de Stimuleringslening is te allen tijde boetevrij toegestaan.

7. Binnen één jaar na het verstrekken van de Stimuleringslening zijn de werkzaamheden voltooid.

8. De looptijd van de stimuleringslening bedraagt 5, 10, 15, 20 of 30 jaar. De looptijd wordt door het college vastgesteld op het moment van toewijzen van de Stimuleringslening en is afhankelijk van de terugverdientijd van de maatregel(en).

9. De aflossingswijze (annuïtair of aflossingsvrij) van de Stimuleringslening wordt door het college vastgesteld op het moment van toewijzen van de Stimuleringslening.

10. Voor stimuleringsleningen wordt tussen de € 2.500 en € 50.000 een onderhandse of notariële akte opgesteld. Voor stimuleringsleningen boven de € 50.000 moet op kosten van de aanvrager een notariële akte worden opgesteld.

1. Een aanvraag voor een Stimuleringslening wordt bij het college ingediend via een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier en gaat onder opgave van:

• a.

  gegevens bestuurder, zijnde de naam, het post- en bezoekadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;

• b.

  de naam van de VvE, vereniging of organisatie;

• c.

  de te treffen duurzaamheidsmaatregelen;

• d.

  de werkelijke kosten of een kostenraming van het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen evenals een financiële onderbouwing van deze opgave, op basis van offerte(s);

• e.

  een planning van de uitvoering van de werkzaamheden;

• f.

  Indien het bestuur het gebouw huurt, een kopie van de eventueel benodigde toestemming over de treffen maatregelen van de eigenaar.

2. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

3. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

4. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, kan het college besluiten de aanvraag buiten behandeling te stellen.

5. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

6. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na het compleet worden daarvan, een beslissing en deelt die middels een toewijzings- of afwijzingsbesluit mee aan de aanvrager.

7. Het college kan, onder vermelding van de reden, deze termijn eenmalig verdagen met 4 weken. De rechten van de aanvrager vervallen hiermee niet.

8. Uit overschrijding van de in lid 6 bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

9. De in lid 6 bedoelde beslissing is een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden.

10. Het college kan aan een toewijzingsbesluit nadere voorwaarden verbinden.

1. Het college wijst een aanvraag af, indien:

• a.

  Het door de raad vastgestelde budget voor de uitgifte van Stimuleringsleningen niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

• b.

  De voorgestelde maatregel(en) waarvoor de lening wordt aangevraagd, niet voorkomt op de lijst van maatregelen uit artikel 4, lid 1 van deze verordening en ook niet bijdraagt aan de beleidsdoelen genoemd in artikel 2;

• c.

  De werkelijke kosten of de kostenraming van de uit te voeren maatregelen minder bedragen dan € 2.500;

• d.

  De uitvoering van de maatregel(en) waarvoor een lening wordt aangevraagd reeds begonnen zijn voordat de aanvraag is ingediend;

• e.

  Naar het oordeel van het college gegronde redenen zijn, dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of kan worden voldaan;

• f.

  Indien blijkt dat de uitkomst van de krediettoets van SVn negatief is.

2. Het college trekt een toewijzing Stimuleringslening in, indien:

• a.

  de Stimuleringslening is toegewezen of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

• b.

  de Stimuleringslening niet tot stand komt bij SVn.

1. De toewijzing door het college betreft een reservering voor een Stimuleringslening uit het gemeentelijke budget. De toewijzing voor het aanvragen van een Stimuleringslening vormt het startpunt voor een autonome financiële toetsing door SVn.

2. De verordening is in overeenstemming met de productspecificaties Stimuleringslening van SVn en de samenwerking tussen de gemeente Katwijk en SVn.

3. SVn stelt de definitieve hoogte van de Stimuleringslening vast en bij en positieve financiële toets brengt SVn een offerte uit. Bij een negatieve financiële toets, wijst SVn de lening af en brengt de aanvrager en gemeente hiervan op de hoogte.

4. SVn verstrekt en beheert een geoffreerde Stimuleringslening. Indien de aanvrager het niet eens is met de financiële toets van SVn, kan er een klachtenprocedure worden gestart bij SVn en/of kan de aanvrager zich wenden tot de bevoegde burgerlijke rechter.

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening ‘Stimuleringslening Duurzaamheid Katwijk’ (dd. 8 december 2016) ingetrokken.