Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742568
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742568/1
Beleidsplan biodiversiteit
Geldend van 22-07-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsplan biodiversiteitDe raad van de gemeente Raalte,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2024
Besluit:
- 1.
Het beleidsplan biodiversiteit vast te stellen;
- 2.
Het college opdracht te geven hieraan uitvoering te geven;
- 3.
De inzet van de benodigde middelen af te wegen bij de begroting 2025-2028.
Aldus besloten in de vergadering van 17 oktober 2024.
de griffier
Karin Zomer
de voorzitter
R.J. Zuidema
Inhoudopgave
Voorwoord
Samenvatting
1. Inleiding
1.1 Waarom dit beleidsplan?
1.2 Hoe is dit plan tot stand gekomen? 9
1.3 Hoe lees je dit plan?
2. Over biodiversiteit
2.1 Wat is biodiversiteit?
2.2 Waarom is biodiversiteit belangrijk?
2.3 Waardoor staat biodiversiteit onder druk?
2.4 Hoe ontstaat biodiversiteit?
2.5 Hoe is het met de biodiversiteit in gemeente Raalte?
2.5.1 Natuur- en bosgebieden
2.5.2 Buitengebied
2.5.3 Kernen
3. Onze visie en ambities
3.1 Visie: waar staan we voor?
3.2 Ambitie: waar gaan we voor?
4. Ons biodiversiteitsbeleid
4.1 Natuurstructuurkaarten: ons kompas
4.2 Biodiversiteit wordt integraal onderdeel bij projecten
4.3 We maken ons groenbeheer zo ecologisch mogelijk
4.4 We passen de bestaande openbare ruimte aan
4.5 We stimuleren en faciliteren natuurinclusief bouwen
4.6 We gaan meer sámen met anderen aan de slag
4.7 We verankeren biodiversiteit in de organisatie
5. Ons speelveld
5.1 Wettelijke bescherming van natuur
5.1.1 Natura 2000
5.1.2 Natuurnetwerk Nederland (NNN)
5.1.3 Omgevingswet
5.1.4 Nationale Omgevingsvisie
5.1.5 Hoe gaan we hiermee om?
5.2 Provinciale ambities biodiversiteit
5.2.1 Bossenstrategie
5.2.2 Basiskwaliteit Natuur
5.2.3 Programma Natuur voor Elkaar
5.2.4 Hoe gaan we hiermee om?
5.3 Bestaand gemeentelijk beleid
5.3.1 Claims op de (openbare) ruimte
5.3.2 Meekoppelkansen
5.3.3 Natuurinclusief bouwen
5.3.4 Omgevingsvisie ‘Horizon gemeente Raalte 2040’
5.3.5 Budget en ambtelijke capaciteit
5.3.6 Hoe gaan we hiermee om?
5.4 Samenwerking met derden
5.4.1 Hoe gaan we hiermee om?
Bijlage 1 - Actieprogramma
Bijlage 2 - Natuurstructuurkaarten
Voorwoord
“Een prachtplek om te leven”
Deze titel geef ik graag mee aan het nieuwe biodiversiteitsplan voor de gemeente Raalte. Een prachtplek om te leven, waarbij vanuit het biodiversiteitsbeleid wordt bijgedragen aan de brede welvaart, het welzijn van mensen en alle ecosystemen die daarvoor belangrijk zijn.
We hebben in de gemeente Raalte mooie en bijzondere plekken, natuur, landschap en groengebieden die we zo waarderen en waarvan we dagelijks genieten. Wat is er nog mooier dan vlinders in de tuin of een egel die wat rondscharrelt en een fijne plek heeft. Dat we daar zuinig op zijn is vanzelfsprekend maar helaas is dat niet voldoende. Er moet nog een tandje bij. Onderzoeken tonen aan dat er sprake is van een achteruitgang van veel plant- en diersoorten. Dat maakt het hele ecosysteem erg kwetsbaar en zeker niet toekomstbestendig. Het goede nieuws is dat we als gemeente in staat zijn om daarop stappen te zetten. Ook onze inwoners kunnen het nodige doen. Denk bijvoorbeeld aan het minder vaak maaien van je gazon, een meer gemengde samenstelling van de beplanting in je eigen tuin of het plaatsen van een insectenhotel. We staan samen op een keerpunt om de biodiversiteit te behouden, te herstellen en te versterken.
Dat willen we doen door te verbinden, mensen onderling en de natuurstructuren in en rondom onze 9 kernen en voor het gemeentelijk bezit in het buitengebied. Verbinding maakt immers sterk en geeft veerkracht die zo hard nodig is om de doelen kwalitatief en kwantitatief te bereiken. We doen al het nodige, vaak samen met groepen vrijwilligers. Onze inzet willen we gericht uitbreiden en meenemen in de grote opgaven waarvoor we staan. Kansen benutten, mensen verbinden en daadwerkelijk investeren in natuurstructuren en biodiversiteit zijn de kernpunten van ons beleid. Hierover communiceren we helder en gericht, halen we kennis in huis en faciliteren we initiatieven vanuit de Raalter samenleving.
Dit beleidsplan geeft handvatten om gericht te werken aan biodiversiteit. Graag spreek ik mijn wens uit om dit samen te doen en nodig ik je uit om mee te werken aan een prachtplek om te leven, voor nu en later.
Veel dank aan alle vrijwilligers die een inbreng hebben geleverd aan dit biodiversiteitsbeleidsplan.
Breun Breunissen
Wethouder gemeente Raalte
Samenvatting
Gemeente Raalte wil graag meer biodiversiteit in haar gemeente. Omdat de biodiversiteit onder druk staat en we haar nodig hebben om te bestaan. We voelen de urgentie om er nú iets aan te doen. We doen al veel voor de biodiversiteit, maar wat we doen, gebeurt nog teveel ad hoc. Er liggen veel kansen om de biodiversiteit in onze gemeente planmatiger, meer in samenwerking en meer doeltreffend aan te pakken.
Onze missie en visie
In dit beleidsplan komen al deze wensen, ambities en uitdagingen samen. Verbinding is daarbij het sleutelwoord. Want we kennen, helpen en steunen elkaar, lopen even bij elkaar binnen of maken spontaan een praatje op de stoep. Die onderlinge verbinding maakt van onze kernen geborgen, fijne en veilige plekken om te wonen, te werken en te leven, voor jong en oud. Zonder die verbinding worden onze leefgemeenschappen kwetsbaar. Ook natuur heeft verbinding nodig om gezond, veerkrachtig en sterk te blijven. Gemeente Raalte staat daarom voor álle verbindingen. Niet alleen tussen mensen, maar ook tussen mens en natuur én tussen natuur onderling.
Op dit moment ontbreekt echter de mate van verbinding waar we als gemeente zo hard naar op zoek zijn. Onze gemeente heeft veel groene en blauwe landschapselementen, zoals parken, bermen, bossen en sloten. Maar deze groene en blauwe structuren vormen op zichzelf nog geen leefomgeving met veel biodiversiteit. Ook zijn de verschillende groene en blauwe structuren nog niet of onvoldoende met elkaar verbonden. Dit staat een hoge soortenrijkdom in de weg. Bovendien werken we – bewoners, organisaties, bedrijven en gemeente - nog te weinig samen aan het vergroten van de biodiversiteit.
Wij willen samen met anderen de biodiversiteit in onze gemeente
verrijken door natuurstructuren te versterken en te verbinden.
Onze aanpak en actiepunten
Onze ambitie is daarom om samen met collega’s, bestuur, bewoners, organisaties en bedrijven de biodiversiteit in onze gemeente te behouden en te versterken en met elkaar te verbinden. De focus ligt hierbij op de kernen. In het buitengebied gaan we aan de slag met het versterken van verbindingen die eigendom zijn van de gemeente. We maken hierbij per kern gebruik van natuurstructuurkaarten. Op deze kaarten staan alle kansen en bedreigingen voor het versterken van biodiversiteit. Het biedt een compleet overzicht, dat ons helpt beslissingen te nemen en maatregelen uit te voeren die in lijn zijn met de visie en ambities van dit biodiversiteitsplan.
Concreet richten we ons op drie sporen: (1) natuurstructuren versterken; (2) natuurinclusief bouwen en (3) het versterken van de samenwerking. Zo voeren we projecten in de openbare ruimte integraal uit, waarbij versterken van biodiversiteit de standaard wordt. Daarnaast gaan we over op een meer ecologisch beheer en onderhoud van gemeentelijke groen én we maken natuurinclusief bouwen en renoveren de richtlijn voor ons eigen vastgoed. Bovendien willen we meekoppelkansen benutten en onze omgeving stimuleren om actief met biodiversiteit aan de slag te gaan. We sluiten hierbij aan op de communicatiestrategie van Klimaatadaptatie.
1. Inleiding
1.1 Waarom dit beleidsplan?
Gemeente Raalte wil graag meer biodiversiteit in haar gemeente. Omdat we zonder biodiversiteit niet kunnen bestaan. Omdat biodiversiteit onder druk staat. Omdat we de urgentie voelen er nú iets aan te doen en daartoe ook in staat zijn. We doen al veel om de biodiversiteit te bevorderen, maar wat we doen, gebeurt nog teveel ad hoc en we betrekken daar op dit moment nog te weinig anderen bij. Bovendien zijn er veel lokale uitdagingen waar de ontwikkeling van biodiversiteit in geïntegreerd kan worden. Er liggen, kortom, veel kansen om de biodiversiteit in onze gemeente planmatiger, meer in samenwerking en meer doeltreffend aan te pakken. In dit plan komen onze wensen, ambities en uitdagingen samen.
Grote maatschappelijke issues het hoofd bieden
Binnen gemeente Raalte is er een groeiend besef dat biodiversiteit onmisbaar is om te kunnen wonen, werken, leven en recreëren. Natuur houdt ons gezond: het verlaagt stress, zet ons in beweging en verhoogt ons geluksgevoel. Bovendien helpt het ons om de gevolgen van klimaatverandering beter op te vangen. Zo geven bomen verkoeling op hete dagen en samen met wadi’s vangen ze fikse regenbuien op, waardoor we droge voeten houden en kelders niet onderlopen. Als gemeente beseffen we ook dat de biodiversiteit flink onder druk staat. We willen deze maatschappelijke issues het hoofd bieden en dit biodiversiteitsbeleidsplan biedt daarvoor een stevige basis.
Afbeelding 1.1 wateroverlast Dorpsstraat Raalte
Biodiversiteit planmatiger en meer in samenwerking aanpakken
Er gebeurt al veel in onze gemeente om de biodiversiteit te behouden en te versterken. Zo ligt er een basis voor biodiversiteitsbeleid in de gemeente, onder meer vanuit de Groene hoofdstructuur en het Beheerplan toekomstbestendig openbaar groen. Ook is er een constructieve samenwerking met werkgroep Groene Agenda, zijn er al veel activiteiten ontplooid onder de noemer ‘Groen Samen Doen!’ en doet de gemeente aan ecologisch verantwoord maaien op een aantal plekken in de kernen. Al deze initiatieven vinden vooralsnog veelal ad hoc plaats. Bovendien doen we het als gemeente nog teveel alleen. We willen anderen stimuleren om óók mee te helpen de biodiversiteit te versterken: inwoners, bedrijven, scholen, organisaties én onze eigen medewerkers. Er is daarom behoefte aan een meer planmatige aanpak, met daarin een strategie die ons allemaal aanmoedigt om samen met biodiversiteit aan de slag te gaan. Dit plan geeft hier inhoud aan.
Een bloeiende samenwerking met werkgroep Groene Agenda Werkgroep Groene Agenda is een vrijwilligersorganisatie, financieel ondersteund door de gemeente. De groep bestaat uit betrokken bewoners en professionals, die allemaal een eigen achterban of organisatie vertegenwoordigen die bezig zijn met het versterken van biodiversiteit. De groep adviseert de gemeente op het gebied van groenbeleid, draagt initiatieven aan voor groene projecten en voert deze projecten ook uit. In die geest hebben ze de biodiversiteit in gemeente Raalte de afgelopen jaren een flinke impuls gegeven. Zo hebben ze biodiversiteitsstroken aangelegd, organiseren ze de insectenweek en Boomfeestdag én planten ze ieder jaar met meer dan 100 inwoners per kern bloembollen.
afbeelding 1.2 vrijwilligers planten bloembollen in een berm in Raalte |
Biodiversiteit integreren in lokale uitdagingen
Gemeente Raalte staat op dit moment voor een aantal grote uitdagingen. We hebben negen prachtige woonkernen, ieder met hun eigen, unieke karakter. Hoe houden we deze kernen leefbaar?
Er is een tekort aan woningen. Het klimaat verandert. We willen verduurzamen. Ook in het buitengebied is veel gaande. Denk aan de energietransitie, de transformatie naar meer natuurinclusieve landbouw en infrastructurele aanpassingen zoals het verleggen van de N35 bij Mariënheem. Ook hebben we de ambitie om 3.000 woningen te bouwen. Al deze ontwikkelingen eisen, net als de ontwikkeling van biodiversiteit, hun plek op in de ruimte. Tegelijkertijd bieden deze ontwikkelingen ook veel kansen om de biodiversiteit in onze gemeente te versterken. Juist door deze knelpunten en kansen vast te leggen in dit plan, zorgen we ervoor dat knelpunten vroegtijdig gesignaleerd en aangepakt worden. En dat we kansen optimaal benutten.
1.2 Hoe is dit plan tot stand gekomen?
Een kerngroep met daarin medewerkers vanuit beheer en inrichting van openbare ruimte, ruimtelijke ordening en klimaatadaptatie nam het voortouw in het ontwikkelen van dit plan. Zij namen de besluiten, stemden intern af en koppelden ontwikkelingen terug aan de personen die hadden meegedacht. Zij werden in heel dit proces bijgestaan door ecologisch adviesbureau Ecogroen.
We geloven in de kracht van relaties en vinden het belangrijk om onze omgeving bij ons werk en het opstellen van beleid te betrekken. Dit biodiversiteitsbeleidsplan is daarom opgesteld in nauwe samenwerking met Werkgroep Groene Agenda en een interne klankbordgroep. De werkgroep leverde met name concrete inzichten vanuit de externe omgeving, de klankbordgroep had meer een interne focus.
De kerngroep heeft het schetsontwerp van het biodiversiteitsplan aan het college gepresenteerd. Tijdens deze presentatie is er ook stilgestaan bij hoe het is gesteld met de biodiversiteit in Raalte en wat er nodig is om het biodiversiteitsbeleid goed in te passen in het coalitieakkoord. Daarnaast is aan de gemeenteraad gepresenteerd wat biodiversiteit inhoudt en waarom het zo belangrijk is. Hierop konden zij reageren. Alle inbreng heeft tot waardevolle aanscherpingen van het plan geleid.
afbeelding 1.3 gesprek over groenbeheer in park Drostenkamp met de Werkgroep Groene Agenda
1.3 Hoe lees je dit plan?
In hoofdstuk 2 staan we stil bij biodiversiteit. Wat is biodiversiteit nou eigenlijk, waarom is het belangrijk en hoe is het gesteld met de biodiversiteit in gemeente Raalte? In hoofdstuk 3 lees je meer over onze visie op het herstellen, behouden en versterken van biodiversiteit en welke ambities we onszelf hierbij opleggen. In hoofdstuk 4 zetten onze aanpak uiteen. Je leest daar hoe wij onze visie en ambities omzetten in concrete maatregelen voor de 9 kernen in Raalte en het gemeentelijk bezit in het buitengebied. In hoofdstuk 5 krijg je tot slot inzicht in het speelveld waarin we ons, als gemeente, bevinden. Zijn er interne en/of externe beleidsplannen waar we rekening mee moeten houden? En welke kansen en knelpunten zijn er? Kortom, wat komen we in de praktijk tegen als we met de uitvoering van dit plan aan de slag gaan?
