Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742319
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742319/1
Treasury statuut
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 17-07-2025
Intitulé
Treasury statuutHoofdstuk 1 Inleiding
Het Treasurystatuut is het kader voor het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financieringspositie en de hieraan verbonden risico's. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden.
De Wet fido definieert de treasuryfunctie als:
het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op:
de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en
de hieraan verbonden risico’s
De gemeente heeft twee instrumenten op het gebied van treasury:
- 1.
Het voor u liggende treasurystatuut. In dit treasurystatuut wordt de ‘beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtingen en limieten. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk.
- 2.
Naast het treasurystatuut neemt de gemeente jaarlijks de paragraaf financiering op in zowel de begroting als het jaarverslag van de jaarstukken. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury toegelicht.
In dit statuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid omtrent de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
De gemeente Oost Gelre onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Mede daarom wenst zij haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten.
Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders (o.a. Gemeentewet, Wet fido, Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden).
Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden. In de artikelsgewijze toelichting worden waar nodig de in het treasurystatuut opgenomen artikelen toegelicht.
Het treasurystatuut 2025 vervangt het treasurystatuut 2009.
Hoofdstuk 2 Begrippenkader
Artikel 1. Begrippenkader
In dit artikel worden de belangrijkste begrippen gedefinieerd die met betrekking tot treasury relevant zijn.
- 1.
Algemene begrippen treasuryfunctie:
- a.
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
- b.
Het treasurybeleid bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie. Het beleid wordt vastgelegd in een treasurystatuut.
- c.
Het treasurybeheer is de (beleids)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het treasurystatuut. De beleidsuitvoering vindt zijn weerslag in specifieke beleidsplannen. Deze en de realisaties daarvan voor een referentieperiode komen aan de orde in de paragraaf financiering van achtereenvolgens de programmabegroting en de programmarekening.
- a.
- 2.
De treasuryfunctie bestaat uit drie treasury deelfuncties:
2.1 Risicobeheer
- •
renterisicobeheer
- •
kredietrisicobeheer
- •
koersrisicobeheer
- •
intern liquiditeitsrisicobeheer
- •
valutarisicobeheer
2.2 Gemeentefinanciering
- •
financiering (voor minimaal 1 jaar)
- •
uitzettingen (voor minimaal 1 jaar)
- •
relatiebeheer
2.3 Kasbeheer
- •
geldstromenbeheer (inclusief betalingsverkeer)
- •
saldobeheer op dag basis
- •
liquiditeitenbeheer (tot 1 jaar)
In dit statuut wordt verstaan onder:
- Financiering |
Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen; |
- Geldstromenbeheer |
Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer); |
- Intern liquiditeitsrisico |
De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meer jaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen; |
- Kasgeldlimiet |
Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar; |
- Koersrisico |
Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen; |
- Kredietrisico |
De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit; |
- Derivaten |
Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder ander gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren. |
- Liquiditeitenbeheer |
Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar; |
- Liquiditeitenplanning |
Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid; |
- Rating |
De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; |
- Renterisico |
Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen; |
- Renterisiconorm |
Een bij de aanvang van het jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden; |
- Rente typische looptijd |
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding; |
- Rentevisie |
Toekomstverwachting over de renteontwikkeling; |
- Saldobeheer |
Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen; |
- Schatkistbankieren |
Het (verplicht) aanhouden van publieke middelen bij het Ministerie van Financiën; |
- Solvabiliteitsratio van 0% |
Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend; |
- Treasuryfunctie |
De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer; |
- Uitzetting |
Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer. |
Artikel 2. Algemene doelstellingen van de treasuryfunctie
-
1. Het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden met als doel het uitvoeren van de programma’s binnen de door de gemeenteraad vastgestelde kaders van de begroting.
-
2. Het verzekeren van duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities.
-
3. Het beschermen van de gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, valutarisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s.
-
4. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
-
5. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de wet fido respectievelijk de limieten en voorschriften van dit statuut.
-
6. Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie duidelijk worden geregeld.
Hoofdstuk 3 Risicobeheer
Artikel 3. Renterisicobeheer
-
1. Jaarlijks wordt de rentevisie ten behoeve van de begroting en de meerjarenbegroting opgesteld op basis van de rentevisie van tenminste één vooraanstaande financiële instelling.
-
2. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.
-
3. De rentevisie wordt opgenomen in de paragraaf financiering van de programmabegroting.
-
4. De gemeente streeft naar spreiding in de rente typische looptijd van uitzettingen.
-
5. Het gevoerde beleid met betrekking tot het renterisicobeheer wordt toegelicht in de paragraaf financiering van de gemeenterekening.
-
6. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de wet Fido
-
7. De rentenormrisico wordt niet overschreden conform de wet Fido
Artikel 4. Kredietrisicobeheer
-
1. De gemeente verstrekt in beginsel geen leningen aan derden. Bij uitzondering kan de gemeente toch besluiten tot het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak;
-
2. Er vindt een beoordeling plaats van de betreffende businesscase, de financiële positie en kredietwaardigheid van de betreffende partij en worden, indien mogelijk, zekerheden of garanties geëist en worden de wetgeving en richtlijnen inzake staatssteun in acht genomen.
-
3. Voor de inning van vorderingen draagt het team Financiën en Belastingen zorg.
-
4. De budgethouder is verantwoordelijk voor het bij bedragen vanaf € 100.000,-- beoordelen van de kredietwaardigheid van de debiteur of crediteur (indien sprake is van vooruitbetaling).
-
5. De budgethouder is verantwoordelijk voor het aanleveren van de voor de factuur benodigde gegevens. Deze worden binnen 5 werkdagen opgesteld en doorgestuurd naar het team Financiën en Belastingen. Facturering vindt plaats onder algemene leveringsvoorwaarden.
-
6. Voor de niet-belastingvorderingen geldt een algemene betalingstermijn van 30 dagen.
-
7. Het team Financiën en Belastingen is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de incassoactiviteiten volgens de gemeentelijke belastingverordeningen en de invorderingswet.
-
8. Het team Financiën en Belastingen voert analyses uit op de debiteurenportefeuille en rapporteert minimaal eenmaal per jaar naar aanleiding hiervan aan het college van burgemeester en wethouders.
-
9. Betalingen worden met in acht neming van de krediettermijn voldaan.
Artikel 5. Koersrisicobeheer
-
1. Risico's bij uitzettingen worden beperkt door het gebruik van uitsluitend vastrentende- of garantieproducten.
Artikel 6. Intern liquiditeitsbeheer
-
1. Jaarlijks wordt een lange termijn liquiditeitenplanning opgesteld, die een periode van één tot maximaal vier jaar bestrijkt.
-
2. De liquiditeitenplanning wordt opgenomen in de paragraaf financiering van de programmabegroting en de meerjarenbegroting.
-
3. In de programmarekening wordt aan het college van burgemeester en wethouders over de ontwikkeling van de liquiditeitspositie gerapporteerd.
Artikel 7. Valutarisicobeheer
-
1. De gemeente loopt door middel van uitzettingen geen valutarisico.
-
2. Gelden worden uitsluitend aangetrokken, uitgezet of gegarandeerd in de Euro.
Hoofdstuk 4 Gemeentefinanciering
Artikel 8. Aantrekken van lang vermogen
-
1. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren
-
2. Het aantrekken van middelen op lange termijn is voorbehouden aan de treasurer. Hetgeen in samenspraak met de teamleider tot stand komt.
-
3. Alvorens langlopende leningen worden aangetrokken worden door de treasurer minimaal 2 offertes aangevraagd bij banken en of geldmakelaars.
-
4. De offertes moeten telefonisch door de financiële relatie worden voorgelegd aan de gemeente Oost Gelre. Vervolgens worden de offertes vastgelegd door de treasurer.
-
5. De rentepercentages van de aan te trekken geldleningen moeten in overeenstemming zijn met geldende kapitaalmarkttarieven bij de verschillende financiële relaties van de gemeente Oost Gelre, als genoemd in artikel 12 lid 1.
-
6. Definitief aangetrokken langlopende leningen worden eenmaal per jaar gerapporteerd aan het college van burgemeester en wethouders.
-
7. Toegestane financieringsinstrumenten voor een periode van minimaal één jaar:
- a.
Vaste geldleningen
- b.
Onderhandse geldleningen
- c.
Medium Term Notes
- a.
-
8. In de jaarlijkse programmabegroting wordt in de paragraaf financiering het geprognosticeerde financieringsbeleid opgenomen.
-
9. In de jaarlijkse programmarekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheid tot het aangaan van geldleningen.
Artikel 9. Uitzetting
-
1. Kredietrisico’s worden beperkt door uitsluitend middelen uit te zetten bij voldoende kredietwaardige partijen als genoemd in artikel 12 lid 2.
-
2. Gelden mogen alleen worden uitgezet bij financiële ondernemingen waarvan het land van vestiging tot de Europese Economische Ruimte behoort (EU + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en het betreffende land een minimale credit-landenrating van AA heeft, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus.
-
3. Uitzettingen langer dan 3 maanden mogen alleen bij een financiële onderneming met een rating van AA minus, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus.
-
4. Uitzettingen tot en met 3 maanden mogen bij financiële ondernemingen die een A rating bezitten, toegekend door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus.
-
5. Het is expliciet verboden om gelden te lenen met het enkele doel de middelen tegen een hoger rendement uit te zetten.
-
6. Tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering mogen uitsluitend worden uitgezet bij de financiële onderneming waar de leningen zijn aangegaan. Hiervoor kan een netting-overeenkomst worden gesloten, zodat bij niet nakomen van verplichtingen, vorderingen en schulden tegen elkaar kunnen worden weggestreept. Indien een dergelijke overeenkomst niet is afgesloten, moet de financiële onderneming voldoen aan de rating vereisten voor het uitzetten van middelen.
-
7. In de contracten voor het uitzetten van middelen moet een bepaling opgenomen worden voor een ontbindingsmogelijkheid door de gemeente Oost Gelre indien een instelling gedurende de looptijd een rating lager dan de AA-rating krijgt. (bijv. directe opeisbaarheid van de uitgezette gelden bij een verlaging van de rating)
-
8. Uitzettingen dienen afgewogen te worden op basis van de zekere opbrengst van het uitzetten van de middelen tegen de minimale rentetarieven bij de bank versus andere vormen van uitzetten met een gelijkwaardige zekerheid en een minimaal gelijkwaardig rendement. Hierbij dienen de looptijden gematched te worden.
-
9. Het uitzetten van middelen op lange termijn is voorbehouden aan de treasurer.
-
10. Alvorens middelen worden uitgezet worden minimaal 2 offertes aangevraagd bij banken en of geldmakelaars als genoemd in artikel 12 lid 2.
-
11. De offertes moeten telefonisch door de financiële relatie worden voorgelegd aan de gemeente Oost Gelre. Vervolgens worden de offertes vastgelegd door de treasurer.
-
12. Het rendement op het uit te zetten vermogen moet in overeenstemming zijn met geldende kapitaalmarkttarieven bij de verschillende financiële relaties van de gemeente Oost Gelre, als genoemd in artikel 12 lid 2.
-
13. Definitief uitgezette middelen worden eenmaal per kwartaal gerapporteerd aan het college van burgemeester en wethouders.
-
14. Gelden mogen uitsluitend worden belegd in:
- a.
Deposito’s
- b.
Onderhandse geldleningen
- c.
Staatsleningen
- d.
Medium Term Notes
- e.
Garantieproducten
- f.
Spaarrekening
- g.
Obligaties
- a.
-
15. In de jaarlijkse programmabegroting wordt in de paragraaf financiering het geprognosticeerde uitzettingsbeleid toegelicht.
-
16. In de jaarlijkse programmarekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het uitzettingsbeleid.
Artikel 10. Leningen en garanties
-
1. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen. Met uitzondering van de achtervang-overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) waartoe het college van burgemeester en wethouders bevoegd is op basis van artikel 160 lid 1 onder e van de Gemeentewet.
Artikel 11. In- en doorlenen van middelen
-
1. Het in- en doorlenen van middelen met als doel hiermee inkomsten te genereren is niet toegestaan.
-
2. Het in- en doorlenen van middelen in naam van de gemeente Oost Gelre kan alleen geschieden vanuit haar publieke taak.
Artikel 12. Relatiebeheer
-
1. Geldgevers van de gemeente Oost Gelre zijn financiële instellingen die officieel onder Nederlands of anderszins EU-toezicht staan, publiekrechtelijke en semi-publiekrechtelijke lichamen en overheidsinstellingen.
-
2. Voldoende kredietwaardige tegenpartijen voor het uitzetten van middelen van de gemeente Oost Gelre zijn:
- a.
Financiële instellingen die officieel onder Nederlands of anderszins EU-toezicht staan en minimaal een AA-rating hebben van een gezaghebbend ratingbureau.
- b.
Instellingen aan wiens papier door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat de solvabiliteitsvrije status is toegekend.
- a.
-
3. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
-
4. Bij maximaal drie banken mogen bankrekeningen zijn geopend.
-
5. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt met welke banken welke relatie wordt aangehouden.
