Gewijzigd Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Cranendonck 2024

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

• 1.

  verordening: Afvalstoffenverordening gemeente Cranendonck 2024;

• 2.

  bioafval: afbreekbaar tuinafval en etensresten afkomstig van huishoudens. Ook wel GFT+E-afval genoemd, wat staat voor groente-, fruit en tuinafval + etensresten.

• 3.

  cocon: metalen of betonnen behuizing ten behoeve van een verzamelcontainer (inzamelvoorziening) ten behoeve van de afvalinzameling van meerdere percelen die voorzien kan zijn van een toegangsregistratiesysteem waarmee een beperkte groep toegang heeft tot de verzamelcontainer.

• 4.

  huishouden(s): particulier(e) huishouden(s) in de gemeente Cranendonck;

• 5.

  inzameldienst: Remondis Containers B.V. aangewezen krachtens artikel 3 van de Verordening;

• 6.

  inzamelaar: een andere door het college krachtens artikel 4 lid 1 sub b van de Verordening aangewezen instantie of organisatie om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen;

• 7.

  inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

• 8.

  inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak of minicontainer, ten behoeve van één huishouden;

• 9.

  inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een (bovengrondse of ondergrondse) verzamelcontainer, een collectieve containerruimte (inpandig dan wel op eigen perceel), ten behoeve van meerdere huishoudens;

• 10.

  ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

• 11.

  andere inzamelaars: de krachtens artikel 4 in de verordening, eerste lid, aangewezen personen en instanties, belast met het inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

• 12.

  inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 in de verordening aangewezen plaats. Ook wel milieustraat genoemd;

• 13.

  perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

• 14.

  gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

• 15.

  milieupas: elk woonadres waarvoor afvalstoffenheffing wordt betaald, heeft of krijgt de beschikking over een milieupas. De milieupas is gebonden aan het adres en niet aan de bewoners ervan.

• 16.

  de begripsbeschrijvingen uit artikel 1 van de Afvalstoffenverordening zijn tevens van toepassing bij de uitleg van dit uitvoeringsbesluit.

Paragraaf 2. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Afwijking inzamelende instanties

In afwijking van de bepalingen in artikel 2 kan het college van Cranendonck andere partijen aanwijzen voor de inzameling van bepaalde genoemde en niet genoemde afvalstromen, zoals textiel, kerstbomen, oud ijzer, oliën en vetten en elektr(on)ische apparaten.

Artikel 5. Gescheiden inzameling

Op grond van artikel 7 lid 1 van de Verordening worden de volgende omschrijvingen vastgesteld van afvalstoffen die onderdeel mogen uitmaken van de bestanddelen van huishoudelijk afval die gescheiden worden ingezameld:

• 1.

  asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt, tevens afval wat visueel lijkt op asbest;

• 2.

  banden: schone banden van motoren en personenauto’s, zonder velgen, zoals bedoeld in het Besluit beheer autobanden. Daaronder vallen dus niet banden van tractoren en vrachtvoertuigen;

• 3.

  bioafval (groente-, fruit- en tuinafval + etensresten, afgekort: GFT+E): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, zoals bijvoorbeeld schillen en resten van groenten, fruit en aardappelen, etensresten, vlees- en visresten (inclusief graten, schelpen en botjes), pinda- en notendoppen, eierschalen, koffiedrab, plantaardige olie, gestold vet, onkruid, gemaaid gras, bladeren en klein snoeiafval;

• 4.

  dakleer: dakbedekkingsmaterialen bestaande uit beplatingsmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen (inclusief dakgrind, waaraan zich teer of bitumen bevindt);

• 5.

  druk- en gashouders: onder andere gasflessen, grote cilinders, drukvaten, gesloten cryohouders en flessenbatterijen;

• 6.

  elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur. Koel- en vrieskasten moeten ontgrendeld en leeg zijn en van binnen en buiten schoon;

• 7.

  fijn restafval: al het huishoudelijk afval dat overblijft na scheiding in de andere bestanddelen van het huishoudelijk afval die gescheiden worden ingezameld en qua omvang kunnen worden aangeboden in een minicontainer van 240 liter;

• 8.

  frituurvet/olie: gebruikte dan wel ongebruikte dierlijke of plantaardige olie om voedsel te bereiden;

• 9.

  gips: afval dat gips bevat afkomstig uit bouw- en sloopprojecten zoals gips beton en gipsplaten;

• 10.

  verpakkingsglas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, ovenschalen, nagellakflesjes, stenen kruiken, glazen vazen, aardewerk bloempotten, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

• 11.

  grof restafval (ook wel grof vuil genoemd): al het huishoudelijk afval dat niet tot een van de andere bestanddelen van het huishoudelijk afval behoort die gescheiden worden ingezameld en qua omvang of gewicht niet kan worden aangeboden in een minicontainer van 240 liter;

• 12.

  grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout, kerstbomen et cetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

• 13.

  grond (schoon): grond die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, gas, hout, ijzer of asbest, en niet verontreinigd is op basis van het historisch gebruik van de locatie van herkomst of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek (conform NEN 5740 of AP04). Onder deze categorie worden ook graszoden (afkomstig uit particuliere tuinen) ingenomen;

• 14.

  harde kunststoffen: plastic tuinmeubelen, emmers, plastic speelgoed en overige harde kunststof materialen, niet zijnde kunststof verpakkingsafval en niet vervuild met stof, hout, ijzer etc.;

• 15.

  herbruikbare goederen (kringloopgoederen): alle goederen die door huishoudens worden afgedankt maar functioneel (direct dan wel na een reparatieslag) herbruikbaar zijn en als product opnieuw kunnen worden gebruikt of ingezet;

• 16.

  niet-verduurzaamd hout (A- en B-hout): schoon en geverfd/gelakt/verlijmd hout, met uitzondering van verduurzaamd hout, dat niet verontreinigd is met andere materialen;

• 17.

  verduurzaamd hout (C-hout): hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

• 18.

  kadavers kleine huisdieren: het dode lichaam van kleine huisdieren, die niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie en afkomstig zijn van particulieren of worden aangeboden door reinigingsdiensten, zoals honden, katten, konijnen en cavia’s;

• 19.

  klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst in het vigerende Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP) van de Rijksoverheid;

• 20.

  kringloopgoederen: alle goederen die door worden afgedankt maar functioneel (direct dan wel na een reparatieslag) herbruikbaar zijn en als product opnieuw kunnen worden gebruikt of ingezet;

• 21.

  luiers en incontinentiemateriaal: incontinentieluiers, wegwerpluiers (‘disposable luiers)’ en billendoekjes en niet vervuild met (latex) handschoenen, medicijnen, verpakkingen, stomazakjes en onderleggers;

• 22.

  matrassen: schone en droge matrassen van diverse samenstellingen;

• 23.

  metalen en oud ijzer: metaal of metalen onderdelen niet zijnde elektrische en elektronische apparatuur;

• 24.

  oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

• 25.

  piepschuim / EPS: schoon wit piepschuim afval, ook wel EPS, tempex of hardschuim genoemd, dat wordt gebruikt ter bescherming van goederen tijdens transport of als bouwmateriaal;

• 26.

  PMD: verpakkingen van Plastic/kunststof als bedoeld in de op dat moment vigerende Ketenovereenkomst Verpakkingen, verpakkingen van Metaal (blik, doppen en deksels) en Drankkartons (kartonnen verpakking gelamineerd met een laagje kunststof of aluminium, meestal voor (vloeibare) voedselproducten);

• 27.

  puin (schoon): puin, grind en steenachtige materialen, dat niet verontreinigd is met andere materialen;

• 28.

  puin (vervuild): gasbeton, hard geworden cementzakken, stuc-afval;

• 29.

  textiel: kleding, lakens, handdoeken en dergelijke, schoenen van textiel of leer, grote lappen stof en gordijnen die schoon en droog zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

• 30.

  vlakglas: een verzamelnaam voor meerdere soorten glas met een grote omvang, niet zijnde verpakkingsglas en dat niet verontreinigd is met hout, aluminium of kunststof restanten, te weten: blank float, draadglas, figuurglas, gecoat glas, gekleurd enkel glas en isolatieglas;

• 31.

  vloerbedekking: verzamelnaam voor natuurlijke of kunststof materialen om de vloer mee te bedekken, zoals deurmatten, vloerkleden, kurk, laminaat, linoleum, lopers, parket, tapijt(tegels), vilt en zeil, vrij van rubber en bitumen.

Artikel 6. Frequentie van inzameling

Op grond van artikel 7 lid 1 van de Verordening worden de volgende frequenties vastgesteld voor die bestanddelen van het huishoudelijk afval die, voor een deel van de huishoudens, bij elk perceel worden ingezameld:

• 1.

  De inzameldienst zamelt huishoudelijk restafval eenmaal per 8 weken afzonderlijk bij elk perceel in.

• 2.

  De inzameldienst zamelt bioafval eenmaal per week afzonderlijk bij elk perceel in.

• 3.

  De inzameldienst zamelt de combinatiestroom PMD eenmaal per 2 weken bij elk perceel in.

• 4.

  De inzameldienst zamelt maandelijks oud papier en karton in bij elk perceel.

• 5.

  Grof huishoudelijk afval wordt door de inzameldienst dan wel aangewezen inzamelaar(s) op afroep afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

• 6.

  De inzameldienst zamelt de eerste week van januari kerstbomen in via diverse brengpunten in de gemeente.

• 7.

  De aangegeven inzamelfrequenties in lid 1 tot en met lid 4 zijn niet van toepassing op percelen waar de inzameling van bovengenoemde afvalstromen plaatsvindt via (collectieve) inzamelvoorzieningen.

Artikel 7. Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen te gebruiken door percelen

Op grond van artikel 10 van de Afvalstoffenverordening (Wijze en plaats van aanbieding) worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

Fijn restafval:

• 1.

  Ondergrondse containers met toegangscontrole waarin het restafval in een afgesloten zak van maximaal 50 liter dient te worden aangeboden, voor:

  • •

    alle percelen aan wie het gebruik van ondergrondse restafvalcontainers door de gemeente is toegewezen;

• 2.

  Een door of namens de gemeente beschikbaar gestelde met chip uitgeruste, grijze minicontainer met een inhoud van 140 of 240 liter voor:

  • •

    alle overige percelen.

Bioafval (GFT+E):

• 3.

  Verzamelcontainers (zoals een cocon) in collectieve inpandige containerruimtes, op eigen terrein dan wel in de openbare ruimte voor:

  • •

    alle percelen aan wie het gebruik van verzamelcontainers voor GFT+E door de gemeente is toegewezen;

• 4.

  Een door of namens de gemeente beschikbaar gestelde met chip uitgeruste, groene minicontainer voor GFT+E met een inhoud van 140 of 240 liter voor:

  • •

    alle overige percelen.

PMD:

• 5.

  Doorzichtige PMD-zakken van het type zoals bepaald in Bijlage 2 en verkrijgbaar bij de afhaalpunten opgenomen in Bijlage 4 voor:

  • •

    alle percelen.

Oud papier en karton:

• 6.

  Een (tijdelijke) brengcontainer voor papier en karton (geldt alleen voor Gastel).

Glas en textiel:

• 7.

  (Onder- en bovengrondse) verzamelcontainers opgesteld in de openbare ruimte, door of namens de gemeente, en als zodanig herkenbaar zijn voor:

  • •

    alle percelen.

Luiers en incontinentiemateriaal:

• 8.

  Half doorzichtige witte luierzakken voor luiers en incontinentiemateriaal van het type zoals bepaald in Bijlage 3 en verkrijgbaar bij de afhaalpunten opgenomen in Bijlage 5 voor:

  • •

    elk perceel waar luiers of incontinentiemateriaal vrijkomen;

• 9.

  Bovengrondse verzamelcontainers in de openbare ruimte, bij scholen en kinderdagverblijven en als zodanig herkenbaar zijn voor:

  • •

    elk perceel waar luiers of incontinentiemateriaal vrijkomen;

• 10.

  Het aanbieden van luiers en incontinentiemateriaal in de verzamelcontainers benoemd in lid 9, dient ten alle tijden plaats te vinden door het gebruik van de in lid 8 voorgeschreven witte luierzakken.

Kerstbomen:

• 11.

  Inzamelpunten op een centrale plaats in elke dorpskern. De locaties van de inzamelpunten zijn opgenomen in Bijlage 7 van dit uitvoeringsbesluit.

Bestanddelen van huishoudelijk afval op de milieustraat:

• 12.

  In aanvulling op het gesteld in lid 1 tot en met lid 7 kunnen alle bestanddelen van het huishoudelijk afval zoals benoemd in artikel 5, met uitzondering van bioafval, PMD en textiel, door de gebruikers van alle percelen in de gemeente gescheiden worden aangeboden op de milieustraat aangewezen in artikel 4.

Artikel 8. Gebruik en beheer van inzamelmiddelen en -voorzieningen

Krachtens artikel 10 lid 4 van de Verordening gelden de volgende regels voor het gebruik en beheer van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen:

Milieupassen

• 1.

  De milieupas is bestemd voor de huishoudens van de gemeente Cranendonck;

• 2.

  De milieupas geeft toegang tot de milieustraat van de gemeente Cranendonck. Bij elk bezoek aan de milieustraat toont de bezoeker de adresgebonden milieupas. Zonder milieupas heeft de bezoeker géén toegang tot de milieustraat;

• 3.

  De milieupas mag uitsluitend worden gebruikt voor het aanbieden dan wel het ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen uit het perceel waarvoor de milieupas is verstrekt;

• 4.

  Het beheer van de milieupassen berust bij de gemeente;

• 5.

  De milieupas is adresgebonden en per adres wordt één milieupas verstrekt. Alle bewoners van het adres mogen gebruik maken van de milieupas. Het is verboden om de milieupas uit te lenen aan personen die niet op het adres wonen waar de milieupas bij hoort;

• 6.

  De milieupas is en blijft eigendom van de gemeente Cranendonck. In geval van verhuizing moet de milieupas worden achtergelaten in de woning. Dit geldt ook bij verhuizingen binnen de gemeente Cranendonck. In geval de milieupas niet wordt achtergelaten blijft de verantwoordelijkheid voor de milieupas en het gebruik ervan bij de vorige gebruiker liggen;

• 7.

  In geval van verlies of diefstal van de milieupas kan er bij de gemeente een nieuwe milieupas worden aangevraagd. Dit kan digitaal via onze website, zie hiervoor het Digitaal Loket. Om een nieuwe milieupas te kunnen aanvragen moet de aanvrager 18 jaar of ouder zijn en ingeschreven staan op het adres waarvoor de nieuwe milieupas wordt aangevraagd. Aan een nieuwe milieupas zitten kosten verbonden zoals opgenomen in de tarieventabel van de verordening afvalstoffenheffing. Bij aanvraag van een nieuwe pas blokkeren wij automatisch de oude pas. Als een adres tijdelijk onbewoond is, blijft de milieupas actief;

• 8.

  Een geblokkeerde milieupas geeft geen toegang tot de milieustraat. Hierop worden geen uitzonderingen gemaakt. In geval van een geblokkeerde milieupas kan er contact worden opgenomen met de gemeente;

• 9.

  Kringloopwinkel Verderest beschikt ook over een milieupas, uitsluitend voor het inleveren van afval afkomstig van de particuliere huishoudens in Cranendonck op de milieustraat.

Inzamelmiddelen: minicontainers

• 10.

  Het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt berust bij de inzameldienst;

• 11.

  Voor de inzameling van bioafval wordt aan die percelen die daarvoor in aanmerking komen op grond van artikel 6 en 7, een minicontainer verstrekt van 140 of 240 liter (groen met een groen deksel);

• 12.

  Voor de inzameling van fijn restafval wordt aan die percelen die daarvoor in aanmerking komen op grond van artikel 7, een minicontainer verstrekt van 140 of 240 liter (grijs met grijze deksel);

• 13.

  De inzamelmiddelen mogen enkel voor die bestanddelen van huishoudelijk afval worden gebruikt waarvoor ze zijn bestemd conform artikel 5;

• 14.

  Het is verboden om de volgende voorwerpen en stoffen in de inzamelmiddelen te deponeren:

  • a.

    Brandende of gloeiende voorwerpen;

  • b.

    Vloeibare stoffen;

  • c.

    Agressieve, giftige of explosieve stoffen (waaronder accu’s en batterijen);

  • d.

    Dode dieren;

  • e.

    Omvangrijke en/of zware voorwerpen die schade aan de ophaalwagen en/of het ophaalpersoneel kunnen veroorzaken c.q. toebrengen;

• 15.

  De inzameldienst is bevoegd om de inzamelmiddelen te voorzien van een chip en/of sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam en/of een huisnummer;

• 16.

  De door de inzameldienst verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning en dienen bij verhuizing door de gebruiker van het perceel in originele staat en schoon te worden achtergelaten;

• 17.

  De inzamelmiddelen, behoudens de PMD- en luierzakken, blijven eigendom van de verstrekker en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

• 18.

  De gebruiker van een perceel dient zich tot het klantencontactpunt van de inzameldienst te wenden in de volgende gevallen:

  • a.

    indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel of milieupas wordt aangetroffen,

  • b.

    bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel;

  • c.

    voor het uitzetten van extra inzamelmiddelen, voor het omwisselen van een inzamelmiddel voor een inzamelmiddel met een ander volume en voor het vervangen van een defecte chip in de minicontainer;

• 19.

  De gebruiker van het perceel is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als waren deze zijn eigendom, behoudens normale slijtage;

• 20.

  Het is verboden de chip of de sticker op het deksel van het inzamelmiddel te verwijderen of te beschadigen;

• 21.

  Voor het beschadigen of het verdwijnen van een door of namens de gemeente verstrekt inzamelmiddel of milieupas is de gebruiker aansprakelijk tenzij de gebruiker via een aangifte bij de politie kan aantonen dat het een of ander buiten zijn schuld is geschied;

• 22.

  De kosten van vervanging van inzamelmiddelen bij schade door oneigenlijk gebruik komen voor rekening van de bewoner(s) van het perceel waarop de container staat geregistreerd;

• 23.

  De gebruiker van het perceel is verplicht de inzamelmiddelen zodanig te gebruiken en te onderhouden dat deze geen overlast voor derden veroorzaken.

Inzamelvoorzieningen: (ondergrondse) verzamelcontainers – algemeen

• 24.

  Het beheer van de inzamelvoorzieningen berust bij de gemeente;

• 25.

  De gebruiker van de inzamelvoorzieningen is verplicht deze zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken.

Inzamelvoorzieningen: (ondergrondse) verzamelcontainers voor herbruikbare fracties

• 26.

  Het is verboden andere afvalstoffen dan welke in artikel 5 zijn bepaald in de betreffende verzamelcontainers te deponeren. In geval de aangetroffen fractie in de verzamelcontainers voor herbruikbare bestanddelen van het huishoudelijk afval te vervuild is, zal deze als restafval worden aangemerkt door de inzameldienst;

• 27.

  De kosten voor inzameling en verwerking voor deze afgekeurde stroom zullen worden verhaald op de overtreder(s);

Inzamelvoorzieningen: ondergrondse verzamelcontainers voor restafval

• 28.

  Daar waar het (fijn) restafval wordt ingezameld middels ondergrondse containers is een adresgebonden milieupas vereist om toegang tot de container te verkrijgen;

• 29.

  De milieupas is voorzien van een elektronische chip die de volgende gegevens registreert: straatnaam, huisnummer, postcode, plaats en het aantal aanbiedingen per ondergrondse restafvalcontainer;

• 30.

  Het door de milieupas geregistreerde aantal aanbiedingen in een kalenderjaar vormt de basis voor de gemeentelijke aanslag afvalstoffenheffing conform de Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 9. Wijze en plaats van aanbieden

Krachtens artikel 10 lid 4 van de Verordening gelden de volgende regels ten aanzien van de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

Inzamelmiddelen: minicontainers en zakken

• 1.

  Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de minicontainer op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst of gemeente dienen te worden opgevolgd;

• 2.

  De aanbieder van de minicontainer is er zelf verantwoordelijk voor dat het afval niet te vast wordt aangedrukt in de minicontainer en dat die container, ongeacht de weersomstandigheden, zodanig wordt aangeboden dat deze door de inzameldienst normaal kan worden geledigd;

• 3.

  Ter lediging aangeboden containers worden volledig in rekening gebracht indien deze geheel of gedeeltelijk zijn geleegd;

• 4.

  De inzamelmiddelen mogen niet eerder dan 20.00 uur op de avond voor de dag van inzameling langs de rand van het trottoir of de openbare weg geplaatst worden;

• 5.

  Inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn;

• 6.

  Uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen afval steken;

• 7.

  Het is verboden om afvalstoffen nabij, naast, op of rondom de inzamelmiddelen te plaatsen;

• 8.

  Het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van een ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 75 kilogram;

• 9.

  Afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen direct door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

• 10.

  Indien de inzameling om welke reden dan ook niet heeft plaatsgevonden, dienen de aangeboden afvalstoffen vóór het einde van de inzameldag weer op het eigen perceel te worden geplaatst.

Inzamelvoorziening: (ondergrondse) verzamelcontainers

• 11.

  Het gebruik van een verzamelcontainer moet plaatsvinden conform de gebruiksinstructie op de container;

• 12.

  Bij het aanbieden van afval in een verzamelcontainer mag geen verklemming van de inwerptrommel ontstaan door het inwerpen van te veel afval of te grote objecten;

• 13.

  De inzamelvoorziening dient na gebruik goed te worden gesloten;

• 14.

  Uit de inzamelvoorziening mag geen huishoudelijk afval steken;

• 15.

  Het is verboden om afvalstoffen nabij, naast, op of rondom de inzamelvoorzieningen te plaatsen;

• 16.

  Een inzamelvoorziening dient alleen te worden gebruikt voor het daartoe bestemde doel.

Milieustraat:

• 17.

  Op de milieustraat kunnen alle huishoudelijke afvalstoffen vermeld in artikel 5 gescheiden worden aangeboden met uitzondering van bioafval, PMD en textiel.

• 18.

  Toegang tot de milieustraat is uitsluitend voorbehouden aan inwoners van de gemeente Cranendonck. Men dient zich aan de poort van de milieustraat te kunnen legitimeren met de gemeentelijke milieupas. Betaling op de milieustraat is uitsluitend mogelijk per pinpas;

• 19.

  De reguliere openingstijden van de milieustraat zijn: dinsdag, woensdag en vrijdag van 13.00 tot 17.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 16.00 (met uitzondering van 24 december, 31 december en feestdagen);

• 20.

  Indien 24 december of 31 december op een reguliere openingsdag valt dan gaat de milieustraat die dag één uur eerder dicht.

• 21.

  Op feestdagen is de milieustraat gesloten.

• 22.

  In de maanden juni, juli, augustus en september is de zomerregeling voor de milieustraat van kracht. Tijdens deze zomerregeling heeft de milieustraat de volgende openingstijden: dinsdag, woensdag en vrijdag van 08.00 tot 12.00 uur en zaterdag van 08.00 tot 14.00.

• 23.

  Bij extreme hitte kan er toe worden besloten over te gaan op het hitteprotocol. De openingstijden van de milieustraat worden in dit geval aangepast en zijn aangegeven op de gemeentelijke website, Afvalkalender en bij de toegangspoort.

• 24.

  De aanbieder dient de afvalstoffen zo goed mogelijk gescheiden aan te bieden op de milieustraat en deze in de daarvoor bestemde containers te deponeren of bij de daarvoor bestemde plekken achter te laten;

• 25.

  Alle aanwijzingen van medewerkers op de milieustraat dienen stipt te worden opgevolgd;

• 26.

  Huisdieren en kinderen jonger dan 12 jaar moeten in het voertuig blijven;

• 27.

  Het betreden van de milieustraat is op eigen risico;

• 28.

  Vrachtwagens, landbouwvoertuigen en voertuigen bedoeld voor graafwerkzaamheden alsmede shovels zijn niet toegestaan. Onder een vrachtwagen wordt in dit verband verstaan: een motorvoertuig te besturen met rijbewijs C en waarvan het ledig gewicht, vermeerderd met het laadvermogen meer bedraagt dan 3.500kg; Vrachtwagens en voertuigen ten behoeve van de afvoer van afvalstoffen die zijn ingeleverd op de milieustraat vormen een uitzondering op deze regel.

• 29.

  De maximale snelheid op de milieustraat is 5 km per uur (stapvoets rijden). Op het terrein is de wegenverkeerswet van toepassing.

• 30.

  Roken en open vuur is verboden;

• 31.

  Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden op de milieustraat. Aangeboden afval waarvan vanwege de aard, omvang of frequentie van aanbieden het vermoeden bestaat dat het bedrijfsafval betreft kan worden geweigerd;

• 32.

  Op grond van de Verordening afvalstoffenheffing Cranendonck kunnen voor het deponeren van afvalstoffen op de milieustraat kosten worden gerekend;

• 33.

  Er wordt betaald naar de duurste soort aangeboden afval, met een minimale hoeveelheid van 1 m3;

• 34.

  Het vervoeren naar en storten van afvalstoffen op de milieustraat dient op zodanige wijze plaats te vinden dat geen verontreiniging van de toegangswegen, de milieustraat of de omgeving daarvan ontstaat;

• 35.

  Het is eenieder verboden om goederen of afvalstoffen van de milieustraat mee te nemen, of op de milieustraat goederen met andere bezoekers uit te wisselen. Bij diefstal wordt aangifte gedaan bij de politie.

• 36.

  Klein chemisch afval moet in een afgesloten (bij voorkeur originele) verpakking worden afgegeven bij het KCA-inzamelpunt op de milieustraat;

• 37.

  Per bezoek aan de milieustraat mogen maximaal 5 autobanden per huishouden aangeboden worden;

• 38.

  Per bezoek aan de milieustraat mogen er maximaal 2 huisvuilzakken met huishoudelijk restafval aangeboden worden;

• 39.

  Per bezoek aan de milieustraat mag er maximaal 10 liter afgewerkte motorolie aangeboden worden;

• 40.

  Per bezoek aan de milieustraat mag er maximaal 2 m3 huishoudelijk afval aangeboden worden;

• 41.

  Per bezoek aan de milieustraat mogen er maximaal 4 matrassen aangeboden worden;

• 42.

  In verband met brandgevaar worden alleen droge matrassen geaccepteerd om broei te voorkomen.

• 43.

  Minicontainers zijn niet toegestaan op de milieustraat en worden geweigerd;

• 44.

  Asbest en asbesthoudend afval kan mits deugdelijk verpakt aangeboden worden op de milieustraat. De verpakking dient te bestaan uit twee lagen, bij voorkeur doorzichtig plastic. Nadere regels voor het aanbieden van asbest zijn vermeld in Bijlage 6;

• 45.

  Het is verboden op de milieustraat afvalstoffen aan te bieden die ten gevolge van hun aard, afmetingen of hoeveelheden, moeilijkheden kunnen veroorzaken bij transport of verwerking, alsmede stoffen die ingevolge enig wettelijk voorschrift afzonderlijk moeten worden verzameld. Hieronder worden in elk geval begrepen: zuiveringsslib, hete as, autowrakken en gedeelten daarvan, specifiek ziekenhuisafval, mest (voor zover niet afkomstig van hobbydieren), slachtafval en andere onder de Destructiewet vallende afvalstoffen, stoffen die overmatige stank verspreiden of ongedierte bevatten, stoffen die gevaar opleveren voor en door zelfontbranding, ontploffing, besmetting en straling.

Glas

• 46.

  Verpakkingsglas (flessen, potten) dient op kleur te worden aangeboden zoals aangegeven op de inzamelvoorziening.

Textiel

• 47.

  Textiel en schoeisel dienen schoon en droog in een goed afgesloten en voldoende stevige zak te worden aangeboden in de hiervoor bestemde inzamelvoorziening.

Luiers en incontinentiemateriaal

• 48.

  Voor het aanbieden van luiers en incontinentiemateriaal dient gebruik te worden gemaakt van de in artikel 7 voorgeschreven luierzak. Deze zakken kunnen vervolgens worden gedeponeerd in daarvoor bestemde verzamelcontainers bij kinderdagverblijven en in de openbare ruimte, dan wel worden aangeboden bij de milieustraat.

Oud papier en karton

• 49.

  Op grond van artikel 10 van de verordening dient papier en karton droog en gebundeld (met touw) of in dozen te worden aangeboden zodanig dat het niet kan verwaaien.

Kerstbomen

• 50.

  Kerstbomen dienen zonder pot of emmer te worden aangeboden;

• 51.

  Bij de inzameling van kerstbomen mag geen ander (snoei)afval worden aangeboden.

Grof restafval, grote elektrische apparaten, groot metaal en kringloopgoederen

• 52.

  Grof huishoudelijk restafval, groot metaal, grote elektrische en elektronische apparaten en kringloopgoederen kunnen op de milieustraat gescheiden worden afgegeven;

• 53.

  Deze stromen kunnen ook zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden om op afroep bij het perceel te worden opgehaald;

• 54.

  Voor het laten ophalen van grof restafval, grote elektrische apparaten, groot metaal en kringloopgoederen dient een telefonische afspraak te worden gemaakt met de hiervoor aangewezen inzamelaar in artikel 2.

• 55.

  Deze stromen die aan huis worden opgehaald mogen geen overlast voor derden veroorzaken. De stromen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling zijn achtergebleven, dienen direct door de aanbieder weer op het eigen perceel te worden geplaatst.

Artikel 10. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 9 van de Verordening gelden de volgende dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden en overdragen van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst en aangewezen inzamelaars:

• 1.

  De inzameldagen worden bekend gemaakt in de adresgebonden Afvalkalender die jaarlijks wordt uitgegeven en inzichtelijk is via de app “Afvalkalender Cranendonck” en op www.afvalkalender.cranendonck.nl.

• 2.

  Inzamelmiddelen en oud papier en karton moeten, met uitzondering van de maanden juli en augustus, op de inzameldag voor 07.30 uur worden aangeboden.

• 3.

  In de maanden juli en augustus is de zomerregeling voor de huis-aan-huis-inzameling van kracht. Tijdens deze zomerregeling moeten inzamelmiddelen en oud papier en karton dat niet door verenigingen wordt opgehaald op de inzameldag voor 06.30 uur worden aangeboden.

• 4.

  Aanbieden van huishoudelijk afval op de milieustraat is enkel toegestaan op de dagen en tijden zoals die in de Afvalkalender zijn vastgesteld;

• 5.

  Inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag weer op het eigen perceel worden geplaatst;

• 6.

  Een onterecht niet geleegd of meegenomen inzamelmiddel dient volgens de geldende procedure, na melding hiervan, door aanbieder te worden op het eigen perceel te worden geplaatst en kan in overleg met de inzameldienst op een nader te bepalen andere dag weer opnieuw worden aangeboden;

• 7.

  Grof afval en kringloopgoederen die gescheiden bij een perceel worden ingezameld, mogen door de gebruiker van het perceel slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

• 8.

  In verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 8.00 en 22.00 uur worden gebruikt.

Artikel 12. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 11 van de Verordening (Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst) kunnen de volgende bedrijfsafvalstoffen worden ingezameld door de inzameldienst:

• 1.

  Elektrische en elektronische apparaten afkomstig van detaillisten mits vooraf aangemeld en een maximum van 7 stuks per keer op de milieustraat.

• 2.

  Afval van scholen.

• 3.

  Medicijnresten en naaldencontainers afkomstig van apotheken.

Artikel 13. Kadavers van gezelschapsdieren

Kadavers van gezelschapsdieren kunnen naar de milieustraat te Maarheeze worden gebracht. Als inzamelaar op grond van artikel 19a. van de verordening wordt aangewezen Rendac Son B.V. gevestigd te Son.

Artikel 14. Inwerktreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag volgend op de datum van bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Cranendonck 2024.

Artikel 15. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Gewijzigd Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Cranendonck 2024.