Besluit Prioritering aandachtspunten wateroverlast waterbeheerprogramma 2022-2027

Geldend van 18-07-2025 t/m heden

Intitulé

Besluit Prioritering aandachtspunten wateroverlast waterbeheerprogramma 2022-2027

Het dagelijks bestuur van Waterschap Brabantse Delta;

Gelezen het ambtelijk advies ‘Prioritering aandachtspunten wateroverlast uit het waterbeheerprogramma 2022-2027’, nummer 840113;

Gelet op afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht, de Omgevingswet, in het bijzonder artikel 2.13, artikel 84 Waterschapswet en de Omgevingsverordening Noord-Brabant, in het bijzonder paragraaf 6.2.2;

BESLUIT:

  • 1.

    Voor de aandachtspunten wateroverlast die zijn weergegeven op de kaart behorende bij dit besluit met nummer 855425 geldt dat:

    • a.

      niet langer het uitgangspunt is deze aan te pakken binnen de planperiode van het huidige waterbeheerprogramma;

    • b.

      niet langer het uitgangspunt is hier wateroverlast standaard aan te pakken met technische maatregelen;

    • c.

      in plaats daarvan in te gaan zetten op een bredere ruimtelijke aanpak gericht op integraal herstel van het watersysteem en een klimaatrobuuste inrichting vanaf 2030;

    • d.

      hangende deze andere aanpak het bestaande beheer voorlopig nog wordt voortgezet.

  • 2.

    De motivering van dit besluit is opgenomen in bijlage 1.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit Prioritering aandachtspunten wateroverlast waterbeheerprogramma 2022-2027’.

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 15 juli 2025,

De wnd. dijkgraaf

A.E.J. Govers-Gabriëls

De secretaris-directeur

dr. A.F.M. Meuleman

Ondertekening

Bijlage 1

Overwegingen bij het Besluit Prioritering aandachtspunten wateroverlast waterbeheerprogramma 2022-2027’

  • Het algemeen bestuur heeft op 1 december 2021 het ‘Waterbeheerprogramma 2022–2027’ vastgesteld.

  • In paragraaf 6.3 van het waterbeheerprogramma worden 204 ‘aandachtspunten wateroverlast’ van uiteenlopende aard en omvang onderscheiden.

  • In beleidskeuze 6 in paragraaf 3.2.6 van het waterbeheerprogramma (‘Wij prioriteren op basis van verplichtingen en mogelijkheden’) is bepaald dat wettelijke resultaatverplichtingen meer prioriteit hebben dan inspanningsverplichtingen. Het aanpakken van wateroverlast is op grond van de Omgevingswet juncto de Omgevingsverordening Noord-Brabant een inspanningsverplichting.

  • In paragraaf 6.3.1. van het waterbeheerprogramma is vermeld: “Om uiterlijk in 2050 te komen tot een klimaatrobuuste inrichting van Midden- en West-Brabant, dienen we wateroverlast in het landelijk en stedelijk gebied te beperken. Met het oog op klimaatverandering en conform het Deltaplan ruimtelijke adaptatie plaatsen wij het bereiken van die klimaatrobuuste inrichting bóven het halen van de toetsnormen .”.

  • In het waterbeheerprogramma wordt een doelbereik van 50% nagestreefd ten aanzien van wateroverlast;

  • In paragraaf 6.3.2 van het waterbeheerprogramma wordt geconcludeerd dat veel aandachtspunten wateroverlast in de praktijk samenhangen met andere opgaven en vaak meer om een ruimtelijke aanpak vragen dan om technische maatregelen in het watersysteem;

  • Sinds het Nationaal Bestuursakkoord Water in 2003 van kracht werd, en op grond van geldende wet- en regelgeving nadien, heeft het waterschap al meerdere keren de voorgeschreven periodieke toetsing op wateroverlast uitgevoerd. En heeft daarover gerapporteerd aan Gedeputeerde Staten. Het beeld dat daaruit naar voren komt is dat er in de periode vanaf 2003 veel aandachtspunten zijn aangepakt, maar er ‘hardnekkige’ aandachtspunten overblijven die steeds opnieuw naar voren komen. Dit blijken de lage plekken in het landschap te zijn die van nature gevoelig zijn voor wateroverlast, maar waar binnen de planologische mogelijkheden die er zijn, en ongeacht toepassing van de watertoets, een grondgebruik aanwezig is die eigenlijk niet past bij het functioneren van het watersysteem op die plek. Ook is toen al gebleken dat technische maatregelen onvoldoende zijn, dat technische maatregelen maar gedeeltelijk effect hebben, dat dit effect vaak slechts tijdelijk is in het licht van klimaatverandering, en dat de maatschappelijke kosten meestal in geen verhouding staan tot de individuele schade die voorkomen wordt.

  • De laatste jaren staat het denken over wateroverlast landelijk minder in het teken van wateroverlast op zichzelf staand oplossen met technische aanpassingen in het watersysteem, maar juist meer en meer op een integrale aanpak gericht op systeemherstel en klimaatadaptatie, waar het gebruik zich aanpast aan de locatie c.q. aan het systeem. Uitmondend in onder andere de zogeheten Kabinetsbrief water en bodem sturend (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 27 625, nr. 592).

  • Op grond van het waterbeheerprogramma, in navolging van de genoemde kabinetsbrief, heeft het dagelijks bestuur op 4 juni 2024 het ‘Handelingsperspectief water en bodem sturend’ vastgesteld.

  • In het ‘Handelingsperspectief water en bodem sturend’ is een tweesporenaanpak is geformuleerd. De eerste stap is het stoppen van de verdere achteruitgang (standstill), wat onder andere inhoudt geen beslissingen of investeringen te doen die haaks staan op een klimaatrobuuste inrichting, oftewel ‘water en bodem sturend’. Dat is in lijn met paragraaf 6.3.1. van het waterbeheerprogramma. De tweede stap is te gaan werken (samen met anderen) aan maatregelen gericht op de toekomst richting 2050. Deze maatregelen betreffen vooral ook ruimtelijke maatregelen in plaats van enkel technische maatregelen. Daarbij is als tijdspad vastgesteld dat het waterschap als richtjaar 2050 hanteert en als kantelpunt voor de overgangsperiode het jaar 2030. De eerste keuzes voor de uitvoering in de jaren na 2030 worden al in 2027 gemaakt in het volgende waterbeheerprogramma.

  • Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 18 februari 2025 het Addendum Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 heeft vastgesteld.

  • De meeste aandachtspunten die het in het besluit betreft, zijn lokale laagten waar het provinciaal beleid (Addendum) gericht is op het vasthouden en infiltreren van water om zo tot systeemherstel en een klimaatrobuuste inrichting te komen. Extra (technische) maatregelen om meer water af te voeren om zo wateroverlast tegen proberen te gaan, staat daar haaks op.

  • Bestaande rechten worden gerespecteerd.

  • Het waterschap is niet bevoegd om de normering voor wateroverlast aan te passen. Dit besluit doet daar niets aan af, en is niet strijdig met de Omgevingsverordening Noord-Brabant.

afbeelding binnen de regeling