Beleidsregel vaststellen Hogere Waarden

Geldend van 16-08-2007 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel vaststellen Hogere Waarden

Begripsbepalingen

Zie notitie Hogere Waarden (20 juni 2007, registratienummer MD-MK20070047)

Met de inwerkingtreding van de herziene Wet geluidhinder per 1 januari 2007 ontstaat voor het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 110a van genoemde wet de mogelijkheid om op hogere waarden vast te stellen.

Deze beleidsregel is van toepassing op:

Nieuwe gevallen:

• Aanleg nieuwe of wijziging bestaande gemeentelijke (spoor)weg;

• Aanleg nieuwe of wijziging bestaande gemeentelijke industrieterrein;

• Woningbouw in de zone.

Beleidsregel

Gelet op de bevoegdheid die wij op grond van artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht hebben, stellen wij de volgende beleidsregels vast:

De gemeente Wijchen stelt de hogere waarde vast volgens de notitie Hogere waarde van 20 juni 2007 (registratienummer MD-MK20070047)

Als bijzondere omstandigheden met zich meebrengen kan van de beleidsregels afgeweken worden.

Toelichting beleidsregel Hogere Waarden

De gemeente Wijchen heeft de notitie Hogere Waarden opgesteld dat geld als beleid voor een uniforme beoordeling én motivering van de verzoeken hogere grenswaarden. Hiermee wordt de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd.

De hoofdlijnen van het hogere waarde beleid zijn;

  • 1.

    Behoud van het heersende geluidniveau (conserverende werking) en terughoudend in het verlenen van een Hogere waarde.

  • 2.

    Een hogere waarde procedure kan worden gestart indien op basis van akoestisch onderzoek is aangetoond dan de geluidsbelasting niet verlaagd kan worden tot de voorkeurswaarde door:

    • -

      het treffen van bronmaatregelen

    • -

      een efficiënte ruimtelijke ordening;

    • -

      het treffen van overdrachtsmaatregelen;

    • -

      het vergroten van de afstand tussen bron en ontvanger.

  • 3.

    Aanvullende eisen hogere waarde:

 

bestaande geluidsgevoelige bestemmingen

vervangende nieuwbouw

nieuwbouw

Geluidsluwe gevel (*)

Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarden dient de woning ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau te hebben. Het geluidsniveau op deze luwe gevel is niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen.

Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarden maar lager dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB dient de woning ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau te hebben. Het geluidsniveau op deze luwe gevel is niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen.

Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarden maar lager dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB dient de woning ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau te hebben. Het geluidsniveau op deze luwe gevel is niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen.

Woningindeling

Geen eisen

Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB gelden de eisen onder (*), en de volgende aanvullende woningindelingseisen: Verblijfsruimten moeten zoveel mogelijk aan de geluidsluwe zijde liggen. Ten minste één slaapkamer moet aan de geluidsluwe zijde liggen.

Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB gelden de eisen onder (*), en de volgende aanvullende woningindelingseisen: Verblijfsruimten moeten zoveel mogelijk aan de geluidsluwe zijde liggen. Ten minste één slaapkamer moet aan de geluidsluwe zijde liggen.

Buitenruimte

Geen eisen

Geen eisen

Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan dient deze gelegen te zijn aan de geluidsluwe zijde. Het geluidsniveau in de buitenruimte mag niet meer dan 5 dB hoger zijn dan bij de geluidsluwe gevel. Deze eis geldt voor maximaal één buitenruimte per woning.

In alle gevallen willen we het gebruik van dove gevels zoveel mogelijk beperken. Daar waar bronmaatregelen, maatregelen in de overdracht of geluidsisolerende maatregelen niet mogelijk zijn, mag als uiterste maatregel een dove gevel worden toegepast, in combinatie met tenminste één geluidsluwe gevel.

SAMENVATTING

Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder van kracht geworden. In deze wet zijn verschillende

wijzigingen doorgevoerd, onder meer ten aanzien van de Hogere Waarde procedure. De bevoegdheden voor het vaststellen van hogere waarden is voor een groot deel gedecentraliseerd naar de gemeente.

Voordeel van de decentralisatie van deze bevoegdheid is dat er beter kan worden aangesloten bij de gemeentelijke omstandigheden én dat er tijdwinst is door een gewijzigde procedure.

Deze wetswijziging heeft tot gevolg dat de gemeente als bevoegd gezag zowel verzoeker, beoordelaar én vaststeller van Hogere Waarden is. Voor een uniforme beoordeling én motivering van de verzoeken stelt de gemeente Wijchen beleid op. Hiermee wordt de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd.

Voor het vaststellen van hogere waarden gaat de gemeente Wijchen uit van behoud van het heersende geluidniveau (conserverende werking). De gemeente is daarbij terughoudend in het verlenen van een Hogere waarde.

De bestemmingsplanprocedure hangt nauw samen met de initiële planvorming, het akoestisch onderzoek, de onderzoeksplicht en de motivatieplicht:

Plaatje 1 Beleidsregel hogere waarden

Het is van cruciaal belang dat de gemeente in een beginfase van de planvorming betrokken is. Daarbij moet het helder zijn in welke gevallen de gemeente plannen doorgang laat vinden of afwijst.

1 HOGERE WAARDE PROCEDURE

1.1 Inleiding

De procedure hogere waarde is een begrip uit de Wet geluidhinder. Deze procedure wordt bijvoorbeeld gevoerd bij de aanleg van een (spoor)weg, de aanleg van een industrieterrein met ‘grote lawaaimakers’ 1) of bij de bouw van een woning langs een weg of bij zo’n industrieterrein. De procedure wordt gevoerd indien in zo’n situatie de voorkeursgrenswaarde, bijvoorbeeld (50 dB(A) etmaalwaarde voor wegverkeer in de oude systematiek) bij een woning 2) zal worden overschreden.

Doel van de procedure is het aantal woningen dat een hoge geluidbelasting ondervindt zoveel mogelijk te beperken. Daarom heeft deze regeling de volgende kenmerken:

  • Een hogere waarde is niet ongelimiteerd. Er is altijd een bovengrens. Er is echter niet één vast getal, maar de maximale hoogte hangt ook samen met de specifieke situatie, bijvoorbeeld met de vraag of het om een binnen- of buitenstedelijke situatie of nieuwbouw of vervangende nieuwbouw gaat. Door de combinatie van dergelijke uitgangspunten is sprake van een bandbreedte in de vast te stellen hogere waarden;

  • Verder zijn aan het toepassen van een hogere waarde altijd voorwaarden verbonden. Zo moet er altijd voor worden gezorgd dat een maximum geluidniveau binnenshuis niet wordt overschreden. Dit wordt bereikt door het toepassen van (extra) gevelisolatie. Daarnaast bestaan er voorschriften voor woningindeling, een geluidluwe gevel e.d.

Met de wijziging van de Wet geluidhinder per 1 januari 2007 zijn een aantal zaken gewijzigd die van invloed zijn op de hogere waarde procedure. Naar aanleiding van deze wijzigingen stelt de gemeente Wijchen geluidbeleid op [1], en een onderdeel hiervan is deze deelnota Hogere Waarden.

De oude situatie

Voordat wordt ingegaan op de nieuwe situatie, lichten we de situatie vóór 1 januari 2007 kort toe.

Voor 1 januari 2007 was Gedeputeerde Staten der Provincie bevoegd gezag voor het vaststellen van Hogere Waarden. Om een hogere waarde te kunnen vaststellen, moest aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Deze randvoorwaarden waren opgenomen in verschillende besluiten zoals het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen. Een randvoorwaarde was bijvoorbeeld:

‘voor nog niet geprojecteerde woningen buiten de bebouwde kom, die door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing op vullen, kan Gedeputeerde Staten een hogere waarde verlenen’

Het verzoek werd vervolgens beoordeeld aan de hand van een tweetal beoordelingscriteria: een Hogere waarde werd alleen toegekend indien bron- of (overdrachts)maatregelen onvoldoende doeltreffend zouden zijn, of dat maatregelen ernstige bezwaren hadden van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.

Een Hogere Waarde werd vastgesteld in de grootheid: etmaalwaarde (Letm in dB(A)).

De nieuwe situatie

De gewijzigde Wet geluidhinder is per 1 januari 2007 van kracht geworden. In deze nieuwe situatie is de bevoegdheid tot het vaststellen van de hogere waarden voor de meeste gevallen gedecentraliseerd naar de gemeenten. De provincie blijft bevoegd als het om een wijziging of aanleg van een rijks- of provinciale weg, hoofdspoorweg of regionaal industrieterrein gaat.

De randvoorwaarden zoals genoemd komen te vervallen, de twee motiveringscriteria voor hogere waarden verzoeken blijven bestaan (zie § 1.2.6). De gemeente dient voldoende alternatieven te onderzoeken die beogen om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen (onderzoeksplicht) en de noodzaak tot een hogere waarde duidelijk te motiveren (motiveringsplicht). In bijlage 1 is een checklist opgenomen met daarin aangegeven welke informatie noodzakelijk is in het verzoek om een hogere waarde.

Naast deze decentralisatie van bevoegdheden wordt tevens de rekenmethodiek voor de geluidsbelasting gewijzigd. Dit laatste heeft tot gevolg dat de grootheid ‘etmaalwaarde’ –Letm in dB(A)- waarin de hogere waarde voor weg- en railverkeerslawaai werd uitgedrukt, wordt gewijzigd in de grootheid ‘Day-Evening- Night Level’ –Lden in dB-. De geluidbelasting voor industrielawaai blijft uitgedrukt worden in de ‘etmaalwaarde’.

Deze wijziging is het gevolg van de implementatie van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai in de Wet geluidhinder. De Lden is een europese dosismaat én vervangt de Letm voor weg- en railverkeerslawaai.

Daarnaast vloeit uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai de plicht tot het opstellen van geluidsbelastingkaarten en actieplannen.

Voordeel van de decentralisatie van de bevoegdheid tot vaststellen van hogere waarden is dat er beter kan worden aangesloten bij de gemeentelijke omstandigheden én dat er tijdwinst is door een gewijzigde procedure. Deze gewijzigde procedure wordt in § 1.2.2 toegelicht.

Deze wetswijziging heeft tot gevolg dat de gemeente als bevoegd gezag zowel verzoeker, beoordelaar én vaststeller van Hogere Waarden is. Voor een uniforme beoordeling én motivering van de verzoeken stelt de gemeente Wijchen beleid op. Hiermee wordt de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd.

De grenswaarden in de Wet Geluidhinder [4] kunnen als volgt worden samengevat:

 

 

Buitenstedelijk

Binnenstedelijk

soort

Artikel Wgh

wegverkeer

voorkeurswaarde

48 dB

48 dB

 

82

 

Maximale ontheffing

53 dB

58 dB

Maximale HW

83

 

 

58 dB

63 dB

Nieuwe woning

83

 

 

58 dB

63 dB

Nieuwe weg

83

 

 

63 dB

68 dB

Vervangende nieuwbouw

83

spoor

voorkeurswaarde

55 dB

 

 

 

Maximale ontheffing

71 dB

 

 

Industrie

voorkeurswaarde

 

50 dB(A)

 

44

 

Maximale ontheffing

 

55 dB(A)

Geprojecteerde woningen

45

 

 

 

60 dB(A)

Bestaande bebouwing

45

 

 

 

60 dB(A)

nieuwbouw

45

 

 

 

65 dB(A)

Vervangende nieuwbouw

 

Voor weg- en railverkeer geldt een binnenwaarde van 33dB, voor Industrie een binnenwaarde van 35 dB(A).

1.2 Wettelijke uitgangspunten Hogere Waarde Beleid

De gemeente Wijchen stelt beleid op om hogere waarden op een weloverwogen manier te kunnen vaststellen. De Wet geluidhinder stelt een onderzoeksplicht, dit om vast te stellen welke maatregelen noodzakelijk zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Als een hogere waarde wordt vastgesteld betekent dit, dat (een deel van) de maatregelen niet kan worden uitgevoerd. Deze beslissing om maatregelen niet uit te voeren moet gemotiveerd worden.

De motivering moet minimaal aan een tweetal beoordelingscriteria uit de Wet geluidhinder voldoen. Deze criteria worden toegelicht in § 1.2.6.

De Wet geluidhinder geeft keuzevrijheid aan de vaststeller - de gemeente - van hogere waarden.

In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de bevoegdheden van Burgemeester & Wethouders om een hogere waarde vast te stellen, de procedurewijziging en de registratie van vastgestelde hogere waarden.

Vervolgens wordt ingegaan op de onderzoeksplicht en de motiveringsplicht. In §1.3 wordt ingegaan op juridische mogelijkheden bij (te) hoog geluidbelaste gebieden. In deze gebieden wordt de ten hoogste vast te stellen geluidbelasting overschreden. In paragraaf § 1.2.5 en § 1.2.6 wordt ingegaan op de invulling van de onderzoeks- en motiveringsplicht horend bij het beoordelen en vaststellen van hogere waarden.

1.2.1 Bevoegd gezag

Het college van Burgemeester & Wethouders is in de meeste gevallen bevoegd om hogere waarden vast te stellen. In een aantal gevallen zal de bevoegdheid hiervoor echter bij Gedeputeerde Staten der Provincie blijven. In de onderstaande tabel is aangegeven in welke gevallen welk orgaan bevoegd gezag is.

Ontwikkeling

Omschrijving geluidbron

Bevoegd gezag

Aanleg nieuwe of wijziging bestaande (spoor)weg of industrieterrein

Rijksweg

GS

 

Hoofdspoorweg

GS

 

Provinciale weg

GS

 

Industrieterrein van regionaal belang 3)

GS

Aanleg nieuwe of wijziging bestaande (spoor)weg of industrieterrein

Gemeentelijke weg

B&W

 

Gemeentelijke spoorweg (o.a. sneltram)

B&W

 

Industrieterrein

B&W

Woningbouw in de zone

Rijksweg, provinciale of gemeentelijke weg

B&W

 

(Hoofd)spoorweg

B&W

 

Industrieterrein (ook van regionaal belang)

B&W

Als de aanleg van een nieuwe of de wijziging van een bestaande gemeentelijk (spoor)weg of industrieterrein gevolgen heeft voor woningen gelegen in de naburige gemeente, is de gemeente waarin de ontwikkeling plaatsvindt bevoegd om een hogere waarde vast te stellen. Dit dient echter in goed overleg te gebeuren met de gemeente waarin de woningen zijn gelegen.

In principe is het op basis van de Wet geluidhinder slechts mogelijk om éénmaal een hogere waarde vast te stellen voor industrielawaai. Voor weg- en railverkeerslawaai geldt dat bij reconstructies (in de zin van de Wet geluidhinder) aan de weg of het spoor bij iedere situatie moet worden beoordeeld wat de grenswaarde is waaraan wordt getoetst.

De grenswaarde is de laagste waarde van de in het verleden vastgestelde hogere waarde of het heersende geluidsniveau zoals berekend 1 jaar vóór de reconstructie (van een weg of spoorweg).

Vervolgens geldt deze grenswaarde bij de beoordeling of maatregelen doeltreffend zijn of op ernstige bezwaren stuiten. Aan de hand van de beoordeling op grond van het beleid kan een hogere waarde worden vastgesteld.

1.2.2 Procedurele wijzigingen

Bij de wijziging van de Wet geluidhinder is de procedure voor het vaststellen van hogere waarden gewijzigd.

Het vaststellen van hogere waarde is gekoppeld aan een bestemmingsplan- of vrijstellingsprocedure, bijvoorbeeld het herzien, wijzigingen of opstellen van een bestemmingsplan of het verlenen van een buitenplanse vrijstelling (als zijnde een artikel 19 Wro procedure). In de onderstaande figuur is schematisch weergegeven op welke punten beide procedures zijn gekoppeld.

Plaatje 2 Beleidsregel hogere waarden

1. Voorbereiding (voor)ontwerp-bestemmingsplan of artikel 19-procedure én hogere waarde-besluit door akoestisch onderzoek naar geluidbelasting én toetsing aan het beleid.

2. Ter inzage legging (voor)ontwerp-bestemmingsplan of artikel 19-procedure én hogere waardebesluit overeenkomstig afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.

3. Vaststelling (voor)ontwerp-bestemmingsplan of artikel 19-procedure én hogere waarde-besluit.

4. Voorbereiding definitief-bestemmingsplan, indien deze afwijkt van het (voor)ontwerpbestemmingsplan dient het vastgestelde hogere waarde-besluit in acht te worden genomen. Als de afwijking tussen het ontwerp- en het definitieve bestemmingsplan van invloed is op de hogere waarden dient de Raad haar besluit omtrent het bestemmingsplan aan te houden totdat B&W een nieuw hogere waarde-besluit hebben genomen.

Als in een ontwerp-bestemmingsplan gebieden worden gereserveerd voor woningbouw maar de precieze locatie van de woonblokken nog niet bekend is, wordt een hogere waarde-besluit genomen over de ligging

van (meerdere) geluidbelastingscontour(en) én maximaal aantal geluidgevoelige bestemmingen. Bij de definitieve uitwerking van het bouwplan maar vóór de verlening van de bouwvergunning moeten de hogere waarden per kavel worden geregistreerd bij het kadaster. Daarbij moeten de hogere waarde per woning overeenkomen met de uitgangspunten van het hogere waarde-besluit. Tevens is het van belang dat dit gebeurt voor verlening van de bouwvergunning omdat, overeenkomstig het Bouwbesluit, duidelijk moet zijn dat gevelwering voldoende is om een bepaald binnenniveau te bereiken.

Tevens heeft Burgemeester & Wethouders de plicht om bij de voorbereiding van de vaststelling of herziening van het bestemmingsplan een akoestisch onderzoek in te stellen naar de geluidsbelasting op de gevel van geluidgevoelige bestemmingen gelegen in zones. Dit volgt uit artikel 77 van de Wet geluidhinder. Dit heeft niet tot doel om voor alle geluidsgevoelige bestemmingen een hogere waarde vast te stellen maar om inzicht te verschaffen in de verhouding tussen een ‘goede ruimtelijke ordening’ en de geluidkwaliteit in een (woon)gebied. Dit laatste volgt uit artikel 76, lid 3; daarin is opgenomen dat Burgemeester & Wethouders bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan de hogere waarden in acht moet nemen met uitzondering van reeds bestaande situaties.

De gemeente Wijchen hanteert een interne procedure voor het afhandelen van een hogere waarde.

1.2.3 Gewenste RO-procedure

In voorgaande paragraaf is beschreven hoe het vaststellen van hogere waarde is gekoppeld aan de bestemmingsplanprocedure. Hoe de bestemmingsplan- of vrijstellingsprocedure samenhangt met de initiële planvorming, het akoestisch onderzoek, de onderzoeksplicht en de motivatieplicht is weergegeven in onderstaande figuur.

Plaatje 3 Beleidsregel hogere waarden

Het is van cruciaal belang dat de gemeente in een beginfase van de planvorming betrokken is. Daarbij moet het helder zijn in welke gevallen de gemeente plannen doorgang laat vinden of afwijst.Toelichting op de onderzoeksplicht en motivatieplicht worden gegeven in respectievelijk §1.2.5 en §1.2.6.

1.2.4 Registratie hogere waarden

Met de wetswijziging is besloten om de hogere waarden te registreren bij het Kadaster.

Indien er gedetailleerde plannen bekend zijn met straatnaam en huisnummer waarvoor een hogere waarde is vastgesteld dan dient deze hogere waarde zo snel als mogelijk ingeschreven te worden bij het Kadaster.

Bij de vaststelling van een globaal bestemmingsplan zijn de straatnamen en de huisnummers vaak nog niet bekend en zullen de hogere waarden zijn vastgesteld op bepaalde locaties in het plangebied. In dat geval is het nog niet mogelijk om ze te laten inschrijven bij het Kadaster. Inschrijving is in een dergelijk geval pas mogelijk als de bouwvergunning is verleend.

In de praktijk kan er veel tijd verlopen zijn tussen het vaststellen van hogere waarden en het registreren van hogere waarden. De gemeente Wijchen hanteert een interne procedure voor het afhandelen van een hogere waarde.

Op het moment van het schrijven van deze deelnota is nog niet duidelijk op welke wijze het Kadaster vormt geeft aan deze taak.

1.2.5 Onderzoeksplicht

De onderzoeksplicht houdt in dat de gemeente ervoor verantwoordelijk is dat alternatieven zijn onderzocht om aan de voorkeursgrenswaarde te kunnen voldoen. Alternatieven zijn bijvoorbeeld: verlaging van de maximum snelheid, het toepassen van een ‘stil’ wegdek of het plaatsen van schermen.

In de Wet geluidhinder is er een voorkeursvolgorde voor het type maatregelen, namelijk:

  • 1.

    bronmaatregelen;

  • 2.

    maatregelen die de overdracht van geluid beperken;

  • 3.

    maatregelen bij de ontvanger.

In de Wet geluidhinderis vastgelegd dat er altijd onderzocht moet worden door middel van welke maatregelen de voorkeursgrenswaarde kan worden bereikt. Daarbij gaat het om maatregelen aan de bron of in de sfeer van de overdracht van geluid.

Aan de hand van akoestische onderzoeken kan de geluidbelasting ter plaatse van ontwikkelingen snel worden onderzocht.

Algemeen

Met een goede ruimtelijke ordening kan een goede geluidkwaliteit worden bereikt. Dit wil zeggen dat indien voldoende rekening wordt gehouden met de overdracht tussen geluidbron en ontvanger, geluidknelpunten kunnen worden voorkomen. Aangezien ruimte schaars is en we ook te maken hebben met bestaande situaties, kan de oplossing niet altijd in de ruimtelijke ordening worden gevonden.

Bij het nemen van maatregelen ter beperking van de geluidhinder legt de Wet geluidhinder prioriteit bij maatregelen aan de bron, zoals toepassing van stille wegdekken. Als daarmee onvoldoende effect wordt bereikt, komen maatregelen in de overdrachtssfeer (wallen of schermen) in aanmerking. Als laatste worden maatregelen bij de ontvanger (bijvoorbeeld gevelisolatie) overwogen. In dat laatste geval moet er een hogere waarde procedure gevoerd worden. De achtergrondgedachte van deze volgorde is een zo klein mogelijk gebied aan een hoog geluidniveau bloot te stellen. De aandacht voor dit leidende principe is een wezenlijk element van de Wet geluidhinder.

De geluidemissie van auto’s en treinen is een zaak die niet of slechts zeer beperkt door een gemeente kan worden beïnvloed; hiervoor is het rijk verantwoordelijk. Het rijk bepaalt de eisen voor de typekeuring en is daarin op zijn beurt weer afhankelijk van de afspraken op Europees niveau. Er zijn echter zes zaken die ook tot maatregelen aan de geluidbron behoren en waarop een gemeente invloed heeft 4). Dat zijn:

  • de tracékeuze (bijv. een rondweg);

  • de verkeersintensiteit (bijv. meer nadruk op fietsen, wandelen en OV) en verkeerscirculatieplannen;

  • de maximumsnelheid;

  • de samenstelling van het verkeer (het percentage vrachtwagens bepaalt mede de geluidproductie);

  • de uitvoering van het wegdek;

  • een milieuzonering instellen (bijv. beperken zwaar vrachtverkeer in een zone).

Nadat eenmaal de optimale afwikkeling van het verkeer is bepaald, blijft als laatste variabele de uitvoering van het wegdek over.

Met een uitgekiende samenstelling van het wegdek - denk bijvoorbeeld aan stille dunne deklagen - kan een wezenlijke reductie worden bereikt. De technische ontwikkelingen op dit gebied laten een positief beeld zien.

Sommige van de beschreven maatregelen hebben naast een effect op de geluidproductie ook een effect op de luchtkwaliteit.

Maatregelen in de overdracht (schermen of wallen) hebben als voordeel dat de buitenruimte van woningen in de omgeving van de weg zoveel mogelijk wordt ontzien. Een evident probleem van deze voorzieningen is de inpasbaarheid; vooral in een stedelijke omgeving waar de ruimte beperkt is, is het vaak niet mogelijk een scherm in te passen.

Ook indien wel ruimte is voor afscherming, kan een scherm of een wal een visuele blokkade opwerpen.

