Beleidsregels zonnevelden Helmond 2025

Geldend van 18-07-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels zonnevelden Helmond 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Helmond,

gelet op:

  • -

    artikel 1:3, vierde lid, en artikelen 4:81 t/m 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 5.1 en paragraaf 5.1.3 en artikel 13.13 en artikel 13.22 van de Omgevingswet;

  • -

    artikel 8.20 van het Omgevingsbesluit;

  • -

    artikel 160, eerste lid van de Gemeentewet;

  • -

    artikel 5.54 van de Omgevingsverordening Provincie Noord-Brabant

gezien:

  • -

    de Omgevingsvisie Helmond 2040;

  • -

    de Landschapsvisie Groen en Gezond Helmond;

  • -

    Participatiebeleid Helmond;

  • -

    Uitwerkingsstrategie Zonnevelden Helmond

Besluit:

Vast te stellen de Beleidsregels zonnevelden Helmond 2025

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze Beleidsregels zonnevelden Helmond 2025 wordt verstaan onder:

  • a.

    zonnedak: een dak van een bouwwerk waarvan het dakvlak merendeels uit zonnepanelen bestaat;

  • b.

    zonneveld: een begrensd gebied waarop zonnepanelen staan. Binnen de grenzen vallen in ieder geval de grond onder de zonnepanelen, de tussenliggende stroken, de onderhoudspaden, de technische installaties, de benodigde landschappelijke inpassing en de eventueel benodigde parkeerplaatsen;

  • c.

    zelfstandige zonnepanelen: zonnepanelen die op zichzelf staan. Deze zijn niet afhankelijk van daken;

  • d.

    participatie: het actief deelnemen of betrokken zijn bij het proces rond het tot stand komen van een zonneveld. Het totale plan is onderverdeeld in een plan met deel A en deel B. Deel A is een praktisch plan van aanpak inzake het vigerende participatiebeleid. Deel B is het deel waarbij wij de initiatiefnemer verzoeken middels een inspanningsverplichting een participatieplan met betrekking tot eventuele financiële participatie op te stellen;

  • e.

    Omgevingsvisie Helmond 2040: Omgevingsvisie Helmond;

  • f.

    afweegbaar gebied zonnevelden: een gebied waaraan het college medewerking kan verlenen voor de ontwikkeling van een zonneveld als wordt voldaan aan alle voorwaarden in dit beleid;

  • g.

    ruimtelijke inpassing: de ruimte die nodig is om het zonneveld goed landschappelijk in te passen. Hieronder valt ook een goede ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat wordt voldaan aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;

  • h.

    Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK): bij verordening aangewezen door de gemeenteraad voor advisering over ruimtelijke kwaliteit in het kader van plan- en gebiedsontwikkeling en bij concrete vergunningaanvragen, al dan niet aangevuld door een expert op het gebied van energie;

  • i.

    OW: Omgevingswet.

  • j.

    zelfvoorzienend zonneveld: een zonneveld waar geen grootverbruikersaansluiting (een aansluiting groter dan 3 x 80 Ampère) voor nodig is.

  • k.

    EFTAL-criterium: Evenwichtige Toedeling van Functies Aan Locaties

Artikel 2 Reikwijdte Beleidsregels zonnevelden Helmond 2025

  • 1. Deze beleidsregels zien toe op grootschalige opwekking van zonne-energie in de gemeente Helmond met een minimale grootte van 2 ha en een maximale grootte van 20 ha.

  • 2. Bij aanvragen voor zonnevelden kleiner dan 2 ha betrekt het college deze beleidsregels bij de afweging of een zonneveld gerealiseerd kan worden.

  • 3. Deze beleidsregels zien enkel toe op aanvragen omgevingsvergunning voor de realisering van zonnevelden.

  • 4. Met inachtneming van het bepaalde in de Omgevingswet en het Besluit kwaliteit leefomgeving behandelt het college een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een zonneveld volgens de Uitwerkingsstrategie Zonnevelden Helmond.

Artikel 3 Beoordelingskader

  • 1. Het college verleent alleen medewerking aan het realiseren van zonnevelden in gebieden die op de kaart van Helmond als duurzame stad (ontwikkelen) in de Omgevingsvisie Helmond zijn aangegeven, en zijn benoemd als afweegbaar gebied zonnevelden. Dit kan enkel mits er wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in deze beleidsregels, het EFTAL-criterium en er invulling wordt gegeven aan de ontwikkelprocedure realisatie zonnevelden (onderdeel 4 van de Uitwerkingsstrategie Zonnevelden Helmond). Voor initiatieven voor een zonneveld in het stedelijk concentratiegebied op de hierop van toepassing zijnde kaart in de Omgevingsvisie maakt het college een afweging waar het deze beleidsregels bij betrekt.

  • 2. Het college verleent geen medewerking aan de realisatie van zonnevelden groter dan 20 hectare.

  • 3. Het college verleent geen medewerking aan aanvragen voor omgevingsvergunningen die gerealiseerd worden in:

    • a.

      gerealiseerd Natuur Netwerk Brabant;

    • b.

      bos-, heide- en natuurgebieden;

    • c.

      de directe omgeving van monumentale panden;

    • d.

      strijd met de provinciale omgevingsverordening.

  • 4. Als gemeente starten we in beginsel geen initiatieven met marktpartijen op gemeentelijke grond, tenzij op basis van het initiatief het College anders besluit. Het College kan wel kiezen om eigen grond in te zetten voor de ontwikkeling van een zonneveld, mits de ontwikkeling dan volledig in eigendom is.

  • 5. In het geval van een ontwikkeling op gemeentegrond kan het voorkomen dat er meerdere mogelijke ontwikkelaars zijn voor eenzelfde afweegbaar gebied. Hierbij zal middels een tender een inventarisatie worden gedaan van de geïnteresseerden, waarbij de ontwikkeling van het zonneveld gegund zal worden aan de partij die het beste aan de voorwaarden voldoet als beschreven in deze beleidsregels.

Artikel 4 Indieningsvereisten

Het college neemt alleen aanvragen in behandeling waarbij de wettelijk vereiste motivering ten behoeve van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in ieder geval een beschrijving bevat van:

  • a.

    een analyse (nulmeting) van de beoogde locatie om de huidige waarde van de bodemkwaliteit, de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit vast te stellen;

  • b.

    de cultuurhistorische en archeologische waarden van het gebied;

  • c.

    de gevolgen voor natuur en landschap;

  • d.

    de locatiekeuze;

  • e.

    het beperken van de ruimtelijke en landschappelijke impact op de directe omgeving;

  • f.

    ontwikkelingen in de directe omgeving van het te realiseren zonneveld die van invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit van de zonneveldlocatie; en

  • g.

    op welke wijze en waarom het realiseren van het zonneveld de biodiversiteit op en om het zonneveld aantoonbaar verbetert;

  • h.

    Op welke wijze de effecten van het zonneveld op de bodemkwaliteit, waterkwaliteit en biodiversiteit minimaal jaarlijks door de initiatiefnemer wordt gemonitord en in stand gehouden gedurende de bestaansduur van het zonneveld.

Artikel 5 Beoordelingscriteria

Het college verleent alleen medewerking aan het realiseren van zonnevelden als wordt voldaan aan alle voorwaarden in artikel 3 en de hierna genoemde artikelen 5.1 tot en met 5.6.

Artikel 5.1 Gebiedsvoorwaarden

Het college verleent alleen medewerking aan het realiseren van zonnevelden als uit de aanvraag blijkt dat:

  • a.

    het zonneveld bestaat uit één aaneengesloten projectgebied dat niet wordt onderbroken door openbaar toegankelijke wegen;

  • b.

    rekening is gehouden met milieukundige randvoorwaarden en externe veiligheidsaspecten vanuit de omgeving. Daarbij valt te denken aan aspecten als het plaatsen van zonnevelden in of onder hoogspanningsleidingen, boven (hogedruk) gasleidingen of in de nabijheid van wegen of spoorlijnen;

  • c.

    de aanleg van een zonneveld niet leidt tot een onevenredige afbreuk van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de aangrenzende gronden, de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid;

  • d.

    er sprake is van meervoudig ruimtegebruik van het zonneveld, door bijvoorbeeld een verbinding te zoeken met recreatie, agrarisch (mede)gebruik, natuurontwikkeling, waterbeheer, educatie of overkapping van een parkeerterrein;

  • e.

    bij plaatsing van de panelen, dient aangetoond te worden dat dit geen negatieve effecten heeft op de bodemkwaliteit, de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit gedurende de levensduur van het zonneveld;

  • f.

    de locatie van het zonneveld maximaal 25 jaren na plaatsing weer terug te brengen is in minimaal de oorspronkelijke staat, of in de staat die passend is bij de kwaliteiten van de directe omgeving zoals blijkt uit de in artikel 4 bedoelde onderbouwing, of als is opgenomen in de omgevingsvergunning. Als er sprake is van nieuw ontstane natuurwaarden, zal in overleg met het college bepaald worden hoe hiermee wordt omgegaan; en

  • g.

    de panelen wanneer zij niet meer naar behoren functioneren en/of de levensduur is verstreken op een duurzame manier worden verwijderd, opgehaald en gerecycled.

Artikel 5.2 Voorwaarden landschappelijke inpassing zonnevelden

Het college verleent alleen medewerking aan het realiseren van zonnevelden nadat de aanvrager heeft aangetoond dat aan de volgende voorwaarden voor landschappelijke inpassing is voldaan:

  • a.

    invulling is gegeven aan hetgeen in de Landschapsvisie Groen en Gezond Helmond is opgenomen over de locatie, zodra deze in werking is getreden. Het zonneveld voegt zich naar, en versterkt waar mogelijk:

    • de maat en schaal van het landschap en het landschapstype;

    • de specifieke landschappelijke kenmerken;

    • het bestaande verkavelingspatroon;

    • de bestaande en oorspronkelijke perceelgrenzen en waterstructuren; en

    • de historisch gegroeide landschapsstructuren.

  • b.

    een inrichtingsplan, landschappelijk inpassingsplan, onderhouds- en beheerplan onderdeel uitmaakt van de aanvraag;

  • c.

    geen overlast wordt veroorzaakt voor het verkeer, of door het ontstaan van bijvoorbeeld lichtschittering.

Artikel 5.3 Inrichtingsvoorwaarden zonneveld

Het college werkt mee aan het realiseren van zonnevelden nadat de aanvrager heeft aangetoond dat aan de volgende inrichtingsvoorwaarden is voldaan:

  • a.

    van de oppervlakte van het perceel/de percelen waarop het zonneveld wordt gevestigd, wordt maximaal 70% gebruikt voor het zonneveld (inclusief onderhoudspaden) en minimaal 30% ruimte voor kwaliteitsinvestering in natuur en landschap;

  • b.

    er rekening wordt gehouden met lichtinval en regenwaterverdeling van de ondergrond en de gevolgen voor de bodemkwaliteit;

  • c.

    het plangebied niet wordt geëgaliseerd en watergangen niet worden gedempt;

  • d.

    er rekening gehouden wordt met de aanwezige planten- en diersoorten en gebruik gemaakt wordt van inheemse beplanting;

  • e.

    er bij randen zonder bestaande beplanting of naar buurpercelen struweel wordt aangebracht met opgaande bomen of opgaande meerstammige bomen, waarbij de hoogte van het struweel kan variëren van minimaal 3 meter tot ongeveer 10 meter;

  • f.

    in de, onder e genoemde, vrije ruimte:

    • i.

      beplanting wordt aangeplant die niet hoger dan noodzakelijk is om het zicht onder de kroon van de boom door en over de hoogte van struweelbeplanting nog voldoende lucht te kunnen zien om te kunnen spreken van een open, halfopen landschap;

    • ii.

      een sloot mogelijk is, mits deze buiten de kroonprojectie van bomen ligt;

  • g.

    bij watergangen:

    • i.

      onderhoudspaden worden gerealiseerd naast het zonneveld met aansluitend een strook van minimaal 5 meter waarin struweel wordt aangeplant;

    • ii.

      aan de zijde van het zonneveld een natuurvriendelijke oever wordt gerealiseerd met een talud van minimaal 1:7 met een plasdrasberm van 3 meter, met aansluitend een strook van ruig/kruidenrijk/bloemrijk gras van 4 meter wat niet behoort tot het functioneren van het zonneveld;

  • h.

    de zonnepanelen in rijen worden geplaatst en dat hierbij zoveel mogelijk de lijnen in het landschap worden gevolgd;

  • i.

    de maximale hoogte van de zonnepaneelopstelling (inclusief constructie), gemeten vanaf het maaiveld, 1,80 meter is; en

  • j.

    er voldoende afstand, ten minste 5 meter, van de erfgrens wordt gerealiseerd.

Artikel 5.4 Technische voorwaarden

Het college werkt mee aan het realiseren van zonnevelden nadat de aanvrager heeft aangetoond dat aan de volgende technische voorwaarden is voldaan:

  • a.

    in het ontwerp van het zonneveld wordt rekening gehouden met het feit dat het zonneveld na 25 jaar verwijderd dient te worden;

  • b.

    de aanvrager heeft onderbouwd hoe het zonneveld, inclusief ondersteunende bouwwerken, door aanvrager of rechtsopvolger verwijderd en gerecycled wordt;

  • c.

    bijbehorende ondersteunende voorzieningen, zoals schakelcellen en transformatoren worden volgens een helder ruimtelijk principe en een passende ordening in het ontwerp gevoegd en dienen door middel van beplanting aan het zicht onttrokken te worden;

  • d.

    het materiaalgebruik zodanig is dat de constructie zo eenvoudig mogelijk uitgevoerd kan worden en deze zo min mogelijk opvalt; en

  • e.

    indien plaatsing van een hekwerk noodzakelijk is, en deze:

    • vanaf het maaiveld niet zichtbaar is;

    • geen barrière vormt voor dieren of indien nodig voorzien is van faunapassages;

    • bij voorkeur een kleur heeft passend bij het zonneveld of de omgeving;

    • op benodigde afstand van infrastructuur is geplaatst; en

    • toegangspoorten qua vorm en beeld gebaseerd zijn op landbouwpoorten, zoals in directe omgeving.

Artikel 5.5 Energie-infrastructurele voorwaarden

Het college werkt mee aan het realiseren van zonnevelden nadat de aanvrager heeft aangetoond dat in het kader van de uitvoerbaarheid van het project aan de volgende energie-infrastructurele voorwaarden is voldaan:

  • a.

    voorafgaand aan de bespreking van het participatieplan en de aanvraag van de omgevingsvergunning overeenstemming is met de netbeheerder over de haalbaarheid van het project in relatie tot de schaarste op het elektranet in en om Helmond. Of er dient overeenstemming met een partij/partijen te zijn over directe/rechtstreekse afname, of opslag zodat teruglevering niet noodzakelijk is;

  • b.

    uit de aanvraag blijkt dat het zonneveld wordt aangesloten op noodzakelijke infrastructuur;

  • c.

    een schriftelijke, geldende offerte van de netbeheerder of een positief advies van deze beheerder waaruit blijkt dat het zonneveld binnen twee jaar na het verlenen van een omgevingsvergunning aangesloten kan worden op het elektriciteitsnetwerk dan wel dat het project zelfvoorzienend is;

  • d.

    bij het ontwerp van de installatie rekening gehouden wordt met aanwezige kabels en leidingen waarop kan worden aangesloten;

  • e.

    er voorafgaand aan het indienen van de vergunningaanvraag:

    • door de initiatiefnemer overleg plaatsvindt met de netbeheerder; en

    • een getekende offerte van netbeheerder wordt aangeleverd inzake benodigde aansluiting gedateerd voor inwerkingtreding van deze beleidsregels en met uitgewerkt voorstel; en

  • f.

    voorafgaand aan de verlening van de vergunning zal het college, in overleg met de netbeheerder en de gemeentes uit de RES MRE, aangeven of er de benodigde ruimte op het elektranet is om het zonneveld kan worden aangesloten.

Artikel 5.6 Maatschappelijke en economische voorwaarden

Het college werkt mee aan het realiseren van zonnevelden nadat de aanvrager heeft aangetoond dat aan de volgende economische en maatschappelijke voorwaarden is voldaan:

  • a.

    er aangetoond is dat invulling is gegeven aan het gemeentelijke participatiebeleid;

  • b.

    vooruitlopend op de aanvraag vergunning een schriftelijke toelichting is gegeven inzake het te doorlopen proces, met betrekking tot het participatieplan deel B. Voorbeelden zijn:

    • i.

      Inspanningsverplichtingen;

    • ii.

      Meervoudig opdrachtgeverschap;

    • iii.

      Omgevingsovereenkomst waarin een participatieplan is opgenomen; of

    • iv.

      Samenwerkingsovereenkomst tussen initiatiefnemer en gemeente;

  • c.

    bij de aanvraag één of meer document(en) zijn ingediend waaruit blijkt dat invulling is gegeven aan, of wanneer dat niet het geval is, welke inspanning is gedaan om de omgeving de mogelijkheid te bieden om mede-eigenaar te worden of mede te financieren met een streefwaarde van minimaal 50%;

  • d.

    met het indienen van de aanvraag omgevingsvergunning financiële zekerheid is gegeven om de opstellingen voor de zonnepanelen na de looptijd van de vergunning duurzaam te kunnen verwijderen; en

  • e.

    de initiatiefnemer in de businesscase een reservering heeft opgenomen voor het op termijn verwijderen van het zonneveld.

Artikel 6 Procedure aanvraag omgevingsvergunning

  • 1. Het college vraagt de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) om advies als onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning, al dan niet aangevuld met een expert op het gebied van energie.

  • 2. Gelet op artikel 16.15a sub b onder 1 Omgevingswet heeft de gemeenteraad het recht van een bindend advies bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een door de gemeenteraad aangewezen geval van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. De omgevingsvergunning kan pas worden verleend door het college als de gemeenteraad een positief advies heeft afgegeven.

  • 3. De rol van het college bij de ontwikkeling van een zonneveld door een initiatiefnemer is beschreven in de Ontwikkelprocedure realisatie zonnevelden, waarbij zowel wordt ingegaan op de fase voorafgaand aan het indienen van de aanvraag als de stappen die na het indienen van de aanvraag worden gezet, alsmede het overleg met de initiatiefnemer.

Artikel 7 Intrekking oude regeling

De Beleidsregels zonnevelden en zonnedaken Gemeente Helmond wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels zonnevelden Helmond 2025.

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 1 juli 2025

Burgemeester en wethouders van Helmond,

de burgemeester,

mr. S.C.C.M. Potters

de secretaris,

E.P.H. Koop, MSc