Uitvoeringsbesluit voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaatsen Zaltbommel

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2026

Intitulé

Uitvoeringsbesluit voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaatsen Zaltbommel

Het college van Zaltbommel,

gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Zaltbommel 2026;

besluit vast te stellen het uitvoeringsbesluit voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaatsen Zaltbommel.

Artikel 1. Openstelling en begraaftijden

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 2. De tijd van het begraven van overledenen en het bezorgen van as is op werkdagen en op zaterdag van 10.00 uur tot 15.00 uur. Op zaterdag wordt een toeslag in rekening gebracht.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken waarbij een extra toeslag in rekening wordt gebracht.

Artikel 2. Aantal overledenen en asbussen

  • 1. Per graf mogen maximaal worden geplaatst:

    • a.

      particulier dubbelgraf 2 personen en 2 asbussen

    • b.

      particulier enkelgraf 1 persoon en 2 asbussen

    • c.

      particulier kindergraf 1 persoon en 2 asbussen

    • d.

      algemeen graf 1 of 2 personen

    • e.

      particulier urnengraf 2 asbussen of urnen

    • f.

      particulier urnennis 2 asbussen of urnen

  • 2. In een particulier dubbelgraf of algemeen graf worden de overledenen boven elkaar begraven. De tweede laag betreft de eerst begravene en de eerste laag de laatst begravene.

  • 3. Uitzondering op lid 1a, 1d en lid 2 van dit artikel zijn begraafplaatsen Aalst Kerkstraat, Aalst Prins Hendrikstraat, Brakel (oude deel), Gameren, Nieuwaal, Poederoijen en Zuilichem. Op deze begraafplaatsen kan maximaal één overledene in één particulier of algemeen graf worden begraven, omdat het niet mogelijk is twee-diep te begraven. Hier geldt dat twee enkele particuliere graven naast elkaar worden gerekend als één particulier dubbelgraf. Algemene graven worden altijd per overledene gerekend.

  • 4. Asbussen mogen in de particuliere graven geplaatst worden na toestemming van de rechthebbende.

  • 5. In een algemeen graf, waar 2 lagen mogelijk zijn, worden voor elkaar onbekende overledenen in hetzelfde graf begraven. In algemene graven mogen geen asbussen of urnen worden bijgezet.

  • 6. Op de volgende gemeentelijke begraafplaatsen is een strooiveld aanwezig: Brakel, Bruchem, Gameren en Nieuwe Tijningen Zaltbommel.

  • 7. Het is toegestaan een graf te schudden waarbij de stoffelijke resten worden samengevoegd onder de laagste begraaflaag. Dit betekent dat bij een tweediep graf door schudden opnieuw ruimte ontstaat voor het begraven van maximaal twee overledenen, en voor een enkeldiep graf ruimte ontstaat voor het begraven van maximaal één overledene.

  • 8. Het college bepaalt of het schudden technisch mogelijk is door de grondwaterstand. Hierbij wordt artikel 5.4 van het Besluit op de lijkbezorging in acht genomen. De gemeente compenseert rechthebbenden niet indien er geen mogelijkheid is tot een nieuwe begraving.

  • 9. Het schudden van een particulier graf kan per graf maximaal één keer plaats vinden.

Artikel 3. Graftermijnen

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, de volgende uitsluitende rechten:

    • a.

      het recht op een particulier (kinder)graf voor een termijn van 10 jaar, 20 jaar, 30 jaar of onbepaalde tijd;

    • b.

      het recht op een particulier urnengraf of urnennis voor een termijn van 10 jaar of 20 jaar;

    • c.

      het recht op een herdenkingsplaatje op de herdenkingszuil voor een eenmalige termijn van 30 jaar.

  • 2. In lid 1a en 1b van dit artikel bedoelde recht kan op aanvraag van de rechthebbende worden verlengd telkens met een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag wordt ingediend binnen twee jaar voor het verstrijken van de lopende graftermijn. Voor een graf voor onbepaalde tijd geldt dit artikel niet. Verlenging is niet van toepassing bij een graf voor onbepaalde tijd.

  • 3. Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 4. Particuliere graven die zijn uitgegeven voor bepaalde tijd, mogen op verzoek van de rechthebbende omgezet worden naar een particulier graf met een termijn voor onbepaalde tijd, onder de volgend voorwaarden:

    • a.

      Er wordt afstand gedaan van de huidige graftermijn. Er is geen restitutie mogelijk voor verlopen jaren van de graftermijn.

    • b.

      Na afstand wordt het grafrecht voor onbepaalde tijd uitgegeven als een nieuw graf onder de voorwaarden van deze beheersverordening, en tegen het thans geldende tarief.

    • c.

      Het college bepaalt of de locatie van het graf voldoet of dat het particulier graf verplaatst moet worden.

    • d.

      Alle eventueel bijkomende kosten zijn voor rekening van de rechthebbende.

Artikel 4. Afmetingen graf

  • 1. De afmetingen (lxb) van het grafoppervlak bedragen:

    • a.

      particulier dubbelgraf 200 x 230 cm

    • b.

      particulier enkelgraf 200 x 100 cm

    • c.

      algemeen graf 200 x 100 cm

    • d.

      particulier kindergraf 160 x 90 cm

    • e.

      particulier urnengraf 90 x 90 cm

Artikel 5. Aanvraag vergunning gedenkteken

  • 1. De vergunning wordt door of op verzoek van de rechthebbende of belanghebbende aangevraagd.

  • 2. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben of wijzigen van een gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend. Bij deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte- , breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding van de tekst en/of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • f.

      een kopie van de foto of afbeelding van het te plaatsen portret op het gedenkteken;

    • g.

      naam van de rechthebbende (particulier graf) of belanghebbende (algemeen graf);

    • h.

      het betreffende grafnummer.

  • 3. Het plaatsen of vervangen van een gedenkteken wordt altijd in afstemming met de beheerder gepland.

  • 4. De beslissing op de aanvraag wordt door de beheerder schriftelijk medegedeeld.

Artikel 6. Voorwaarden gedenktekens

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, hardglas of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken (inclusief grondplaat of grafrand) mogen die van het graf, genoemd in artikel 4, niet overschrijden.

  • 3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 4. Gedenktekens moeten zodanig worden gefundeerd, dat verzakking niet mogelijk is. De constructie moet zodanig zijn, dat zij uit en in elkaar gezet kan worden zonder de cementvoegen te verbreken. Eventuele verbindingen moeten vakkundig worden aangebracht.

  • 5. Een gedenkteken (met uitzondering van een urnennis) wordt geplaatst op betonnen of kunststof funderingspalen van voldoende lengte. De lengte van de palen moet zijn:

    • a.

      voor een graf waarin overledenen in één laag worden begraven 110 cm;

    • b.

      voor een graf waarin overledenen in twee lagen worden begraven 170 cm.

  • 6. Als fundering voor gedenktekens anders dan beplanting dient een gewapend betonnen grondplaat van minimaal 5 cm dikte te worden aangebracht met minimaal dezelfde lengte en breedte als het monument.

  • 7. Staande gedenktekens worden alleen aan de hoofdzijde van het graf geplaatst.

  • 8. De particuliere urnennissen zijn voorzien van een afsluitplaat. Het is verplicht deze te gebruiken. De rechthebbende kan deze laten voorzien van een inscriptie.

  • 9. Urnen op een particulier (urnen)graf moeten stevig verankerd worden op een bijpassende grondplaat of sokkel, zodanig dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

Artikel 7. Afmetingen gedenktekens

  • 1. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier graf moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      situatie liggend lengte 190 cm x breedte 90 cm

    • b.

      situatie staand breedte 90 cm x hoogte 125 cm

  • 2. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier dubbelgraf zoals genoemd in artikel 2 lid 3 moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      situatie liggend lengte 190 cm x breedte 180 cm

    • b.

      situatie staand breedte 90 cm x hoogte 125 cm

  • 3. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier kindergraf moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      situatie liggend lengte 160 cm x breedte 70 cm

    • b.

      situatie staand breedte 70 cm x hoogte 125 cm

  • 4. Op één algemeen graf mag per overledene een gedenkteken geplaatst worden, tot een maximum van twee per graf. Op een algemeen graf mag alleen een liggend gedenkteken geplaatst worden. De afmetingen van een gedenkteken op een algemeen graf moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      situatie liggend lengte 60 cm x breedte 90 cm

  • 5. Het gedenkteken aanwezig op het algemene graf wordt op volgorde van hoofdeinde naar voeteneinde geplaatst. De belanghebbende heeft geen vrije keuze hierin.

  • 6. De afmetingen van een gedenkteken op een particulier urnengraf moeten voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      situatie liggend lengte 60 cm x breedte 60 cm

    • b.

      situatie staand breedte 60 cm x hoogte 60 cm

  • 7. De particuliere urnennissen zijn voorzien van een afsluitplaat met standaard afmetingen.

Artikel 8. Grindbedekking

  • 1. Gebruik van los grind als grafbedekking is niet toegestaan. Grind is alleen toegestaan op een particulier graf onder die voorwaarde dat het grind wordt geplaatst in een dichte bak en mag de in artikel 7, lid 1 t/m 3, benoemde afmetingen niet overschrijden.

  • 2. Indien het grind de afmetingen uit artikel 7 overschrijdt, is de beheerder van de begraafplaats bevoegd dit grind te verwijderen zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een schadevergoeding.

  • 3. De gemeente is niet verantwoordelijk voor het aanvullen van grind; de rechthebbende is verantwoordelijk voor het onderhoud en de aanvulling van het grind op het betreffende particuliere graf.

  • 4. De rechthebbende is verantwoordelijk voor het (laten) verwijderen van het grind bij een begraving in het betreffende graf.

Artikel 9. Plaatsing en verwijdering gedenkteken

  • 1. Een gedenkteken (met uitzondering van een urnengraf of urnennis) mag niet eerder dan zes maanden na de begraving of bijzetting worden geplaatst.

  • 2. Het tijdstip van plaatsing, herstel, vervanging of verwijdering van het gedenkteken dient ten minste twee werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd.

  • 3. Een gedenkteken inclusief belettering op een particulier urnengraf of urnennis dient aanwezig te zijn tijdens het plaatsingsmoment van de asbus of urn.

  • 4. Indien er beschadigingen ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan een gedenkteken, moet de veroorzaker hiervan zich melden bij de beheerder van de begraafplaats. In overleg met de beheerder wordt bepaald of de schade door of op kosten van de veroorzaker wordt hersteld.

Artikel 10. Voorwaarden herdenkingsplaatjes op herdenkingszuil

  • 1. Een herdenkingsplaatje is voor eenieder die een dierbare wil herdenken. Dit kan na het ruimen van een graf zijn, na het verstrooien van de as, of wanneer iemand buiten de gemeente begraven of verstrooid is of vermist is.

  • 2. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanschaf, gravering en plaatsing van het herdenkingsplaatje. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud aan de plaatjes en de herdenkingszuilen.

  • 3. Er zijn verplichte legeskosten verbonden aan een herdenkingsplaatje voor nabestaanden.

  • 4. Op één herdenkingsplaatje mogen de namen van meerdere overledenen gegraveerd worden.

  • 5. Het herdenkingsplaatje wordt na afloop van de termijn van 30 jaar door de gemeente verwijderd en vernietigd.

Artikel 11. Particuliere grafkelders

  • 1. Voor het plaatsen of vervangen van een particuliere grafkelder is een door het college verleende vergunning vereist. Het plaatsen van een grafkelder gebeurt in opdracht van en voorrisico en op kosten van de rechthebbende na verkregen vergunning van het college.

  • 2. De voorwaarden waaraan een grafkelder moet voldoen zijn:

    • a.

      de gebruikte materialen zijn duurzaam;

    • b.

      de fundering en constructie zijn veilig;

    • c.

      de grafkelder is beheer-technisch en esthetisch aanvaardbaar;

    • d.

      de grafkelder is waterdicht;

    • e.

      er is een ontluchtingssysteem aangebracht;

    • f.

      De bovenkant van een grafkelder is op gelijke hoogte met het maaiveld.

  • 3. De afmetingen van de ruimte waarbinnen een grafkelder mag worden aangebracht, zijn:

    • a.

      lengte 250 cm x breedte 120 cm x 90 cm hoogte beneden maaiveld.

  • 4. De grafkelder staat op een gewapend betonnen grondplaat van minimaal 5 cm dikte.

  • 5. Een grafkelder dient onder het maaiveld luchtdicht te worden afgesloten.

  • 6. De afmeting van de bovengrondse sierplaat van een grafkelder is gelijk aan de maatvoering genoemd in artikel 7.

  • 7. Degene die in een grafkelder wil laten begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven onmiddellijk te laten sluiten.

  • 8. Het openen van een grafkelder, anders dan voor het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan vier uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaatsen hiervoor toestemming heeft verleend.

  • 9. Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, wordt dit door de gemeente gedaan, op kosten van rechthebbende.

Artikel 12. Grafbeplanting

  • 1. Het oppervlak van het particulier graf kan door de rechthebbende van het graf of een belanghebbende op een algemeen graf worden beplant met gewassen die de voor het graf beschikbare oppervlakte, in artikel 4, niet overschrijden of die door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De hoogte van deze gewassen mag de voor het gedenkteken toegestane hoogte op het graf niet overschrijden, zie artikel 7.

  • 2. Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden, wordt op last van het college door de beheerder verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende op een particulier graf of de belanghebbende op een algemeen graf per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.

  • 3. Op graven mogen niet-winterharde beplanting en bloemen in potten en vazen worden geplaatst. Op een graf mogen perkplanten (éénjarige en meerjarige) gewassen worden geplant. Deze mogen de hoogte van het grafmonument niet overschrijden. Het planten van bomen, heesters, bamboe, haagplanten en coniferen is niet toegestaan.

  • 4. Bij de urnenmuur mogen de betrokken rechthebbenden op de tegelstrook voor de urnenmuur eveneens losse bloemen en planten neerzetten.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1. Het “Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekking 2019”, vastgesteld op 4 december 2018, en het “Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en gedenkplaatsen Zaltbommel 2019”, vastgesteld op 4 december 2019, worden ingetrokken.

  • 2. Deze nadere regels worden aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit voor het beheer en gebruik van grafbedekkingen, graven en asbezorging op de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Zaltbommel 2026”.

  • 3. Dit uitvoeringsbesluit treedt inwerking op 1 januari 2026.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zaltbommel van 20 mei 2025.

De secretaris,

W. Abee

De voorzitter,

M.C. Bakermans