Verordening sociaal medische indicatie (SMI) kinderopvang Koggenland 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-08-2025

Intitulé

Verordening sociaal medische indicatie (SMI) kinderopvang Koggenland 2025

De raad van de gemeente Koggenland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2025;

Gelet op artikel 147, 149 en 156 van de Gemeentewet;

overwegende dat;

Het voor de verlening van de Sociaal Medische Indicatie kinderopvang en de vaststelling van regels over de ouderbijdrage noodzakelijk is regels op basis van een verordening te regelen

besluit vast de stellen de

Verordening sociaal medische indicatie (SMI) kinderopvang Koggenland 2025.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven komen dezelfde betekenis toe als in de Wet kinderopvang en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van het college advies uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang. Wanneer het gezin al een contactpersoon heeft, ligt bij de contactpersoon de bevoegdheid om het aantal benodigde uren kinderopvang te bepalen;

    • b.

      college: burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;

    • c.

      eigen bijdrage: eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang conform het Besluit kinderopvangtoeslag en de daarbij behorende bijlages;

    • d.

      eigen kracht: de mogelijkheid om als ouders zelf het kind of de kinderen binnen het gezin op te vangen al dan niet met hulp van het eigen sociale netwerk;

    • e.

      kind: jeugdige in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar of zolang het kind op de basisschool zit;

    • f.

      kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang op grond van de Wet kinderopvang geleverd door een kinderopvangorganisatie, kindcentrum of gastouderbureau dat geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang waarbij geen sprake is van bestuurlijke handhaving;

    • g.

      ouder(s): degene(n) die juridisch of feitelijk verantwoordelijk is (zijn) voor de dagelijkse zorg van het kind, waaronder worden begrepen: ouder(s), pleegouder(s) en voogd(en);

    • h.

      sociaal medische indicatie (SMI): een noodzakelijke indicatie om tijdelijk in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming in de kosten voor noodzakelijke kinderopvang als gevolg van sociale, lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperkingen van de ouder.

    • i.

      tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden;

    • j.

      voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om in kinderopvang te voorzien waarvan door de aanvragende ouder gebruik kan worden gemaakt, waaronder een andere financiële tegemoetkoming (zoals onder andere via de aanvullende ziektekostenverzekering, een voorziening op grond van de Wko of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of adequate kinderopvang in de informele sfeer;

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. Deze regeling is van toepassing op ouder(s) van een kind, tussen de 0 tot en met 12 jaar of zolang het kind op de basisschool zit, die:

    • a.

      volgens de Basisregistratie Personen (BRP) woonachtig is in de gemeente Koggenland en;

    • b.

      die aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang kunnen voorzien, geen beroep kunnen doen op een andere passende voorziening en niet behoren tot de in de Wet kinderopvang benoemde doelgroepen en;

    • c.

      waarbij een VE-plek in de peuteropvang niet toereikend is;

    • d.

      waarbij de ouder een lichamelijke, sociale of psychische beperking heeft, waardoor tijdelijke opvang van het kind noodzakelijk is; of;

    • e.

      waarbij door een adviesorgaan is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling of de veiligheid van het kind is.

  • 2. Het college stelt op aanvraag van de ouder vast of de ouder een persoon is zoals bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3. Indiening van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op sociaal medische gronden wordt op een door het college beschikbaar gesteld formulier ingediend.

  • 2. Bij het aanvraagformulier wordt in ieder geval een verklaring van een onafhankelijke hulpverlener toegevoegd waaruit de sociaal medische indicatie van de kinderopvang blijkt.

Artikel 4. Advisering

Alvorens op de aanvraag te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang, nader advies opvragen bij een bij het gezin betrokken hulpverleningsinstantie, deskundige uit het betrokken gebiedsteam of adviesorgaan zoals omschreven in artikel 1, tweede lid onder a. van deze verordening.

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1. Het college neemt een besluit binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 4 van deze verordening.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Het college stelt de aanvrager schriftelijk in kennis van de verlenging.

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op sociaal medische gronden indien:

    • a.

      de ouder niet behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

    • b.

      de opvang waarvoor de ouder een tegemoetkoming aanvraagt: - naar verwachting van het college niet of niet geheel zal plaatsvinden; - niet noodzakelijk is;

    • c.

      gebruik gemaakt kan worden van een voorliggende voorziening;

    • d.

      er eerder een tegemoetkoming SMI is afgegeven en de ouder in die tijd niet voldoende inspanning heeft verricht om de afhankelijkheid van SMI te verkleinen.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid kan het college de tegemoetkoming of verlenging weigeren in het geval de ouder niet bereid is om inspanning te leveren als bedoeld in artikel 11 van deze verordening.

Artikel 7. Ingangsdatum

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de volledige aanvraag voor de tegemoetkoming door het college is ontvangen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal starten.

Artikel 8. Omvang en duur van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt slechts verleend voor het aantal uur per week en voor de periode waarvoor de inzet van de kinderopvang op sociaal medische gronden naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 2. Het college stelt de omvang van de tegemoetkoming vast op maximaal 33 uur per week.

  • 3. De duur van de tegemoetkoming is in beginsel niet langer dan op basis van de sociaal medische indicatie, met een maximum duur van 6 maanden.

  • 4. Op basis van een sociaal medische indicatie is op aanvraag éénmaal verlenging van en tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang mogelijk. De duur van de verlenging is maximaal 3 maanden. Verlenging vindt alleen plaats indien de ouder(s) heeft meegewerkt of zich in voldoende mate heeft ingespannen om de situatie te verbeteren en de noodzaak van kinderopvang weg te nemen.

Artikel 9. Hoogte van de tegemoetkoming en eigen bijdrage

  • 1. Basis voor de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is het landelijk maximum uurtarief dat het ministerie van SZW hanteert voor de kinderopvangtoeslag. Dit betekent dat het deel van het tarief boven dit maximum uurtarief door de ouder wordt betaald.

  • 2. De ouder betaalt een eigen bijdrage in de kosten van de kinderopvang afhankelijk van het toetsingsinkomen.

  • 3. Voor het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage als bedoeld in lid 2 wordt de tabel gebruikt voor het betreffende kalenderjaar, zoals opgenomen in het Besluit kinderopvangtoeslag en de daarbij behorende bijlage.

Artikel 10. Betaling van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt in de vorm van maandelijkse termijnen uitbetaald aan de houder van de kinderopvang.

Artikel 11. Inlichtingenplicht en overige verplichtingen

  • 1. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek onmiddellijk na het bekend worden, schriftelijk mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op de aanspraak of de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 2. De ouder is verplicht aan het college, desgevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze verordening.

  • 3. De ouder doet al het mogelijke om de omvang in uren en duur qua periode waarin noodzakelijke kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie wordt afgenomen zo gering mogelijk te laten zijn.

  • 4. De ouder wordt geacht alle mogelijke medewerking te verlenen aan een plan van aanpak van het Zorgteam Koggenland voor zover dit noodzakelijk geacht wordt door het college.

  • 5. Alvorens tot afwijzing dan wel beëindiging over te gaan, wordt de ouder eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

  • 6. Onverminderd de overige bepalingen in deze verordening, kan het college besluiten om het recht op een tegemoetkoming te beëindigen indien de ouder niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt.

Artikel 12. Herziening, intrekking en terugvordering

  • 1. Het college herziet een besluit tot toekenning van de tegemoetkoming, dan wel trekt een besluit tot toekenning van de tegemoetkoming in, en vordert de tegemoetkoming terug wanneer het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 11 van deze verordening, geleid heeft tot een ten onrechte of te hoog toegekende tegemoetkoming.

  • 2. Tevens kan het recht op een tegemoetkoming worden herzien of ingetrokken en de tegemoetkoming worden teruggevorderd wanneer anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag toegekend is.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in deze verordening is bepaald, indien toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14. Overgangsrecht

De bepalingen in deze verordening zijn van toepassing op nieuwe aanvragen of verlengingsaanvragen kinderopvang op basis van SMI op of na (datum inwerkingtreding); voor aanvragen en besluiten voor een tegemoetkoming kinderopvang op basis van SMI van voor deze datum en daarop betrekking hebbende geschillen blijven de regelingen zoals die voorafgaand aan de inwerkingtreding van de verordening luiden, van toepassing.

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt, na bekendmaking daarvan, in werking per 1 augustus 2025.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als “ Verordening sociaal medische indicatie kinderopvang Koggenland 2025“.

Artikel 16. Intrekking oude verordening

De Verordening Wet kinderopvang gemeente Koggenland, vastgesteld op 11 januari 2007, wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 juni 2025.

de griffier,

mevrouw drs. E.M.L. Marijnissen

de voorzitter,

de heer P.C. van Maaren