2. Over biodiversiteit
Biodiversiteit is een veelgehoord begrip, maar niet iedereen geeft er dezelfde betekenis aan of weet wat er mee wordt bedoeld. In dit hoofdstuk staan we hierbij stil. Wat ís biodiversiteit precies? Waarom is het belangrijk, waarom staat het onder druk en hoe ontstaat biodiversiteit? Ook lees je hier hoe het met de biodiversiteit in gemeente Raalte is gesteld. Dit hoofdstuk draagt er kortom aan bij dat intern iedereen op hetzelfde kennisniveau wordt gebracht, wat de onderlinge samenwerking vergemakkelijkt.
2.1 Wat is biodiversiteit?
Biodiversiteit is een parapluterm voor de diversiteit aan leven op aarde: van de bomen en struiken in de straten, de regenwormen en pissebedden in de grond tot aan de konijnen en muizen die wegschieten in het gras. Van vogels die overvliegen tot aan de kikkers in de sloot en de paddenstoelen in het bos. Iedere levensvorm, van de kleinste bacterie tot het grootste dier, is uniek en belangrijk.
Diversiteit reikt echter verder dan een grote variatie aan levensvormen. Biodiversiteit binnen soorten is net zo belangrijk. Het zorgt er namelijk voor dat er binnen een soort verschillende versies bestaan van een bepaalde eigenschap. Door natuurlijke selectie overleven de soorten met de voordeligste eigenschappen. Soorten kunnen zich zo aanpassen aan veranderingen in het milieu. Als er een gebrek aan genetische variatie is, dan is die mogelijkheid er niet en kan door één ziekte één soort massaal uitsterven. Denk bijvoorbeeld aan de essentaksterfte- en iepenziekte.
Biodiversiteit is een samenstelling tussen: ‘bio’ (leven) en ‘diversiteit’ (afwisseling en verscheidenheid). Een ander woord voor biodiversiteit is ‘soortenrijkdom’. |
Bij een ‘gezonde’ biodiversiteit werkt die variatie tussen en binnen soorten samen in een natuurlijk evenwicht. Maar als een of meerdere soorten wegvallen, dan verdwijnt het evenwicht in de keten en dat heeft verstrekkende gevolgen. Vergelijk het met als iemand iedere dag alleen maar hetzelfde zou eten. Hierdoor komt dat lichaam op den duur veel voedingsstoffen tekort: de conditie en weerbaarheid gaan achteruit, waardoor de persoon verzwakt en sneller ziek wordt. Zo werkt het ook in de natuur. Variatie houdt de natuur sterk, gezond en veerkrachtig, zodat het bestand is tegen negatieve invloeden en/of in staat is die negatieve invloeden weer te boven te komen.
2.2 Waarom is biodiversiteit belangrijk?
We kunnen niet zonder biodiversiteit. Het is van levensbelang voor alle levensvormen op aarde: voor mens, plant en dier. Soorten en ecosystemen zorgen voor de productie van zuurstof, de afbraak van dode dieren en planten en de bestuiving van gewassen. Dankzij biodiversiteit is er zuiver water en worden plagen voorkomen. Biodiversiteit biedt ons voedsel, bouwmateriaal, brandstof en grondstoffen voor kleding en medicijnen. We noemen dit ecosysteemdiensten. Een evenwichtige natuur, en dus een grote biodiversiteit, zorgt ervoor dat deze diensten beschikbaar blijven.
Biodiversiteit biedt ook minder tastbare ecosysteemdiensten die belangrijk zijn voor ons, als mens. Uit veel onderzoeken blijkt dat mensen gelukkiger en gezonder zijn in een groene omgeving. Het stimuleert om naar buiten te gaan en anderen te ontmoeten. Woningen krijgen een hogere marktwaarde als ze in een groene omgeving staan. Bovendien is het herstel van biodiversiteit noodzakelijk om de gevolgen van klimaatverandering te beperken: het voorkomt uitval van soorten door ziekte, bomen gaan hittestress tegen en meer groenperken en wadi’s voorkomen wateroverlast. Tenslotte is meer biodiversiteit de oplossing voor het tegengaan van plaagsoorten en invasieve exoten. Overigens hebben planten en dieren ook hun eigen bestaansrecht.
Afbeelding 2.1 de kruidenrijke vegetatie bij dorpsboomgaard Heino draagt bij aan bestuiving van de fruitbomen
2.3 Waardoor staat biodiversiteit onder druk?
Biodiversiteit is van levensbelang. Maar biodiversiteit staat stevig onder druk. Het aantal soorten planten en dieren neemt drastisch af. Dit proces speelt overal, mondiaal, in Europa op landelijk niveau en binnen de gemeente Raalte. Dat komt door de uitstoot van auto’s, vliegtuigen en industrie. Door de intensivering en schaalvergroting van de landbouw en veeteelt. En door het gebruik van pesticiden en andere verdelgingsmiddelen. Dit verontreinigt de bodem, de lucht en het water. Bovendien doorsnijden en verkleinen infrastructuur en bebouwing de leefgebieden van soorten. Hierdoor is er veel minder aaneengesloten natuur in Nederland en kunnen soorten niet of nauwelijks migreren, terwijl dat hard nodig is om populaties genetisch gezond te houden. Daarnaast is er sprake van overmatig grondstoffengebruik: dit put de aarde uit en rondzwervend afval maakt veel slachtoffers onder dieren. Net als elders in Nederland hebben ook in de gemeente Raalte de afgelopen decennia vooral ruilverkavelingen en intensivering van landbouw een grote invloed gehad op de biodiversiteit. Als we te weinig doen, gaat de biodiversiteit verder achteruit en verliezen we de ecosysteemdiensten die noodzakelijk zijn om te kunnen voortbestaan.
2.4 Hoe ontstaat biodiversiteit?
De soortenrijkdom is drastisch afgenomen, maar het goede nieuws is dat dit proces (nog) omkeerbaar is. Meer biodiversiteit kan weer ontstaan, zolang er aan een aantal condities wordt voldaan. Bodem, water en lucht horen van goede kwaliteit te zijn. Dat is de basis. Daarnaast is het van belang dat het landschap voor zoveel mogelijk soorten de 5 V’s bevat. De 5 V’s staan voor: voedsel, veiligheid, vocht, voortplanting en verbinding (Bekijk het kader voor een uitgebreidere uitleg per V).
De 5 V’s zien er voor alle soorten verschillend uit. Elke soort heeft zijn eigen behoefte aan wat het eet, waar het zich veilig voelt, tot rust komt, hoe het zich voorplant, in welke mate het water nodig heeft en hoe het zich verplaatst van A naar B. Als deze 5 V’s voldoende aanwezig zijn in een landschap, ontstaan er leefgebieden met veel variatie en structuur. En wanneer die plekken bomvol leven ook nog eens in verbinding komen te staan met elkaar, ontstaan er gemeenschappen van planten en dieren, die duurzaam kunnen voortbestaan. Dat is biodiversiteit. En hoe hoger de biodiversiteit, hoe gezonder en sterker de natuur wordt en beter de ecosysteemdiensten behouden blijven.
Verdieping: de 5 V’s
Dieren kunnen alleen overleven als er genoeg voedsel is. Daarom is het belangrijk dat er het hele seizoen voedsel aanwezig is. Ook variatie is belangrijk. Wanneer er maar één soort profiteert van het voedselaanbod, is de kans op plagen groot. Een breed aanbod van voedsel trekt juist veel verschillende soorten dieren aan, wat zorgt voor natuurlijk evenwicht.
Dieren willen niet opgegeten of gedood worden. Ze zoeken dan ook omgeving met voldoende schuilplekken en een verblijfplaats waar ze niet gestoord worden. Als ze zich verplaatsen, willen ze dekking in de vorm van struiken, bomen of hoog gras. Ook een drinkplaats met glooiende oevers en de afwezigheid van infrastructuur draagt bij aan veiligheid.
Dieren hebben vocht nodig, anders gaan ze dood. Droogte is voor veel soorten dus een gevaar. Vocht gebruiken ze om te drinken, om zich schoon te houden en om verkoeling te zoeken. Sommige dieren hebben open oppervlaktewater nodig om in te kunnen overleven of zich te kunnen voortplanten. Een goede kwaliteit van het water is dus belangrijk, want gifstoffen tasten de vitaliteit van soorten aan.
In het leefgebied moeten voldoende partners aanwezig zijn. Ook is er een geschikte plek nodig om een nest te bouwen. Deze plek moet buiten het bereik van roofdieren zijn. Nesten bevinden zich vaak in de bodem, in bomen en beplanting of in bebouwing. Ook moet er in de buurt van het nest voldoende voedsel aanwezig zijn om de jongen groot te brengen.
Verbinding zorgt ervoor dat soorten toegang hebben tot alle bovenstaande 5 V’s. Ook kunnen soorten uitwijken naar een meer geschikt leefgebied bij situaties zoals droogte. Verder zijn er soorten die op de ene plek jongen en op de andere plek overwinteren. Verbinding zorgt er tenslotte voor dat soorten een partner kunnen vinden. Zo wordt inteelt voorkomen. Variatie Variatie is het sleutelwoord. Een gebied wordt pas aantrekkelijk voor een soort als alle 5 V’s aanwezig zijn. Maar elk dier heeft andere behoeften als het gaat om voedsel, veiligheid, vocht, voortplanting en verbinding. Om meerdere soorten aan te trekken, is het dus ook belangrijk om binnen iedere V variatie aan te bieden.
Afbeelding 2.2 de vijf V´s voor huismus |
2.5 Hoe is het met de biodiversiteit in gemeente Raalte?
In deze paragraaf vind je een feitelijke omschrijving van de biodiversiteit in onze gemeente. Welke typen landschappen, landschapselementen en soorten komen voor? Waar is de biodiversiteit hoog en waar is het laag? In het kader vind je een samenvatting, de uitleg volgt in de subparagrafen erna.
Natuurgebieden - Enkele hotspots met hoge biodiversiteit. - Geen grote natuurgebieden. - Verbinding tussen de natuurgebieden ontbreekt.
Veel geziene soorten (top 10, NDFF periode 2020-2024): blauwe knoop, grote bonte specht, klokjesgentiaan, tjiftjaf, roodborsttappuit, vink, geelgors, boomkruiper, buizerd, merel.
Afbeelding 2.3 (a) geelgors, (b) landgoed ´t Rozendael bij Heino, (c) Boetelerveld en (d) klokjesgentiaan Buitengebied - Veel intensieve landbouw. - Er is kleinschalig landschap aanwezig, maar vooral in het dekzandruggenlandschap - De landschapselementen zijn verdwenen.
Veel geziene soorten (top 10, NDFF periode 2020-2024): klein koolwitje, paardenbloem, gewone dwergvleermuis, buizerd, kievit, grote zilverreiger, steenuil, ooievaar, houtduif, merel.
Afbeelding 2.4 (a) open landschap bij Laag Zuthem, (b) gewone dwergvleermuis, (c) steenuil en (d) kleinschalig landschap
Kernen - Biodiversiteit is divers en soortenrijk, maar niet op alle plekken. - Grote verschillen in biodiversiteit tussen wijken en industrieterreinen. - Grote kernen veel versteend oppervlak. Kleine kernen bevatten veel groen.
Veel geziene soorten (top 10, NDFF periode 2020-2024) merel, houtduif, huismus, koolmees, vink, kauw, paardenbloem, ekster, spreeuw, Turkse tortel.
Afbeelding 2.5 (a) groen op Grote Markt in Raalte, (b) huismus, (c) paardenbloem en (d) groene speeltuin in Raalte |
2.5.1 Natuur- en bosgebieden
Binnen onze gemeente komen een aantal hotspots van biodiversiteit voor. Dit zijn onder andere de landgoederen tussen Laag Zuthem, Heino, Raalte en Heeten. Deze landgoederen hebben een kleinschalig karakter vol cultuurhistorie en natuur. Ze bestaan uit bossen, houtwallen, singels, hagen, graanakkers, vochtige hooilanden en kruidenrijke graslanden. Deze landgoederen zijn veelal onderdeel van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) in Overijssel.
Delen van het bos bestaan uit historisch parkbos, met bijzondere boomsoorten en een rijke ondergroei aan stinzenplanten. De oudere bospercelen zijn uitermate geschikt voor bosvogels om te broeden, zoals de boomklever en grote bonte specht. Oude landgoedbossen en lanen bieden verblijfplaatsen voor vogels en vleermuizen, in de poelen komen de kamsalamander en poelkikker voor. In de kruidenrijke graslanden foerageren vogels en kleine zoogdieren, insecten vinden er een overwinteringsplek.
De natuurwaarden van met name de bossen zijn er hoog, mede door het veranderde bosbeheer: dood hout blijft liggen en naaldbosopstanden zijn omgevormd naar meer inheemse loofboomopstanden. Typische bossoorten zoals bosuil, boomkruiper en boommarter komen in toenemende mate voor in de bossen. De bossen vormen robuuste leefgebieden die plaats bieden aan grote populaties van bepaalde soorten. Vanuit het bos kunnen deze ‘gezonde’ populaties zich verspreiden naar daarbuiten. Ook buiten de landgoederen liggen waardevolle bosgebiedjes, onder andere rond de kernen van Luttenberg en Broekland. Broekland grenst aan het landgoed Neppelenbroek.
In gemeente Raalte ligt ook het Natura 2000-gebied Boetelerveld. Ruim een derde van het Boetelerveld bestaat uit natte tot vochtige heide, een weinig voorkomend landschapstype in Salland. De leem in de grond zorgt voor sterke wisselingen in de grondwaterstand. Hierdoor komen zeldzame soorten voor zoals de kamsalamander, het klokjesgentiaan en de kleine zonnedauw. De rest van de begroeiing bestaat vooral uit vochtige (dop)heide, wilde grassen, jeneverbesstruweel, grove den, zomereik en berk.
Tot slot bevinden zich in de gemeente diverse kleine natuurparels, waaronder waterbergingsgebied Aver Heino ten oosten van Heino. Hier is een pilot gestart waarbij de grond is afgegraven tot op de minerale bodem, wat op één perceel heeft geleid tot zeer hoge botanische waarden. Zo zijn de zeer zeldzame moeraswespenorchis en groenknolorchis in 2023 aangetroffen. Dit laat zien dat de zaadbank van dit landschapstype nog intact is en dat natuurherstel kansrijk is in deze regio.
Gemeente Raalte heeft, kortom, enkele hotspots met een grote soortenrijkdom. Met name de landgoederen (NNN) en het Natura 2000-gebied Boetelerveld zijn natuurparels met hoge natuurwaarden en een rijke biodiversiteit. Het zijn ook gebieden waarvan de wezenlijke kenmerken en waarden niet aangetast mogen worden. De gebieden liggen wel relatief geïsoleerd in het landschap. Robuuste verbindingen tussen de gebieden en andere natuurgebieden buiten de gemeentegrens ontbreken. Denk hierbij aan de Sallandse Heuvelrug, het Luttenbergerven, de landgoederen rond Wijhe, Olst en Deventer en tot slot het stroomgebied van de IJssel.
2.5.2 Buitengebied
Gemeente Raalte heeft in het buitengebied diverse landschapstypen (je vindt een overzicht hiervan in het kader). Er is dus relatief kleinschalig landschap aanwezig, al verschilt de mate van kleinschaligheid soms wel sterk per landschapstype. Ook zijn elementen die een kleinschalig landschap typeren de afgelopen eeuw grotendeels verdwenen. Denk hierbij aan houtsingels, houtwallen en bosjes. Gemeente Raalte heeft deze ontwikkeling kunnen keren, doordat ze de afgelopen tien jaar veel geïnvesteerd hebben in het beheer van bestaande landschapselementen én de aanleg van nieuwe landschapselementen. Dit deden zij onder andere in samenwerking met provincie Overijssel via het programma Groene en Blauwe Diensten Overijssel (GBDO).
Verdieping: de vijf landschapstypen van Raalte Gemeente Raalte kenmerkt zich door de aanwezigheid van vijf zandlandschappen: de dekzandruggen, het weteringenlandschap, de dekzandvlaktes en dekzandlaagtes (uit: Landschapsontwikkelingsplan ‘Een plus voor het landschap van Salland’, 2008). Dekzandvlaktes en -laagtes komen het meeste voor In het noordwesten, rond Laag-Zuthem en Liederholthuis komt ook het kommenlandschap voor. Naast de ondergrond, ook wel geomorfologie genoemd, speelt de ontginningsgeschiedenis een bepalende rol in het karakter van deze landschapstypen. Hieronder lees je per landschapstype een omschrijving:
Het kommenlandschap ligt op de overgang van het rivierengebied naar het dekzandlandschap. In dit gebied ligt het Lierder- en Molenbroek. Het heeft een zeer open karakter en is uniek in Salland. Het open karakter komt met name door de rechte wegen, de strokenverkaveling en de afwezigheid van beplanting langs wegen, weteringen en erven. Natte natuur staat centraal.
Rond Heino en ten zuiden van Heeten liggen oost-west georiënteerde dekzandruggen. Deze ruggen hebben een uitgesproken karakter in hoogteligging en ruimtelijke verdichting. De meeste landgoederen liggen binnen dit landschap. Er is veel afwisseling en er liggen veel landschapselementen zoals bosjes, houtwallen, hagen, singels en solitaire bomen. Droge natuur staat centraal.
Tussen de dekzandruggen bij Heeten en Heino ligt het weteringenlandschap. Het is een open en nat landschapstype, grenzend aan de verschillende (gegraven) weteringen en kanalen. Denk aan de Heinose vloedgraven, de Raalter wetering en Nieuwe Raalter wetering. Natte natuur staat centraal.
In een groot deel van de gemeente Raalte (grofweg tussen Heino en Heeten) liggen dekzandvlaktes en -laagten. Dit landschap stond onder sterke invloed van kwel uit de Sallandse heuvelrug. Er is minder reliëf dan bij de dekzandruggen- en het weteringenlandschap. Het gebied is in de 20e eeuw ontgonnen en daardoor heeft het een uitgesproken ontginningslandschap. Het gebied heeft een open karakter, beplanting is vaak alleen aanwezig langs wegen en op erven. Lokaal is het landschap rond essen en hoeven kleinschaliger, met name door kavelgrensbeplanting. Droge natuur staat centraal.
De dekzandlaagtes lijkt zeer sterk op het deelgebied ‘dekzandvlaktes’, maar heeft een natter karakter (broekontginningen). Natte natuur staat centraal. |
Verder is er in grote delen van de gemeente sprake van hoogproductieve landbouw. Grasland voor veeteelt domineert in gebruik, maar ook maisteelt en andere vormen van akkerbouw vinden veel plaats. Op deze percelen is beperkt ruimte voor natuurlijke elementen als houtsingels, akkerranden en poelen. Wel is op kleine schaal te zien dat steeds meer randen van landbouwpercelen meer biodivers ingericht en beheerd worden. Redelijk algemeen aanwezig in dit gebied zijn soorten als witte kwikstaart, bruine kikker, gewone pad en vlinders als bruin zandoogje en groot dikkopje.
De hoogste biodiversiteit in dit landschap is te vinden op en rond de (boeren)erven, waar erfvogels als huiszwaluw, boerenzwaluw, kerkuil en zwarte roodstaart hun plek vinden. Op het moment dat de landbouw kleinschaliger is en/of er op de erven ook natuurlijke elementen aanwezig zijn zoals houtsingels en bosjes, dan komen er ook soorten als geelgors, patrijs, kleine watersalamander en koevinkje voor. Dit is met name rond de landgoederen het geval. In een aantal gebieden zijn weinig natuurlijke elementen in het landschap en op de erven terug te vinden, zoals in het Lierder- en Molenbroek. Het landschap is hier open en weids en aantrekkelijk voor weidevogels, waaronder grutto en tureluur.
De vlinders en vlinderfotograaf van Raalte Binnen de gemeente Raalte komen veel verschillende vlinders voor, zowel in de kernen en het buitengebied als in de natuurgebieden. Op een aantal plekken in de gemeente wordt meerdere keren per jaar door de Sallandse Vlinderfotograaf gekeken welke vlinders er voorkomen en hoeveel er zijn. Deze vlindermonitoring geeft een goed beeld van hoe goed het gaat met de natuur in Raalte en of maatregelen als ecologisch bermbeheer een positief effect hebben. Zo laat het voorkomen van veel verschillende soorten vlinders op de Franciscushof bij Raalte zien dat het natuurinclusief aanleggen en beheren van een woonwijk werkt!
Afbeelding 2.7 bruin blauwtje |
2.5.3 Kernen
De biodiversiteit in de negen kernen is divers en soortenrijk. Gebouwbewonende soorten als gewone dwergvleermuis, huismus, gierzwaluw, spreeuw en kauw zijn algemeen aanwezig. Voor de grotere kernen Raalte, Heino en Heeten gaat het om relatief grote populaties. In de tuinen, plantsoenen en parken komen egel, dagpauwoog, kleine vos en vogels als merel, koolmees, pimpelmees en ekster veel voor. In sloten en vijvers tref je soorten als wilde eend, gewone pad en diverse libelsoorten.
Binnen een kern zijn echter grote verschillen tussen de wijken waar te nemen. Zo is de biodiversiteit in versteende wijken en op industrieterreinen laag, in wijken met veel groen en in en rondom de parken juist hoog. De hoogste soortenrijkdom is te vinden op plekken waar water, bosopstanden, ruigte en kruidenrijke vegetaties aanwezig zijn, in combinatie met woningen die geschikt zijn voor dieren. Goede voorbeelden hiervan zijn Park Drostenkamp en de nieuwbouwwijk Franciscushof, beide gelegen in Raalte.
Ook tussen de kernen zijn grote verschillen waar te nemen. De grote kernen Raalte, Heino en Heeten hebben een groot versteend oppervlak: Heino 55%, Raalte 60% en Heeten 50%. Met name Raalte springt eruit en dat komt met name door grote oppervlakten met industrieterrein. De kleinere kernen zijn minder versteend. In Luttenberg is bijna 60% van het oppervlak groen, met een boomkroonbedekkingsgraad van 25%. Landelijk gezien scoren de kernen van Raalte, Heino en Heeten overigens gemiddeld.
Afbeelding 2.8 natuurzone langs uitbreiding bedrijventerrein Blankenfoort in Heino
3. Onze visie en ambities
Waar staan we als gemeente Raalte voor en welke plek neemt biodiversiteit daarbinnen in? En hoe vertaalt deze visie zich naar onze ambities? Dat lees je in dit hoofdstuk.
3.1 Visie: waar staan we voor?
Gemeente Raalte staat voor verbinding. Noaberschapin zijn meest pure vorm: elkaar kennen, helpen en steunen, even bij elkaar binnenlopen of juist buiten op de stoep spontaan een praatje met elkaar maken. Noaberschap zoals we dat al eeuwen kennen in Salland, wat we haast vanzelfsprekend vinden en tegelijkertijd ook koesteren, omdat we weten dat verbinding zomaar kan verdwijnen. We zijn daarom zuinig op die saamhorigheid: we willen het vasthouden, nu en in de toekomst.
Waarom? Omdat noaberschap onze karakteristieke dorpen levendig houdt. Het brengt ons bij elkaar en laat ons samenwerken. De vele gemoedelijke evenementen en ook het bruisende verenigingsleven in onze gemeente zijn hier krachtige voorbeelden van. Die onderlinge verbinding maakt van onze kernen geborgen, fijne en veilige plekken om te wonen, te werken en te leven, voor jong en oud. Zonder die onderlinge verbinding worden onze leefgemeenschappen kwetsbaar. In de sociale agenda van de gemeente Raalte wordt die verbinding ook benoemd als voorwaarde voor leefbaarheid en gezondheid.
Verbinding maakt sterk en geeft veerkracht. Wij staan
als gemeente Raalte daarom voor álle verbindingen.
Ook groen en natuur zijn een essentieel onderdeel van dit noaberschap. We barbecueën met vrienden in de tuin onder de schaduw van een boom. Kinderen bouwen hutten in het groen of spelen met water. Ouderen treffen elkaar op een bankje in het park. Met groen om ons heen, groeien we gezond op en worden we gezond oud. Het stimuleert ons om naar buiten te gaan en elkaar te ontmoeten. Natuur inspireert ons én versterkt onze onderlinge verbinding.
Natuur heeft zelf ook verbinding nodig. Gemeente Raalte heeft een rijk gevarieerd landschap: parken, bossen, landgoederen, houtsingels en boerenerven wisselen elkaar af en zijn op hun best als ze met elkaar in verbinding staan. Verbinding maakt sterk en geeft dus veerkracht. Gebrek aan verbinding maakt kwetsbaar. Wij staan als gemeente Raalte daarom voor álle verbindingen. Niet alleen tussen mensen, maar ook tussen mens en natuur én tussen natuur onderling.
3.2 Ambitie: waar gaan we voor?
Gemeente Raalte heeft groene en blauwe landschapselementen, zoals parken, bermen, bossen en sloten. Maar deze groene en blauwe structuren vormen op zichzelf nog geen leefomgeving met veel biodiversiteit. Ze bevatten niet alle 5 V’s die nodig zijn voor een hoge soortenrijkdom (zie ook paragraaf 2.4). Denk aan de afwezigheid van waterpartijen, de monotone bomenrijen langs de gemeentewegen en de bermen die er op alle plekken hetzelfde uitzien. Hierdoor missen deze structuren de variatie die zo belangrijk is voor een hoge biodiversiteit.
Ook zijn de verschillende groene en blauwe structuren nog niet of onvoldoende met elkaar verbonden. Ook dit staat een hoge soortenrijkdom in de weg. Bovendien werken we – bewoners, organisaties, bedrijven en gemeente(n) - nog te weinig samen aan het vergroten van de biodiversiteit. We willen dat iedereen beseft hoe belangrijk biodiversiteit is en dat we de biodiversiteit alleen kunnen versterken als we hier samen onze schouders onder zetten. Samengevat, ontbreekt op dit moment de hoge mate van verbinding waar we als gemeente juist zo hard naar op zoek zijn.
Wij willen samen met anderen de biodiversiteit in onze gemeente verrijken door natuurstructuren te versterken en te verbinden.
Onze ambitie is daarom om samen met collega’s, bestuur, bewoners, organisaties en bedrijven de biodiversiteit in onze gemeente te behouden en te versterken. We brengen de kwaliteit van onze groene en blauwe landschapselementen naar een hoger niveau door deze structuren meer gevarieerd te maken: straks groeien er verschillende soorten bloemen, planten, struiken en bomen en is er volop water, waardoor een leefomgeving ontstaat waar veel soorten zich thuis voelen.
We brengen deze structuren met elkaar in verbinding, als de aansluiting nog ontbreekt. We doen dit in, om én tussen de kernen. Waar het grijs en versteend is, geven we de natuur waar het kan de ruimte en kiezen we voor natuurinclusieve bebouwing. We laten ons hierbij inspireren door de wijken en gebieden in onze mooie gemeente Raalte die op dit moment al hoge natuurwaarden hebben. Zodat in 2035 ons groene en blauwe kapitaal weer de biodiversiteit heeft die het verdient.
We doen dit samen met anderen. We vergroten de kennis over biodiversiteit, brengen de waarde ervan over en zetten initiatieven op die anderen stimuleren om samen met ons de biodiversiteit in onze gemeente te verrijken. We koesteren hierbij alles wat we al doen en gebruiken dat als vliegwiel om nog meer stappen te zetten. Zodat in de toekomst natuurinclusief denken en ontwikkelen een automatisme wordt: bij medewerkers, bewoners, organisaties en bedrijven.
4. Ons biodiversiteitsbeleid
Wij willen samen met anderen de biodiversiteit in onze gemeente verrijken door natuurstructuren te versterken en te verbinden. We hebben inzichtelijk gemaakt hoe het met de biodiversiteit is gesteld in onze gemeente en vastgesteld op welk speelveld we ons begeven. Daar vloeit dit biodiversiteitsbeleid uit voort. Het bestaat uit de zeven onderstaande uitgangspunten, die in dit hoofdstuk verder uiteen worden gezet.
1. Natuurstructuurkaarten: ons kompas
2. Biodiversiteit wordt integraal onderdeel bij projecten
3. We maken ons groenbeheer zo ecologisch mogelijk
4. We passen de bestaande openbare ruimte aan
5. We stimuleren en faciliteren natuurinclusief bouwen
6. We gaan meer sámen met anderen aan de slag
7. We verankeren biodiversiteit in de organisatie
Het actieprogramma in bijlage 1 bevat alle concrete activiteiten die we hiervoor gaan uitvoeren.
4.1 Natuurstructuurkaarten: ons kompas
Het ontwikkelen, herstellen en versterken van biodiversiteit en natuur vindt plaats op veel verschillende niveaus en beleidsterreinen. Ook zijn er veel verschillende partijen bij betrokken. Het is vrij eenvoudig om het overzicht te verliezen. Daarom hebben we per kern een natuurstructuurkaart ontwikkeld met een toelichting. We maken hierbij onderscheid tussen de groene hoofdstructuur en de groene nevenstructuur (zie voor de definitie het grijze blok in deze paragraaf). Aan de groene hoofdstructuur stellen we de hoogste eisen: hier versterken en completeren we de biodiversiteit. In de nevenstructuur is de ambitie: het behouden van de biodiversiteit en het verzilveren van kansen als ze zich voordoen.
Groene hoofdstructuur De groene hoofdstructuur* bestaat uit parken en groene bomenlanen en bermen langs hoofdwegen en wijkontsluitingswegen. Groene nevenstructuur De groene nevenstructuur is ondersteunend aan de groenhoofdstructuur op wijkniveau en bestaat uit kleinere groene (buurt)plekken en groene bomenlanen langs buurtontsluitingswegen. * In de nota ‘Groene hoofdstructuur’ wordt de volgende definitief gehanteerd: De groenhoofdstructuur is de robuuste drager van groene identiteit op het niveau van een kern of wijk en vervult hiermee meerdere functies, o.a. op het gebied van biodiversiteit. |
De natuurstructuurkaarten zijn, met andere woorden, ons kompas. We gebruiken ze bij ruimtelijke ontwikkelingen en bij het uitvoeren van onze beheertaken. Daarnaast bieden deze kaarten inspiratie voor (ontwikkelingen van) derden. Tot slot, het behalen van onze ambities is een traject van de lange adem waarbij we continu kleine stappen zetten. Die stappen staan beschreven in het actieprogramma in bijlage 1. Ontwikkelingen staan niet stil. Daarom beschouwen we deze kaarten als levende documenten, waarbij het nodig is om ze periodiek bij te werken.
4.2 Biodiversiteit wordt integraal onderdeel bij projecten
Vanuit diverse beleidsopgaven wordt een grote claim gedaan op de openbare ruimte. We voeren projecten in de openbare ruimte daarom integraal uit, waarbij biodiversiteit standaard wordt meegenomen. Soms zullen we scherpe keuzes moeten maken. Om te voorkomen dat groenontwikkeling hierbij telkens het onderspit delft, stellen we een ondergrens vast. We gaan hierbij uit van drie uitgangspunten: (1) streven naar 50 m2 openbaar groen per inwoner in een woonbuurt, (2) de groennorm en (3) de 5 V-norm. (In de kaders worden de groennorm en de 5V-norm verder uitgelegd). Als het nodig is, schakelen we extern ecologisch advies in.
De groennorm De groennorm geeft de ondergrens aan van de hoeveelheid groen in een bebouwd gebied. Het geeft hierbij richtlijnen over hoeveel groen er in een wijk minimaal aanwezig zou moeten zijn en ook van welke aard. De norm geeft houvast en zorgt ervoor dat er niet voor ieder project de kaders opnieuw bepaald hoeven te worden. Er zijn meerdere normen in omloop. De norm 3-30-300 wordt in Nederland op grote schaal omarmd. Dit houdt in:
Ook gemeente Raalte houdt de 3-30-300 groennorm aan, maar beseft ook dat deze norm in de praktijk niet altijd realistisch is. De norm kan in zulke situaties bijgesteld worden tot een uiterste minimum van 1-20-300. Voor nieuwe situaties die ontstaan bij aanleg van nieuwe wijken en grootschalige herinrichting passen we bovendien geen overbodige verharding meer toe. |
De 5 V-norm Om de biodiversiteit te verbeteren is het belangrijk dat de 5 V’s aanwezig zijn: voedsel, veiligheid, vocht, voortplanting en verbinding (zie voor meer uitleg hoofdstuk 2). Variatie in groen is daarbij essentieel: niet alleen moeten er verschillende soorten planten, bomen en struiken zijn. Het is ook belangrijk dat dit groen gelaagdheid bevat. Hiervoor hanteren we de norm 20-15-20. Dat betekent concreet dat een stedelijk gebied bestaat uit het volgende:
|
4.3 We maken ons groenbeheer zo ecologisch mogelijk
We richten ons beheer en onderhoud steeds meer op het verbeteren van biodiversiteit. Speerpunt is dat beheer zo ecologisch mogelijk gebeurt. We zetten hierbij in op maatregelen die makkelijk zijn uit te voeren. Denk aan het ecologisch beheer van bermen en sloten langs onze wegen en het inrichten van biodiversiteitsstroken in de kernen. We sluiten aan op de biodiversiteitsdoelen die benoemd zijn in het beheerplan toekomstbestendig openbaar groen en vice versa.
Het structureel aanpassen van het groenbeheer, vraagt ook om een structurele inzet van middelen. Nieuwe maatregelen, als bijvoorbeeld ecologisch bermbeheer, nemen we mee bij het actualiseren van beheerplannen.
Afbeelding 5.1 kruidenrijk grasland bij nieuwbouwwijk Franciscushof waar zo min mogelijk wordt gemaaid
4.4 We passen de bestaande openbare ruimte aan
Ruimtelijke ontwikkelingen zijn bij uitstek kansrijk om de biodiversiteitsdoelen te realiseren. Deze doelen kunnen al vanaf de tekentafel worden meegenomen, zeker wanneer dit beleid al is opgenomen en doorvertaald in het Handboek inrichting Openbare Ruimte (HIOR). Een biodiverse inrichting van de leefomgeving betekent niet per definitie dat de inrichtingskosten hoger zijn dan bij de meer traditionele inrichting van de groene openbare ruimte. Zeker als een biodiverse inrichting vanaf het begin in het ontwerp worden meegenomen, kunnen de kosten beperkt blijven door deze als standaard projectkosten of in het meerjareninvesteringsprogramma openbare ruimte op te nemen.
Zoals aangegeven in hoofdstuk 4, lopen een aantal gemeentelijke beleidsopgaven in de openbare ruimte parallel aan de biodiversiteitsambities of zijn daar sterk mee verweven. Deze kansen gaan we benutten. Zo sluiten we aan bij de doelen van toekomstbestendig beheer van openbaar groen, klimaatadaptatie en duurzaamheid.
Afbeelding 5.2 natuur, wadi en speelplaats aan de rand van Liederholthuis, meerdere functies op één locatie
Daarnaast ligt er een grote meekoppelkans bij nieuwbouw en grote en kleine herinrichtingen in bestaande woonwijken. Dit raakt ook een meekoppelkans binnen het sociaal beleid: de sociaal zwakkere wijken in Raalte en Heino zijn namelijk de meest versteende wijken met veel hittestress. Er is weinig groen, weinig ruimte en weinig kennis over biodiversiteit. Bovendien hebben bewoners vaak geen geld om te investeren in een groene tuin. Tot slot, liggen er meekoppelkansen bij projecten van derden, bijvoorbeeld de renovatie- en nieuwbouwopgaven van Salland Wonen.
4.5 We stimuleren en faciliteren natuurinclusief bouwen
We hanteren voor ons eigen vastgoed natuurinclusief bouwen en renoveren als de richtlijn. Door het gewenste gedrag te laten zien, maken we van natuurinclusief bouwen ook de richtlijn voor andere partijen. Per project bepalen we de hoogte van de ambities en eventuele meerkosten maken we inzichtelijk, zodat we goed kunnen afwegen wat wel haalbaar is en wat niet. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden om bij ruimtelijke initiatieven van derden ook van hen te vragen om natuurinclusief te bouwen.
Afbeelding 5.3 groen dak van kruiden en sedum op het Dorpshuis in Liederholthuis
4.6 We gaan meer sámen met anderen aan de slag
Om onze ambities te verwezenlijken zetten we in op het stimuleren en enthousiasmeren van onze omgeving én het versterken van de samenwerking met inwoners, ondernemers en organisaties. We houden ons hierbij aan wettelijke verplichtingen, maar leggen geen extra (beleids)regels op. Wel geven we een gewenste richting aan. Dit past bij onze stijl van besturen en beleid maken.
Verder kiezen we ervoor om aan te haken op het Strategisch Communicatieplan Klimaatadaptatie. Deze strategie is een gedegen, concreet uitgewerkt plan waarin ook het bevorderen van biodiversiteit is ondergebracht. Dit plan focust zich op het betrekken van de vastgestelde doelgroepen, zowel intern als extern, via de juiste kanalen en met de juiste frequentie. Extra aandacht gaat uit naar het intern verankeren van het biodiversiteitsbeleid (zie ook paragraaf 5.7).
Afbeelding 5.4 inzet van tuincoaches tijdens groenfestival in Raalte
Er zijn meerdere groene, maatschappelijke partijen actief die een bijdrage leveren aan het verbeteren van de biodiversiteit of het monitoren hiervan. Denk bijvoorbeeld aan de organisaties vertegenwoordigd in de Werkgroep Groene Agenda, Raalte op Groen en de Tuincoaches. De inzet van deze partijen is van groot belang en koesteren we. We willen deze inzet graag stimuleren bijvoorbeeld door extra uitvoeringsbudgetten beschikbaar te stellen voor organisaties die bijdragen aan onze doelen op het gebied van biodiversiteit. Waar mogelijk wordt een combinatie gemaakt met het realiseren van de doelen en inzet van middelen op het gebied van klimaatadaptatie.
We geven graag het goed voorbeeld als het gaat om vergroenen. Dat willen we bijvoorbeeld doen door via een publieksactie aandacht te vragen voor bijzondere plekken in de gemeente Raalte en door extra te investeren op kleine schaal (voorlopig voor vier jaar). Dat kan bijvoorbeeld al door het verminderen van verhard oppervlak in de negen kernen.
4.7 We verankeren biodiversiteit in de organisatie
Extra aandacht gaat uit naar het intern verankeren van biodiversiteitsbeleid, zowel in beleid als in uitvoering. Dit vraagt om extra capaciteit en budget. We zetten daarbij onder meer in op het nemen van maatregelen op het gebied van inrichting en beheer van de openbare ruimte en het vergroten van de kennis bij medewerkers. Hiervoor doen we voorstellen bij de begroting 2025, ons voornemen is om structurele middelen te vragen bij de begroting 2026.
5. Ons speelveld
Tussen idee en uitvoering zit vaak een lange weg. Een weg met de nodige hobbels en omwegen. Daarom brengen we in dit hoofdstuk in kaart welke aspecten een rol spelen bij het realiseren van onze ambities. Met welke wettelijke verplichtingen moet de gemeente rekening houden? Zijn er risico’s, gevoeligheden en knelpunten? Zijn er nog andere (interne) beleidsontwikkelingen waar we rekening mee moeten houden? En wat gaat al goed en kan juist als katalysator fungeren?
Kortom: wat is het speelveld waarin we ons bevinden? Iedere paragraaf eindigt met een puntsgewijs overzicht waarin staat omschreven hoe de gemeente met dit speelveld omgaat. Met deze opsomming sorteren we voor op hoofdstuk 5, waarin we alle inzichten van dit hoofdstuk hebben verwerkt tot ons gemeentelijke biodiversiteitsbeleid.
5.1 Wettelijke bescherming van natuur
In Europa en Nederland bestaan verschillende wetten en programma’s om de biodiversiteit op Europees en landelijk niveau te behouden en versterken. De belangrijkste zijn Natura 2000, Natuurnetwerk Nederland, de Omgevingswet en de Nationale Omgevingsvisie. We zetten ze hieronder kort uiteen.
5.1.1 Natura 2000
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze gebieden worden bepaalde dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving wettelijk beschermd. In gemeente Raalte ligt Natura 2000-gebied Boetelerveld (zie voor een gebiedsomschrijving paragraaf 2.5.1).
5.1.2 Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Binnen gemeente Raalte liggen ook verschillende landgoederen en havezaten met hoge natuurwaarden (zie voor een omschrijving paragraaf 2.5.1) die onderdeel uitmaken van het NNN. Het Natuurnetwerk Nederland is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk zorgt ervoor dat natuurgebieden beter in verbinding komen te staan met elkaar en het omringende agrarische landschap. Ook in de NNN-gebieden zijn verschillende dieren, planten en hun natuurlijke leefomgeving wettelijk beschermd. Hieronder vallen ook de wezenlijke kenmerken en waarden, waaronder het kleinschalig boslandschap, natte schraal- en hooilanden en historisch parkbos.
5.1.3 Omgevingswet
Sinds 1 januari 2024 geldt de Omgevingswet. Deze wet bundelt 26 verschillende wetten die betrekken hebben op de fysieke leefomgeving. Hieronder vallen ook de wetten die gaan over het beschermen van natuur (zowel (leef)gebieden als (plant- en dier)soorten). Niet alleen in natuurgebieden en buitengebieden, maar ook in en rond gebouwen in de bebouwde omgeving. De Omgevingswet biedt ook kansen om de biodiversiteit te bevorderen.
5.1.4 Nationale Omgevingsvisie
Vanuit de Nationale Omgevingsvisie – de basis voor de Omgevingswet - wordt aangestuurd om water en bodem meer sturend te laten zijn bij beslissingen over de inrichting van Nederland. Dit betekent dat er meer rekening gehouden wordt met de eigenschappen en het natuurlijk functioneren van het bodem- en watersysteem bij ruimtelijke keuzes. Het vasthouden van water om droge perioden goed door te komen en het waarborgen van een goede kwaliteit van bodem en water zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.
5.1.5 Hoe gaan we hiermee om?
- •
De gemeente bezit zelf geen landgoederen, havezaten of percelen in N2000- of NNN-gebieden. We hebben geen inspanningsverplichting om de natuur in het buitengebied te verbinden met de natuurwaarden in Natura 2000- en NNN-gebieden. Maar als er zich kansen voordoen, dan spannen we ons in om deze te benutten en op te nemen in onze plannen. Hiervoor hebben we met enige regelmaat contact met Landschap Overijssel en particuliere landgoedeigenaren.
- •
De gemeente hanteert voor aanleg- en beheerwerkzaamheden de gedragscode soortbescherming gemeenten van Stadswerk. Deze gedragscode is echter nog onvoldoende geïmplementeerd: er wordt nog onvoldoende volgens deze gedragscode gewerkt en er is nog te weinig kennis, ervaring en kunde onder medewerkers over zorgvuldig natuurinclusief handelen. De gemeente zet daarom in op een betere implementatie, zodat eenieder binnen de gemeente of in opdracht van de gemeente doet wat nodig is: van beleidsmaker tot de man op de kraan.
- •
We spannen ons in om bij ruimtelijke ontwikkelingen en beheer water en bodem altijd sturend te laten zijn. Dit doen we intern én extern:
- °
Intern: We zorgen dat onze medewerkers op de hoogte zijn wat dit concreet betekent voor de ruimtelijke (beleids)plannen, projecten en ontwikkelingen waar zij zich mee bezig houden. De inrichtingseisen en randvoorwaarden zoals deels beschreven in dit beleidsplan worden voor interne en externe planontwikkelaars ook opgenomen in het HIOR van de gemeente Raalte. Zo kan erop getoetst worden.
- °
Extern: We werken samen met partijen als de provincie, buurtgemeenten, het waterschap en Landschap Overijssel om van elkaar te leren.
- °
5.2 Provinciale ambities biodiversiteit
De provincie Overijssel heeft verscheidene ambities en programma’s om de biodiversiteit binnen haar provincie te behouden en versterken. De belangrijkste zijn de bossenstrategie, de Basiskwaliteit Natuur (BKN) en het programma Natuur voor Elkaar.
5.2.1 Bossenstrategie
Met de bossenstrategie wordt gestreefd naar meer bos, vitaal bos, meer bomen buiten het bos en duurzaam gebruik van bomen en bos. Meer bos is onder andere goed voor het vastleggen van CO2 en het verhogen van de biodiversiteit. Provincie Overijssel wil vóór 2030 circa 3.900 ha extra bos realiseren.
5.2.2 Basiskwaliteit Natuur
De Basiskwaliteit Natuur is een meetmethode waarmee Overijsselde minimale natuurkwaliteit wil borgen in het buitengebied, daar waar landbouw of wonen leidende functies zijn. Doel is om algemene soorten op peil te houden en/of te brengen. Gemeenten vervullen een belangrijke rol in het herstel van de Basis Kwaliteit Natuur.
5.2.3 Programma Natuur voor Elkaar
Met het programma Natuur voor Elkaar wil de provincie met gemeenten, waterschappen en andere partners de kennis en liefde voor de natuur bij inwoners en professionals versterken, zodat ze zich bewuster worden van de maatschappelijke en economische meerwaarde van natuur. Ook willen ze méér groen realiseren en de kwaliteit van de natuur versterken.
5.2.4 Hoe gaan we hiermee om?
- •
Wat betreft de Bossenstrategie past ons bescheidenheid: wij willen bijdragen aan de uitvoering ervan, maar lopen hierin niet voorop. We bezitten als gemeente niet veel bos en er is weinig budget en capaciteit beschikbaar. Waar mogelijk nemen we de opgave vanuit de bossenstrategie mee in onze opgave voor het buitengebied.
- •
Wij volgen de ambities van het BKN en willen ook onze rol vervullen zoals die in het BKN staat omschreven. Onder andere door te streven naar het natuurinclusief bouwen en renoveren en door het beheer van meer bermen en sloten ecologisch uit te voeren. Hierbij houden we rekening met de karakteristieken van het landschap waarin we werken en proberen we die karakteristieken ook zoveel mogelijk te behouden, herstellen of versterken.
- •
De ambities die gemeente Raalte heeft, liggen in lijn met het Programma Natuur voor Elkaar. We zijn scherp op de ontwikkelingen van dit programma, we zoeken de samenwerking proactief op en beogen gebruik te maken van het instrumentarium en de subsidies die de provincie namens dit programma aanbiedt.
5.3 Bestaand gemeentelijk beleid
Ook op lokaal niveau zijn er verschillende ontwikkelingen, beleidsplannen en visies die invloed hebben op het behouden en versterken van biodiversiteit. Ze staan hieronder op een rij.
5.3.1 Claims op de (openbare) ruimte
Vanuit diverse beleidsopgaven wordt een grote claim gelegd op de openbare ruimte. Zo hebben we de ambitie om vóór 2030 3000 woningen te bouwen. Hierbij is de strategie: eerst inbreiden, dan uitbreiden. De N35 bij Mariënheem wordt verlegd, voor de energietransitie is er ruimte nodig voor windmolens en zonnepanelen. Er is een transformatie gaande naar meer natuurinclusieve landbouw en door de krapte op het energienetwerk moeten er nieuwe kabels, leidingen en verdeelstations worden aangelegd. Al deze ontwikkelingen en huidige eisen vragen, net als de ontwikkeling van biodiversiteit, hun plek in de openbare ruimte.
5.3.2 Meekoppelkansen
Een aantal gemeentelijke beleidsopgaven lopen parallel aan de biodiversiteitsambities of zijn daar sterk mee verweven. Denk aan de doelen van klimaatadaptatie en het toekomstbestendig beheer van openbaar groen. Biodiversiteit heeft ook raakvlakken met gezondheid en sociale cohesie. Er liggen dus ook koppelkansen binnen het sociaal domein. Tot slot, zijn er ook externe koppelkansen bijvoorbeeld met projecten van het waterschap.
5.3.3 Natuurinclusief bouwen
Gemeente Raalte staat voor de uitdaging om natuurinclusief te bouwen: het combineren van meerdere functies van bebouwing, die zowel een goede leefomgeving voor mensen als dieren biedt. Er is nu nog geen gemeentelijk beleid voor natuurinclusief bouwen, terwijl er vanuit de markt veel aandacht voor is en het veel kansen biedt om biodiversiteit te bevorderen. Op dit moment treft gemeente Raalte voor haar eigen vastgoed ook bijna geen natuurinclusieve maatregelen.
5.3.4 Omgevingsvisie ‘Horizon gemeente Raalte 2040’
Gemeente Raalte heeft een omgevingsvisie opgesteld. Hierin staan de drie kernopgaven waar gemeente Raalte voor aan de lat staat. Het betreft (1) Het buitengebied; (2) toekomstbestendige wijken en dorpen en (3) identiteit en regio. De visie zegt hierover: Raalte kiest voor een sterk en afwisselend landschap door het verder te ontwikkelen, te versterken en te behouden wat waardevol is. Bovendien kiezen we voor nieuwbouw en transformatie binnen bestaand bebouwd gebied, waarbij woningbouw zo min mogelijk ten koste gaat van waardevol groen binnen en buiten de kern.
5.3.5 Budget en ambtelijke capaciteit
Onze ambities om de biodiversiteit te verhogen zijn hoog. We willen de groenstructuren in onze gemeente versterken en met elkaar verbinden, in nauwe samenwerking met inwoners, organisaties en ondernemers. Ook intern willen we dit verankeren, zowel in beleid als in uitvoering. Nog niet iedereen voelt die urgentie. Het is belangrijk om in te zetten op het verbeteren van kennis en het veranderen van houding en gedrag. Dit vergt een lange en consistente adem. En dat vraagt capaciteit en budget van de gemeentelijke organisatie, wat op dit moment beperkt aanwezig is.
5.3.6 Hoe gaan we hiermee om?
- •
Om onze ambities te verwezenlijken zetten we in op ‘stimuleren en enthousiasmeren’. Uitgezonderd van wettelijke verplichtingen leggen we geen regels op. Dit past bij onze stijl van besturen en beleid maken.
- •
We voeren projecten in de openbare ruimte integraal uit, waarbij versterken van biodiversiteit standaard als voorwaarde wordt meegenomen. Maar we zullen soms ook keuzes moeten maken. Om te voorkomen dat groenontwikkeling hierbij het onderspit delft, bepalen we een ondergrens. Hiervoor maken we onder andere gebruik van de 3-30-300 richtlijn.
- •
We kiezen ervoor om de communicatiestrategie van dit biodiversiteitsbeleidsplan een aanvulling te laten zijn op het Strategisch Communicatieplan Klimaatadaptatie.
- •
We werken de biodiversiteitsdoelen uit die benoemd zijn bij klimaatadaptatie en in het beheerplan toekomstbestendig openbaar groen en vice versa. We houden in de gaten dat de uitvoering van plannen in lijn blijven met elkaar.
- •
In het actieprogramma is opgenomen dat de gemeente beleid gaat maken voor natuurinclusief bouwen, waaronder voor haar eigen vastgoed. Door het gewenste gedrag te laten zien, maken we van natuurinclusief bouwen ook de norm voor andere partijen. Het opstellen van een SMP is (tijdelijk) aangehouden, maar kan bij nieuwe ontwikkelingen of inzichten alsnog opgestart worden.
- •
De ambities zijn te groot voor de huidige ambtelijke organisatie. Er is meer capaciteit en budget nodig om de ambities van dit beleidsplan te realiseren. Als dit niet mogelijk is, dan is het noodzakelijk om de ambities aan te passen.
5.4 Samenwerking met derden
Als gemeente voldoen we aan wettelijke verplichtingen en dragen we bij aan provinciale ambities. Daarnaast weten we dat we niet de enige partij zijn die de openbare ruimte binnen gemeente Raalte inricht, beheert en gebruikt. We werken daarom nauw samen met belangrijke partijen als woningcorporatie SallandWonen, Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDOD), Provincie Overijssel, Landschap Overijssel, LTO Salland, de nutsbedrijven, scholen, sportclubs, natuurverenigingen en plaatselijke belangen. We weten dat de verschillende doelen, uitgangspunten en belangen niet altijd overeenkomen, maar juist daarom is een goede samenwerking en afstemming belangrijk.
Zo werkt het Waterschap WDOD aan natuurvriendelijke oevers, maar is ook verplicht om sloten te schonen, terwijl dit nadelig is voor zaden en insecten. Particulieren en agrariërs zaaien percelen vaker biodivers in. Daarna maaien ze hun percelen kort, terwijl de bloemen en grassen juist een verrijking zijn voor de biodiversiteit. Steeds meer scholen binnen de gemeente hebben een groen schoolplein, toch zijn er aandachtspunten rondom de meerkosten, onderhoud en ‘rommel’ van het plein. Het is belangrijk om in gesprek te blijven over zulke tegengestelde belangen, en hier samen oplossingen voor te vinden.
5.4.1 Hoe gaan we hiermee om?
- •
De relaties met de verschillende partijen zijn goed, maar soms te vrijblijvend van aard. Er liggen kansen om de samenwerking te verdiepen. Bijvoorbeeld bij het afstemmen van het maaibeheer van aangrenzende percelen of biodiversiteit verder te verwerken in de prestatieafspraken met de woningcorporatie. Gemeente Raalte heeft de ambitie en intentie om de samenwerkingen te verstevigen.
- •
De gemeente ondersteunt, subsidieert, en adviseert op dit moment scholen bij het realiseren en onderhouden van groene schoolpleinen. Wij willen deze aanpak voortzetten en waar mogelijk versterken.
- •
We beseffen ons dat we soms compromissen moeten sluiten of juist moeten erkennen dat bepaalde tegengestelde belangen niet overbrugbaar zijn. We blijven met elkaar in gesprek en zoeken ook hier altijd de verbinding. We zorgen dat de samenwerking constructief blijft en dat discussies over de inhoud gaan.
- •
Initiatieven van derden, inwoners of maatschappelijke organisaties willen we, wanneer dit passend is, stimuleren en faciliteren. Waaronder initiatieven van Raalte op Groen en de Werkgroep Groene Agenda. We richten ons op het verzilveren van kansen
Ondertekening
Bijlage 1 Actieprogramma
Spoor 1: natuurstructuren versterken
Binnen de kernen zetten we ons in om de groene hoofdstructuur te completeren en te versterken tot een volwaardige natuurstructuur. Hierbij gaan we met ons huidige groenbeheer door op de ingeslagen weg en maken we dit beheer stapsgewijs steeds natuurinclusiever. Waar het kan verrijken we de groenstructuur, bijvoorbeeld door samen met vrijwilligers als de Werkgroep Groene Agenda gericht vergroeningsprojecten en -acties uit te voeren. Buiten de kernen zetten we in op het stimuleren van verbinding: tussen de kernen onderling én tussen kernen en hot spots van biodiversiteit, zoals natuurgebieden. Denk hierbij aan ecologisch berm- en oeverbeheer.
Actie |
Toelichting |
Wanneer |
Status |
Faciliteren en stimuleren van pluktuinen |
In het kader van ‘Raalte plukt’. Ook medebeheerders vinden in de wijk eromheen |
|
|
Initiatieven op gebied van biodiversiteit vastleggen in "simpele"overeenkomst |
Inzaaien biodiversiteitsstroken en afsluiten van adoptieovereenkomsten voor beheer van groen door inwoners |
|
|
Stimuleren natuurlijke speelplekken |
Aanleg van nieuwe, meer natuurlijke speelplekken en het omvormen van oude speelplekken naar meer natuurlijke speelplekken |
|
|
Implementeren gedragscode soortbescherming gemeenten 2023 |
Het is bij wet verplicht om bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en beheerwerkzaamheden zorgvuldig richting beschermde diersoorten te handelen. Door een goede implementatie borgen we dit. |
|
|
Klimaatsubsidieregeling uitbreiden met onderdeel biodiversiteit |
Aanleg van geveltuinen en aanplant van bomen bij particulieren en/of bedrijven. Daarnaast betreft dit ook de aanleg van groene schoolpleinen en de aanplant van bloembollen in bloemperken en bermen door of via de Werkgroep Groene Agenda. Er kan worden aangesloten bij de bestaande klimaatsubsidie. |
|
|
Aanleg voedselbos |
Suggestie uit de klankbordgroep |
|
|
Het toekomstbestendig maken van industrieterreinen |
Denk aan aanleg van hagen op particuliere kavelgrenzen ("Hek weg, plant een heg!"), aanleg van gevelgroen ("Verdien meer poen, maak je gevel groen!") en aanleg van (en omvorming naar) bloemrijke vegetaties (inheemse en streekeigen kruiden, bollen en/of ruig gras). Andere voorbeelden zijn de aanplant van extra bomen (op bedrijfskavels en in openbare ruimte), de aanleg groene daken en het ontstenen/vergroenen van onnodige verhardingen. |
|
|
Verstrekken zaadmengsels kernen en het buitengebied |
Specifieke zadenmengsels toepassen/voorschrijven voor de verschillende kernen (aansluitend bij lokale karakter en gidssoorten) en het buitengebied |
|
|
Opzetten ecologisch berm- en slotenbeheerplan |
We laten een ecologisch berm- en slotenbeheerplan opstellen die inzichtelijk maakt waar in de gemeente kansen liggen voor een meer ecologisch beheer en hoe dit beheer er uitziet. Hierbij vindt vooraf ook een inventarisatie van natuurwaarden plaats. |
2024/2025 |
|
Aanpassen bestaande inrichting openbare ruimte (kleinschalig) |
Kleinschalige aanpassingen biodivers maken, prioriteit bij groene hoofdstructuur. Locaties waar veel eiken staan biodivers maken om natuurlijk evenwicht in relatie tot beheersbaar maken eikenprocessierups te verbeteren/herstellen. |
2025 e.v. |
|
Aanpassen inrichting openbare ruimte (grootschalig) |
Projecten vanuit MIP, toekomstbestendig en leefbaar maken openbare ruimte, biodiversiteit meekoppelen en maatregelen vanuit opgave dorpen en wijken. |
2025 e.v. |
|
Toepassen ecologische beheermaatregelen |
Maatregelen als ecologisch groen en bermbeheer toepassen waar deze kansrijk zijn. Prioriteit bij groene hoofdstructuur. Ook prioriteit bij locaties met eiken in het beheersbaar maken van eikenprocessierups. |
2025 e.v. |
|
Toepassen inrichtingsmaatregelen, o.a. bij groeiopgave |
Biodiverse inrichting leefomgeving meenemen vanaf de tekentafel. Opnemen in het HIOR (Handboek Inrichting Openbare Ruimte) bij ruimtelijke (her)inrichting. |
2025 e.v. |
|
Realiseren egelsnelwegen |
In samenwerking met HoopHeggen in en rond de kernen groene barrièrevrije verbindingen maken voor egel (en andere dieren). |
|
|
Afstemmen beheer wegbermen en sloten |
Gesprek met waterschap over ecologisch(er) beheer sloten en noodzaak schrapen bermen vanwege afwatering |
|
|
Opzetten groen- en natuurscan |
Via gemeenteloket, zelfde als energiescan. Wellicht combineren? Ook voor bedrijven? |
|
|
Gebruikmaken subsidies Provincie Overijssel i.h.k.v. programma Natuur voor Elkaar |
We maken gebruik van het instrumentarium en de subsidies die de provincie aanbiedt. |
|
|
Hanteren 1-20-300 als leidraad |
Voor aanleg van nieuwe wijken en bij herontwikkeling op inbreidingslocaties nemen we de leidraad op om voldoende groen te borgen. |
|
|
Spoor 2: natuurinclusief bouwen
We willen bewoners en projectontwikkelaars stimuleren en faciliteren om natuurinclusieve maatregelen te treffen als ze gaan renoveren, verduurzamen of bouwen. We kiezen hierbij voor een stimulerende aanpak waarin we informatie verstrekken en subsidies beschikbaar stellen. In deze paragraaf ontdek je welke maatregelen we concreet nemen.
Actie |
Toelichting |
Wanneer |
Status |
Hanteren 1-20-300 als leidraad voor bouwen |
Voor aanleg van nieuwe wijken en bij herontwikkeling op inbreidingslocaties nemen we de leidraad op om voldoende groen te borgen. |
|
|
Natuurinclusief maken van eigen vastgoed |
Bij bouw van nieuw vastgoed en bij renovatie van bestaand vastgoed doen we dit zoveel mogelijk natuurinclusief. |
|
|
Stimuleren natuurinclusieve maatregelen bij particulieren |
|
|
|
Ontwikkelen menukaart voor natuurinclusieve maatregelen |
|
|
|
Aansluiten bij het tweejaarlijks overleg met bouwbedrijven |
Biodiversiteit als standaard agendapunt opnemen |
|
|
Vrijmaken intern capaciteit |
|
|
|
Organiseren workshops klimaatadaptatie en biodiversiteit |
Per wijk workshops organiseren |
|
|
Stimuleren lokale aannemers |
Informeren en stimuleren over natuurinclusief renoveren en bouwen |
|
|
Toepassen inrichtingsmaatregelen, o.a. bij groeiopgave |
Biodiverse inrichting leefomgeving meenemen vanaf de tekentafel. Opnemen in HIOR bij ruimtelijke (her)inrichting. |
2025 e.v. |
|
Doorvertalen in HIOR |
Check in hoeverre HIOR aangepast moet worden. |
|
|
Organiseren groene tuinontwerpsessies |
Bij elke nieuwbouw groene tuinontwerpsessies organiseren en hierin dan ook extra informeren over het belang van groen. |
|
|
Spoor 3: samenwerking versterken
We willen dat dit beleidsplan geen papieren werkelijkheid blijft. We willen relevante stakeholders effectief betrekken, op zo’n manier dat ze geïnspireerd raken en willen meedoen aan het versterken van de biodiversiteit in onze gemeente. We gaan hierbij uit van drie principes.
VERBINDEN: breng alle initiatieven samen
Gemeente Raalte barst van de mooie, groene initiatieven, maar samenhang ontbreekt. En dat is zonde. Daarom kiezen we ervoor om initiatieven meer met elkaar te verbinden en te werken aan de herkenbaarheid ervan. Door de samenhang tussen alle losse projecten duidelijk te maken, zien inwoners en ondernemers namelijk dat hun inzet bij een enkele activiteit bijdraagt aan het grotere geheel. En daardoor voelt hun bijdrage ineens veel betekenisvoller. We spelen hierbij in op wat inwoners herkennen en wat ze trots maakt.
VERTROUWEN: werk met de kracht van binnenuit
Op veel verschillende afdelingen en beleidsterreinen van de gemeente zijn we bezig met vergroening en verduurzaming. We betrekken daarom ook de medewerkers bij de uitvoering van het biodiversiteitsbeleidsplan. Een belangrijk aandachtspunt, want het wordt steeds belangrijker om te zeggen wat je doet en te doen wat je zegt. Is ons gedrag niet in lijn met wat we communiceren, dan verliezen we onze geloofwaardigheid. Het is belangrijk dat medewerkers zich hier bewust van zijn bij het maken en/of uitvoeren van beleid. Aan dat bewustzijn gaan we werken.
VOLHOUDEN: maak één iemand verantwoordelijk
Mensen veranderen niet van de ene op de andere dag. Een boodschap moet vaak herhaald worden, aansluiten bij de kennis en motivatie van de doelgroep én de drempel om het gewenste gedrag uit te voeren, moet zo laag mogelijk zijn. Dit vergt veel inzet en een lange adem. Om een consistent verhaal te realiseren dat op lange termijn effect heeft, maken we één iemand verantwoordelijk voor de communicatie over vergroening en verduurzaming. We investeren in kennis, bewustwording en zichtbaarheid en werken vervolgens toe naar interactie, dialoog en samenwerking.
Actie |
Toelichting |
Wanneer |
Status |
Implementeren strategisch communicatieplan klimaatadaptatie |
We kiezen ervoor om de communicatiestrategie van dit biodiversiteitsbeleidsplan te koppelen aan het Strategisch Communicatieplan Klimaatadaptatie. Het is belangrijk in dat plan een thermometer te stoppen: hoe staat het met de uitvoering van het plan, waar loopt het goed, waar loopt het spaak, waar komt dat door en wat is er nodig om het plan verder tot een goede uitvoer te brengen? Dit moment is ook handig om de doelen nog eens verder aan te scherpen. Wat willen we met communicatie concreet bereiken? Wanneer zijn we tevreden? Op basis daarvan kan het plan aangescherpt en geconcretiseerd worden. |
|
|
Verkennen interne behoeften |
Er is een interne verkenning nodig: welke afdelingen krijgen met biodiversiteit te maken en op welke manier? Zijn zij gemotiveerd om hun beleid en uitvoering natuurinclusief te maken en hebben ze daarvoor de juiste kennis in huis? Zo niet, hoe krijgen we ze dan in de juiste stand? Wat hebben ze nodig om aan de slag te kunnen? Op basis daarvan moet een intern communicatieplan gemaakt worden. Ook hierbij is het belangrijk om concrete doelen te stellen: waar moeten alle communicatie-inspanningen toe leiden? |
|
|
Integreren biodiversiteit in intern beleid en communicatie |
Standaard kopje "biodiversiteit" in gemeentelijk opgavedocument/collegevoorstel, standaard periodiek een bericht op intranet enz. |
|
|
Coördineren uitvoering beleid biodiversiteit |
Op gang brengen van nieuw beleid en interne afstemming en integrale aanpak, ondersteunen initiatieven derden. Verbinding provinciaal programma Natuur voor Elkaar etc.(subsidies) |
2025-2026 |
|
Kennis ontwikkelen intern/extern |
Intern: medewerkers op verschillende niveaus opleiden. Ecologische kennis in huis halen! Extern: Opleidingsbudget beschikbaar stellen voor vrijwilligers, bijv. bezoek studiedag, excursies |
2025-2026 |
|
Uitvoeren communicatie-acties |
Intern: Uitvoeren communicatiestrategie, website, persberichten, doelgroepen benaderen, verbinding met onderwijs etc. Extern: Budget mede voor stimuleren natuurinclusief bouwen en renoveren. Folders voor grondbedrijf. |
Structureel vanaf 2025 |
|
Stimuleren groene maatschappelijke organisaties (o.a. werkgroep groene agenda) |
Intern: Toekennen van middelen. Extern: Budget beschikbaar voor educatie door derden en uitvoeringsprojecten (opschalen insectenweek, boomfeestdag, nestkasjes, monitoren soorten) |
Vanaf 2025 |
|
Ondersteunen scholen |
Bij aanleg en beheer groene schoolpleinen, bij organiseren insectenweek, natuureducatie, etc |
|
|
Stimuleren en faciliteren initiatieven van inwoners en ondernemers |
Intern: ondersteuning zoveel mogelijk laten aansluiten bij acties klimaatadaptatie. intern afstemming van initiatieven etc. Extern: Budget beschikbaar voor biodiversiteit op percelen van particulieren in combinatie met klimaatadaptieve maatregelen |
Vanaf 2025 |
|
Ontwikkelen parels in het groen -publieksactie ontwikkelen beleid biodiversiteit |
Extra educatie en realisatie biodiverse parels in het groen |
2025 en 2026 |
|
Inzetten tuincoaches |
Om bewoners te adviseren over het biodivers (en klimaatadaptief) inrichten van tuinen. Ook kijken of ze ingezet kunnen worden voor bedrijven. |
|
|
Meedoen aan Boomfeestdag |
De gemeente neemt deel via werkgroep Groene Agenda, specifiek om daar ook te vertellen over het belang van biodiversiteit |
|
|
Organiseren insectenweek door Werkgroep Groene Agenda |
Voorlichting over het belang van biodiversiteit staat centraal. Waarbij actie is gericht op verschillende doelgroepen: leerlingen scholen, inwoners en vrijwilligers. |
|
|
Samenwerken met Carmelcollege en Landstede |
Samenwerkingsverband met praktijkonderwijs op het Carmelcollege. Scholieren betrekken bij werken met biodiversiteit |
|
|
Opstellen vlinderkaart of -boek |
Er zou een verspreidingskaart van vlinders in Salland door de jaren heen gemaakt kunnen worden. Of een boek met ‘de vlinders van Salland’ |
|
|
Stimuleren groenontwikkeling in sociaal armere woonwijken |
In de versteende sociaal zwakkere wijken samenwerken en de verbinding zoeken met afdeling sociaal domein gemeente, woningcorporaties, scholen, buurthuizen, etc. |
|
|
Bijlage 2 Natuurstructuurkaarten
Raalte - divers
Gidssoorten: huismus, egel en dagpauwoog
Kenschets:
- -
Raalte ligt deels op een dekzandlaagte en deels op een dekzandhoogte. De kern kent daardoor een afwisseling van nattere en drogere omstandigheden. De natte delen van de kern worden gevoed door kwelwater afkomstig van de Sallandse heuvelrug. De kwaliteit van dit grondwater is hoog: op locaties waar kwaliteit van de bodem ook hoog is leidt dat tot bijzondere natuurwaarden. Zoals bij de woonwijk Fransiscushof, hier heeft zich op het laagste gedeelte een zeer soortenrijke vegetatie ontwikkeld met bijzondere soorten als moeraswespenorchis en rietorchis. Het landschap rondom de kern is veelal kleinschalig met bomenrijen, houtsingels en bosjes.
- -
Op korte afstand gelegen zijn er hotspots van biodiversiteit, waaronder Boetelerveld en landgoederen ten zuiden en noorden van de kern. De kern en deze gebieden zijn relatief goed met elkaar verbonden door een netwerk van houtsingels, bosjes, wegbegeleidende beplanting, bermen, sloten en weteringen. Dit netwerk van landgoederen en tussengelegen landschapselementen vormt samen met de kernen van Heino, Laag Zuthem en Heeten (en Mariënheem?) een relatief aangesloten groen gebied.
- -
Het karakter van een typisch kleine stad:
- °
Veel dynamiek en variatie: nieuwbouw, herinrichting, inbreiding en beheer van de openbare ruimte (waaronder groen) zorgen voor een continu veranderende biotoop voor soorten (waaronder kansen voor tijdelijke natuur)
- °
De kern vormt een eigen en op zichzelf staande biotoop voor soorten van bebouwde en parkachtige omgeving.
- °
met jaren 60-90 wijken met veel groen en hoog aanbod aan geschikte woningen voor gebouwbewonende soorten als huismus, gierzwaluw en vleermuizen.
- °
Groot oppervlak ingenomen door industrie en ondernemingen, geconcentreerd op de Zegge. Daar is weinig ruimte voor groen- en blauwe elementen. Gebouwen veelal niet geschikt voor dieren.
- °
Nieuwbouwwijken en een historische kern met weinig bomen en versteende tuinen.
- °
- -
De natuurwaarden binnen de kern zijn het hoogst op locaties waar robuuste en biodiverse groen- en blauwe structuren aanwezig zijn in combinatie met groene, niet versteende wijken. De randen scoren hierbij het hoogst. De kern is van groot belang voor regionale populaties van huismus, gierzwaluw, gewone dwergvleermuis, laatvlieger. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht bij onderhoud, renovatie en isolatie van woningen. Ook komen diverse soorten van bebouwde en parkachtige omgevingen voor, waaronder egel en dagpauwoog.
- -
In de kern is relatief veel hittestress aanwezig, het meest uitgesproken op de industriegebieden en wijken met weinig openbaar groen en/of versteende tuinen (waaronder de dorpskern en nieuwbouwlocaties).
- -
Er zijn diverse voorbeelden van projecten en maatregelen te vinden waarbij de afgelopen jaren ruimte voor groen en biodiversiteit is gecreëerd, waaronder herinrichting van de Grote Markt, Almelosestraat, ecologisch bermbeheer op diverse percelen, waaronder op de hoek van de Kastanjelaan-Westdorplaan en aanleg van de pluktuin aan De Blekstraat
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Het Overijssels Kanaal als blauwe (en plaatselijk groene) verbinding door de kern. Langs een deel van Kanaaldijk Westzijde en de Acacialaan is deze verbinding robuust door aanwezigheid van (oude) opgaande beplanting.
- -
Park Drostenkamp, Raarhoek en Fransiscushof: hotspots van biodiversiteit door combinatie van water, bosschages/bos, kruidenrijk grasland en plaatselijk ruigte/struweel. Leefgebied voor veel soorten.
- -
Randpark ten westen van Raalte (parallel lopend aan de N348): belangrijk verbindend element voor veel vogels en zoogdieren. Leefgebied voor veel soorten door zeer divers assortiment bomen en struiken (divers aanbod van voedsel).
- -
Opgaande beplanting langs Acacialaan en rond het hoogspanningsstation (Westdorplaan), de begraafplaats en volkstuincomplex Het Erf en langs groenzone bij Koriander en Lavendel. Het geheel vormt een robuuste en aaneengesloten groenstructuur, verbinding voor vogels en vleermuizen en zorgt ter plaatse voor veel schaduw. De zuidwest-noordoost georiënteerde eikenhoutwal tussen de Elzenlaan en Kastanje en de beplanting langs de Westdorlaan en deel van de Acacialaan zijn hierbij bijzonder, als één van de weinige historische groenelementen die behouden zijn gebleven bij realisatie van de wijken in Raalte.
- -
Opgaande beplanting tussen park Drostenkamp en basisschool de Zonnehof, via zorgcentrum Centraal Hart, Sportvereniging Raalte en basisschool De Korenbloem. De beplanting rond het sportpark is hierbij bijzonder, als één van de weinige historische groenelementen die behouden is gebleven bij realisatie van de wijken in Raalte.
- -
Opgaande beplanting achter gemeentehuis en het Hertenkamp.
- -
Vijver langs de Landrechtweg met aansluitend bos en kruidenrijk grasland.
- -
Netwerk van vijvers en watergangen in het Overstigt, De Berkte en Het Raan.
Kansen/maatregelen
- -
Tegengaan hittestress, door ontstenen, toepassen warmte-absorberend groen en blauw en behoud en planten van schaduwgevende loofbomen. Aanplant van divers assortiment bij nieuwbouwwijken en herinrichting projecten en op inbreidingslocaties. Stimuleren dat bewoners toekomstbestendige bomen in hun achtertuin aanplanten: divers assortiment van inheemse loofbomen aanbieden.
- -
Natuurvriendelijk isoleren: wijk of buurtgerichte aanpak, eventueel werken met gebiedsgerichte ontheffing middels een SMP. Focus op wijken met veel geschikte woningen voor gebouw bewonende soorten (globaal jaren 60-90 woningen). Dit betreft hoofdzakelijk de wijken Hartkamp, Langkamp, Westendorp, Blekkerhoek en De Olykampen.
- -
Versterken verbindingen:
- °
Nectarverbindingen tussen Boetelerveld & landgoederen en Raalte, met name om insecten (o.a. dagvlinders) uit deze hotspots de kans te geven zich te verplaatsen naar de kern (en vice versa). Te realiseren door ecologisch bermbeheer langs gemeentewegen toe te passen. Let wel: er is erg weinig ruimte in wegbermen langs wegen tussen het Boetelerveld en Raalte. Wellicht combinatie zoeken met akkerrandbeheer/bloemrijke graslandzones langs aangrenzende percelen van agrariërs.
- °
Natuurvriendelijke oevers creëren bij het Overijssels kanaal i.s.m. het waterschap, realisatie van groenstructuren grenzend aan het kanaal en aanplant van bomen op ‘kale’ locaties om verbinding robuuster te maken.
- °
Versterken groene oost-west verbinding door Raalte heen, bijvoorbeeld door zone tussen spoorlijn en N-weg hiervoor te benutten door aanleg van een robuuste groen/parkstructuur.
- °
Biodiversiteitsversterkende maatregelen om bestaande verbindingen robuuster te maken, denk aan meer variatie, ecologisch bermbeheer, realisatie struweel, ruigte en mantelzoomvegetatie, laten liggen dood hout, et cetera. Interessant op locaties waar ruimte en veel zon is zoals de groenzone achter de Johanna van Burenlaan.
- °
Bestaande groene verbindingen langs de autowegen versterken door aanplant van bomen in gaten en bij laanvernieuwing kiezen voor een divers assortiment (en gefaseerd uitvoeren).
- °
- -
Vergroten voedselaanbod en geschikt leefgebied voor insecten, vogels en zoogdieren in de hele kern door ecologisch bermbeheer, aanleg biodiversiteitsstroken, aanplant van voedselbosjes en struweel, et cetera.
- -
Stimuleren van groene tuinen in het kader van wateropvang, aantrekkelijk groen en biodiversiteit, waaronder stimuleren van groene erfafscheidingen waar o.a. egel vrij langs kan bewegen.
Heino – tussen de landgoederen
Gidssoorten: huismus, eekhoorn en dagpauwoog
Kenschets:
- -
De kern ligt deels op een dekzandruggen en deels op het weteringen landschap. De kern en zijn omgeving kent daardoor een afwisseling van nattere en drogere omstandigheden. Op natte locaties zoals bij de ijsbaan van Heino en bij enkele agrarische percelen bij Averheino is de kwaliteit van opkomend grondwater (kwel) hoog, te zien aan het voorkomen van een soortenrijk grasland met veel bijzondere soorten, waaronder moeraswespenorchis. Het landschap rondom de kern is kleinschalig, met name ter hoogte van de landgoederen.
- -
Rond de randen van de kern is veel groen aanwezig, met name door de bosrijke landgoederen ten noorden en zuiden. De landgoederen verbinden samen met een netwerk van houtsingels, bosjes, weg begeleidende beplanting, bermen, sloten en weteringen de kern Heino met Raalte en Laag Zuthem. De aanwezigheid van bossoorten als eekhoorn, boomklever en diverse andere vogels is een natuurkwaliteit van Heino, met name aan de zuidzijde waar grote barrières ontbreken.
- -
Het karakter van een typisch kleine stad:
- °
Veel dynamiek en variatie: nieuwbouw, herinrichting, inbreiding en beheer van de openbare ruimte (waaronder groen) zorgen voor een continu veranderende biotoop voor soorten (waaronder kansen voor tijdelijke natuur)
- °
De kern vormt een eigen en op zichzelf staande biotoop voor soorten van bebouwde en parkachtige omgeving.
- °
met jaren 60-90 wijken (Heino Zuid en De Kampen) met veel groen en hoog aanbod aan geschikte woningen voor gebouwbewonende soorten als huismus, gierzwaluw en vleermuizen.
- °
Groot oppervlak ingenomen door industrie en ondernemingen, geconcentreerd op Blankenfoort. Weinig ruimte voor groen- en blauwe elementen. Gebouwen veelal niet geschikt voor dieren.
- °
Nieuwbouwwijken en een historische kern met weinig bomen en versteende tuinen.
- °
- -
De natuurwaarden binnen de kern zijn het hoogst op locaties waar robuuste en biodiverse groen- en blauwe structuren aanwezig zijn in combinatie met groene, niet versteende wijken. De randen van Heino scoren hierbij het hoogst. De kern is van groot belang voor regionale populaties van huismus, gierzwaluw, gewone dwergvleermuis, laatvlieger. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht bij onderhoud, renovatie en isolatie van woningen. Ook komen diverse soorten van bebouwde en parkachtige omgevingen waaronder egel en dagpauwoog.
- -
In de kern is relatief veel hittestress aanwezig, het meest uitgesproken op de industriegebieden en wijken met weinig openbaar groen en/of versteende tuinen (waaronder de dorpskern en nieuwbouwlocaties).
- -
Er zijn diverse voorbeelden van projecten en maatregelen te vinden waarbij de afgelopen jaren ruimte voor groen en biodiversiteit is gecreëerd, waaronder aanplant van dorpsboomgaard Heino en toepassen van een extensief maaibeheer ter plaatse.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Bosrijke landgoederenzone ten noorden, zuiden en zuidoosten van de kern, waaronder landgoederen ’t Rozendael, ‘t Reelaer Vlaminckhorst en De Gunne en Dorpsboomgaard Heino. Leefgebied voor veel bossoorten.
- -
Oude erf- en laanbeplanting langs de begraafplaats en bij sportpark Heino. Belangrijke verbindende elementen tussen landgoed en de kern.
- -
Groenzone langs De Cingel en de Heerd. Belangrijk verbindend element voor veel soorten.
- -
Groenzone met water, natuurvriendelijke oevers en kruidenrijke vegetatie langs industrieterrein Blankenfoort. Veel insecten en nectar.
Maatregelen:
- -
Tegengaan hittestress, door ontstenen, toepassen warmte-absorberend groen en blauw en behoud en planten van schaduwgevende loofbomen. Aanplant van divers assortiment bij nieuwbouwwijken en herinrichting projecten en op inbreidingslocaties. Stimuleren dat bewoners toekomstbestendige bomen in hun achtertuin aanplanten: divers assortiment van inheemse loofbomen aanbieden.
- -
Natuurvriendelijk isoleren: wijk of buurtgerichte aanpak, eventueel werken met gebiedsgerichte ontheffing middels een SMP. Focus op wijken met veel geschikte woningen voor gebouw bewonende soorten (globaal jaren 60-90 woningen). Dit betreft hoofdzakelijk de wijken Heino Zuid en De Kampen.
- -
Ten zuiden van Heino op landgoed ’t Rozendael en in de bosopstand aan de Satinklaan komt eekhoorn voor. Om Eekhoorn in het zuidelijk deel van Heino te stimuleren kunnen de volgende maatregelen worden genomen:
- °
Eekhoornvriendelijk groenbeheer: Aanplant of juist te laten staan van loofbomen en naaldbomen, die ze als voedselbron en nestplaats kunnen gebruiken. De volgende soorten zijn voor eekhoorn geschikt: hazelaar, walnoot, beuk, zomer- en wintereik, tamme kastanje, grove den en fijnspar.
- °
De kap van naaldbomen en holle loofbomen dient in de winter voor 1 februari te gebeuren. Deze bomen zijn vanaf die datum mogelijk in gebruik als nestlocatie.
- °
- -
Er liggen diverse kansen om de landgoederen in het noorden beter te verbinden met de in het zuiden gelegen landgoederen, bijvoorbeeld door:
- °
De uitbreiding van Heino is onder andere gepland aan de westzijde van de kern. Bij realisatie van de woonopgave liggen kansen om hier een groene verbinding te realiseren. Bijvoorbeeld door toepassen van een robuuste groen en blauwe dooradering in de vorm van houtsingels, bosjes, sloten, et cetera. Bij voorkeur realiseren aan de rand van de nieuwe woonwijk.
- °
De zone langs de N35 te benutten, bijvoorbeeld door de kruidenrijke vegetatie langs industrieterrein Blankenfoort door te trekken tot aan Volkstuin Heino de Beukelaer.
- °
Groene verbindingen door Heino heen te verbeteren. Bijvoorbeeld door bij herinrichting van de Zwolseweg – Dorpsstraat veel (aaneengesloten) groen te realiseren.
- °
- -
Vergroten voedselaanbod en geschikt leefgebied voor insecten, vogels en zoogdieren in de hele kern door ecologisch bermbeheer, aanlegbiodiversiteitsstroken, aanplant van voedselbosjes en struweel, et cetera. Grote kansen liggen bijvoorbeeld bij speeltuin Kiezebos en de brede bermen in woonwijk De Kampen.
- -
Bestaande groene verbindingen langs wegen versterken door aanplant van bomen in gaten en bij laanvernieuwing kiezen voor een divers assortiment (en gefaseerd uitvoeren).
- -
Stimuleren van groene tuinen in het kader van wateropvang, aantrekkelijk groen en biodiversiteit, waaronder stimuleren van groene erfafscheidingen waar o.a. egel vrij langs kan bewegen.
Heeten – groen omzoomd
Gidssoorten: huismus, egel en dagpauwoog
Kenschets:
- -
Heeten ligt deels op een dekzandlaagte (met name de west en zuidrand) en deels op een dekzandhoogte. De kern kent daardoor een afwisseling van nattere en drogere omstandigheden. Het landschap rondom de kern is afwisselend open en grootschalig en kleinschalig met bomenrijen, houtsingels en bosjes. Aan de noordzijde loopt het kleinschalige landschap door tot aan landgoed Schoonheeten. Soorten die in dit kleinschalige landschap voor komen zijn onder andere patrijs en koevinkje.
- -
Ten noorden van de kern ligt landgoed Schoonheten en een bosrijk en gevarieerd gebied dat via bomenrijen, houtsingels en bosjes goed verbonden is met de kern Heeten. Ten zuiden van de kern liggen ook enkele grotere bosopstanden. Andere grootschalige natuur ontbreekt in de omgeving van Heeten.
- -
Het Overijsselsch kanaal aan de westzijde van de kern vormt samen met begeleidende beplanting een noord-zuid georiënteerde groenblauwe verbinding tussen Raalte en Deventer.
- -
Een kenmerkende dagvlinder van de kern is de dagpauwoog die voorkomt in bloemrijke tuinen en erven. Ook egel komt voor in tuinen.
- -
De bebouwde omgeving binnen de kern is redelijk groen: verharding in tuinen is beperkt (en dan vooral bij nieuwbouw), hoewel in weinig tuinen bomen of struiken zijn te vinden.
- -
Van hittestress is in Heeten geen sprake, alleen op de versteende percelen op het industriegebied.
- -
Populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, gierzwaluw, spreeuw en vleermuizen zijn relatief groot, gezien het relatief lage aanbod aan (geschikte) woningen in de kern (jaren 60-90) met veel groen rondom. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht voor onderhoud, renovatie en isolatie van woningen.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Volkstuinen en poel bij Alingcamp, gevarieerd leefgebied voor veel soorten.
- -
Houtsingels, bosjes en sloten langs een groot deel van de rand van Heeten, waaronder de bosopstanden bij ZGR Stevenskamp en langs het sportpark vormen samen een groen blauwe verbinding langs de kern.
Maatregelen:
- -
Tegengaan hittestress, door ontstenen, toepassen warmte-absorberend groen en blauw en behoud en planten van schaduwgevende loofbomen. Aanplant van divers assortiment bij nieuwbouwwijken en herinrichting projecten en op inbreidingslocaties. Stimuleren dat bewoners toekomstbestendige bomen in hun achtertuin aanplanten: divers assortiment van inheemse loofbomen aanbieden.
- -
Natuurvriendelijk isoleren: wijk of buurtgerichte aanpak, eventueel werken met gebiedsgerichte ontheffing middels een SMP. Focus op wijken met veel geschikte woningen voor gebouw bewonende soorten (globaal jaren 60-90 woningen).
- -
Het versterken van de groenzone rondom de (gehele) kern om zo een robuuste groenblauwe verbinding te realiseren. Bijvoorbeeld door ecologisch bermbeheer, aanplant van bomen, het toepassen van een mantelzoomvegetatie langs bestaande houtopstanden en aanleg van waterpartijen met natuurvriendelijke oever.
- -
Bij het sportpark, ZGR Stevenskamp en het zonnepark liggen mogelijkheden om een robuuste groenstructuur te realiseren. Bijvoorbeeld door aanplant van schaduwgevende bomen, struweel, poelen en toepassen van ecologisch graslandbeheer (in plaats van gazonbeheer).
Luttenberg - bosrijk
Gidssoorten: eekhoorn, kleine vos en zanglijster
Kenschets:
- -
Luttenberg ligt op een dekzandhoogte. De kern kent daardoor een droog karakter. De kern ligt in een kleinschalig landschap met wegbeplanting en verspreid bosjes en houtsingels langs agrarische percelen.
- -
Het natuurlijk karakter van de kern komt hoofdzakelijk tot uitdrukking door de ligging aan de voet van de Luttenberg en de directe nabijheid van een groot bosgebied. De nabijheid van de Sallandse heuvelrug en de diverse bospercelen aan de west- en noordzijde van de kern versterken dit karakter. Dit is direct terug te zien in het voorkomen van diverse bosvogels als boomklever en boomkruiper, maar ook typische bosbewonende zoogdieren als eekhoorn, wezel, das en rosse vleermuis. Veel van deze soorten komen ook in de tuinen van de dorpskern voor en verplaatsen zich onder andere via de hoofdgroenstructuur door de kern heen (met name de vogels en vleermuizen).
- -
Populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, gierzwaluw en vleermuizen zijn klein gezien het relatief lage aanbod aan (geschikte) woningen in de kern. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht bij onderhoud, renovatie en isolatie van woningen.
- -
Watergebonden soorten ontbreken hoofdzakelijk in en rond de kern: open wateren zijn in de directe omgeving beperkt aanwezig.
- -
De bebouwde omgeving binnen de kern is redelijk groen: verharding in tuinen is beperkt (en dan vooral bij nieuwbouw), hoewel in weinig tuinen bomen of struiken zijn te vinden. Grote bomen zijn alleen te vinden in het openbaar groen. In tuinen binnen de kern zijn soorten als kleine vos en zanglijster te verwachten.
- -
Van hittestress is geen sprake, behalve op het industrieterreintje.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Groene percelen aan de Holteveensweg en het Kerkpad, vormen met bosgebied de Luttenberg een robuuste groene hoofdstructuur em hotspot van biodiversiteit voor o.a. bosvogels en zoogdieren
- -
Wegbegeleidende beplanting langs de Harmelinkstraat en Lemelerweg (groene noordzuid verbinding)
- -
Wegbegeleidende beplanting Elskampweg en Butzelaarstraat (groene oostwest verbinding)
Kansen/maatregelen
- -
Hoofddoel: stimuleren om het bos en de bossoorten zoveel als mogelijk in de kern van Luttenberg te krijgen en daardoorheen, met focus op behoud en versterken van bestaande groenstructuur.
- °
Stimuleren dat mensen inheemse en toekomstbestendige bomen in hun achtertuin aanplanten.
- °
De bestaande groene verbindingen langs de autowegen versterken (met name de noordzuid en oostwest as), door aanplant van bomen in gaten, ecologisch bermbeheer waar mogelijk en bij laanvernieuwing kiezen voor een divers assortiment (en gefaseerd uitvoeren).
- °
Stimuleren dat de kavels (met name aan de rand van de dorpskern) inzetten op groene erfafscheidingen waar egel, wezel en andere soorten vrij langs kunnen bewegen.
- °
- -
Met het vele oppervlak aan bos liggen er kansen om gevarieerde bosranden te creëren (mantelzoom vegetatie), dit kan zonder aanplant van nieuwe bomen, door bijvoorbeeld de bomen in de bosrand terug te zetten en een deel van het grasland grenzend aan het bos te laten verruigen.
- -
Verhogen voedselaanbod voor insecten in de kern door laten staan danwel verruigen van openbaar en particulier groen
- °
Bermen langs daarvoor geschikte wegen
- °
Openbaar groen, bijv. bij het wandelpad gelegen tussen de Stuwwal, Lemelerweg en Zandrug
- °
Grasland in de oksel van de Butzelaarstraat en Harmelinkstraat (bijvoorbeeld een zone aan de rand van het perceel inrichten als bloemenweide)
- °
- -
Ecologisch grasland beheer op IJsbaan het Wak. In combinatie met het aangrenzende bosperceel vormt dit een robuust geheel, zeker als de bosrand als mantelzoomvegetatie wordt beheerd. NB. IJsbaantjes zijn vaak floristisch gezien zeer waardevol, omdat agrarisch gebruik vaak niet of lang geleden heeft plaats gevonden (wat overigens in Luttenberg niet het geval lijkt te zijn).
- -
Toevoegen van een poel aan de rand van Luttenberg, idealiter aan de noordzijde ter hoogte van de IJsbaan binnen maximaal 200 meter van een bosperceel.
Laag Zuthem – langs de Wetering
Gidssoorten: steenuil, weidevogels en bruin zandoogje
Kenschets en natuurwaarden:
- -
De kern ligt op de overgang van het rivierenlandschap naar het dekzandlandschap in het zogenaamde kommenlandschap. Dit landschap heeft een zeer open en nat karakter en wordt doorsneden door sloten en weteringen. Met name polder Sekdoorn en het Lierder- en Molenbroek. Dit landschap is met name ten oosten van de nieuwbouwwijk Kleine Hagen zichtbaar en beleefbaar. In dit landschap zijn weidevogels de meest kenmerkende natuurwaarde. De hoogste dichtheid aan weidevogels is te vinden in de plasdraszone ten zuiden van Laag Zuthem ter hoogte van de Colckhof.
- -
Ten westen en zuiden van Laag Zuthem zijn -rondom de spoorlijn Zwolle-Almelo- grote natte bosopstanden aanwezig. Deze vormen een groene verbindingszone met de landgoederen Den Alerdinck en de Colckhof en verder naar Heino. In deze bossen komen vogels als zwartkop, tjiftjaf, geelgors, sijs, goudvink en goudhaan voor.
- -
Kenmerkend voor de kern is de ligging rondom de Nieuwe Wetering. Dit kanaal vormt met zijn oevers en aangrenzende bermen en bomenrijen een belangrijke groen-blauwe verbinding door het open landschap tussen Laag-Zuthmen en Zwolle. Tussen de splitsing van het Overijssels kanaal-Nieuwe Wetering en het gemaal Linterzijl is de verbinding robuust. In deze zone ligt aangrenzend aan de dijk een zeer brede berm – tot plaatselijk 25 meter- met een hoge soortenrijkdom aan planten en insecten. Kenmerkend hier is het voorkomen van zeldzame ‘dijksoorten’ als kruisbladwalstro, steenanjer, wilde tijm en knolboterbloem. Onderaan de dijk komen natte graslandsoorten als echte koekoeksbloem, gewone dotterbloem en wilde kievitsbloem voor.
- -
Het noordwestelijk deel van Laag-Zuthem, ten westen van de Langeslag en rondom de erven van Den Heuvel en Wechele is belangrijk leefgebied voor steenuil en amfibieën. Met name door de aanwezige poelen.
- -
Populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, gierzwaluw, huiszwaluw, spreeuw en vleermuizen zijn klein gezien het relatief lage aanbod aan (geschikte) woningen in de kern. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht voor onderhoud, renovatie en isolatie van woningen. In groene tuinen en erven aan de rand van de kern komen soorten als bruin zandoogje voor.
- -
De bebouwde omgeving binnen de kern is groen: verharding in tuinen is zeer beperkt aanwezig.
- -
Van hittestress is geen sprake.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Belangrijke groenstructuren van de gemeente ontbreken binnen de kern. Belangrijke groen en blauwe elementen buiten de groenstructuur van de gemeente zijn de Nieuwe Wetering, de bossen rond de spoorlijn en tuin en erfbeplanting op particulier gronden.
Maatregelen:
- -
De grootste kansen liggen in het stimuleren van de biodiversiteit langs de Nieuwe Wetering, bijvoorbeeld door een combinatie van natuurvriendelijke oevers, aangrenzend kruidenrijk grasland, struweel/ruigte en bosopstanden.
- -
Aan de noordkant van Laag Zuthem liggen enkele grote erven die geschikter gemaakt kunnen worden voor steenuil. Onder andere door het stimuleren van rommelhoekjes, plaatsen van nestkasten en realiseren van heggen, hagen, bosjes, solitaire bomen of een hoogstamfruitboomgaard. Maar ook door akkerrandbeheer toe te passen of houtsingels op perceelsafscheidingen te plaatsen.
- -
Naar het westen toe kan de groenblauwe verbinding(en) versterkt worden. Bijvoorbeeld door ecologisch bermbeheer toe te passen in de bermen van de Kolkweg of daar een bomenrij te realiseren.
- -
Verhogen voedselaanbod voor insecten in de kern door laten staan danwel verruigen van openbaar en particulier groen
Broekland – tussen weide en bos
Gidssoorten: Kleine watersalamander en koevinkje
Kenschets:
- -
Broekland ligt in een dekzandlaagte en kent daardoor een nat karakter. Dit landschap loopt door naar het noord en zuiden. Het landschap hier is open, opgaande beplanting ontbreekt nagenoeg volledig. Alleen op erven is groen aanwezig en langs enkele wegen staan bomenrijen. De soortenrijkdom is in dit landschap laag, met name door het hoog productieve karakter van de landbouwpercelen, maar ook door het ontbreken van natuurlijke elementen als natuurvriendelijke oevers en opgaande beplanting. Een vogel als witte kwikstaart past in dit landschap. Op plekken met water en begroeiing in de buurt is een soort als kleine watersalamander te verwachten.
- -
In het westen en oosten grenst de kern aan een dekzandvlakte, die iets hoger ligt dan Broekland en daardoor een droger karakter heeft. Het landschap is hier kleinschaliger dan in de dekzandlaagte, met name door aanwezigheid van houtsingels en bosjes. In dit landschap komen dagvlinders als koevinkje veel voor. Ten oosten van Broekland liggen op de dekzandvlakte een groot complex van bosopstanden. Deze bossen zijn relatief oud en bestaan uit een combinatie van loofboom- en naaldboompercelen. In de loofboom opstanden komen plantensoorten voor van een oude bosbodem, waaronder dalkruid, salomonszegel, grote muur en bosanemoon. De bossen zijn belangrijk voor bosvogels als boomklever en middelste bonte specht.
- -
De kern ligt min of meer geïsoleerd in het landschap. Duidelijke groenblauwe verbindingen met andere kernen en/of natuurgebieden zijn niet aanwezig.
- -
Populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, gierzwaluw, spreeuw en vleermuizen zijn klein gezien het relatief lage aanbod aan (geschikte) woningen in de kern. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht bij onderhoud, renovatie en isolatie van woningen.
- -
De bebouwde omgeving binnen de kern is redelijk groen: verharding in tuinen is beperkt (en dan vooral bij nieuwbouw), hoewel in weinig tuinen bomen of struiken zijn te vinden. Grote bomen zijn alleen te vinden in het openbaar groen.
- -
Van hittestress is geen sprake, behalve op het industrieterreintje.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
De bossen ten oosten van Broekland. Leefgebied voor veel soorten.
- -
Beplanting rond begraafplaats en daaraan grenzende weilanden (evenemententerrein) met erf in de oksel van Pereland-Horstweg. Belangrijk foerageergebied voor vleermuizen.
- -
Bomenrij met ondergroei langs de Langerhorstweg, deel tussen Rabbershoek en Nieuwe Wetering, belangrijke groene noordzuid-verbinding.
Maatregelen:
- -
Aan de westzijde van de kern heeft realisatie van natte natuur veel potentie, waaronder aanleg van poelen, maar ook aanbrengen van natuurvriendelijke oevers langs sloten en weteringen.
- -
Rond het sportpark SV Broekland en bij de begraafplaats liggen kansen om de biodiversiteit te versterken. Waaronder toepassen van ecologisch (extensief) maaibeheer en versterken van de bestaande houtsopstanden door toevoegen van struweel, mantelzoomvegetatie en ruigte.
- -
Bestaande (groene) verbindingen verbeteren:
- °
Langs de Langerhorsterweg aanplant van bomen in gaten en bij laanvernieuwing kiezen voor een divers assortiment (en gefaseerd uitvoeren).
- °
Langs de Nieuwe wetering aanplant beplanting (solitaire bomen, struweel, bosjes), aanbrengen van natuurvriendelijke oevers en aansluitend kruidenrijke vegetaties op grasland realiseren.
- °
Langs noordzijde ter hoogte van Klein Weulink struweel toepassen en meer bomen plaatsen.
- °
Barrières tussen water en bos verzachten. Bijvoorbeeld door realiseren faunapassage.
- °
- -
De akkers en weilanden tussen de bospercelen ten oosten van broekland hebben veel potentie voor veel soorten die in de bosrand voorkomen. Gedacht kan worden aan toepassen van kruidenrijke randen, een extensiever beheer van het land, aanleg van poelen en versterken van de bosranden met struweel en ruigte.
Mariënheem – stapsteen tussen Raalte en Boetelerveld
Gidssoorten: witte kwikstaart en kleine vos.
Kenschets:
- -
Mariënheem ligt deels op een dekzandlaagte en deels op een dekzandhoogte. De kern kent daardoor een afwisseling van nattere en drogere omstandigheden. Het landschap rondom de kern is open en relatief grootschalig. Bomenrijen en houtwallen maken het landschap plaatselijk wat kleinschaliger. Een vogel als witte kwikstaart voelt zich hier thuis.
- -
De kern heeft een duidelijk relatie met de kern Raalte en biodiversiteitshotspot Boetelerveld die beiden op korte afstand liggen. De kern vormt een stapsteen tussen N2000-gebied Boetelerveld en Raalte voor vogels, dagvlinders en andere insecten. De N35 en de spoorlijn Zwolle-Almelo zijn hierbij bepalende elementen die functioneren als groene verbinding voor insecten (bermen N35) en vogels (bosopstanden rondom spoorlijn). Overigens vormen deze infrastructurele werken ook een barrière voor grondgebonden soorten als zoogdieren en amfibieën.
- -
Door de kern heen loopt een groen-blauwe verbindingszone, vanaf het industrieterreintje in het oosten richting de Wissinkweg.
- -
Populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, gierzwaluw, spreeuw en vleermuizen zijn klein gezien het relatief lage aanbod aan (geschikte) woningen in de kern. Deze soorten zijn bij wet beschermd en vragen aandacht bij onderhoud, renovatie en isolatie van woningen.
- -
De bebouwde omgeving binnen de kern is redelijk groen: verharding in tuinen is beperkt (en dan vooral bij nieuwbouw), hoewel in weinig tuinen bomen of struiken zijn te vinden. In de kern is een soort als kleine vos te verwachten. Grote bomen zijn alleen te vinden in het openbaar groen.
- -
Van hittestress is geen sprake, behalve op het industrieterreintje.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Beplanting bij de begraafplaats, kerk, beeldentuin en ten oosten van Keizerskamp. Leefgebied voor veel soorten.
- -
Groenblauwe verbinding (sloot, grasland en bomen) langs de Sluizenmoat, Krusestraat en langs het industrieterrein.
- -
Bomenrij met ondergroei langs de Wissinkweg, goede verbinding voor soorten met het buitengebied.
Maatregelen:
- -
Stimuleren van nectarverbinding(en) met het Boetelerveld en Raalte, om verspreiding van soorten als kleine vuurvlinder van en naar de kern mogelijk te maken. Bijvoorbeeld door toepassen van ecologisch bermbeheer langs de Jongstraat, Raamsweg en Boetelerveldweg.
- -
Het realiseren van faunapassages om de N35 en spoorlijn als barrière voor soorten te verzachten. Overigens biedt het verplaatsen van het tracé van de N35 kansen om de vrijgekomen ruimte in te richten als groene (verbindings) zone.
- -
Binnen de kern liggen veel mogelijkheden voor ecologisch bermbeheer in o.a. wegbermen, bij sportvereniging en de ijsbaan
Nieuw Heeten - aan de voet van de heuvelrug
Gidssoorten: koevinkje, eekhoorn en kamsalamander
Kenschets:
- -
Nieuw Heeten ligt deels op een dekzandlaagte en deels op een dekzandhoogte. De kern kent daardoor een afwisseling van nattere en drogere omstandigheden. Het landschap rondom de kern is hoofdzakelijk kleinschalig met bomenrijen, houtsingels en bosjes langs wegen en percelen. Plaatselijk is het landschap opener en grootschaliger.
- -
De kern ligt bijna aan de voet van de Sallandse heuvelrug en is via bosjes en beplanting langs wegen hiermee goed verbonden. Doordat rond de kern ook relatief veel (grotere) bosopstanden voorkomen is het voorkomen van bossoorten als eekhoorn, boomklever en koevinkje kenmerkend. Ook bijzonder is het voorkomen van kamsalamander (aandachtsoort provincie Overijssel!) in poelen op de westflank van de Sallandse Heuvelrug. Aan de kern vast ligt vakantiepark Sallandshoeve: een bosrijke omgeving, met poelen. In de omgeving van de kern liggen geen andere grote(re) natuurgebieden.
- -
Populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, gierzwaluw, spreeuw en vleermuizen zijn klein gezien het relatief lage aanbod aan (geschikte) woningen.
- -
De bebouwde omgeving binnen de kern is redelijk groen: verharding in tuinen is beperkt (en dan vooral bij nieuwbouw), hoewel in weinig tuinen bomen of struiken zijn te vinden. Van hittestress is geen sprake, alleen op de versteende percelen op het industrieterreintje.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
Vakantiepark Sallandshoeve en omzomende houtopstanden vormen samen een robuuste groenstructuur, o.a. door poel is dit gebied van grote waarde voor de biodiversiteit in de kern.
Maatregelen:
- -
Versterken verbindingen met Sallandse heuvelrug door middel van ecologisch bermbeheer en aanleg van aangesloten lint van poelen (op maximaal 300 meter afstand van elkaar gelegen). Wanneer deze maatregelen worden gecombineerd met versterken van het kleinschalig landschap door aanleg van houtsingels en bosjes kan een geschikt biotoop voor kamsalamander ontstaan.
Lierderholthuis - boerenlandkern
Gidssoorten: gierzwaluw, witte kwikstaart, weidevogels en Icarusblauwtje
Kenschets:
- -
De kern ligt op de overgang van het rivierenlandschap naar het dekzandlandschap in het zogenaamde kommenlandschap. Lierderholthuis ligt in het Lierder- en Molenbroek, een zeer open en grootschalig landschap doorsneden door sloten en weteringen. Dit landschap is rondom de hele kern zichtbaar en beleefbaar. In dit landschap zijn weidevogels de meest kenmerkende natuurwaarde. De hoogste dichtheid aan vogels is te vinden in de plasdraszone ten noorden van Lierderholthuis ter hoogte van de Colckhof. De witte kwikstaart is een typische boerenlandvogel die thuis hoort in het grootschalige en hoogproductief agrarisch landschap waar Lierderholthuishuis in ligt.
- -
De kern ligt min of meer geïsoleerd in het buitengebied, robuuste groenblauwe verbindingen ontbreken.
- -
De kern heeft het karakter van een groot erf en herbergt (zeer) kleine populaties van de gebouwbewonende soorten huismus, spreeuw, gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Typische boerenerfsoorten als huiszwaluw, steenuil, kerkuil en ringmus ontbreken. De kerk is een waardevol object als verblijfplaats voor laatvlieger en gierzwaluw.
- -
Een kenmerkende dagvlinder van de kern is het icarusblauwtje die voorkomt in bloemrijke tuinen en erven.
- -
Bomen zijn binnen de kern spaarzaam aanwezig. Tuinen zijn veelal onverhard, hoewel opgaande struiken en bomen veelal ontbreken.
- -
De hoogste natuurwaarden zijn aanwezig aan de zuidrand van de kern. Hier liggen enkele grote percelen met onder andere poelen, hoogstamfruitboomgaarden en enkele grote bomen. Dit vormt zeer geschikt leefgebied voor amfibieën en veel erfvogels.
- -
Van hittestress is geen sprake.
Belangrijke groenstructuren voor soorten die in de kern of aan de rand voorkomen:
- -
De groenzone in het zuiden van de kern met daarin een hoogstamfruitboomgaard, poel en kruidenrijk grasland is een belangrijke groenstructuur voor veel soorten.
- -
De beplanting en bermen langs de Herenbrinksweg en de Lierderholthuisweg zijn -voor insecten, vogels en vleermuizen- belangrijke groene verbindingen die de kern verbinden met Heino en Laag Zuthem.
Maatregelen:
- -
De focus van biodiversiteit versterkende maatregelen ligt op boerenland en erfsoorten, waaronder diverse erfvogels. Hiervoor kunnen allerhanden erfgebonden maatregelen worden getroffen waaronder:
- °
aanleg van hoogstamfruitboomgaarden op percelen aan de rand van de kern.
- °
aanleg van manshoge heggen en hagen aan randen van grotere percelen.
- °
Graspercelen (of randen) beheren als bloemrijk grasland in plaats van als gazon
- °
realiseren van voorzieningen voor erfvogels als ringmus, huiszwaluw, huismus en spreeuw. Waaronder het plaatsen van nestkasten (ringmus, huismus en spreeuw) en geschikt maken en houden van dakoverstekken (huiszwaluw) en dakpannendaken (huismus en spreeuw).
- °
Realiseren van voorzieningen voor vleermuizen, waaronder het geschikt houden van de spouwmuur en het dakpannendak.
- °
- -
Om de populaties van gebouwbewonende soorten te behouden en versterken dient ingezet worden vergroten van voedselaanbod, bijvoorbeeld door aanplant van bes- en vruchtdragende struiken en vergroten van nectaraanbod van planten in bermen en overhoeken (ecologisch bermbeheer).
- -
Gezien het natte karakter van het landschap liggen er kansen om poelen aan te leggen op percelen aan de rand van kern. In het noordelijk deel van de kern ontbreken poelen nu. De poelen dienen in combinatie met struweel, houtsingels of bosjes te worden aangelegd om voor amfibieën functioneel te zijn.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl