Subsidieopdracht O3 partners 2026

1.1. Visie

De O3 partners werken aan de hand van vier ambities. Deze zijn ook beschreven in het Sociaal Koersdocument van de gemeente Hilvarenbeek.

Vanuit eigen kracht

Uitgaan van ‘eigen kracht’ is iets heel moois. Het is uitgaan van talenten. Zien wat mensen wél kunnen. Denken in mogelijk¬heden, zonder de beperkingen te negeren. Uitgaan van eigen kracht maakt mensen zelfstandig en sterk. Om te zorgen dat eigen kracht ook echt ‘kracht’ blijft, ondersteunen we deze met praktische ondersteuning die soms niks en vaak maar weinig kost. Onder¬steuning op plekken en door mensen die makkelijk te vinden is.

Dichtbij

Ondersteuning is dichtbij als het gemakkelijk is om hulp te vragen. Als er voor elke inwoner iemand in de buurt is die zij vertrouwen. Dat kan iemand zijn uit de naaste omgeving, of juist iemand die op grote afstand staat. Professionals kunnen dichtbij zijn door letterlijk in de buurt te zijn bij de mensen voor wie ze werken.

Samen

Hebben onze inwoners ondersteuning nodig die niet te organiseren is met de hulp van de mensen om hen heen? Dan willen zij in één keer de best passende hulp krijgen. Dat lukt als professionals en gemeente samen met inwoners kijken naar álle omstandigheden die invloed hebben op de situatie. Dat lukt als ze goed naar inwoners luisteren en mét hen de beste oplossing bepalen. Dat lukt als professionals en gemeente goed op de hoogte zijn van elkaars zorgaanbod en de voorzieningen binnen de gemeente.

Voorkómen

Veel situaties waarin intensieve of langdurige ondersteuning nodig is zijn ooit heel overzichtelijk begonnen. Als we het onze inwoners gemakkelijker maken om eerder aan de bel te trekken en we als we zelf alerter zijn op de signalen dat iemand het zelfstandig even niet aankan, is ‘erger’ vaak te voorkomen. Veiligheid is een speerpunt. Iemand in een onveilige situatie moet daar meteen uit en professionals zorgen daarvoor. Ook inwoners moeten weten wat ze kunnen doen als ze zich zorgen maken om de veiligheid van iemand in hun omgeving.

1.2. Goed bestuur

De opdracht aan de O3 partners ziet er voor 2026 nog hetzelfde uit als voorgaande jaren. In 2026 richten de partners zich op triageren, maatschappelijke dienstverlening, regie voeren, doorverwijzing naar specialistische hulp, samenlevingsopbouw, informele zorg en vrijwillige inzet.

Preventief zijn de ze betrokken bij o.a. Kansrijke Start, het Scheidingsloket en het Positief Jeugd Beleid. Maar, het sociaal domein is volop in ontwikkeling. We verwachten van onze partners dat ze actief meedenken over deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld waar het gaat over het vormgeven van het toekomstige SamenZorgTeam (hierna SZT). Het is namelijk nog onduidelijk hoe het SZT er in de toekomst uit gaat zien en welke partners er deel van uit maken.

1.3. Netwerksamenwerking

Binnen de gemeente Hilvarenbeek werken de O3 partners integraal met elkaar samen. Om dit verder te bevorderen, is in 2025 het Gezondheidscentrum in gebruik genomen, waarin de gemeentelijke toegang en de O3 partners onder één dak werken om deze integrale samenwerking verder te ontwikkelen. Het is belangrijk dat de O3 partners laagdrempelig met elkaar kunnen afstemmen. Dit vraagt veel contact, korte lijnen, overleg en goede onderlinge relaties. Afstemming vindt op meerdere niveaus plaats:

• •

  De uitvoering neemt deel aan het SZT;

• •

  Managers stemmen af met de desbetreffende beleidsadviseur;

• •

  Wanneer nodig wordt er afgestemd op bestuurlijk niveau met bestuurders en wethouder;

• •

  Twee keer per jaar initiëren de beleidsadviseur Zorg & WMO en beleidsadviseur Jeugd een overleg met de uitvoering om af te stemmen.

De O3 partners bieden fysieke nabijheid waar dit een samenwerking eenvoudiger maakt. Binnen het Gezondheidscentrum zijn er daarom (aanland) werkplekken voor de O3 partners. Buiten dat de O3 partners onderling samenwerken, verwachten wij als gemeente ook dat er integraal samen wordt gewerkt met externe partners. De O3 partners worden gevraagd om hierover mee te denken. De gemeente neemt hiertoe het initiatief. Voor een goede samenwerking hebben de O3 partners samenwerkingsafspraken in het Gezondheidscentrum Hilvarenbeek opgesteld, zie bijlage.

1.4. Kwaliteit, leren, monitoren en verantwoorden

De subsidieopdracht voor de O3 partners is opgesteld aan de hand van de eerdere integrale opdracht Preventie en Participatie. Om er extra vorm aan te geven is het beschreven in een document aan de hand van verschillende thema’s. Deze vormen de basis voor de herschreven opdracht. Belangrijk is dat deze thema’s worden verantwoord in de jaarlijkse verantwoording. Daarnaast verwachten we binnen deze verantwoording concrete cijfers over:

• •

  Hoeveel aanmeldingen zijn er binnen gekomen? En wie is de verwijzer die de cliënt heeft aangemeld?

• •

  Hoeveel contacten zijn er geweest?

• •

  Wat is de doorlooptijd van een casus, start tot eind?

• •

  Wat is de aard van de meldingen?

• •

  Clienttevredenheid; bereik, tevredenheid en uitval

• •

  Hoe zijn de casussen opgepakt? Hoeveel blijven er in het ‘voorliggend veld’ en hoeveel gaan er door naar de specialistische zorg?

• •

  Wat is de aanmeldtijd?

• •

  Hoeveel productieve uren zijn er gedraaid binnen de fte’s. Dit dient geconcretiseerd te worden naar werkzaamheden voortkomend uit het SZT, zoals informele zorg/algemeen maatschappelijk werk en naar werkzaamheden die daar los van staan, zoals JOOB,

  dorpsondersteuning, mantelzorg, buurtbemiddeling, onafhankelijke cliëntondersteuning en preventieve werkzaamheden.

• •

  Hoeveel activiteiten en buurtinitiatieven zijn er gesteund? En welke zijn er uitgevoerd?

• •

  Hoeveel verbindingen zijn er gelegd tussen inwoners en partners?

Daarnaast krijgen we als gemeente graag in beeld hoe door de O3 partners de beweging naar de voorkant wordt gemaakt. Hoe bewegen zij richting de sociale basis en hoe wordt specialistische inzet

voorkomen door het werk van de O3 partners. Deze gegevens worden jaarlijks door de hen aangeleverd in een halfjaarrapportage en jaarlijkse verantwoording van voorafgaand jaar.

1.5. Subsidierelatie, subsidievoorwaarden en subsidieplafond

Deze subsidieopdracht betreft een subsidie in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Hilvarenbeek 2015. Indien de O3 partner(s) niet aan de gestelde opdracht, voorwaarden, samenwerkingsafspraken of anderszins niet aan de subsidieverlening voldoen, stelt de gemeente de verleende subsidie naar rato lager vast (Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 4:46, lid 2). Het definitieve subsidiebedrag is afhankelijk van de werkelijke kosten. Ook kan de gemeente in een lopend subsidiejaar de subsidie intrekken en wijzigingen indien niet of aan de gestelde verplichtingen wordt voldaan, de activiteiten niet of niet geheel worden uitgevoerd, onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt zijn, of wanneer er sprake is van veranderende omstandigheden die een wijziging of intrekking van deze subsidie rechtvaardigen.

Deze subsidieopdracht heeft een looptijd van een jaar, van 1 januari tot en met 31 december 2026.

Er kunnen geen rechten voor toekomstige jaren ontleend worden aan deze opdracht of de subsidieverlening.

Het subsidieplafond 2026 bedraagt maximaal €791.590 + 4% indexering. Dit subsidieplafond is onder voorbehoud van de besluitvorming door de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt het definitieve subsidieplafond vast bij de begrotingsbehandeling 2026 in november 2025.

2.1. Passende omvang en expertise

De O3 partners werken van 0-100. Zij kijken wanneer zij zelf casussen ondersteunen, maar ook waar collectief aanbod gewenst is. De O3 partners overleggen tijdig met de gemeente, welk collectief aanbod zij passend vinden, zodat de gemeente kan toetsen of het aansluit bij de ambities van de gemeente Hilvarenbeek. De O3 partners richten zich op hulpvragen als: weerbaarheid & zelfbeeld, relatie & scheiding, opvoeding & gezinssituatie, veiligheidsvraagstukken, mentale gezondheid, ontwikkeling & gedrag en bestaanszekerheid. Daarnaast richten zij zich op het versterken van de sociale basis van de gemeente Hilvarenbeek. Dit doen zij door in te zetten op samenlevingsopbouw, waar onder andere dorpsondersteuning onderdeel van uitmaakt. Dit alles doen zij vanuit het gedachtegoed Positieve Gezondheid.

2.2. Zichtbaar en aanwezig in de wijk

De O3 partners zijn zichtbaar in de gemeente Hilvarenbeek aanwezig. Voor inwoners, maar ook voor externe partners. Binnen het Gezondheidscentrum zijn er (aanland) werkplekken voor de O3 partners, hier zijn zij fysiek aanwezig. De O3 partners zoeken de integrale samenwerking op met dorpsondersteuners, basisscholen, maar ook initiatieven als de buurtcirkels ‘Samen in de buurt’. Daarnaast werken zij samen met huisartsen, SIEM, de gemeentelijke toegang en andere aanbieders.

2.3. Samen met de sociale basis

De O3 partners zijn onderdeel van de sociale basis en hebben binnen de gemeente Hilvarenbeek een breed scala aan taken. Zij investeren in een sterke sociale basis in de wijken en buurten en spelen in op de binding tussen sterke informele zorg en de formele zorg. De buurt- en dorpsondersteuners hebben een rol in dit lokale netwerk aan informele en formele verbanden. Zo investeren zij in het voorliggend veld. Daarnaast maken de O3 partners gebruik van de kracht van vrijwilligers in de wijk en buurt en creëren ze daarmee het zorgen voor elkaar. De O3 partners vervullen de rol binnen het algemeen maatschappelijk werk, maar vervullen ook een toegang en regiefunctie. Dit zodat er altijd één en dezelfde partij betrokken blijft bij een casus. De O3 partners krijgen hierdoor te maken met complexe casuïstiek, maar richten zich ook op preventieve taken. De preventieve activiteiten sluiten aan bij de ondersteuningsvragen vanuit de bewoners uit de dorpskernen en bij de thema’s die leiden tot crisis casussen. Om dit verder in kaart te brengen zal er in het programma ‘hervorming sociaal domein Hilvarenbeek’ verder stilgestaan worden bij de ontwikkeling van toekomstig SZT. Tot er meer duidelijkheid is over de hervorming sociaal domein, worden preventieve taken afgestemd met de verantwoordelijke beleidsambtenaar.

2.4. Aansluiten bij huishoudens en gezinnen

De O3 partners werken aan de hand van het gedachtegoed Positieve Gezondheid. Hierin wordt gekeken naar waar de krachten, talenten en zingeving van de inwoner liggen, om vanuit daar de (sociale) veerkracht te stimuleren en te kijken naar wat de inwoner juist wél kan. Daarnaast kijken zij naar de hulpvraag van de inwoner en hier sluiten zij bij aan. Ze kijken kritisch naar hulpvragen, dit houdt ook in dat zij sommige hulpvragen niet oppakken. Waar nodig verwijzen ze cliënten met specifieke hulpvragen door naar andere voorliggende voorzieningen en activiteiten waar zij met hun hulpvraag en/of behoefte terecht kunnen. Hiervoor hebben zij een goede kennis van de sociale kaart van Hilvarenbeek nodig. Andere kenmerken van hun basishouding zijn:

• •

  Samenwerking met het gezin. Niet over hen, maar met hen praten.

• •

  Het professioneel bewustzijn van het belang van hoop, positiviteit en een lange adem.

• •

  Het besef dat zaken soms niet gaan zoals je zou willen en het vermogen om dit te verdragen.

• •

  Oog voor het belang van wederkerigheid. In de contacten met huishoudens en gezinnen aandacht besteden aan hun betekenis voor anderen, hun interesses en talenten.

• •

  Een vast gezicht uit het SamenZorgTeam om op te kunnen terugvallen, totdat de balans is hersteld.

• •

  De wil om gebruik te maken van cliëntondersteuning en ervaringsdeskundigheid, omdat dit helpt om het perspectief van het huishouden voor het voetlicht te brengen.

2.5. Zelf hulp bieden, ook bij onveiligheid

De O3 partners werken in de dagelijkse leefomgeving van gezinnen en huishoudens en komen met een breed scala aan vragen en problemen in aanraking. Op allerlei gebieden, van licht tot ernstig en van eenvoudig tot complex. Ook de geboden hulp beslaat dus een breed scala, afhankelijk van de problematiek in het werkgebied, de opdracht aan de O3 partners en de aanwezige deskundigheid. De hulp en ondersteuning die zij zelf kunnen bieden, voeren zij ook zelf uit. Waar nodig halen ze andere expertise erbij. Zij maken samen met het huishouden of gezin een plan dat, zo nodig, door de tijd heen ook weer aangepast wordt, bijvoorbeeld in intensiteit en duur. De hulp is afgestemd op de situatie en de noodzaak en kent dus geen vooraf bepaald aantal contacten of een standaard doorlooptijd en is zo kort als mogelijk en zo lang en intensief als nodig.

Daarnaast kent de opdracht aan de O3 partners wettelijke randvoorwaarden:

Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), Artikel 8

• •

  het recht op eerbiediging van het privé, familie- en gezinsleven

Artikel 10 van de grondwet

• •

  het recht op eerbiediging van zijn of haar persoonlijke levenssfeer

• •

  het recht op zorgvuldig werk van professionals

• •

  het recht op inzage en correctie van dossiergegevens

Internationaal Verdrag voor Rechten van het Kind (IVRK), Artikel 16

• •

  het recht van elk kind op privacy.

• •

  Het recht op zorgvuldig werk van professionals

• •

  het recht op inzage en correctie van dossiergegevens

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

De verplichting voor bedrijven en organisaties om persoonsgegevens zorgvuldig en alleen met een goede reden te verwerken.

De Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO)

Behandelt zaken als behandelverantwoordelijkheid en de eisen aan gegevensverwerking door professionals

De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)

Behandelt zaken als behandelverantwoordelijkheid en de eisen aan gegevensverwerking door professionals

Wet kwaliteit, klachten, geschillen zorg (Wkkgz)

Met eisen op het gebied van kwaliteit, klachten en geschillen.

Eisen aan (Jeugd)zorgaanbieders

• •

  Verantwoorde hulp bieden, die voldoet aan de kwaliteitseisen en standaarden voor het werk. Voor het SZT zijn deze als volgt:

  • •

    Er gelden algemene kaders, zoals bijvoorbeeld de Meldcode en de Kindcheck.

  • •

    Voor jeugd- en gezinsprofessionals zijn de Richtlij¬nen Jeugdhulp en Jeugdbescherming leidend (waaronder de richtlijn ‘Samen beslissen over pas¬sende hulp’), die samen met de beroeps-verenigin¬gen en kennisinstellingen worden gemaakt.

  • •

    Op de site van de beroepsvereniging Sociaal Werk (BPSW) staan de richtlijnen, waar sociaal werkers in lokale teams mee te maken kunnen krijgen in hun werk met volwassenen (denk bijvoorbeeld aan het werk met een volwassene met een depressie).

• •

  Zorg- en dienstverleners inzetten die bevoegd en bekwaam zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.

  • •

    Voor bepaalde werkzaamheden (de toeleiding naar jeugdhulp en evaluatie daarvan) geldt de eis dat deze door geregistreerde professionals uitgevoerd worden (BIG- of SKJ- of bij het Registerplein geregistreerd).

  • •

    Binnen de jeugdhulp hanteert men hiervoor de norm van verantwoorde werktoedeling. Die word je als organisatie geacht te volgen; volgens het principe: ‘pas toe of leg uit’. Een niet geregistreerde medewerker kan onder toezicht van een geregistreerde professional werken.

    • -

      Garanderen dat professionals het (zorg)plan altijd met de cliënten bespreken.

    • -

      Medezeggenschap regelen en een vertrouwenspersoon beschikbaar stellen.

    • -

      De professionele verantwoordelijkheid respecteren. Professionals in het SZT functioneren niet alleen als ‘werknemer’ onder verantwoordelijkheid van hun organisatie. Zij zijn ook zelf verantwoordelijk voor onderhoud van hun professie en voor werk dat strookt met hun beroepscode.

• •

  Professionals dragen dus een eigen verantwoordelijkheid om te bepalen wat de juiste en verantwoorde begeleiding is. Als organisatie bepaal je dat niet alléén. Dat geldt ook voor een wethouder of manager: in de regel is die niet bevoegd om inhoudelijke besluiten over hulp te nemen.

• •

  De organisatie en de daarin werkzame professionals stellen daarom een professioneel statuut op, waarin wordt afgesproken hoe de verantwoordelijkheden zich tot elkaar verhouden.

2.6. Breed kijken en handelen

De O3 partners starten met de inspanning om zicht te krijgen op het leven, de problemen en het perspectief van huishoudens en gezinnen; in zijn geheel en van gezinsleden afzonderlijk. Zij werken onderzoekend, herkennen patronen en maken samen een analyse. De O3 partners bieden maatwerk voor zowel ondersteuning en hulp op diverse leefgebieden als voor ondersteuning bij regie, steeds

afhankelijk van de situatie en de problematiek. Ze leggen contact en verbinding met de inwoners in de wijk. Ze signaleren behoeften aan de voorkant en pakken deze op door inwonersvragen en inwonersbehoeften te koppelen aan passende activiteiten in wijk en buurt. Wanneer zij dit niet kunnen en niet zelfstandig uitkomen aan de problematiek, schakelen zij de hulp in van hun collega’s binnen het SZT. In het SZT worden de volgende punten verwacht:

• •

  Minimaal één afgevaardigden van de deelnemende organisaties is fysiek aanwezig in het overleg

• •

  Actieve bijdrage om met elkaar de casuïstiek te bespreken en hierin gebruik maken van elkaars expertise. Hierin is het integraal kijken naar casussen belangrijk.

• •

  Binnen het SZT wordt er hulp verleend, doorverwezen naar de juiste aanbieder, afgeschaald en getriageerd.

• •

  Er wordt (onderling) kritisch beoordeeld óf een casus voorliggend, eventueel binnen het SZT opgepakt wordt, of dat er meer specialistische expertise nodig is.

• •

  Binnen het SZT wordt er gewerkt aan de hand van het gedachtegoed Positieve Gezondheid.

• •

  Binnen een casus hebben de partners uit het SZT kennis van de verschillende domeinen uit de ‘Zelfredzaamheidsmatrix’. Dit zijn de volgende 13 domeinen: financiën/werk/opleiding, tijdsbesteding, huisvesting, huiselijke relaties, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, middelengebruik, basale-ADL, instrumentele-ADL, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie.

2.7. Expertise erbij halen

De consulenten of medewerkers van de O3 partners leiden in sommige casussen toe naar professionele (jeugd) hulp. Zij hebben kennis en vaardigheden om goed te analyseren, kennis van het besluitvormingsproces, goede kennis over aanbod, inhoud en de kosten van voorzieningen. Daarnaast zijn zij enigszins op de hoogte van de wachtlijsten bij SIEM en Crossroads, omdat hier soms

ook vertraging op zal zijn waardoor partners niet direct kunnen leveren. De O3 partners vervullen de rol van regievoerder. De taken die zij hierin vervullen zijn:

• •

  Zij stellen de integrale vraaganalyse en een plan van aanpak op en evalueren deze en passen deze waar nodig aan.

• •

  Zij signaleren de domein overstijgende problemen.

• •

  Zij zetten de juiste ondersteuning in op de domein overstijgende problemen.

• •

  Zij stemmen regelmatig af met andere betrokkenen, zoals professionals, het gezin, onderwijs en het SZT.

• •

  Zij weten hoe te handelen bij onveiligheid

• •

  Zij weten de jeugdhulp af te bakenen en weten wat er wel en niet onder valt.

• •

  Zij stimuleren de eigen kracht van de cliënt en het netwerk.

Daarnaast maken we steeds meer de beweging naar het normaliseren van bepaalde problemen. De O3 partners dragen dit ook uit richting inwoners. Zij adviseren, motiveren en stimuleren inwoners om zichzelf in hun eigen kracht te zetten.