Besluit Scheepsafmetingen en vaarwegprofielen 2025

Ondertekening

Bijlage scheepsafmetingen

Bijlage vaarwegprofielen

Verklaring van de afkortingen in de profielbeschrijving:

d Tb

Tb

Tb

TOELICHTING

   Algemeen    

De berekening van de dwarsprofielen van scheepvaartwegen is gebaseerd op de methodiek van profielberekening uit de Richtlijnen Vaarwegen 2011. De dwarsprofielen worden afgeleid van de gestandaardiseerde scheepsafmetingen van de CEMT-klassering of van de door het bevoegd gezag maximaal toegestane scheepsafmetingen op de diverse scheepvaartwegen.

De in de Richtlijnen gegeven aanbevelingen hebben betrekking op de te hanteren eisen bij nieuwbouw. Bij de beoordeling van de noodzaak tot verbetering van bestaande werken moet zorgvuldig worden nagegaan in hoeverre bestaande onderdelen, waarvan de technische (instandhoudings)kwaliteit nog goed is, in afwijking hiervan toch (voorlopig) gehandhaafd kunnen worden zonder dat dit voor die specifieke situatie onacceptabele gevolgen heeft voor een vlotte en veilige vaart.

De veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer is gediend bij uniforme toepassing van de Richtlijnen door alle vaarwegbeheerders. Een beheerder heeft evenwel de mogelijkheid van de Richtlijnen af te wijken, mits de alternatieve oplossing eveneens de vlotte, veilige en betrouwbare vaart garandeert. Het is van belang dat de vaarwegbeheerder afwijkingen van de Richtlijnen goed kan motiveren, documenteert en de vaarweggebruiker daarover adequaat informeert.

     Normaal en krap profiel    

In de Richtlijnen Vaarwegen 2011 worden drie profieltypen onderscheiden: normaal profiel, krap profiel en eenrichtingsprofiel.

Het normaal profiel behoort onverkort bij een intensiteit van meer dan 15.000 à 30.000 beroepsvaartuigen.

Het krappe profiel moet worden gezien als een verkeerstechnisch minimum, dat nog net acceptabel is voor vaarwegen waarop een ontmoeting van twee maatgevende of toegestane schepen mogelijk moet zijn. Bij lage intensiteiten van minder dan 5.000 beroepsvaartuigen per jaar kan het krappe profiel worden toegepast. Bij intensiteiten van 5.000 tot 15.000 beroepsvaartuigen is het acceptabel om over kortere gedeelten van de vaarweg, niet langer dan vijf kilometer, een krap profiel toe te passen, zo nodig met invoering van verkeersregulering. Het gebied tussen de 5000 en 15.000 scheepspassages per jaar is een overgangsgebied waaraan de beheerder van de scheepvaartweg een eigen invulling kan geven. Het enkelstrooksprofiel kan worden toegepast voor korte vaarwegvakken met een lage verkeersintensiteit in gevallen waarin toepassing van het krappe profiel niet mogelijk is.

Verklaring van de afkortingen:

D : diepte van de vaarweg t.o.v. het kanaalpeil (= waterdiepte)

W_d  : breedte van de vaarweg op diepte D (= bodembreedte)

Wtmaximaal : breedte van de vaarweg op diepte T

W_t : breedte van de vaarweg op diepte T

W_tb  : breedte van de vaarweg op diepte T_b 

T_maximaal  : maximaal toegestane diepgang van schepen

T : diepgang van het maatgevend geladen schip

T_b : diepgang van een maatgevend ongeladen schip

Dvh : doorvaarthoogte

   TOELICHTING PER VAARWEG    

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II voor motorschepen i.v.m. schutlengte Willem I-sluis en sluis Purmerend (64 m);

  Cemt IV met breedtebeperking (9 i.p.v. 9,5 m) en diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3 m) voor samenstellen van schepen; samenstellen van schepen moeten voor de passage van de sluizen los- en weer vastkoppelen.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  De maximale doorvaarthoogte van vaste kunstwerken/objecten is 7,05 m (brug A10, Nelson Mandelabrug), voldoende voor Cemt IV en BRTN BM.

• •

  De scheepsbreedte van 9 meter is maximaal mogelijk; een breedte van 9,50 meter kan niet in de bestaande vaarweg als krap profiel volgens de Richtlijnen Vaarwegen 2011 worden ingepast.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 86 m

Breedte 9 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt IV met breedtebeperking (9 i.p.v. 9,5 m), diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3 m), lengtebeperking (86 i.p.v. 105 m) en beperking doorvaarthoogte (6,85 i.p.v. 7 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 6,85 m (vaste brug A7).

• •

  De scheepsbreedte van 9 meter is maximaal mogelijk; inpassing is echter in het grootste deel van het traject mogelijk; een breedte van 9,50 meter kan in onvoldoende mate in de bestaande vaarweg worden ingepast en moet in een krap profiel volgens de RV 2011 worden afgewezen.

• •

  Om geheel te voldoen aan de RV 2011 zou de doorvaarthoogte van de brug A7 moeten worden vergroot van 6,85 m naar 7 m. Omdat dit een geringe verhoging van 0,15 m betreft, is deze mogelijkheid niet geheel uitgesloten; bij toekomstige vervanging/renovatie kan vergroting van de doorvaarthoogte bij de wegbeheerder onder de aandacht worden gebracht.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 86 m

Breedte 9 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt IV met breedtebeperking (9 i.p.v. 9,5 m) en diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 86 m

Breedte 9 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt IV met diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3 m) en lengtebeperking (86 i.p.v. 105 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 86 m

Breedte 9,50 m Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

N.B.

Uitzondering binnen het bovenvermelde traject vormt het kanaalgedeelte ter hoogte van het Zeglis in Alkmaar van km 38,500 tot km 39,300, ter hoogte van de afgemeerde woonboten en schepen.

Voor het Zeglis was in het oude profielbesluit een krap profiel-Cemt IV vastgesteld met een profielbreedte van 31,90 m. Binnen dit profiel kunnen veel combinaties van scheepsafmetingen elkaar vlot en veilig tegemoetkomen. Slechts enkele combinaties van de grootste scheepsafmetingen moeten dit met extra attentie uitvoeren.

In overleg met de gemeente Alkmaar is bepaald dat het bedienend personeel van de Friesebrug en de Leeghwaterbrug de scheepvaart informeren over mogelijke tegemoetkomende scheepvaart i.c. beroepsvaart. De bediening van beide bruggen treedt hierover zonodig met elkaar in contact. De beroepsvaart kan daarop zelf stappen nemen om een vlotte en veilige doorvaart onderling te regelen (marifooncontact).

Voorts wordt de scheepvaart door verkeerstekens B.8 met onderbord “versmalling door woonschepen“ gewaarschuwd voor het smallere profiel.

Gelet op het geringe dagelijkse aanbod van beroepsvaart is de kans dat de grootste categorie beroepsvaart elkaar op dit gedeelte van het kanaal tegenkomt zeer gering.

Voor de Koopvaardersschutsluis worden onderstaande scheepsafmetingen vastgesteld: 

Lengte 86 m

• •

  bijzondere transporten met toestemming van de beheerder tot 90 m Breedte 14 m

Diepgang 5,10 m

• •

  Aan vaartuigen met een diepgang van 4,50 tot 5,10 m kan met het oog op de waterstand aan de binnen- of buitenzijde van de sluis een schutting worden geweigerd.

Reden voor deze wijziging is de praktijk dat grotere schepen dan welke varen op het Noordhollandsch Kanaal van buiten naar binnen de Koopvaardersschutsluis passeren, zonder verder het Noordhollandsch Kanaal te bevaren. Zij blijven in Den Helder.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III met diepgangbeperking (2,50 i.p.v 2,70 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

• •

  De Stolperophaalbrug wordt vervangen en krijgt een waterdiepte in de doorvaartopening van tenminste 3,50 m. De Zijperbrug heeft een onderwaterdrempel op 3,22 m onder de waterlijn (-0,50 m N.A.P.).

• •

  Wanneer beide bruggen zijn aangepast op een waterdiepte van 3,50 m kan worden overwogen om een diepgang van 2,70 m/waterdiepte 3,50 m voor het hele kanaal te realiseren.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

lengte 80 m

breedte 8,20 m diepgang 2,50 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  De doorvaarthoogte van de laagste bruggen is 3,03 m (Trapbrug, Lasschoterbrug), voldoende voor BM (3 m);

  de spoorbrug heeft een doorvaarthoogte van 3,13 m; de Burenbrug, Mielbrug en Hemmerbrug zijn onlangs vervangen met een doorvaarthoogte van 3,15 m.

• •

  Voor dit traject is een minimale doorvaarthoogte van 3,13 m realistisch.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 40 m

Breedte 5 m Diepgang 2 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroeps-/recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten.

• •

  Doorvaartwijdte van de openstaande keersluis te Kolhorn is 10 m.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,5 m

Diepgang 2,50 m

• •

  Het Kolhornerdiep vormt de verbinding tussen het Kanaal Omval-Kolhorn, de Voormalige Buitenhaven van Kolhorn, Waardkanaal en de Westfrieschevaart.

• •

  Cemt I- en Cemt II-schepen moeten Kolhorn kunnen bereiken vanuit het Waardkanaal, Westfrieschevaart en het Kanaal Omval-Kolhorn.

• •

  Voor de scheepslengte kan op het Kolhornerdiep 50 m (Cemt II) worden toegepast, waarmee het aansluit op het Kanaal Omval-Kolhorn, de Voormalige Buitenhaven van Kolhorn en de Westfrieschevaart.

• •

  Voor de scheepsbreedte kan 6,80 m worden vastgesteld, waarmee het aansluit op de Westfrieschesluis en het Kanaal Omval-Kolhorn.

• •

  Een diepgang van 2,25 m is voldoende voor de schepen, afkomstig uit het Kanaal Omval-Kolhorn (dg 2,25 m) en de Westfrieschevaart (dg 2,10 m).

• •

  De Cemt II/III-schepen uit het Waardkanaal voor Marees & Kistemaker komen in principe niet in het Kolhornerdiep. Zij hebben daar geen bestemming en kunnen geen verdere trajecten bevaren.

Voorstel nieuwe scheepsafmetingen:

lengte 50 m breedte 6,80 m

diepgang 2,25 m

Grondslag voor berekening zijwindtoeslag 

Lengte: Cemt II

Breedte: Cemt II

Zijwindtoeslag 7 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,5 m

Diepgang 2,50 m

• •

  Het Kolhornerdiep vormt met het Kolhornerdiep de verbinding tussen het Kanaal OmvalKolhorn, de Voormalige Buitenhaven van Kolhorn, het Waardkanaal en de Westfrieschevaart.

• •

  Het doorgaande vaargeul in de Voormalige Buitenhaven van Kolhorn wordt qua scheepsafmetingen en profiel gekoppeld aan de toegestane scheepsafmetingen voor het Kolhornerdiep.

• •

  Cemt I- en Cemt II-schepen moeten de Voormalige Buitenhaven en/of de Westfrieschesluis kunnen bereiken vanuit het Waardkanaal, Kanaal Omval-Kolhorn en het Kolhornerdiep.

• •

  Voor de scheepslengte kan in de Voormalige Buitenhaven 50 m worden toegepast, waarmee het aansluit op het Kanaal Omval-Kolhorn, het Kolhornerdiep en de Westfrieschevaart.

• •

  Voor de scheepsbreedte kan 6,80 m worden vastgesteld, waarmee het aansluit op de Westfrieschesluis, het Kolhornerdiep (6,80 m) en het Kanaal Omval-Kolhorn (6,60 m i.v.m. kolkbreedte twee sluizen aldaar).

• •

  Een diepgang van 2,25 m is voldoende voor de schepen, afkomstig uit het Kanaal Omval-Kolhorn (dg 2,25 m) en de Westfrieschevaart (dg 2,10 m).

• •

  De Cemt II/III-schepen uit het Waardkanaal voor Marees & Kistemaker komen in principe niet in de doorgaande vaargeul in de Voormalige Buitenhaven of het Kolhornerdiep. Zij hebben daar geen bestemming en kunnen geen verdere trajecten bevaren.

Voorstel scheepsafmetingen:

lengte 50 m breedte 6,80 m

diepgang 2,25 m

Grondslag voor berekening zijwindtoeslag 

Lengte: Cemt II

Breedte: > Cemt II

Zijwindtoeslag: 7 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt I met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,50 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  brug Westfrieschesluis wordt momenteel niet bediend, dus tijdelijke doorvaarthoogte van 6,30 m.

• •

  Maximale vaste doorvaarthoogte van de Hoornsebrug (A7) is 5,81 m.

• •

  Maximale vaste doorvaarthoopgte van brug N240/Overlekersluis is 5,52 m, is voldoende voor Cemt I-schepen.

Scheepsafmetingen vanaf de kruising met het Waardkanaal en Groetkanaal tot de Wieringerwerfvaart te Middenmeer (West) volgens GS-besluit: lengte  42 m breedte 6,80 m diepgang 2,10 m

Scheepsafmetingen vanaf de Wieringerwerfvaart te Middenmeer tot en met de Overlekersluis te Medemblik (Oost) volgens GS-besluit:

• •

  De vaargeul is qua scheepsafmetingen en profiel gekoppeld aan de toegestane scheepsafmetingen op het Kanaal Omval-Kolhorn, het Kolhornerdiep en de vaargeul in de Voormalige buitenhaven van Kolhorn.

• •

  De scheepslengte van 42 m op het gedeelte Westfrieschesluis-Middenmeer is gerelateerd aan de maximaal toegestane schutlengte van de Westfrieschesluis; de scheepslengte op het gedeelte Middenmeer-Overlekersluis is gerelateerd aan de schutlengte van de Overlekersluis te Medemblik (40 m).

• •

  De diepgang van 2,10 m is gerelateerd aan de drempeldiepte van de Westfrieschesluis.

• •

  De doorvaarthoogte op het gedeelte Westfrieschesluis-Middenmeer is normaliter onbeperkt; momenteel echter wordt de brug over de Westfrieschesluis niet bediend. Deze situatie is niet blijvend, zodat van een onbeperkte doorvaarthoogte moet worden uitgegaan.

• •

  Vanaf de Overlekersluis is de doorvaarthoogte beperkt door de vaste brug in de N240/Overlekersluis (5,52 m), overigens voldoende voor Cemt I (5,25 m). De doorvaarthoogte van de brug in de A7 is 5,81 m.

• •

  Gelet op het vorenstaande voor de gehele Westfrieschevaart uitgaan van het principe ‘houden wat je hebt’ en de doorvaarthoogte van de brug in de N240 van 5,52 m voor vaste kunstwerken/objecten aanhouden.

Grondslag voor berekening zijwindtoeslag 

Lengte: 39 m = Cemt I

Breedte: 6,80 m > Cemt II

Zijwindtoeslag: tussen Cemt I en II: 7 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking tot 2,25 i.p.v. 2,50 m en een doorvaarthoogtebeperking op het gedeelte Roskamsluis-Kolhornerdiep van 3,70 m (i.v.m. spoorbrug Waarland).

• •

  Op het gedeelte Omval-Roskamsluis wordt een doorvaarthoogte van tenminste 4,90 m in stand gehouden.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 50

Breedte 6,60 m

Diepgang 2,25 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt Va met diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3,50 m) en lengtebeperking tot 95 m (i.p.v. 110-135 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 95 m

Breedte 11,50 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt Va met diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3,50 m) en lengtebeperking tot 95 m (i.p.v. 110-135 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 95 m

Breedte 11,50 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt Va met diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3,50 m) en lengtebeperking tot 95 m (i.p.v. 110-135 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 95 m

Breedte 11,50 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt Va met diepgangbeperking (2,85 i.p.v. 3,50 m) en lengtebeperking tot 95 m (i.p.v. 110-135 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen:

Lengte 95 m

Breedte 11,50 m

Diepgang 2,85 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: Geen BRTN-vaarweg.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

• •

  Deze vaarweg heeft evenals het Kogerpolderkanaal (13) geen betekenis meer voor de traditionele beroepsvaart. De vaarweg is een route voor kleinere beroepsvaartuigen (waaronder riviercruise/passagiersschepen, partyboten, klippers) en grotere jachten die het Alkmaardermeer bij ruw weer willen vermijden. Dit geldt evenzeer voor de totale recreatievaart.

• •

  Alhoewel de route geen staandemastroute is kan hier wel met staandemastschepen worden gevaren en verbindt de vaarweg twee staandemastroutes uit de BRTN, namelijk de Tap- of Tochtsloot en het Noordhollandsch Kanaal.

• •

  De vaarweg wordt voornamelijk door de recreatievaart nog gebruikt, maar maakt geen deel uit van het BRTN-netwerk.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: lengte 39 m breedte 5,10 m diepgang 2,10 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,60 m)

• •

  Recreatievaartklasse: Geen BRTN-vaarweg

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig

• •

  Deze vaarweg heeft evenals de Markervaart Noord (12) geen betekenis meer voor de traditionele beroepsvaart. De vaarweg is een route voor kleinere beroepsvaartuigen (waaronder riviercruise/passagiersschepen, partyboten, klippers) en grotere jachten die het Alkmaardermeer bij ruw weer willen vermijden. Dit geldt evenzeer voor de totale recreatievaart.

• •

  Alhoewel de route geen staandemastroute is kan hier wel met staandemastschepen worden gevaren en verbindt de vaarweg twee staandemastroutes uit de BRTN, namelijk de Tap- of Tochtsloot en het Noordhollandsch Kanaal.

• •

  De vaarweg wordt voornamelijk door de recreatievaart nog gebruikt, maar maakt geen deel uit van het BRTN-netwerk.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: lengte 39 m breedte 5,10 m diepgang 2,10 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 2,82 m (Gerard Veltmanbrug); d.i. voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m)

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

lengte 25 m breedte 3,75 m diepgang 1,10 m

In verband met de vaart van historische schepen is de maximale scheepslengte gesteld op 25 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 15 m op 1,35 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 1,98 m (Ursemmerbrug); d.i. niet voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m)

• •

  De vaarweg sluit aan op het bij het hoogheemraadschap van Hollands Noorderkwartier in vaarwegbeheer zijnde deel van de Schermerringvaart (nr. 33). Beide vaarweggedeelten hebben hetzelfde vaarwegprofiel.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

lengte 25 m breedte 3,75 m diepgang 1,10 m

In verband met de vaart van historische schepen is de maximale scheepslengte gesteld op 25 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM met diepgangbeperking (1,20 m i.p.v. 1,50 m).

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 3,92 m (brug N235); d.i. voldoende voor BRTN BM (= 3 m), maar 3,90 m is uitgangspunt (‘houden wat je hebt’).

Oude scheepsafmetingen: 

lengte 15 m breedte 3,75 m

diepgang 1,20 m

• •

  Het voorstel is om op deze BM-vaarweg de genormeerde maximale scheepsafmetingen met diepgangbeperking voor deze klasse vast te stellen.

• •

  De diepgang blijft vooralsnog beperkt tot 1,20 m.

• •

  Binnen de mogelijkheden wordt op dit traject het profiel gebaggerd.

Nieuwe door GS vastgestelde scheepsafmetingen: lengte 25 m breedte 4,25 m

diepgang 1,20 m

In verband met de vaart van historische schepen is de maximale scheepslengte gesteld op 25 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 3,24 m (brug N244); d.i. voldoende voor BRTN BM (= 3 m)

Oude scheepsafmetingen:

Lengte 40 m

Breedte 5 m

Diepgang 1,50 m

• •

  Doorvaarthoogte ‘houden wat je hebt’ op 3,24 m.

• •

  Het voorstel is om op deze BM-vaarweg de genormeerde maximale scheepsafmetingen voor deze klasse vast te stellen.

• •

  Binnen de mogelijkheden wordt op dit traject bovenstaand profiel gebaggerd. Vaarwegbreedte is voldoende (ca. 23 m).

• •

  Voorstel zorgt voor één profiel vanaf het Stinkevuil tot de Where.

Nieuwe door GS vastgestelde scheepsafmetingen: lengte 35 m breedte 4,25 m

diepgang 1,50 m

In verband met de vaart van historische schepen is de maximale scheepslengte gesteld op 35 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,50 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,50 m Diepgang 2,50 m

Max. onderwateroppervlak (B x Dg): 17,25 m².

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,0 i.p.v. 2,50 m) en doorvaarthoogtebeperking (5,30 m i.p.v. 6,10 m)

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  De maximale doorvaarthoogte op dit traject is 5,30 m (brug N 232 en N205).

• •

  Bij vervanging van de kunstwerken in de N232 en N205 kan onderzocht worden of verhoging naar 6,10 m werkelijk nodig is, rekening houdend met het gegeven dat dit deel van de Ringvaart geen reguliere functie heeft voor de beroepsvaart; in beperkte mate (qua diepgang en doorvaarthoogte) is het wel een alternatief als elders de Ringvaart is gestremd.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,50 m

Diepgang 2 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,50 i.p.v. 2,60 m) en doorvaarthoogtebeperking (5,60 i.p.v. 6,10 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  De maximale doorvaarthoogte op dit traject is 5,60 m (brug A9 Rottepolderplein); d.i. niet voldoende voor Cemt II (= 6,10 m).

• •

  Om geheel te voldoen aan de RV 2011 zou de doorvaarthoogte van de brug A9 Rottepolderplein moeten worden vergroot van 5,60 m naar 6,10 m. Gelet echter op de wegenstructuur op en rond het Rottepolderplein wordt deze verhoging niet waarschijnlijk geacht, zodat de huidige doorvaarthoogte van 5,60 m als standaard wordt vastgelegd in het profielbesluit.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,50 m Diepgang 2,50 m

Max. onderwateroppervlak (B x Dg): 17,25 m².

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III met diepgangbeperking (2,50 i.p.v. 2,70 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 80 m

Breedte 8,25 m Diepgang 2,50 m

Max. onderwateroppervlak (B x Dg): 19 m².

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,50 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,50 m Diepgang 2,50 m

Max. onderwateroppervlak (B x Dg): 17,25 m².

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met:

  • -

    diepgangbeperking (2,35 i.p.v. 2,60 m)

  • -

    beperking scheepslengte in Tolhuissluis tot 52 m

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 52 m

Breedte 7,20 m Diepgang 2,35 m

• •

  Dit deel van Amstel kan worden bevaren door maximaal Cemt II-schepen, dit in verband met de beperkende afmetingen van de Tolhuissluis. De schutlengte van de grote kolk is 52 m; de kolkbreedte is 8,23 m.

• •

  Er zijn tussen de Kromme Mijdrecht en de Tolhuissluis geen zelfstandige bestemmingen voor de beroepsvaart aanwezig.

  Daarom is de scheepslengte beperkt tot 52 m (Cemt II) en wordt de breedte van 7,20 m gehandhaafd (‘houden wat je hebt’ en ‘wat in de Tolhuissluis mogelijk is’).

Grondslag berekening zijwindtoeslag 

Scheepbreedte: tussen Cemt II en III

Scheepslengte: Cemt II

Resulterend in een zijwindtoeslag van 8 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met:

  • -

    diepgangbeperking: 2,35 i.p.v. 2,60 m (i.v.m. sluisdrempels in Amsterdam en Driemond)

  • -

    doorvaarthoogtebeperking: 5,80 i.p.v. 6,10 m (i.v.m. brug A10).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

Lengte 70 m

Breedte 7,20 m Diepgang 2,35 m

• •

  Om geheel te voldoen aan de RV 2011 zou de doorvaarthoogte van het bruggencomplex bij de A10 moeten worden vergroot van 5,80 m naar 6,10 m.

  Gelet echter op de wegen- en railstructuur ter plaatse wordt deze verhoging niet waarschijnlijk geacht, zodat de huidige doorvaarthoogte van 5,80 m als standaard wordt vastgelegd in het profielbesluit.

• •

  Voor de diepteligging van het aquaduct in de N201 is uitgegaan van een toekomstige scheepsdiepgang conform Cemt III van 2,70 m, dit gelet op de toegestane scheepsafmetingen. De waterdiepte boven het aquaduct is 3,50 m.

Grondslag berekening zijwindtoeslag 

Scheepbreedte: tussen Cemt II en III

Scheepslengte: Cemt III

Resulterend in een zijwindtoeslag van 9 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Scheepsafmetingen conform Cemt III: 

lengte 67-85 m breedte 8,20 m

diepgang geladen 2,70 m

• •

  De toegang van het Balgzandkanaal loopt via de Kooysluis. De minimale drempeldiepte van de Kooysluis is 3,22 m. Deze maat is in overeenstemming met de bandbreedte die de Richtlijnen Vaarwegen 2011 voor de drempeldiepte van een zogenaamde minimumsluis in een Cemt III-vaarweg aangeven. Schepen met een diepgang van 2,70 m kunnen de Kooysluis dus ‘vlot en veilig’ passeren.

• •

  De schutlengte van de Kooysluis is 70 m en de kolkwijdte is 9 m, volgens de RV 2011 voldoende voor een Cemt III-schip van 8,20 m breed.

• •

  Het Balgzandkanaal wordt door de beroepsvaart gebruikt om in Kolhorn of Middenmeer e.v. te komen. Bottleneck is de Waardbrug met een doorvaartwijdte van 8 m. Cemt IIIschepen zullen van de route Kooysluis-Kolhorn daarom geen gebruik kunnen maken totdat de doorvaartwijdte van de Waardbrug is vergroot naar Cemt III-afmetingen. Een diepgang van 2,70 m (Cemt III) zal derhalve niet worden gebruikt en de daarbij behorende waterdiepte van 3,50 m hoeft niet in het profiel te worden opgenomen.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

₇₁Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III.

• •

  Recreatievaartklasse: deels BRTN BZM (staandemastroute) en deels BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Scheepsafmetingen conform Cemt III: lengte   67-85 m

breedte 8,20 m

diepgang geladen 2,70 m

• •

  Op het eerste deel van het traject, tot de afbuiging naar de Ulkesluis in het Waardkanaal, vaart naast beroepsvaart tevens staandemastvaart (BRTN BZM) en andere recreatievaart richting De Haukes op Wieringen en de Haukessluis in de Slootvaart e.v.

  De scheepsafmetingen van de staandemastvaart vallen binnen de afmetingen van de beroepsvaart; er wordt een beroepsvaartprofiel vastgesteld met een doorvaarthoogte van 30 m.

• •

  Vanaf de afbuiging naar de Ulkesluis in het Waardkanaal is een doorvaarthoogte van 6,60 m (Cemt III) voldoende.

  De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute)

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig

• •

  De vaargeul moet de staandemastvaart naar De Haukes en de beroepsvaart/recreatievaart naar de Slootvaart faciliteren.

• •

  Voor de BZM-route is een bevaarbare breedte van 17 m met 2,10 m waterdiepte vereist.

• •

  De vaargeul voor de recreatievaart kan met een vaarwegdiepte van 2,10 m zowel de staandemastschepen (BZM) met een diepgang van 1,90 m naar De Haukes als de beroepsvaart met een diepgang van 1,80 m richting Slootvaart faciliteren.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig

• •

  De schutlengte van de Haukessluis is 40 m

De vaargeul moet de BM-recreatievaart en de incidentele beroepsvaart naar de Haukessluis in de Slootvaart faciliteren en kan dezelfde afmetingen hebben als het vaarwegprofiel in de Slootvaart.

Voor nadere toelichting zie nr. 26 Slootvaart.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  Vanwege de beperkte doorvaartwijdte van de Waardbrug (8 m) over het Waardkanaal in de N248 kan een Cemt III-schip (8,20 m) van deze route geen gebruik maken.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Scheepsafmetingen conform Cemt III: lengte   67-85 m

breedte 8,20 m

diepgang geladen 2,70 m

• •

  De toegang van het Balgzandkanaal gaat via de Kooysluis. De minimale drempeldiepte van de Kooysluis is 3,22 m. Deze maat is in overeenstemming met de bandbreedte die de Richtlijnen Vaarwegen 2011 voor de drempeldiepte van een zogenaamde minimumsluis in een Cemt III-vaarweg aangeven. Schepen met een diepgang van 2,70 m kunnen de Kooysluis ‘vlot en veilig’ passeren.

• •

  De schutlengte van de Kooysluis is 70 m. De kolkwijdte is 9 m, volgens de RV 2011 voldoende voor een Cemt III-schip van 8,20 m breed.

• •

  Bottleneck is de Waardbrug met een doorvaartwijdte van 8 m. Cemt III-schepen zullen van de route Kooysluis-Kolhorn daarom geen gebruik kunnen maken totdat de doorvaartwijdte van de Waardbrug is vergroot naar Cemt III-afmetingen. Het toestaan van een diepgang van 2,70 m is dan ook (nog) niet nodig.

• •

  In het profielbesluit van 2004 zijn fysieke beperkingen aangenomen die de vaarwegbreedte in het kielvlak van het ongeladen schip (W_Tb) zouden beperken tot 30,80 m. Het is niet bekend wat deze beperkingen zijn en gezien de werkelijke vaarwegbreedte lijkt er geen bezwaar tegen om de breedte van W_Tb van het

Balgzandkanaal (nr. 23) en de vaargeul Amstelmeer (nr. 24a) ook hier toe te passen.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0, maar wordt door beroepsvaart nog bevaren

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  Vaste kunstwerken/objecten aanwezig (vaste brug Haukessluis dvh 5,3 m).

De Slootvaart is gegraven voor 100-tons schepen met onderstaande afmetingen: 

Lengte 31,60 m

Breedte 5,40 m Diepgang 1,80 m

Leggerafmetingen Slootvaart bij aanleg: 

Waterdiepte 2,10 m

Wd 10 m

Wkanaalpeil 22,60 m

Onderwatertalud 1:3

De schutlengte van de Haukessluis is 40 m; in de Slootsluis kan tot 33,15 m worden geschut. Bestemmingen voor de beroepsvaart liggen ten noorden van de Slootsluis en kunnen vanuit het noorden of het zuiden worden aangevaren.

Rekening houdend met de scheepsmaten waarvoor de Slootvaart is gegraven (zie hierboven) wordt voorgesteld om voor onderstaande maximale scheepsafmetingen het vaarwegprofiel vast te stellen, conform de vaargeulen in het Amstelmeer naar de Haukessluis:

Lengte 40 m

Breedte 5,10 m Diepgang 1,80 m Hierbinnen passen de scheepsafmetingen van BM-recreatievaart: 

Lengte 15 m

Breedte 4,50 m Diepgang 1,50 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  Maximale doorvaarthoogte van vaste kunstwerken/objecten is 3,75 m (brug Slootdorp in N240), voldoende voor BRTN BM.

• •

  De Den Oeverschevaart is op dezelfde afmetingen als de Slootvaart aangelegd, maar wordt in tegenstelling tot de Slootvaart niet door beroepsvaart bevaren, uitgezonderd door vaartuigen die voor het onderhoud van de vaarweg worden gebruikt. Toch wordt

het profiel identiek aan de Slootvaart vastgesteld. Binnen dat profiel kan de recreatievaart veilig ‘meeliften’.

• •

  De in 2009/2010 vervangen brug in de N240 in Slootdorp is bepalend geworden voor de doorvaarthoogte van de Den Oeverschevaart. Deze is 3,75 m.

• •

  De Stontelersluis bij Den Oever heeft een schutlengte van 31,20 m, de kolkbreedte is 5,60 m.

De drempeldiepte (noord) is -2,80 m (bron: HHNK) en -2,40 m (bron: VIN).

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt I met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,50 m)

• •

  Recreatievaartklasse: geen BRTN-klasse

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig, wel op toeleidende route vanaf Medemblik, nl. brug N240/Overlekersluis: 5,52 m, en brug A7: 5,81 m.

• •

  De Wieringerwerfvaart kan vanaf de Westfrieschevaart (westen) en vanaf de Overlekersluis (oosten) worden aangevaren. De brug over het benedenhoofd van de Westfrieschesluis is (normaliter) beweegbaar. Tot de Wieringerwerfvaart zijn er geen vaste objecten die de doorvaarthoogte beperken.

• •

  Vanaf de Overlekersluis is de doorvaarthoogte beperkt door de vaste brug in de N240 (5,52 m). De doorvaarthoogte van de brug in de A7 is 5,81 m.

• •

  Uitgangspunt zijn de scheepsafmetingen van scheepvaart, komend uit de Westfrieschesluis: lengte 42 m, breedte 6,80 m, diepgang 2,10 m.

• •

  Voor de Cemt I-vaarweg is een minimale doorvaarthoogte van 5,25 m vereist. Een realistisch ijkpunt voor de doorvaarthoogte van vaste kunstwerken/objecten wordt gezien in de brug in de N240 over de Overlekersluis (5,52 m).

• •

  Gelet op de relatie met de Westfrieschevaart én het principe ‘houden wat je hebt’ is het daarom gewenst om voor de Wieringerwerfvaart uit te gaan van een vrije doorvaarthoogte voor vaste objecten van 5,52 m, overeenkomstig de eis voor de Westfrieschevaart.

• •

  Gezien de geringe frequentie van de scheepvaart op dit doodlopende vaarweggedeelte van 1,75 km lang kan voor het vaststellen van het vaarwegprofiel worden uitgegaan van een enkelstrooks profiel. De vaarwegbeheerder kan zelf bepalen of en zo ja hoeveel zijwindtoeslag, rekening houdend met de omstandigheden, moet worden toegepast.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (1,90 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Circa éénmaal per week vaart er een schip met lijnolie naar Forbo Krommenie. Deze vaart achteruit terug naar de Tap- of Tochtsloot. Bij ongunstig weer wordt bij de terugtocht geassisteerd door een sleepboot.

Door Zaanstad vastgestelde scheepsafmetingen: lengte 50 m breedte 6,60 m diepgang 1,90 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

In het vorig profiel is per abuis/verschrijving opgenomen: 26,80 m op 1 m waterdiepte.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (1,90 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Circa éénmaal per week vaart er een schip met lijnolie naar Forbo Krommenie. Deze vaart achteruit terug naar de Tap- of Tochtsloot. Bij ongunstig weer wordt bij de terugtocht geassisteerd door een sleepboot.

Door Zaanstad vastgestelde scheepsafmetingen:

lengte 50 m breedte 6,60 m diepgang 1,90 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

In het vorig profiel is per abuis/verschrijving opgenomen: 26,80 m op 1 m waterdiepte.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met beperkte diepgang (1,90 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door Zaanstad vastgestelde scheepsafmetingen:

Lengte 50 m

Breedte 6,60 m Diepgang 1,90 m

• •

  Tussen de Forbo te Krommenie en de Schermersluis te Nauerna is geen bestemming voor de beroepsvaart aanwezig. De Schermersluis is met een kolkwijdte van 5,70 m, een schutlengte van 27 m en een drempeldiepte van 2,44 m bo/bi niet geschikt voor Cemt I-schepen.

• •

  Op dit traject varen kleinere spitsen voor fiets- en vaarvakanties.

• •

  Voorstel om een BZM-profiel vast te stellen waarin de zeer kleine beroepsvaart kan meeliften. Voor de staandemastroute (BZM) is een bevaarbare breedte van 17 m op 2,10 m waterdiepte vereist. In dit profiel is er voor de zeer kleine beroepsvaart genoeg ruimte.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM, met doorvaarthoogtebeperking.

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 1,98 m (Ursemerbrug); d.i. niet voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m)

Om geheel te voldoen aan de RV 2011/BRTN moet de doorvaarthoogte van de Ursemmerbrug worden vergroot van 1,98 naar 2,60 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM, met doorvaarthoogtebeperking.

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 2,35 m (Jan Vetsbrug, Fenisserbrug); d.i. niet voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m)

Om geheel te voldoen aan de RV 2011/BRTN moet de doorvaarthoogte van de Jan Vetsbrug en de Fenisserbrug worden vergroot van 1,98 naar 2,60 m.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM, mert doorvaarthoogtebeperking.

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 2,24 m (Oosthuizerbrug); d.i. niet voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m)

• •

  Om geheel te voldoen aan de RV 2011/BRTN moet de doorvaarthoogte van enkele bruggen worden vergroot : Oosthuizerbrug: 2,24 > 2,60 m

  Kwadijkerbrug: 2,40 > 2,60 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 15 m op 1,35 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 3,69 (brug N247); d.i. voldoende voor BRTN BM (= 3 m).

Het aansluitende deel van de Trekvaart tot Edam-Volendam (nr. 17) heeft een doorvaarthoogte van 3,24 m. Deze maat geldt ook voor nrs. 36, 37a en 17 (‘houden wat je hebt’) .

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 10 m op 1,80 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 17 m op 1,80 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 3,02 m (fietsbrug Purmerend); d.i. voldoende voor BRTN BM (= 3 m).

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 17 m op 1,80 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 17 m op 1,80 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Door GS vastgestelde scheepsafmetingen: 

lengte 40 m breedte 5 m diepgang 1,80 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten op dit traject aanwezig.

Het profiel van de Vecht, gedeelte Zeesluis te Muiden tot de Zanderijsluis was reeds in 2004 vastgesteld. Tussen de Zanderijsluis en de aansluiting van het Hilversums Kanaal loopt de grens tussen de provincies Utrecht en Noord-Holland in de as van de Vecht. Nadat in 2009 de provincie Utrecht een vaarwegdiepte voor dit deel van de Vecht van 2,70 m heeft vastgesteld

kan ook Noord-Holland het profiel van het gedeelte sluis Zanderijsluis- Hilversums Kanaal vaststellen.

Door AGV vastgestelde scheepsafmetingen: 

lengte 52 m breedte 7,50 m

diepgang 2,10 m

(overeenkomstig de Beheers- en onderhoudsfilosofie van Rijkswaterstaat 1996 bij overdracht van onder meer de Vecht aan AGV).

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

De Muidertrekvaart en de Naardertrekvaart zijn vaarwegen die door de recreatievaart beperkt worden bevaren. Volgens de beheerder komt tegemoetkomend verkeer met maximale afmetingen zelden voor. Verder zijn het kaarsrechte en dus overzichtelijke vaarwegen. Het is de bevoegdheid van de nautisch beheerder om maximale scheepsafmetingen vast te stellen. AGV heeft de volgende scheepsafmetingen voor de Muidertrekvaart vastgesteld:

lengte 12 m breedte 4 m

diepgang 1,10 m

Volgens de Richtlijnen Vaarwegen 2011 is vereist een bevaarbare breedte van 17 m op een vaarwegdiepte van 1,7 m. De bevaarbare breedte is niet overal tussen de oevers in te passen, aangezien de vaarwegbreedte varieert van circa 16 tot 19 m en de bak rechte zijkanten zou moeten hebben. De totale benodigde vaarwegbreedte wordt daardoor veel breder dan 16 m. In het verkeersbesluit AGV-1 stelt AGV dat de Muidertrekvaart een bevaarbare breedte van 12 m heeft bij een maximale diepgang van 1,10 m.

Dit komt overeen met een DM-vaarweg; de Muidertrekvaart is formeel in de BRTN een BMvaarweg.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

Bevaarbare breedte: 10 m op 1,35 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM

• •

  Maximale doorvaarthoogte vaste kunstwerken/objecten is tenminste 5,50 m (brug A1);

  d.i. voldoende voor BRTN BM (3 m)

In 2008 heeft GS het onderstaande theoretisch profiel vastgesteld:

• I.

  voor de Naardertrekvaart, gedeelte Vestinggracht te Muiden – Buiten Vestinggracht te Naarden:

bevaarbare breedte: 10 meter op 1,35 meter waterdiepte;

• II.

  voor de Naardertrekvaart, gedeelte Hakkelaarsbrug - Buiten Vestinggracht te Naarden, gelegen binnen het onder I. genoemde traject, in aanvulling op het onder I. bepaalde:

  bevaarbare breedte: 16 meter op 0,70 meter waterdiepte, met dien verstande dat, aangezien het hier gaat om één vaste vaarweggebruiker (Roeivereniging Naarden), hetgeen over de onderhoudsfilosofie in het “Inrichtings- en onderhoudsconcept Naardertrekvaart” is vastgelegd wat betreft de praktische uitvoering daarvan voor het hoogheemraadschap als onderhoudsplichtige leidend kan zijn.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Op het gedeelte Omval-Betoncentrale Diemen is de maximale doorvaarthoogte 4,95 m (Brug N201); d.i. niet voldoende voor Cemt II (= 6,10 m).

• •

  Op het gedeelte Betoncentrale Diemen-Amsterdam-Rijnkanaal is de maximale doorvaarthoogte 6,40 m (brug A9); dit is voldoende voor Cemt II.

AGV heeft onderstaande scheepsafmetingen vastgesteld: 

lengte 52 m breedte 7,50 m

diepgang 2,10 m

• •

  Het in 2004 vastgestelde vaarwegprofiel kan niet in zijn volle breedte (27 m) overal worden gerealiseerd. Daarom wordt de profielbreedte in het kielvlak van het ongeladen schip (W_Tb) nu vastgesteld op 21 en 27 m, respectievelijk voor het traject Omval Amsterdam-Brug A9 en het traject Brug A9-Amsterdam-Rijnkanaal. Daar waar het vaarwegprofiel niet kan worden gerealiseerd, kan door de vaarwegbeheerder een aangepast profiel worden gemaakt.

• •

  De doorvaarthoogte van de spoorbrug in de lijn Amsterdam-Almere te Diemen (5,10 m) zal niet worden vergroot. Voor het vaarweggedeelte Omval-Betoncentrale Diemen wordt daarom vastgehouden aan deze minimale doorvaarthoogte voor vaste bruggen/objecten.

De doorvaarthoogte van de Brug N201 kan in de toekomst bij gelegenheid worden vergroot met 0,15 m tot 5,10 m.

• •

  Op het gedeelte Betoncentrale Diemen-Amsterdam-Rijnkanaal wordt vastgehouden aan de doorvaarthoogte van 6,40 m van de Brug A9 (‘houden wat je hebt’).

• •

  De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

D 2,70 m

Wd 15 m

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

AGV heeft onderstaande scheepsafmetingen vastgesteld:

lengte 52 m breedte 7,50 m diepgang 2,10 m

Het Smal Weesp is krapper gedimensioneerd dan de Weespertrekvaart/Gaasp. De gemiddelde breedte tussen de oevers is 20 m. De vaarweg wordt door de beroepsvaart in beperkte mate gebruikt, maar in geval van stremmingen elders kan dit gebruik oplopen. Door de geringe afmetingen van de vaarweg kan het dwarsprofiel zoals vastgesteld voor de Gaasp hier niet onverkort worden vastgesteld.

In het verkeersbesluit AGV-1 gaat AGV uit van een bevaarbare breedte van 21 m met een diepgang van 2.10 m (overeenkomstig de Beheers- en onderhoudsfilosofie van Rijkswaterstaat 1996 bij overdracht van onder meer het Smal Weesp aan AGV).

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,60 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

AGV heeft onderstaande scheepsafmetingen vastgesteld: 

lengte 52 m breedte 7,50 m diepgang 2,10 m

AGV is voornemens onderstaande maximale scheepsafmetingen vast te stellen:

lengte 45 m

breedte 6,60 m diepgang 2,10 m

Deze wijziging wordt nodig geacht voor een vlotte en veilige passage van dit vaarweggedeelte.

Het Smal Weesp is krapper gedimensioneerd dan de Weespertrekvaart/Gaasp. De gemiddelde breedte tussen de oevers is 20 m. De vaarweg wordt door de beroepsvaart in beperkte mate gebruikt, maar in geval van stremmingen elders kan dit gebruik oplopen. Door de geringe afmetingen van de vaarweg kan het dwarsprofiel zoals vastgesteld voor de Gaasp hier niet onverkort worden vastgesteld.

In het verkeersbesluit AGV-1 gaat AGV uit van een bevaarbare breedte van 19,80 m met een diepgang van 2.10 m (overeenkomstig de Beheers- en onderhoudsfilosofie van Rijkswaterstaat 1996 bij overdracht van onder meer het Smal Weesp aan AGV).

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0. 

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM. 

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 4,85 m (brug A9); d.i. voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m).

• •

  In besluit AGV-1: bevaarbare breedte: 17 m met een diepgang van 1,50 m. Eis BRTN DM: tenminste 15 m op 1,30 m waterdiepte.

• •

  Doorvaarthoogte van 4,85 m kan worden vastgesteld (‘houden wat je hebt’)

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel: 

bevaarbare breedte: 16 m op 1,80 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0 

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM 

• •

  Maximale doorvaarthoogte is 3,50 m (brug A2); d.i. voldoende voor BRTN DM (= 2,60 m)

• •

  De Holendrecht ligt in de provincies Noord-Holland en Utrecht. De provinciegrens ligt in de as van de Holendrecht.

• •

  Provincie Noord-Holland heeft in 2004 geen theoretisch profiel van de Holendrecht vastgesteld omdat Utrecht nog geen standpunt in deze had bepaald.

• •

  Provincie Utrecht heeft in 2007 de Normering Vaarwegdiepten vastgesteld. NoordHolland is bij de totstandkoming van de inhoud betrokken geweest. Utrecht is bij de vaststelling van de vaarwegdiepten uitgegaan van de huidige geometrie van de vaarwegen, omdat verbreding van vaarwegen teneinde een grotere diepte mogelijk te maken geen optie is geacht. Gevolg zou zijn instabiliteit van de oevers en kaden.

• •

  In besluit AGV-1 is vermeld: bevaarbare breedte: 15 m met een diepgang van 1,10 m. Eis BRTN DM: tenminste 15 m op 1,30 m waterdiepte Provincie Utrecht heeft vastgesteld: 1,40 m waterdiepte.

• •

  Provincie Noord-Holland stelt afwijkend van Utrecht een waterdiepte van tenminste 1,30 m vast, d.i. de eis uit de Richtlijnen Vaarwegen 2011.

• •

  Een doorvaarthoogte van 3,50 m kan worden vastgesteld (‘houden wat je hebt’).

• •

  De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0 

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM 

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig

• •

  De passagecijfers op de Waver en Winkel bedragen 6000 per jaar.

• •

  De Waver ligt in de provincies Noord-Holland en Utrecht. De provinciegrens ligt in de as van de Waver.

• •

  Noord-Holland heeft in 2004 geen theoretisch profiel van de Waver vastgesteld omdat Utrecht nog geen standpunt in deze had bepaald.

• •

  Provincie Utrecht heeft in 2007 de Normering Vaarwegdiepten vastgesteld. NoordHolland is bij de totstandkoming van de inhoud betrokken geweest. Utrecht is bij de vaststelling van de vaarwegdiepten uitgegaan van de huidige geometrie van de vaarwegen, omdat verbreding van vaarwegen teneinde een grotere diepte mogelijk te maken geen optie is geacht. Gevolg zou zijn instabiliteit van de oevers en kaden.

• •

  Provincie Utrecht heeft na uitgebreide overwegingen voor de Waver een vaarwegdiepte van 1,60 m vastgesteld. De gemeten breedte op de waterspiegel is 11 tot 24 m.

• •

  In overeenstemming met de provincie Utrecht stelt Noord-Holland enkel de minimale waterdiepte vast.

• •

  In besluit AGV-1 is vermeld: bevaarbare breedte: 10,8 m met een diepgang van 1,30 m. Eis BRTN DM: 15 m op 1,30 m waterdiepte.

• •

  Noord-Holland stelt afwijkend van Utrecht een waterdiepte van tenminste 1,30 m vast, d.i. de eis uit de Richtlijnen Vaarwegen 2011.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0 

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM 

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig

• •

  De passagecijfers op de Waver en Winkel bedragen 2000 per jaar.

• •

  De Oude Waver ligt in de provincies Noord-Holland en Utrecht. De provinciegrens ligt in de as van de vaarweg.

• •

  Noord-Holland heeft in 2004 geen theoretisch profiel van de Oude Waver vastgesteld omdat Utrecht nog geen standpunt in deze had bepaald.

• •

  De provincie Utrecht heeft in 2007 de Normering Vaarwegdiepten vastgesteld. NoordHolland is bij de totstandkoming van de inhoud betrokken geweest. Utrecht is bij de vaststelling van de vaarwegdiepten uitgegaan van de huidige geometrie van de vaarwegen, omdat verbreding van vaarwegen teneinde een grotere diepte mogelijk te maken geen optie is geacht. Gevolg zou zijn instabiliteit van de oevers en kaden.

• •

  Provincie Utrecht heeft na uitgebreide overwegingen voor de Oude Waver een vaarwegdiepte van 1,30 m vastgesteld. De gemeten breedte op de waterspiegel is 9 tot 13 m. AGV houdt zelf een minimaal vrij te houden vaarstrook van 9,60 m aan.

• •

  De Oude Waver ligt in Noord-Holland en Utrecht. In overeenstemming met de provincie Utrecht stelt PNH enkel de minimale waterdiepte vast.

• •

  De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Scheepsafmetingen volgens BRTN BM/RV 2011: 

lengte 15 m breedte 4,25-4,50 m

diepgang 1,50 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Vorig profiel:

bevaarbare breedte: 17 m op 1,80 m waterdiepte.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Scheepsafmetingen BRTN BM 

lengte 15 m breedte 4,25-4,50 m

diepgang 1,50 m

De gemeente onderhoudt de Buitenhaven op een ruimer dwarsprofiel dan conform de BRTN/CVB minimaal nodig zou zijn. Dit is van belang vanwege de in de Buitenhaven aanwezige jachthaven en de gemeentelijke passantenhaven. Men sluit met de waterdiepte aan op de waterdiepte van de toeleidende vaargeul in het Markermeer die door Rijkswaterstaat op een waterdiepte van 2,40 m wordt onderhouden.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt Va.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

De Grote Sluis Spaarndam heeft de volgende afmetingen, geschikt voor Cemt IV-schepen: 

Kolklengte 110 m

Kolkwijdte 17 m

Drempeldiepte 3,50 m

Scheepsafmetingen conform Cemt IV: lengte   80-105 m breedte 9,50 m

diepgang geladen 3 m

diepgang leeg 1,60 m

De gemeente Haarlem heeft geen maximaal toegestane scheepsafmetingen voor het Noorder Buiten Spaarne vastgesteld.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Gezien de beperkte breedte en bochtigheid van het Binnen Spaarne passeert de scheepvaart in konvooi. In verband hiermee kan hier een enkelstrooksprofiel worden toegepast.

De gemeente Haarlem heeft geen maximaal toegestane scheepsafmetingen vastgesteld, maar ze opteert voor schepen met de volgende afmetingen:

lengte 70 m

breedte 7,50 m diepgang geladen 2,50 m diepgang leeg 1,40 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

De gemeente Haarlem heeft geen maximaal toegestane scheepsafmetingen vastgesteld, maar ze opteert voor schepen met de volgende afmetingen:

lengte 70 m

breedte 7,50 m diepgang geladen 2,50 m diepgang leeg 1,40 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II met diepgangbeperking (2,20 i.p.v. 2,60 m) en doorvaarthoogtebeperking (4,40 i.p.v. 6,10 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Maximale toegestane doorvaarthoogte is 4,40 m (relatie met Eerste Kanaalbrug, Tweede Kanaalbrug, Fietsbrug Kortenhoef).

De gemeente Hilversum staat schepen met de volgende afmetingen toe op het Hilversums Kanaal (Verordening Hilversums Kanaal): lengte 50 m breedte 6,60 m diepgang 2,20 m opbouwhoogte 4,40 m boven kanaalpeil (schommelt tussen -1,20 NAP en -1,10 NAP).

• •

  Het kanaal wordt in beperkte mate door de beroepsvaart gebruikt.

• •

  De gemeente Hilversum heeft in het verleden gebaggerd na melding van ondieptes door de beroepsvaart. Het probleem met baggeren is dat het kanaal over redelijke afstand grenst aan de Kortenhoefsche Plassen, waardoor de baggeraanwas groter is dan normaal. De bagger van de Kortenhoefsche Plassen loopt deels het Hilversums Kanaal in.

• •

  Met de gemeente Hilversum is in 2004 gezocht naar een dwarsprofiel waarbij de beroeps- en recreatievaart kan blijven plaatsvinden, rekening houdend met de moeilijke onderhoudssituatie en het geringe gebruik.

• •

  In bijzondere gevallen, waarin zelfs toepassing van het krappe profiel bijvoorbeeld uit economisch oogpunt niet verantwoord is, kan voor korte vaarwegvakken met een lage verkeersintensiteit een dwarsprofiel worden toegepast waarbij twee maatgevende schepen dan wel twee schepen die de maximaal toegestane afmetingen hebben elkaar niet kunnen ontmoeten. Een vorm van verkeersregeling is dan wel noodzakelijk. De nautisch beheerder i.c. de gemeente Hilversum is hiervoor ‘aan zet’ als hij dit uit een oogpunt van een vlotte en veilige verkeersafwikkeling nodig vindt.

• •

  De scheepsafmetingen op het Hilversums Kanaal kunnen worden doorvertaald naar een enkelstrooksprofiel. De kans dat twee geladen schepen elkaar tegenkomen is te verwaarlozen. Zelfs de kans dat een geladen en een ongeladen schip elkaar tegenkomen is uitermate klein.

• •

  De door de gemeente Hilversum in de Verordening Hilversums Kanaal vastgestelde scheepsafmetingen, waaronder de opbouwhoogte van maximaal 4,40 m boven kanaalpeil, leiden tot een minimale doorvaarthoogte voor kunstwerken/objecten van 4,70 m (4,40 + 0,30 veiligheidsmarge).

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject:

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt I, met diepgangbeperking (2,10 i.p.v. 2,50 m uit de richting Overlekersluis; diepgangbeperking 2,30 m uit de richting Westerhavensluis).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

• •

  De Overlekersluis en de Westerhavensluis hebben een schutlengte van 40 m en een kolkwijdte van 7 m (d.i. conform Cemt I).

• •

  Drempeldiepte Westerhavensluis: be/bu -2,90 NAP; bo/bi -2,67 NAP; winterpeil -2,08 NAP > waterdiepte.

  Toegestane scheepsafmetingen: L 40 m, B 6,80 m, Dg 2,30 m.

• •

  Vaststelling profiel conform de Westfrieschevaart.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject:

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III. 

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM. 

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig

Genormeerde scheepsafmetingen Cemt III: 

lengte 67-85 m breedte 8,20 m

diepgang geladen 2,70 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

In verband met de benodigde gronddekking van een duiker nabij de Kwikkelsebrug wordt onderdeel D van het vaarwegprofiel vastgesteld op 3,10 m, gekoppeld aan een maximale diepgang van 2,50 m (W_Tmaximaal).

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject:

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0. 

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM. 

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

Scheepsafmetingen volgens BRTN BM/RV 2011: 

lengte 15 m

breedte 4,25 - 4,50 m

diepgang 1,50 m

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 recreatievaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt III.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN BM.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten aanwezig.

GS hebben toen zij nog vaarweg- en nautisch beheerder waren de onderstaande scheepsafmetingen vastgesteld, identiek aan het Schagerkanaal:

lengte 80 m breedte 8,20 m diepgang 2,50 m

De huidige vaarwegbeheerder, de gemeente Schagen, heeft deze afmetingen niet gewijzigd.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt Va zonder diepgangbeperking na renovatie Wilhelminasluis (drempeldiepte 4,70 m).

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

Huidige maximale scheepsafmetingen, vastgesteld door Zaanstad: 

lengte 110 m breedte 11,50 m

diepgang 2,85 m

• •

  Over de Zaan, Voorzaan en Zijkanaal G varen jaarlijks circa 12.000 beroepsvaartuigen. Voor de berekening van het dwarsprofiel is uitgegaan van een normaal profiel. De gemeente Zaanstad heeft voor het baggeren gekozen voor de maximale variant wat betreft het vaarwegprofiel. Dit betekent een vaargeuldiepte van 4,90 m (5,40 –NAP).

• •

  De gerenoveerde Wilhelminasluis zal hierop aansluiten met een drempeldiepte van 4,70 m.

De scheepvaartpassage is meer dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er wordt uitgegaan van een normaal profiel.

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN AZM (staandemastroute).

Genormeerde scheepsafmetingen volgens BRTN AZM/RV 2011: 

lengte 15 m breedte 4,25-4,50 m

diepgang 2,10 m

De westelijke Drecht verbindt de Loosdrechtse Plassen met de Vecht bij Mijnden. Tussen de Vecht en de westelijke Drecht ligt de Mijndense Sluis.

De drempel van de sluis ligt op 1,90 m waterdiepte. Het is daarom reëel om voor de westelijke Drecht eveneens van een waterdiepte van 1,90 m uit te gaan.

De Loosdrechtse Plassen zijn gemiddeld ondieper (ca. 1,50 m).

Het nieuwe profiel is identiek aan het vorige profiel. 

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM.

De genormeerde scheepsafmetingen volgens BRTN DM/RV 2011:

Vorig profiel:

15 m op 1,35 m waterdiepte

TOELICHTING

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt 0.

• •

  Recreatievaartklasse: BRTN DM.

De genormeerde scheepsafmetingen volgens BRTN DM/RV 2011:

Vorig profiel:

15 m op 1,35 m waterdiepte

TOELICHTING 

Beschrijving/karakteristiek van het traject: 

• •

  Beroepsvaartklasse: Cemt II.

• •

  Recreatievaartklasse: geen BRTN.

• •

  Geen vaste kunstwerken/objecten.

De scheepvaartpassage is minder dan 5000 beroepsvaartuigen per jaar; er kan worden volstaan met een krap profiel.

Voor deze vaarweg was nog geen profiel vastgesteld.

Uitgegeven op 10 februari 2015.

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Bezwaar

Als u belanghebbende bent, kunt u binnen zes weken na de publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

Indien u bezwaar heeft ingediend, is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u - bij een spoedeisend belang - een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord Holland.

TOELICHTING

Vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Omgevingsverordening NH2022, wordt ook het besluit tot vaststelling van de scheepsafmetingen en vaarwegprofielen in aansluiting op de nieuwe regelgeving herzien.

Scheepsafmetingen.

De Scheepvaartverkeerswet geeft het bevoegd gezag de bevoegdheid om de scheepvaart te reguleren in het belang van onder meer het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer en het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan. De hiervoor bedoelde belangen kunnen worden behartigd door het vaststellen van de lengte, de breedte, de hoogte boven water, de diepgang, de manoeuvreerbaarheid en de snelheid van het schip of het samenstel, zodanig dat deze verenigbaar zijn met de karakteristiek en met de afmetingen van de vaarweg en van de kunstwerken.

Vaarwegprofielen

De Omgevingsverordening NH2022 geeft in artikel 6.93 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om de voor de scheepvaart minimaal benodigde profielen van vaarwegen vast te stellen.

Bij de berekening van de doorvaartprofielen is uitgegaan van de systematiek van de Richtlijnen Vaarwegen 2020. Onderhavige vaarwegprofielen moeten worden gezien als de minimaal benodigde afmetingen van vaarwegen die nodig zijn voor een vlot en veilig scheepvaartverkeer. Vaarwegbeheerders zijn vrij om ruimere dwarsprofielen dan de hieronder vastgestelde te realiseren en onderhouden.