-
6. Bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste ééns in de vijf jaar beoordeeld.
-
7. Bij financiële instellingen buiten Nederland mogen geen rekeningen worden aangehouden.
Hoofdstuk 5 Kasbeheer
Artikel 13. Geldstromenbeheer
-
1. Het gemeentelijk betalingsverkeer vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de teamleider Financiën en Belastingen.
-
2. Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.
-
3. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
-
4. De gemeente Oost Gelre houdt een kas aan op de afdeling Bedrijfsvoering en Dienstverlening team Burgerzaken.
-
5. Jaarlijks wordt in de paragraaf financiering van de programmarekening gerapporteerd over de kosten van en ontwikkelingen met betrekking tot het betalingsverkeer.
Artikel 14. Saldo- en liquiditeitenbeheer
-
1. De gemeente Oost Gelre heeft bij raadsbesluit van december 2004 voor onbeperkte duur een rekening courant overeenkomst afgesloten bij de nv Bank Nederlandse Gemeenten. Opzegging van de rekening courant overeenkomst door de gemeente Oost Gelre kan alleen geschieden met instemming van de gemeenteraad.
-
2. Het aantrekken en uitzetten van vermogen tot en met een bedrag van € 10.000.000,-- voor een periode kleiner of gelijk aan twaalf maand kan zonder goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders door de treasurer worden uitgevoerd.
-
3. Het aantrekken en uitzetten van kort vermogen boven een bedrag van € 10.000.000,-- dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders.
-
4. De rentepercentages van de aan te trekken geldleningen of uit te zetten middelen moeten in overeenstemming zijn met de geldende geldmarkttarieven bij de verschillende relaties van de gemeente Oost Gelre, als genoemd in artikel 12 lid 1 respectievelijk lid 2.
-
5. Alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter of gelijk aan één jaar worden minimaal 2 offertes aangevraagd bij banken en of geldmakelaars.
-
6. Toegestane financieringsinstrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen:
- a.
Daggeld
- b.
Kasgeldleningen
- c.
Kredietlimiet op rekening courant
- a.
-
7. Toegestane financieringsinstrumenten bij het uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn:
- a.
Rekening-courant
- b.
Daggeld
- c.
Spaarrekeningen
- d.
Deposito’s
- a.
-
8. Jaarlijks wordt in de paragraaf financiering van de programmarekening gerapporteerd over het saldo- en liquiditeitenbeheer.
Hoofdstuk 6 Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 15. Administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.
- 1.
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
- 2.
Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd;
- 3.
Bij de uit te voeren treasury activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
- a.
iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);
- b.
de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
- c.
de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.
- a.
- 4.
Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;
- 5.
De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de comptabele.
Artikel 16. Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Functie |
Verantwoordelijkheden |
De Gemeenteraad |
|
Het college van B&W |
|
Treasurer |
|
Budgethouders / Activiteitverantwoordelijken |
|
De kassier |
|
De consulenten van het team Financiën en Belastingen |
|
Financiële administratie |
|
Medewerker interne controle |
|
De comptabele |
|
De externe accountant |
|
Artikel 17. Bevoegdheden
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
|
|
Bevoegd functionaris (eerste handtekening) |
Autorisatie door (tweede handtekening) |
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer |
|||
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
|
Kassier |
Comptabele |
|
Bankrelatiebeheer |
|||
|
College van B&W |
- |
|
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
Financiering en uitzetting |
|||
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
|
Treasurer |
Teamleider Financiën en Belastingen |
|
|
Teamleider Financiën en Belastingen |
College van B&W |
|
|
Teamleider Financiën en Belastingen |
College van B&W |
Hoofdstuk 7 Informatievoorziening
Artikel 18. Informatievoorziening
Ter optimalisering van het treasurybeleid en de daarbij van belang zijnde transparantie dient de informatievoorziening tijdig opgeleverd te worden ter ondersteuning van de uitvoering van de treasury activiteiten.
Met betrekking tot de treasury activiteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Informatie |
Frequentie |
Informatie-verstrekker |
Informatie-ontvanger |
|
Jaarlijks / Incidenteel |
Afdelingshoofden / Teamleiders |
Treasurer |
|
Jaarlijks |
Treasurer |
College B&W |
|
Jaarlijks |
Treasurer |
College B&W |
|
Eenmaal per jaar |
Comptabele |
College B&W |
|
Vijfjaarlijks |
Treasurer |
College B&W |
|
Jaarlijks |
College van B&W |
Gemeenteraad |
|
Jaarlijks |
College van B&W |
Gemeenteraad |
|
Kwartaal |
Comptabele |
Derden |
|
Binnen 14 dagen na besluit |
College B&W |
Provincie |
Artikel 19. Inwerkingtreding
Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van 8 juli 2025.
Hoofdstuk 8 Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Algemene doelstellingen van de treasuryfunctie
Lid 1
In de eerste plaats dient de treasury ervoor te zorgen dat de gemeente “duurzaam toegang heeft tot de financiële markten tegen acceptabele condities”. De treasury dient te waarborgen dat de gemeente duurzaam in staat is de voor haar activiteiten benodigde middelen aan te trekken c.q. haar overtollige middelen uit te zetten op de financiële markten (bijv. bij banken). De condities die daar bij worden bedongen dienen, in het licht van de op het betreffende moment gebruikelijke condities, acceptabel (tenminste marktconform) te zijn.
Lid 2
Door haar activiteiten kan de gemeente de volgende financiële risico’s lopen: renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s. Het is de taak van de treasury dergelijke risico’s zo veel mogelijk te beperken.
Lid 3
De derde doelstelling van de treasuryfunctie is het minimaliseren van de kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities. Deze kosten bestaan o.a. uit rentekosten, provisies en kosten van het betalingsverkeer. Het is de taak van de treasury het beheer zo efficiënt mogelijk uit te voeren.
Lid 4
De gemeente streeft ernaar de renteresultaten te optimaliseren. Dit betekent dat de gemeente streeft naar zo hoog mogelijke renteopbrengsten (c.q. zo laag mogelijke rentekosten) zonder dat daarbij overmatige risico’s worden gelopen. De prioriteiten van de treasuryfunctie liggen in eerste instantie bij het beheersen en beperken van financiële risico’s, de treasuryfunctie is immers géén winstgerichte afdeling (“profit center”). Binnen het acceptabele risicoprofiel zoals vastgesteld in de Wet fido en dit treasurystatuut kan desondanks worden gestreefd naar optimalisatie van de renteresultaten.
Artikel 3 Renterisicobeheer
Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van (externe-) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente.
Lid 1
Een rentevisie is een toekomstverwachting over de renteontwikkeling, op basis waarvan het financierings- en beleggingsbeleid wordt gevoerd. Afhankelijk van de (interne- of externe) ontwikkelingen zal de gemeente haar rentevisie actualiseren. De rentevisie kan daarbij gebaseerd worden op de rentevisie van tenminste één gezaghebbende financiële instelling, zoals één van de grote Nederlandse algemene banken. Afstemming van het beleid op de rentevisie betekent bijvoorbeeld het uitstellen van uitzettingen met een lange looptijd op het moment dat men een rentestijging verwacht.
Lid 2
Afstemming op de liquiditeitenplanning beoogt bedragen slechts te lenen c.q. uit te zetten gedurende de periode dat zij daadwerkelijk nodig respectievelijk beschikbaar zijn.
Lid 4
Door spreiding aan te brengen in de rente typische looptijd (de periode dat de rente van een uitzetting vast is) van uitzettingen, wordt de invloed van een rentedaling op de renteresultaten gespreid over meerdere jaren. Deze spreiding is slechts mogelijk indien uit de liquiditeitenplanning blijkt dat middelen gedurende een langere periode beschikbaar zijn.
Artikel 4 Kredietrisicobeheer
Lid 1 tot en met 8
Het kredietrisicobeheer is gericht op het beperken van het debiteurenrisico. Voor het debiteurenbeheer dient onderscheid gemaakt te worden tussen:
- -
Belastingdebiteuren
- -
Vorderingen op publiekrechtelijke lichamen.
- -
Overige vorderingen
De wijze van rapporteren en de activiteiten met betrekking tot invordering zijn nader beschreven in de gemeentelijke belastingverordeningen en de invorderingswet.
Beoordelen van de kredietwaardigheid van de crediteur is van toepassing in die situaties waar de productverantwoordelijke opdracht geeft tot het verstrekken van een voorschot (vooruitbetaling).
Lid 9
Het uitvoeren van het crediteurenbeleid is een onderdeel van het team Financiën en Belastingen. Hierbij wordt gestreefd naar het verbeteren van het crediteurenbeleid door optimalisatie van betalingstermijnen en het verminderen van het aantal facturen.
Artikel 5 Koersrisicobeheer
Zie de toelichting bij artikel 9 lid 10.
Artikel 6 Intern liquiditeitsbeheer
Lid 1
Een liquiditeitenplanning dient te worden opgesteld met als doel inzicht te krijgen in verwachte overschotten en tekorten aan liquide middelen, de omvang en duur ervan.
Interne liquiditeitsrisico’s doen zich bijvoorbeeld voor wanneer de gemeente gelden voor een bepaalde periode heeft uitgezet en gedurende de looptijd van de uitzetting blijkt dat de gelden (onverwacht) nodig zijn voor het doen van een investering. Dit kan tot gevolg hebben dat de gemeente tijdelijk een lening moet aantrekken (wanneer de uitzettingen vast staan in bijvoorbeeld een deposito) ofwel tussentijds een uitzetting moet verkopen (bijvoorbeeld een obligatie). In beide gevallen kan dit negatieve gevolgen hebben voor de financiële resultaten.
Ter beperking van dit risico baseert de gemeente haar financiële transacties op een liquiditeitenplanning waarin de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gehele organisatie zijn gepland. Teneinde aansluiting te zoeken op de meerjarige investeringsplanning van de gemeente is gekozen een liquiditeitenplanning met een periode van één tot maximaal vier jaar op te stellen.
In de praktijk is het opstellen van een betrouwbare en nauwkeurige liquiditeitenplanning niet eenvoudig. Dit heeft te maken met de onzekerheden die verbonden zijn aan de activiteiten van de gemeente en de hieraan verbonden financiële gevolgen. Het is daarom van groot belang dat het team Financiën en Belastingen juist, tijdig en volledig wordt geïnformeerd door de overige sectoren over de financiële gevolgen van hun activiteiten.
Artikel 7 Valutarisicobeheer
Dit betreft een ongewijzigde voortzetting van het beleid binnen de gemeente Oost Gelre.
Artikel 8 Aantrekken van lang vermogen
Lid 1
Teneinde de renteresultaten te optimaliseren wordt zoveel mogelijk intern gefinancierd.
Lid 2
Het aantrekken van vermogen op de kapitaalmarkt verlangt snelle telefonische beslissingen. Zowel de vrager als aanbieder moeten er op kunnen vertrouwen dat de gesprekspartner bevoegd is beslissingen te nemen. De gemeente Oost Gelre stelt dat er op het moment van het voornemen tot het aantrekken van vermogen, tijd is voor bespreking van hoeveel en in welke vorm vermogen kan worden aangetrokken. In dit voortraject worden de opties besproken door de treasurer en de teamleider Financiën en Belastingen het afdelingshoofd Financiën. Hierbij wordt uitgegaan van de dan geldende rentetarieven.
Lid 4
Deze richtlijn beoogt de marktconformiteit van financieringen te waarborgen, voor bijv. te betalen rentepercentages, provisies, (boete-) clausules bij vervroegde aflossing etc. Middels het opvragen van meerdere telefonische offertes wordt bereikt dat de gemeente een beter beeld heeft van de op dat moment gebruikelijke tarieven en voorwaarden op de financiële markten. Op basis daarvan kan een afgewogen keuze worden gemaakt.
Lid 8
Vaste geldlening is een (relatief standaard) lening die kan worden afgesloten bij een financiële instelling.
Onderhandse geldleningen zijn leningen waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg met de geld gevende partij worden vastgesteld.
Medium Term Notes zijn verhandelbare schuldbekentenissen aan toonder, met een minimumlooptijd van twee jaar en een minimumomvang van nominaal 1 miljoen Euro.
Lid 9
De informatie die op prognose basis in ieder geval moet worden opgenomen zijn de beleidsvoornemens voor het risicobeheer. Andere onderdelen kunnen zijn:
- -
interne en externe ontwikkelingen die invloed hebben op de financieringsfunctie.
- -
beleidsvoornemens voor de gemeentefinanciering.
- -
Ontwikkelingen in de administratieve organisatie van de treasuryfunctie.
Artikel 9 Uitzetting
Lid 1
Vanuit haar publieke taak kan de gemeente Oost Gelre besluiten tot het nemen van een deelneming of verstrekken van een lening aan anderen dan aan relaties als genoemd in artikel 12 lid 2. Activiteiten in deze richting moeten afzonderlijk door de Gemeenteraad worden goed gekeurd. Onderbouwd moet kunnen worden dat het gaat om publieke en niet om private activiteiten.
Lid 3
Het uitzetten van middelen voor bepaalde tijd (waarbij minimaal de hoofdsom is gegarandeerd) moeten worden afgewogen tegen het uitzetten van deze middelen bij de bank tegen de minimale rentetarieven. Bovenstaande heeft als reden dat het bij het uitzetten van middelen niet acceptabel is te kiezen voor constructies met een verhoogd risico op het verliezen van de als normaal in te calculeren renteopbrengst.
Onder de als normaal in te calculeren renteopbrengst is te verstaan die renteopbrengst die minimaal kan worden ontvangen op het beslissingsmoment tegen de dan geldende markttarieven bij een vergelijkbare looptijd.
Lid 4
Het uitzetten van middelen op de geldmarkt verlangt snelle telefonische beslissingen. Zowel de vrager als aanbieder moeten er op kunnen vertrouwen dat de gesprekspartner bevoegd is beslissingen te nemen. De gemeente Oost Gelre stelt dat er op het moment van het voornemen tot het uitzetten van middelen, tijd is voor bespreking van hoeveel en in welke vorm vermogen kan worden uitgezet. In dit voortraject worden de opties besproken door de treasurer en de teamleider Financiën en Belastingen. Hierbij wordt uitgegaan van de dan geldende rentetarieven.
Lid 6
Deze richtlijn beoogt de marktconformiteit van uitzettingen te waarborgen, voor bijv. het ontvangen rentepercentage, de hoogte van transactiekosten etc. Middels het opvragen van meerdere telefonische offertes wordt bereikt dat de gemeente een beter beeld heeft van de alsdan gebruikelijke tarieven en voorwaarden op de financiële markten. Op basis daarvan kan een afgewogen keuze worden gemaakt.
Lid 10
Ten aanzien van de financiële instrumenten die kunnen worden gehanteerd voor uitzettingen in het kader van treasury, geldt in de Wet fido als belangrijkste uitgangspunt dat de hoofdsom van de betreffende uitzetting in tact blijft. Bij alle in dit artikel genoemde producten wordt aan het einde van de looptijd ten minste de hoofdsom (bij vastrentende waarden de “nominale waarde”) uitgekeerd. De gemeente Oost Gelre gaat bij het uitzetten van middelen volgens artikel 9 lid 3 uit van een garantie van minimaal de hoofdsom plus de als normaal, door het bij een bank wegzetten met een gelijke looptijd, minimaal te realiseren renteopbrengst.
Bij het uitzetten van gelden op rekening courant, spaarrekening of deposito’s worden géén koersrisico’s gelopen. Het kan bij dergelijke producten echter voorkomen dat de opnamemogelijkheden beperkt zijn (in het bijzonder bij deposito’s en soms bij een spaarrekening). Obligaties en medium term notes zijn vastrentende waarden die (tussentijds) verhandelbaar zijn. Bij tussentijdse verkoop kunnen koersrisico’s worden gelopen. Wanneer deze waarden tot het einde van hun looptijd worden aangehouden zal minimaal de nominale waarde worden uitgekeerd.
Garantieproducten zijn beleggingsproducten waarbij de uitgevende (financiële) instelling garandeert dat op de afloopdatum (een bepaald percentage van) de hoofdsom wordt uitgekeerd. Garantieproducten keren vaak minder of geen rente uit en bieden in plaats daarvan bijvoorbeeld een rendement dat gebaseerd is op een aandelenindex (zoals de AEX-index). Garantieproducten waarbij minder dan 100% van de hoofdsom wordt gegarandeerd zijn expliciet niet toegestaan onder de Wet fido.
Bij garantieproducten is vaak enkel de hoofdsom gegarandeerd. Aangezien de reële waarde (de koopkracht) van de hoofdsom door inflatie kan verminderen, eist de gemeente Oost Gelre bij een langere looptijd naast een hoofdsomgarantie een minimaal rendement ter hoogte van de normaal, door het bij een bank wegzetten met een gelijke looptijd, minimaal te realiseren renteopbrengst.
Artikel 10 Leningen en garanties
Lid 1
Onder garanties wordt verstaan het (gedeeltelijk) garant staan voor leningen aan te gaan door organisaties welke een relatie hebben met de gemeente Oost Gelre vanuit haar publieke taak.
Artikel 11 In- en doorlenen van middelen
Lid 2
Activiteiten in deze richting moeten afzonderlijk door de Gemeenteraad worden goedgekeurd.
Onderbouwd moet kunnen worden dat het gaat om publieke en niet om private activiteiten.
Artikel 12 Relatiebeheer
Lid 2
Ter beperking van kredietrisico’s zijn in dit artikel richtlijnen opgenomen voor de minimale kredietwaardigheid van de partijen waar de gemeente middelen uitzet.
Een (credit-) rating is een beoordeling van de kredietwaardigheid van een instelling, die voor zowel de korte als voor de lange termijn wordt verschaft door gerenommeerde rating “agencies” zoals Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch IBCA. De hoogste kredietwaardigheid wordt bij Standard & Poor’s en Fitch IBCA weergegeven met AAA, gevolgd door AA en A. Moody’s kwalificeert van hoog naar laag Aaa, Aa en A. Daarnaast kent men kwalificaties met letters B, C en D. Een A-rating staat voor “zeer kredietwaardig”.
Een solvabiliteitsratio van 0% (ofwel een “solvabiliteitsvrije status”) is een status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat (bijv. De Nederlandsche Bank) wordt toegekend aan het schuldpapier van een instelling. Deze status houdt in dat een bank voor desbetreffend papier geen reserves (0%) hoeft aan te houden en wordt onder meer toegekend aan papier uitgegeven of gegarandeerd door (centrale) overheden. Het is de gemeente dus toegestaan om bij andere overheden geld uit te zetten, of om te beleggen in papier waaraan een overheidsgarantie is verbonden (zoals door het WSW geborgde leningen van woningcorporaties).
Lid 3
Tussenpersonen hebben een intermediairsfunctie bij het afsluiten van financiële transacties en vallen niet onder de “tegenpartijen”. De vereisten van lid 2 zijn voor tussenpersonen dan ook niet van toepassing. Teneinde dit te ondervangen stelt de gemeente voor tussenpersonen als eis dat zij onder toezicht van de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) staan en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.
Lid 6
Op het gebied van relatiebeheer beoogt de treasury het realiseren van zo gunstig mogelijke condities voor de door haar af te nemen diensten. Teneinde structuur aan te brengen in de momenten waarop de beoordeling van bankrelaties plaats heeft, is opgenomen dat deze beoordeling minimaal eens in de vijf jaar plaats moet hebben.
Artikel 13 Geldstromenbeheer
Lid 2
Het geldstromenbeheer is erop gericht het betalingsverkeer zo doelmatig mogelijk te laten verlopen en in voldoende mate te beveiligen.
Lid 3
Het laten uitvoeren van het betalingsverkeer door één bank heeft als voordeel dat er geen kosten hoeven te worden gemaakt om gelden tussen verschillende banken over te boeken.
Artikel 14 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Lid 8
In dit lid worden limitatief de mogelijke korte termijn financieringsinstrumenten benoemd. De term daggeld (ook wel callgeld genoemd) staat voor een opgenomen of uitgezette lening voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kan worden. Kasgeldleningen zijn niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en een vaste periode (maximaal 2 jaar) en tegen een vast rentepercentage. Kredietlimiet op de rekening courant betreft de mogelijkheid debet (“rood”) te staan op de rekening courant.
Artikel 16 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de functionarissen die binnen de gemeente betrokken zijn bij de treasury activiteiten zijn in artikel 16 respectievelijk artikel 17 beschreven. De toekenning van de genoemde functies en bijbehorende bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan functies en/of functionarissen vindt plaats via de hiertoe dienende documenten (mandaten, besluiten e.d.). Deze verantwoordelijkheden dienen te worden gecommuniceerd naar de betrokkenen.
Artikel 17 Bevoegdheden
De eindverantwoordelijkheid voor het treasurybeleid ligt primair bij het bestuur van de gemeente. Teneinde niet onnodig te worden belast met het dagelijkse treasurybeheer draagt het bestuur een deel van haar bevoegdheden over aan de ambtelijke organisatie. De praktische uitvoering van het beleid heeft dus vooral op ambtelijk niveau plaats, wat als voordeel heeft dat er slagvaardiger kan worden geopereerd. Bij de toewijzing van bevoegdheden is zoveel mogelijk rekening gehouden met de vereiste functiescheiding tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle.
Artikel 18 Informatievoorziening
De tabel in dit artikel geeft weer op welke wijze de informatievoorziening wordt gewaarborgd. Het verstrekken van juiste, tijdige, volledige en relevante verantwoordingsinformatie moet gerekend worden tot de belangrijkste voorwaarden voor het kunnen beheersen van de financiële en interne risico’s van de gemeente.
Punt 1
Afdelingen dienen “incidenteel” informatie te verschaffen op de momenten waarop zich significante wijzigingen voordoen in hun verwachtingen omtrent tijdstip of omvang van toekomstige betalingen of ontvangsten (bijv. bij uitstel van een grote investering).
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl