Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Enkhuizen 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 22-07-2025

Intitulé

Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Enkhuizen 2025

De raad van de gemeente Enkhuizen;

  • -

    gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 mei 2025

  • -

    Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Huisvestingswet 2014

b e s l u i t :

  • -

    De Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Enkhuizen 2025 vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Standplaats: Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten, zoals omschreven in artikel 1, laatste gedachtestreep, sub C van de Woningwet.

  • b.

    Woonwagen: zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, zoals omschreven in artikel 1, laatste gedachtestreep, sub B van de Woningwet.

  • c.

    Standplaatszoekende: Een natuurlijk persoon die zich heeft ingeschreven voor een woonwagenstandplaats in de gemeente Enkhuizen.

  • d.

    Wachtlijst: een lijst met standplaatszoekenden, waarin per standplaatszoekende de op enig moment opgebouwde punten wordt bijgehouden. De toewijzing van een vrijgekomen woonwagenstandplaats (en woonwagen) geschiedt aan de hand van de wachtlijst.

  • e.

    Huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats (en eventuele huurwoonwagen), waarin de huurbepalingen zijn geregeld;

  • f.

    Woonwagenbewoner: Iemand die van generatie op generatie op een woonwagenstandplaats woont en de woonwagencultuur intensief heeft beleefd. Dit wordt vastgesteld via het afstammingsbeginsel, waarbij gekeken wordt of het woonadres van de inschrijver zelf, diens ouders of grootouders gelegen is/was op een woonwagenlocatie.

  • g.

    Spijtoptant: Een persoon die in het verleden zelfstandig een standplaats in de gemeente Enkhuizen heeft gehuurd, de huur heeft opgezegd, naar een andere locatie (woonwagen of woning) is verhuisd, daar spijt van heeft en wil terugkeren naar een woonwagen in de gemeente Enkhuizen.

  • h.

    Verhuurder: De partij die verantwoordelijk is voor de verhuur van de standplaatsen.

  • i.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    Partner: persoon waarmee de huurder de woonwagen bewoont en waarmee de huurder via huwelijk, dan wel geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract via de notaris is verbonden.

  • k.

    Corporatie: een woningcorporatie die actief is in de gemeente Enkhuizen.

Artikel 2. Inschrijving

  • 1. Het college stelt een wachtlijst vast van standplaatszoekenden.

  • 2. Kandidaten, die voor een standplaats in aanmerking wensen te komen, de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en die de Nederlandse nationaliteit bezitten of rechtmatig in Nederland verblijven, kunnen zich laten inschrijven op de in het eerste lid bedoelde wachtlijst.

  • 3. Bij inschrijving wordt getoetst of de aanvrager zich kwalificeert als woonwagenbewoner, zoals beschreven in artikel 1, sub f.

  • 4. Om in te schrijven wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld formulier. Op het formulier is aangegeven welke stukken de standplaatszoekende bij indiening van het formulier dient mee te sturen. De standplaatszoekende ontvangt een bevestiging van de inschrijving.

  • 5. De bevestiging van ontvangst bevat het volgende:

    • a.

      Nog ontbrekende gegevens, die binnen 2 weken na ontvangst dienen te worden ingezonden door de standplaatszoekende; of

    • b.

      Het feit dat de aanvraag compleet is; en

    • c.

      De factuur voor de kosten van inschrijving.

  • 6. Na de toetsing met positief resultaat van de inschrijving en ontvangst van de inschrijvingskosten, stuurt de gemeente de standplaatszoekende een bevestiging van deze inschrijving onder vermelding van het totaal aantal toegekende punten bij aanvang.

  • 7. De inschrijving van de standplaatszoekende is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar.

Artikel 3 Kosten inschrijving en verlenging

  • 1. De standplaatszoekende betaalt eenmalig € 35,00 inschrijfkosten en € 17,50 voor jaarlijkse verlengingskosten. Deze kosten kunnen door het college worden aangepast.

  • 2. Het door de standplaatszoekende medegedeelde correspondentieadres wordt door het college gebruikt voor de jaarlijkse facturering van de verlengingskosten. De standplaatszoekende is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar actuele correspondentieadres en dient het college schriftelijk te informeren bij een wijziging van het correspondentieadres.

Artikel 4 Vervallen van de inschrijving

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen de inschrijving laten vervallen:

    • a.

      Op eigen verzoek van de standplaatszoekende;

    • b.

      Als de standplaatszoekende een aangeboden woonwagenstandplaats accepteert en tot contractvorming is gekomen;

    • c.

      Ingeval de standplaatszoekende onjuiste gegevens voor plaatsing op de wachtlijst heeft verstrekt;

    • d.

      Als de standplaatszoekende de inschrijf- of verlengingskosten niet tijdig voldoet (na 2 herinneringen met voor beide een betaaltermijn van 21 dagen).

    • e.

      Als de standplaatszoekende is overleden.

  • 2. Een standplaatszoekende waarvan de inschrijving op de wachtlijst is vervallen, verliest de opgebouwde inschrijftijd en puntenaantal.

Artikel 5. Puntenopbouwsysteem

  • 1. De rangorde voor de toewijzing van standplaatsen op woonwagenlocaties wordt bepaald op basis van een puntensysteem. Wanneer sprake is van een bestaande locatie, zijn eerst de voorrangsregels van toepassing, zoals beschreven in artikel 6 tweede lid.

  • 2. De puntentoekenning vindt plaats op basis van:

    • a.

      Eenmalige startpunten bij inschrijving, gebaseerd op de woonsituatie van de ingeschrevene 3 jaar voorafgaand aan de inschrijving, volgens de categorieën en punten zoals opgenomen in het zesde lid van dit artikel.

    • b.

      Punten op basis van inschrijfduur: voor elk jaar inschrijving worden punten toegekend. Als peildatum wordt aangehouden de datum van inschrijving.

  • 3. Het totale aantal punten is de som van de eenmalige startpunten en de punten voor inschrijfduur.

  • 4. Bij een gelijk aantal punten heeft de kandidaat met de hoogste leeftijd voorrang en indien beide een gelijke leeftijd hebben, vindt toewijzing plaats door loting

  • 5. Punten zijn persoonsgebonden en niet overdraagbaar, met uitzondering van overlijden van de inschrijver, waarbij punten kunnen worden overgedragen aan een partner, mits deze partner zelfstandig voldoet aan het afstammingsbeginsel.

  • 6. Eenmalige toekenning van punten bij inschrijving is als volgt:

    Categorie 1

    • A

      Een inwonend kind:

      dat geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen en sindsdien onafgebroken inwoont bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen

      100 punten

    • B

      Een inwonend kind:

      dat minimaal de laatste 10 jaar voor inschrijving onafgebroken bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen inwoont

      90 punten

    • C

      Een kind van woonwagenbewoners:

      waarvan de ouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen wonen en dit kind wegens studie dan wel wegens dringende noodzakelijkheid (zijnde het ontbreken van een beschikbare standplaats), tijdelijk doch niet langer dan 5 jaar elders woonachtig is.

      90 punten

    • D

      Een kind van woonwagenbewoners uit de gemeente Enkhuizen:

      waarvan het kind in een reguliere woning in de (omgeving van de) gemeente Enkhuizen woont maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen en die binnen 5 tot 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen heeft gewoond.

      80 punten

    • E

      Een kind van woonwagenbewoners uit de gemeente Enkhuizen:

      waarvan het kind in een reguliere woning in de (omgeving van de) gemeente Enkhuizen maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen en die 10 tot 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen heeft gewoond

      70 punten

    • F

      Een kind van woonwagenbewoners uit de gemeente Enkhuizen:

      waarvan het kind in een reguliere woning woont in de (omgeving van de) gemeente Enkhuizen maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in gemeente Enkhuizen en die binnen 20 tot 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen heeft gewoond

      60 punten

    • G

      Een kind van woonwagenbewoners afkomstig uit de gemeente Enkhuizen:

      waarvan het kind in een reguliere woning woont in de (omgeving van de) gemeente Enkhuizen niet geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in gemeente Enkhuizen

      50 punten

    • H

      Een kind van spijtoptanten:

      die op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen hebben gewoond waarbij het kind zelf nooit op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen heeft gewoond maar wel aantoonbaar sterke familiebanden heeft met bewoners van een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen

      50 punten

      Categorie 2

    • i

      Een standplaatszoekende:

      die als hoofdbewoner, hoofdhuurder, medehuurder of medebewoner al minimaal 10 jaar op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen woont maar een zelfstandige standplaats zoekt (zijnde een inwonende broer/zus betreft of een scheidende partner is die een eigen standplaats zoekt)

      40 punten

    • j

      Een spijtoptant:

      die op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen woonde maar tot 20 jaar geleden verhuisd is naar een woning in de gemeente Enkhuizen

      40 punten

    • k

      Een spijtoptant:

      die op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen woonde maar meer dan 20 jaar geleden verhuisd is naar een woning in de gemeente Enkhuizen

      30 punten

    • l

      Een spijtoptant:

      die op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen woonde, maar nu buiten de gemeente Enkhuizen woont

      20 punten

      Categorie 3

    • m

      Een standplaatszoekende:

      die volgens het afstammingsbeginsel een woonwagenbewoner is, in de regio West Friesland1 woont, in de gemeente Enkhuizen een standplaats zoekt en géén eerste- of tweedegraads familie op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen heeft

      5 punten

    • n

      Een standplaatszoekende:

      die volgens het afstammingsbeginsel een woonwagenbewoner is, niet in de regio West Friesland woont, in de gemeente Enkhuizen een standplaats zoekt, en géén eerste- of tweedegraads familie op een woonwagenlocatie in de gemeente Enkhuizen heeft

      1 punt

Artikel 6. Toewijzing

  • 1. College wijst de standplaatszoekende een vrijgekomen standplaats toe volgens het puntensysteem en de voorrangsregels van artikel 5 en 6 en eventueel met inachtneming van de hardheidsclausule van artikel 7. De rangorde van de standplaatszoekende op de wachtlijst wordt gebaseerd op het aantal eenmalig toegekende en op enig moment totaal opgebouwde punten. De persoonlijke situatie van de standplaatszoekende kan een rol spelen indien college daar voldoende aanleiding voor zien, zoals nader bepaald in artikel 7 van deze verordening.

  • 2. Bij de toewijzing van een standplaats op een bestaande woonwagenlocatie geldt de volgende volgorde voor ingeschreven standplaatszoekenden (voorrangsregels):

    • a.

      Kinderen of kleinkinderen die onafgebroken op de betreffende locatie bij hun (groot)ouders inwonen (conform BRP-inschrijving). Een terugkerend kind moet minimaal drie jaar weer inwonend zijn.

    • b.

      Standplaatszoekenden die noodgedwongen bij een derde op dezelfde locatie verblijven; kinderen van de locatie die noodgedwongen in een reguliere woning wonen wegens gebrek aan standplaatsen; kinderen die wegens studie tijdelijk elders wonen.

    • c.

      Indien a en b geen kandidaat opleveren: ingeschrevenen met een eerstegraads familieverband met overige bewoners, daarna tweedegraads, daarna andere familieleden.

    • d.

      Indien a t/m c geen kandidaat opleveren: een woonwagenbewoner (conform afstammingsbeginsel) die aantoonbaar eerder op een woonwagenlocatie in Enkhuizen heeft gewoond.

    • e.

      Indien a t/m d geen kandidaat opleveren: overige woonwagenbewoners (conform afstammingsbeginsel).

    • f.

      Indien a t/m e geen kandidaat opleveren: overige standplaatszoekenden (conform afstammingsbeginsel).

    • g.

      Indien a t/m f geen kandidaat opleveren: overige standplaatszoekenden die niet voldoen aan het afstammingsbeginsel.

    • h.

      Bij gelijke kandidaten binnen de categorieën a t/m g heeft degene met de hoogste leeftijd voorrang.

  • 3. Bij toewijzing op nieuwe locaties krijgen de reeds in de gemeente gevestigde woonwagenbewoners voorrang. Zodra er een standplaats vrijkomt op een nieuwe locatie nadat deze in gebruik is genomen, worden de toewijzingsregels voor een bestaande woonwagenlocatie (zoals genoemd in lid 2 van dit artikel) toegepast.

  • 4. Toewijzing aan niet-woonwagenbewoners: Een standplaats wordt pas toegewezen aan een kandidaat die niet voldoet aan het afstammingsbeginsel als er geen kandidaten zijn die wel aan dit beginsel voldoen en interesse hebben.

    De bewoners die op dat moment op de overige standplaatsen wonen worden in de gelegenheid gesteld binnen 14 dagen een zienswijze in te dienen.

  • 5. Indien de huurder en zijn partner of medehuurder beiden zijn overleden en er is nog sprake van inwonend kind(eren) boven de 18 jaar, dan zal het huurcontract worden overgeschreven op het oudste nog inwonende kind. De huur zal echter opnieuw worden berekend conform de puntentelling en de daaraan gekoppelde huur conform de berekening van de Huurcommissie.

  • 6. Indien sprake is van een verplaatsing van een bestaande woonwagenlocatie naar een nieuwe woonwagenlocatie, hebben de bestaande bewoners die verplaatst worden, voorrang op de kandidaten die vanuit de wachtlijst een standplaats krijgen toegewezen. De bestaande bewoners die verplaatst worden hebben het eerste keuzerecht om een van de nieuwe standplaatsen te kiezen, de onderlinge voorrang geschiedt op basis van woonduur op de bestaande standplaats. Degene die het langst woont op de bestaande standplaats, en die verplaatst wordt, heeft het eerst keuzerecht op een van de nieuwe standplaatsen.

Artikel 7. Bevoegdheid tot mandatering

Het College is bevoegd om het proces van inschrijving en toewijzing, dan wel delen daarvan, te mandateren aan de corporatie.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene gevallen

College is bevoegd in gevallen, waar de toepassing van deze verordening niet in voorziet of waarin naar het oordeel van het college in een specifiek geval zou leiden tot onredelijke of onbillijke gevolgen, af te wijken van deze verordening

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als: Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Enkhuizen 2025

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 24 juni 2025.

De raad voornoemd,

de griffier,

J. Commandeur

de voorzitter,

J. Hoekstra-Sikkema


Noot
1

Regio West Friesland = Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec