Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Hulst 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 19-07-2025

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Hulst 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: college)

  • -

    gelet op de Wegsleepverordening gemeente Hulst 2025;

besluit vast te stellen de:

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Hulst 2025

Inleiding

Op 3 juli 2025 heeft de raad van de gemeente Hulst de Wegsleepverordening gemeente Hulst 2025 (hierna: verordening) vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: wet) en het Besluit wegslepen van voertuigen (hierna: besluit).

In deze uitvoeringsregeling worden praktische zaken, taken en verantwoordelijkheden geregeld voor uitvoering van de wegsleepverordening. De mandatering, de berging met benodigde documenten en de werkinstructies die van toepassing zijn voor de uitvoering van de wegsleepverordening worden beschreven.

1. Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

Voor de afweging of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is gelden drie criteria:

  • 1.

    door de wijze van parkeren wordt de veiligheid op de weg in gevaar gebracht en/of

  • 2.

    door de wijze van parkeren wordt de vrijheid van het verkeer belemmerd en/of

  • 3.

    er wordt geparkeerd op een van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in het besluit en waarop de verordening van toepassing is.

Eén van de criteria is voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.

Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c van de wet, juncto artikel 2 van het besluit, juncto artikel 2 van de verordening, kan in de gemeente Hulst van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:

  • a.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  • b.

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  • c.

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij ofwel op een onderbord wordt aangegeven:

    • -

      De voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;

    • -

      De wijze waarop het parkeren dient te geschieden;

    • -

      De dagen of uren waarop het parkeren is verboden, of;

    • -

      Het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

      ofwel op het verkeersbord de aanduiding is aangebracht waarmee wordt aangegeven:

    • -

      De voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

    • -

      De wijze waarop het parkeren dient te geschieden.

  • d.

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • e.

    parkeerplaatsen voor invaliden, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • f.

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • g.

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • h.

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  • i.

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

1.1. Noodzaak

Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een foutgeparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het besluit, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet ook in het geding te zijn. Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voertuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (bijvoorbeeld het houden van een weekmarkt op die dag), niet noodzakelijk.

1.2. Actie

Alleen de daartoe door het college of de burgemeester gemandateerde (hierna: toezichthouder) is bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding. Als er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

1.3. Waarnemingstijd

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen kan allereerst een waarnemingstijd nodig zijn.

  • a.

    Verbod stil te staan: voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • b.

    Parkeerverboden: bij parkeerverboden lijkt een waarnemingstijd van tien minuten reëel, voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

  • c.

    Parkeren op laad- en loshavens: bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd aanbevolen, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas daarna wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

2. Toepassing procedure

De toezichthouder:

  • a.

    schakelt bij een wegsleepwaardige situatie het wegsleepbedrijf in.

  • b.

    wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen.

  • c.

    vult het proces-verbaal (hierna: sleepbon) in.

  • d.

    De sleepbon dient als bewijslast en moet het volgende bevatten:

    • -

      Een summiere omschrijving van het in bewaring te stellen voertuig, waarbij in elk geval wordt vermeld: de kleur van het voertuig, het kenteken en het merk;

    • -

      De plaats van waar, de datum en het tijdstip waarop het voertuig is verwijderd;

    • -

      De omstandigheden die de verwijdering van het voertuig noodzakelijk maakten;

    • -

      De staat van het voertuig voor de verwijdering, en;

    • -

      Een summiere opsomming van de losse (zichtbare) voorwerpen in het voertuig voor de verwijdering.

  • d.

    Na de komst van de takelwagen:

    • -

      Maakt de toezichthouder een digitale (of direct klaar-) foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen;

    • -

      Daarna controleert de toezichthouder het voertuig op beschadigingen. De bevindingen worden ingevuld op de sleepbon.

  • e.

    De toezichthouder vult de sleepbon vervolgens ter plaatse volledig in.

  • f.

    De sleepbon wordt ondertekend door de toezichthouder en de medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf).

  • g.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig nogmaals op beschadigingen. De bevindingen worden ook ingevuld op de sleepbon.

  • h.

    De sleepbon wordt door de medewerker van het wegsleepbedrijf opgenomen in het bewaringsregister.

  • i.

    De toezichthouder informeert de politie dat het voertuig is weggesleept. (Betrokkenen kan immers in de veronderstelling zijn dat zijn voertuig is gestolen).

2.1. Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, van de wet moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op aanwezige schade. De schade wordt genoteerd op de sleepbon. Ook schade, die veroorzaakt is tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd.

2.2. Sleepfasen en kosten

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in twee fasen:

Fase 1: Onvolledige berging

  • -

    Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging, als de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen. Het wegsleepbedrijf wordt direct afgebeld.

  • -

    Als het voertuig al op de takelwagen staat en de wegslepers zien de bestuurder alsnog arriveren, wordt het voertuig afgetakeld en is er nog steeds sprake van een onvolledige berging.

De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding (voorrijkosten) van de overbrenging, dienen in beide gevallen te worden voldaan. De toezichthouder dient de persoonsgegevens van de bestuurder vast te stellen.

Fase 2: Het voertuig is weggesleept en in bewaring gesteld.

Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring.

2.3. Geen kosten verschuldigd

De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd voor de rechthebbende op het voertuig, als:

  • a.

    Niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    De omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of;

  • c.

    Aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Het genoemde onder a, b of c dient de rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q. uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

Als niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, betaalt de gemeente ook een redelijke schadeloosstelling aan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

Als het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is het wegsleepbedrijf gehouden deze schade te vergoeden.

In de met het sleepbedrijf gesloten overeenkomst is bepaald dat het sleepbedrijf gedekt dient te zijn door een verzekering tegen aansprakelijkheid voor schade en voor het bewaren van voertuigen.

3. Bewaren van voertuigen

3.1. Aanvang van het bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden. Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen van een voertuig in, op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

3.2. Plaats van het bewaren en openingstijden

  • 1.

    Het bewaren geschiedt op het daarvoor bestemde bewaarterrein, gevestigd aan Meester F.J. Haarmanweg 55 4538 AN Terneuzen.

  • 2.

    Het afhalen van de voertuigen is mogelijk:

    • a.

      Tijdens de openingstijden van het wegsleepbedrijf;

    • b.

      In bijzondere gevallen kan het wegsleepbedrijf afspraken maken met de rechthebbende om buiten de in lid a genoemde tijden het voertuig af te halen.

3.3. Procedure

  • 1.

    Het voertuig wordt geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats zoals omschreven in artikel 3.2 van deze Uitvoeringsregeling. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. In het bewaringsregister dient ook te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden teruggegeven.

  • 3.

    Het wegsleepbedrijf is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken) in het bewaringsregister.

  • 4.

    Het voertuig is nu overgedragen aan het wegsleepbedrijf. Als in het bewaringsregister geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Als een weggesleept voertuig met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft dit de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.

4. Teruggave van voertuigen

4.1. Betaling kosten

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Deze betaling geschiedt bij de bewaarder. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.

4.2. Aan wie teruggeven

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde (huurder, lener, leaser of pandhouder) is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5 WVW 1994).

4.3. Teruggave weggesleept voertuig

Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende.

  • -

    Van de eigenaar of houder mag worden verwacht dat hij/zij aantoont dat hij/zij deze hoedanigheid bezit. Het voertuig mag slechts worden afgegeven wanneer alle kosten van de overbrenging en in bewaring nemen zijn betaald.

  • -

    Voordat het voertuig wordt teruggegeven, moeten alle kosten betaald zijn. Bij het afhalen verstrekt het wegsleepbedrijf een bewijs van afhalen. Dit dient ook als vrijwaringbewijs van het wegsleepbedrijf tegenover degene wiens voertuig is weggesleept.

4.4. Niet afgehaalde voertuigen

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de toezichthouder, een onderzoek instellen naar de eigenaar/houder van het voertuig. Zodra die bekend is, stuurt de toezichthouder aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekende brief, een kennisgeving. In deze kennisgeving dient de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig te worden vermeld, evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport maken deel uit van de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt volgens artikel 5:30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

Het wegsleepbedrijf is bevoegd, nadat het college hiervoor toestemming heeft verleend:

  • -

    Een voertuig dat niet binnen 13 weken is opgehaald, of;

  • -

    De kosten van overbrenging, bewaring en dergelijke hoger worden dan de waarde van het voertuig;

het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, te verkopen, weg te geven en dergelijke. Verder is het bevoegd daarvoor alle handelingen (inclusief het inschakelen van een beëdigd taxateur) te verrichten.

4.5. Betaling kosten wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met lage taxatiewaarde

Als de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

4.6. Procedure teruggave

  • 1.

    De eigenaar/houder of gemachtigde toont bij de bewaarplaats de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs en eventuele aanvullende formulieren. Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn.

  • 2.

    De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan het wegsleepbedrijf voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een kwitantie (origineel van de rekening).

  • 3.

    In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd die tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

  • 4.

    De doorslag van de kwitantie (rekening) wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling ook aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister. Deze kwitantie geldt ook als vrijwaringbewijs voor het wegsleepbedrijf.

  • 5.

    Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met de bewaarder.

5. Bewaringsregister

5.1. Inschrijven in bewaringsregister

Het wegsleepbedrijf beheert het bewaringsregister.

Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht (ook als het niet is weggesleept) wordt ingeschreven in het bewaringsregister.

In het bewaringsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

Bij inbewaringstelling (zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling)

  • -

    Een afschrift van de sleepbon (in overeenstemming met Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • -

    Datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • -

    Een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

  • -

    De voorwaarden tot teruggave;

  • -

    Ingeval het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken;

  • -

    Ingeval het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend heeft kunnen worden;

  • -

    Bij inbeslagname de naam van de verbalisant die het onderzoek doet of de naam van de opdrachtgever tot verplaatsing.

Bij teruggave:

  • -

    De datum en tijdstip waarop het voertuig is afgehaald;

  • -

    De naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald evenals de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

  • -

    Het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald.

Bij niet afhalen:

  • -

    Als het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald, worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • -

    De datum van de bekendmaking,

  • -

    De naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt

Bij verkoop/vernietiging:

  • -

    De datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandsverklaring of de vernietiging;

  • -

    Ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd, evenals gegevens waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was;

  • -

    Ingeval van een afstandsverklaring, de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

  • -

    Ingeval van vernietiging de geschatte sloopwaarde van het voertuig. Een in bewaring gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport over de waarde heeft opgemaakt.

Indien restitutie wordt verleend:

  • -

    De datum waarop restitutie is verleend, het bedrag van de restitutie, de grond tot restitutieverlening en de naam en het adres van degene aan wie restitutie werd verleend.

5.2. Bewaren gegevens

De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft teruggegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom heeft overgedragen dan wel vernietigd.

5.3. Verstrekken gegevens

Het college verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister. Hierbij wordt de AVG in acht genomen.

5.4. De bewaarder

De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet erop toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring en eventuele verkoop van voertuigen te verzekeren. Hiertoe behoren in ieder geval:

  • -

    Het opslaan van het voertuig;

  • -

    Het achterhalen van de rechthebbende op het voertuig;

  • -

    Het aanschrijven van de rechthebbende om het voertuig te komen ophalen;

  • -

    Alle handelingen om te komen tot verkoop van het voertuig (inclusief ingeschakelde taxateur);

  • -

    De daadwerkelijke verkoop.

6. Besluit tot toepassing bestuursdwang

6.1. Karakter bestuursdwang

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Op grond van artikel 5:24 lid 2 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden.

De beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat. In het “Besluit tot toepassing bestuursdwang”, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. In het besluit wordt vermeld aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen. De beschikking wordt door de gemeente toegestuurd naar de overtreder.

6.2. Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casus de wegsleepregeling op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 - voorleggen aan het college van de gemeente waar de betrokken overtreding is begaan. Tegen een afwijzende beschikking van het college staat beroep open op de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

7. Andere wegsleepgevallen

  • -

    In de Wegenverkeerswet 1994 - Wegsleepregeling zijn vier wegsleepregelingen beschreven, die geen bestuursdwang zijn. In die gevallen is geen bezwaar en beroep mogelijk op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Wel heeft de rechthebbende dan de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen het bestuursorgaan op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

  • -

    Daarnaast hebben burgemeester en wethouders deze wegsleepregeling ook van toepassing verklaard op de uitvoering van de Verordening fysieke leefomgeving 2023). Op deze manier zijn deze uitvoeringsregeling en de tarieven uit de Wegsleepverordening ook van toepassing op bijvoorbeeld het wegslepen van en autowrakken, caravans, aanhangwagens. Daarvoor is een afzonderlijk besluit tot toepassing van bestuursdwang, dat in voorkomende gevallen en mits toepasbaar, op de betreffende situatie, gebruikt kan worden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 20 mei 2025

Burgemeester en wethouders van Hulst

De secretaris,

De burgemeester,