Verkeersbesluit tot het samenvoegen van de passantenplaatsen op de vaarwegen in beheer bij de provincie Noord-Holland en het uniformeren van de voorwaarden voor het gebruik van passantenplaatsen

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-07-2025

Intitulé

Verkeersbesluit tot het samenvoegen van de passantenplaatsen op de vaarwegen in beheer bij de provincie Noord-Holland en het uniformeren van de voorwaarden voor het gebruik van passantenplaatsen

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland d.d. 1 juli 2025

Overwegende dat,

wij op grond van artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet het bevoegd gezag zijn op de vaarwegen als bepaald in de Omgevingsverordening NH2022;

wij als bevoegd gezag krachtens artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet kunnen besluiten tot het aanbrengen of verwijderen van verkeerstekens;

op 1 juli 1993 besluitnr. 93900647 is genomen (Provinciaal Blad 1993,48), gewijzigd bij besluit (nr. 2003-7776) van 24 maart 2003 (Provinciaal Blad 2003, 37) en gewijzigd bij besluit van 19 december 2016 (nr. 895503/895496) (Provinciaal Blad2017, 4);

in het voornoemde besluit van 1993 een algemeen ligplaatsenverbod voor de provinciale vaarwegen is ingesteld, loswallen zijn aangewezen en passantenplaatsen zijn aangewezen;

op 24 oktober 1995 besluitnr 95-901256 is genomen (Provinciaal Blad 1995,66), gewijzigd bij besluit van 30 juni 2016 (nr. 95-901256) (Provinciaal Blad 2016, 80);

in het voornoemde besluit van 1995 is voor het Noordhollandsch Kanaal een algemeen ligplaatsverbod ingesteld en zijn passantenplaatsen aangewezen;

de voorwaarden voor het gebruik van de passantenplaatsen in bovengenoemde besluiten niet gelijkluidend zijn;

voor de passantenplaatsen op het Noordhollandsch Kanaal de volgende voorwaarden zijn bepaald:

  • a.

    niet langer dan 3 x 24 uur ligplaats mogen innemen;

  • b.

    niet binnen 168 uur (één week) nadat de onder a bedoelde periode is beëindigd opnieuw ligplaats mogen innemen (voor beroepsvaart 12 uur);

  • c.

    niet aan herstelwerkzaamheden mogen worden onderworpen;

  • d.

    niet mogen worden geladen, gelost of ontgast en

  • e.

    niet tussen 1 november en 1 april gebruik maken van de passantenplaatsen.

voor de overige passantenplaatsen de voorwaarden niet duidelijk zijn vastgelegd;

het hierdoor mogelijk is op bepaalde plekken voor onbepaalde tijd aan te leggen;

dit op bepaalde plekken leidt tot ongewenst gebruik zoals bijvoorbeeld de bewoning van boten;

wij beogen dat zo veel mogelijk passanten veilig gebruik kunnen maken van onze passantenplaatsen;

wij gelet op het bovenstaande de besluiten uit 1993 en 1995, voor zover deze betrekking hebben op passantenplaatsen, willen samenvoegen en de voorwaarden voor het gebruik van de passantenplaatsen willen uniformeren;

wij onze beslissing hebben getoetst aan de door de Scheepvaartverkeerswet beschermde onderstaande belangen:

  • a.

    het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

  • b.

    het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • c.

    het voorkomen of beperken van schade door de scheepvaart aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen of werken gelegen in of over scheepvaartwegen;

  • d.

    het voorkomen of beperken van externe veiligheidsrisico’s in verband met schepen;

  • e.

    het voorkomen of beperken van verontreiniging door schepen.

en mede aan het belang van het voorkomen of beperken van:

  • f.

    hinder of gevaar in het scheepvaartverkeer voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden;

  • g.

    schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van een gebied waarin scheepvaartwegen zijn gelegen;

met het uniformeren van de voorwaarden voor het gebruiken van de passantenplaatsen de hierboven onder a en b genoemde belangen worden verzekerd;

er, voor zover bekend, geen sprake is van andere relevante belangen die het nemen van dit besluit in de weg staan;

wij gelet op artikel 6 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer het concept-besluit hebben toegezonden aan:

  • Watersportverbond;

  • VNM;

  • Hiswa-Recron

gelet op:

de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

besluiten:

Artikel 1

In bijlage 1 bij dit besluit zijn alle passantenplaatsen op de vaarwegen in beheer bij de Provincie Noord-Holland opgenomen.

Artikel 2

Voor alle passantenplaatsen op de vaarwegen in beheer bij de Provincie Noord-Holland gelden de volgende voorwaarden voor gebruik:

  • a.

    Een vaartuig mag maximaal 3x24 uur aanleggen op een passantenplaats en mag daarna minimaal een week niet worden aangelegd op diezelfde plek;

  • b.

    Aanleggen van een vaartuig mag alleen tijdens het vaarseizoen, tussen 1 april en 1 november

Artikel 3

Bij de passantenplaatsen worden de volgende aanwijzingstekens geplaatst: E.5 (toestemming ligplaats te nemen (ankeren en meren) aan de zijde van de vaarweg waar het bord is geplaatst) of E.7 (toestemming te meren aan de zijde van de vaarweg waar het bord is geplaatst) met een onderbord "Max 3x24 uur per 10 dagen – 1 apr-1 nov”.

Artikel 4

Het besluit van 1 juli 1993, besluitnr. 93900647 (Provinciaal Blad 1993,48) als volgt te wijzigen:

Besluitpunt II vervalt voor zover dit over de aanwijzingstekens E.5 gaat.

Artikel 5

Het besluit van 24 oktober 1995 besluitnr 95-901256 (Provinciaal Blad 1995,66)

als volgt te wijzigen:

Besluitpunt II vervalt voor zover dit over de aanwijzingstekens E.5 en E.7 gaat.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Ondertekening

Haarlem, datum 1 juli 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

Namens dezen,

H. Roebers

Sectormanager Beheer Strategie en Programmering

Bijlage 1

Vaarweg 

hm 

Noordhollandsch Kanaal 

66.5 

Noordhollandsch Kanaal 

59.8 

Noordhollandsch Kanaal 

55,7 

Noordhollandsch Kanaal 

49.9 

Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder 

19.7 

Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder 

18.4 

Niedorpervaart 

19.8 

Niedorpervaart 

14.1 

Niedorpervaart 

14,3 

Niedorpervaart 

12.4 

Langedijkervaart 

11.2 

Langedijkervaart 

7,4 

Langedijkervaart 

5.4 

Langedijkervaart 

4.5  

Langedijkervaart 

4,8 

Amstel 

4,4 

Amstel  

5,8 

Amstel 

Amstel 

21 

Niedorpervaart 

24,6 

Schagerkoggekanaal 

Schagerkoggekanaal 

6,8 

Bezwaar

Als u belanghebbende bent, kunt u binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

Indien u bezwaar heeft ingediend, is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend.

Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u - bij een spoedeisend belang - een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord Holland.

Toelichting

In Noord-Holland geldt een verbod op aanleggen langs de vaarweg. Dit is aangegeven met de borden A.5 (verboden ligplaats in te nemen (ankeren en meren) aan de zijde van de vaarweg waar het bord is geplaatst).

De plekken waar je wel mag aanleggen zijn aangegeven met de borden E.5 of E.7. Dit zijn de passantenligplaatsen. In besluit 95-901256 stond niet aangegeven waar deze borden staan. In het besluit 9390064 stonden geen regels rondom de passantenligplaatsen. Er was dus geen eenheid in de regels over het innemen van een ligplaats. Daardoor kon op bepaalde plekken voor onbepaalde tijd worden aangelegd. Op sommige plekken wordt zelfs structureel gewoond op boten, wat vaak overlast geeft voor de directe omgeving. We willen graag dat zoveel mogelijk boten gebruik kunnen maken van onze passantenplaatsen en dat passanten zich daar veilig voelen. Met de samenvoeging en uniformering van de besluiten uit 1993 en1995 komt er meer en vaker plek vrij en kunnen we beter handhaven. Verder zijn de regels nu in de hele provincie gelijkluidend.

De besluiten uit 1993 en 1995 blijven gelden voorzover deze zien op het algemeen ligplaatsenverbod en de aanwijzing van de loswallen.

De provincie neemt dit besluit om de verkeersveiligheid te bewaken en te zorgen dat de schepen vlot kunnen doorvaren. Ook zorgen we er hiermee voor dat de vaarwegen goed gebruikt kunnen worden en dat schade aan oevers of andere delen van de vaarwegen wordt beperkt (artikel 3 a, b en c Scheepvaartverkeerswet).