Beleidsregel bekostiging kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) gemeente Bergen (L) 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 18-07-2025

Intitulé

Beleidsregel bekostiging kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) gemeente Bergen (L) 2025

Burgemeester en wethouders van Bergen (L);

Gelet op de definitie van de andere voorziening uit artikel 1 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Bergen (L) 2019

Overwegende dat het college een beleidsregel wil vaststellen voor de toekenning van de bekostiging van kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie (SMI);

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel bekostiging kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) gemeente Bergen (L) 2025

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

    • c.

      LRK: landelijk register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;

    • d.

      Ouder(s): gezaghebbende ouder(s) / pleegouder(s) / verzorger(s) van het kind dat woonachtig is in gemeente Bergen;

    • e.

      SMI (Sociaal Medische Indicatie): indicatie dat kinderopvang vanwege sociaal-medische redenen noodzakelijk is om in aanmerking te kunnen komen voor een gemeentelijke bekostiging voor kinderopvang;

    • f.

      Voorliggende voorziening: elke adequate (opvang)voorzienig buiten deze beleidsregel waarop belanghebbende aanspraak kan maken of een beroep kan doen voor de bekostiging van de noodzakelijke kinderopvang;

    • g.

      Wko: Wet kinderopvang.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald worden overige begrippen in deze beleidsregel gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wko.

Artikel 2 Doel

SMI is bedoeld voor ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen (uitgekeerd door de Belastingdienst) en voor wie de voorliggende voorzieningen niet voldoende zijn wegens sociaal medische gronden. Het doel van deze regeling is dat kinderen ondersteund worden, die als gevolg van de thuissituatie een ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen. Kinderopvang via SMI kan voor ouders een tijdelijke oplossing bieden om ze te ontlasten en de ontwikkeling van het kind niet te schaden.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. Deze regeling is van toepassing op personen van wie is vastgesteld dat:

    • a.

      Er sprake is van een tijdelijke situatie waarin als gevolg van één of meer lichamelijke, psychische of sociale beperkingen van de betrokken ouders opvang van het kind of kinderen noodzakelijk is;

    • b.

      Ouders door de tijdelijke kinderopvang in de positie komen dat zij weer mee kunnen doen aan het arbeidsproces en/of er voor het kind weer een opvoedsituatie in het gezin ontstaat die de SMI overbodig maakt;

    • c.

      Er geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat;

    • d.

      De betreffende kinderen voor wie opvang nodig is, thuiswonend zijn en niet ouder zijn dan twaalf jaar en nog niet naar het voortgezet onderwijs gaan;

    • e.

      Er geen andere adequate (opvang)voorziening is of geen eigen netwerk is waarop een beroep kan worden gedaan;

    • f.

      Ze zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Bergen, woonachtig zijn in de gemeente Bergen en rechtmatig in Nederland verblijven.

Artikel 4 Voorwaarden SMI

  • 1. Om in aanmerking te komen voor bekostiging kinderopvang op basis van SMI moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de betrokken ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en waarvoor is komen vast te staan dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken;

    • b.

      in geval van lichamelijke, psychische of sociale beperkingen van ouder(s) dient er sprake te zijn van een medisch behandeltraject en/of professionele begeleiding gericht op de problematiek;

    • c.

      er is vastgesteld dat binnen het netwerk geen (tijdelijke) oplossing is en dat kinderopvang noodzakelijk is, of;

    • d.

      er is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in het geding is, of;

    • e.

      er is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind noodzakelijk is, of;

    • f.

      er is vastgesteld dat er sprake is van een crisissituatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is de verzorging of betaling van de opvang op zich te nemen, of;

    • g.

      de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit andere stukken van een huisarts of andere instelling voor zover die een sociaal of medisch oordeel kunnen vormen over de ouder, en;

    • h.

      de jeugdconsulent beoordeelt of er SMI noodzakelijk is, voor welke omvang en voor welke duur en geeft hier een indicatie voor af en legt dit vast in het leefzorgplan, en;

    • i.

      de opvang vindt plaats in een kinderopvang of bij een gastouder welke geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang.

Artikel 5 Melding en aanvraag bekostiging kinderopvang op basis van SMI

  • 1. De ouder vult een meldingsformulier in via de website van de gemeente Bergen;

  • 2. De sociaal medische indicatie wordt met een keukentafelgesprek vastgesteld door de jeugdconsulent al dan niet in samenspraak met de Wmo-consulent en is in alle gevallen maatwerk;

  • 3. Een aanvraag SMI bevat in elk geval:

    • a.

      Een ondertekend leefzorgplan;

    • b.

      Een offerte of contract van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen, waarin in ieder geval wordt aangegeven:

      • i.

        Het aantal uren kinderopvang per kind;

      • ii.

        De kostprijs per uur en;

      • iii.

        De aanvangsdatum en einddatum van de opvang;

    • c.

      Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag voor de bekostiging;

  • 4. De voorziening voor kinderopvang, zoals genoemd in dit artikel in lid 3 onder b, moet gevestigd zijn in de gemeente Bergen, tenzij het om sociaal-medische redenen meer in de rede ligt gebruik te maken van een voorziening buiten de gemeente Bergen.

Artikel 6 Besluit toekenning bekostiging en weigeringsgronden

  • 1. De sociaal medische indicatie is leidend voor het besluit of ouder(s) in aanmerking komen voor bekostiging kinderopvang;

  • 2. Het college weigert de bekostiging kinderopvang als:

    • a.

      De ouder niet behoort tot de doelgroep zoals opgenomen in artikel 3 van deze beleidsregels;

    • b.

      De ouder niet voldoet aan de voorwaarden voor bekostiging zoals opgenomen in artikel 4 van deze beleidsregels;

    • c.

      De ouder niet de inlichtingen verstrekt of medewerking verleent als bedoeld in artikel 13 van deze beleidsregels;

    • d.

      De ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk de hulpvraag kan wegnemen;

    • e.

      Er een andere voorliggende (opvang)voorziening kan worden ingezet vanuit de Jeugdwet, Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg. Deze wetten zijn voorliggend op SMI;

    • f.

      Het een plaatsing bij een peuterprogramma betreft. Een plaatsing bij een peuterprogramma is een voorliggende voorziening en wordt niet bekostigd op grond van SMI;

    • g.

      De kinderopvanglocatie wordt geëxploiteerd zonder toestemming van het college als bedoeld in artikel 1.46 van de Wet kinderopvang en niet is opgenomen in het LRK;

    • h.

      De opvang wordt uitgevoerd door een gastouder zonder tussenkomst van een gastouderbureau of met tussenkomst van gastouderbureau dat niet is opgenomen in het LRK;

  • 3. Indien naast de voorliggende voorziening zoals bedoeld in artikel 6 lid 2e en f, extra kinderopvang noodzakelijk is op basis van SMI, dan worden enkel de aanvullende uren geïndiceerd.

Artikel 7 Inhoud van de beschikking

  • 1. De beschikking bevat in ieder geval:

    • a.

      de verwijzing naar deze beleidsregels;

    • b.

      naam en adres van de ouder(s);

    • c.

      naam en geboortedatum van het kind of de kinderen voor wie de opvang is geïndiceerd;

    • d.

      de soort opvang, de termijn, het aantal dagdelen en aantal uren kinderopvang per week;

    • e.

      de geldigheidsduur van het besluit;

    • f.

      de naam en het adres van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau waar de opvang plaatsvindt;

    • g.

      hoogte van de bekostiging aan ouders (per maand);

    • h.

      eventuele aanvullende afspraken die met ouder(s) zijn gemaakt;

  • 2. In geval van een (gedeeltelijke) afwijzing wordt de reden van (gedeeltelijke) afwijzing beargumenteerd;

  • 3. De bekostiging kinderopvang op basis van SMI wordt rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau betaald.

Artikel 8 Omvang bekostiging

  • 1. Het college verleent bekostiging voor het aantal uren kinderopvang dat op grond van de indicatie redelijkerwijs noodzakelijk is, maar nooit meer dan:

    • a.

      24 uur dagopvang per week, met daarbinnen een maximum van 10.5 uur op één dag en een maximum van zes dagdelen, voor kinderen in de leeftijd 0 tot 2.5 jaar;

    • b.

      16 uur dagopvang per week, met daarbinnen een maximum van 10.5 uur op één dag en een maximum van vier dagdelen, voor kinderen in de leeftijd van 2.5 tot 4 jaar zonder VVE indicatie. Peuterprogramma (8 uur verdeeld over twee dagdelen) is een voorliggende voorziening (zie artikel 6 lid 2f);

    • c.

      8 uur dagopvang per week, met een maximum van twee dagdelen, voor kinderen in de leeftijd van 2.5 tot 4 jaar met een VVE indicatie;

    • d.

      12 uur buitenschoolse opvang per week, inzetbaar op maximaal drie dagen, voor kinderen van de basisschool.

Artikel 9 Periode bekostiging

  • 1. De geldigheidsduur van het besluit wordt bepaald door het college, maar is nooit langer dan twaalf maanden;

  • 2. Personen als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregel kunnen eenmalig opnieuw in aanmerking komen voor bekostiging. De herindicatie vindt plaats overeenkomstig artikel 5.

Artikel 10 Ingangsdatum

  • 1. De bekostiging wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag door het college in ontvangst is genomen;

  • 2. Als op de datum als bedoeld in lid 1 van dit artikel nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de bekostiging toegekend met ingang van de datum waarop de geïndiceerde kinderopvang start.

Artikel 11 Hoogte bekostiging

De gemeente bekostigt het aantal uren wat is opgenomen in de beschikking met een maximum van het aantal uren zoals genoemd in artikel 8. De hoogte van de bekostiging per uur wordt gebaseerd op de hoogte van de kostprijs zoals de kinderopvang/gastouder deze hanteert voor dagopvang of buitenschoolse opvang;

Artikel 12 Betaling

De gemeente betaalt de bekostiging rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op basis van (maandelijkse) facturatie door kinderopvangorganisatie of gastouderbureau;

Artikel 13 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden;

  • 2. De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die voor de aanspraak op en de bekostiging van belang zijn;

  • 3. Het niet of onjuist informeren van het college kan gevolgen hebben voor de vaststelling van de bekostiging;

  • 4. De ouder is verplicht het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan de uitvoering van deze regeling.

Artikel 14 Herziening en intrekking

  • 1. Het college kan het recht op bekostiging herzien of intrekken als:

    • a.

      Het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 13 geleid heeft tot een onterechte of een te hoog verstrekte bekostiging;

    • b.

      Als de ouder niet voldoet aan de in de verleningsbeschikking vermelde inhoudsvereisten en de hieraan gekoppelde verplichtingen;

    • c.

      De kinderopvang niet meer plaatsvindt of niet langer noodzakelijk is;

    • d.

      De ouder of het kind niet meer woonachtig is in de gemeente Bergen;

    • e.

      De ouder aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening;

    • f.

      Anderszins de bekostiging ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 15 Terugvordering

  • 1. Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 14 neemt, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte bekostiging terugvorderen als:

    • a.

      De hoogte van de bekostiging is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder en de ouder had redelijkerwijs kunnen begrijpen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald;

    • b.

      De ouder zonder geldige reden en toestemming van het college niet of niet volledig gebruik heeft gemaakt van de kinderopvang.

Artikel 16 Overgangsrecht

  • 1. Op aanvragen en aanvragen voor verlenging op grond van artikel 9 lid 2, welke na vaststelling van deze beleidsregel door de gemeente zijn ontvangen, is deze beleidsregel onverkort van toepassing;

  • 2. Op aanvragen en aanvragen voor verlenging op grond van artikel 9 lid 2, welke na vaststelling van deze beleidsregel door de gemeente zijn ontvangen, worden eerder verstrekte bekostigingen die reeds vóór vaststelling van deze beleidsregel zijn gedaan meegenomen in de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 18 Inwerking en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel bekostiging kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI) gemeente Bergen (L) 2025';

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking op het moment dat de Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang gemeente Bergen (L) van 11 juli 2017 wordt ingetrokken door de gemeenteraad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2025.