Een visueel aantrekkelijk ontwerp met een goede inpasbaarheid in de omgeving kan deze blokkade wegnemen. In sommige gevallen kan een verdiepte ligging van de weg uitkomst bieden.

Plaatje 4 Beleidsregel hogere waarden

Maatregelen bij de ontvanger - gevelisolatie - zorgen ervoor dat in ieder geval in de woning een goed woonklimaat is gewaarborgd. Speciale geluidisolerende beglazing is het meest toegepaste middel om de gevelisolatie te verbeteren. Uitgangspunt voor voldoende geluidwering is de veronderstelling dat de ramen gesloten worden gehouden. Ventilatie wordt bereikt met suskasten (geluidwerende ventilatievoorzieningen) nabij de ramen. Wil de bewoner een raam openzetten, dan heeft dit uiteraard tot gevolg dat geluid de woning binnendringt. Dit is een minpunt van een dergelijke oplossing. In de naast geplaatste figuur is het principe nog eens aangegeven.

Zoals gezegd, stamt het voorgaande principe rechtstreeks uit de Wet geluidhinder en is dus niet nieuw. In de dagelijkse praktijk werd de nadruk echter al te zeer gelegd op de maatregelen bij de ontvanger, zonder dat goed onderzocht werd of bronmaatregelen of overdrachtsmaatregelen mogelijk waren.

1.2.6 Motiveringsplicht

De gemeente dient, nadat de alternatieven zijn onderzocht om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen, te motiveren waarom er een noodzaak is om toch een hogere waarde vast te stellen.

In de Wet geluidhinder is een tweetal criteria opgenomen. Deze criteria vormen een beoordelingskader voor mogelijk te treffen maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren: de maatregelen zijn onvoldoende doeltreffend of stuiten op overwegende bezwaren van onder andere financiële aard.

Deze criteria kunnen op verschillende wijze worden ingevuld; een aantal criteria zijn in overeenstemming met criteria zoals gehanteerd door andere gemeenten in de regio.

Algemeen

In de Wet geluidhinder zijn criteria opgenomen voor het vaststellen van een hogere waarde 5). Het vaststellen van een hogere waarde kan alleen als:

  • 1.

    (bron- of overdrachts)maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn,

  • 2.

    maatregelen ernstige bezwaren hebben van:

  • stedenbouwkundige;

  • verkeerskundige;

  • vervoerskundige;

  • landschappelijke;

  • of financiële aard.

Tevens dient, indien een geluidgevoelige bestemming gelegen is in meerdere zones van (verschillende) geluidbronnen, de gecumuleerde geluidbelasting naar oordeel van Burgemeester & Wethouders niet te leiden tot een onaanvaardbare geluidbelasting. 6)

Indien een hogere waarde wordt vastgesteld geldt er een eis met betrekking tot geluidbelasting binnen de woning. De gevelwering dient zodanig te zijn dat het geluidniveau binnen niet meer bedraagt dan 33 dB (Lden) voor weg- en railverkeerslawaai en 35 dB(A) (Letm) voor industrielawaai.

1.3 (te) Hoog geluidsbelaste gebieden

Soms bestaat er behoefte om woningen te bouwen in een gebied met een hoge geluidsbelasting, hoger dan de maximum toelaatbare Hogere Waarde. Dit doet zich vooral voor in het centrum van steden, waar soms in een klein gebied verdichting plaatsvindt. De maximaal toelaatbare hogere waarde wordt, ondanks alle inspanningen, overschreden. Voor zo’n situatie bestaan twee oplossingen, namelijk het toepassen van dove gevels en Stad en Milieubenadering.

1.3.1 Dove gevels

Een dove gevel of een voorzetgevel (waaronder vliesgevels bij flats) kan hier een oplossing bieden. Dit maakt het mogelijk om, binnen het wettelijke systeem, woningen te bouwen in een hoog geluidbelast gebied. Voorwaarde is uiteraard dat het gemeentebestuur dit uit het oogpunt van leefbaarheid aanvaardbaar en gewenst acht. Hogere waarden hoeven niet te worden aangevraagd.

De definitie van een dove gevel is:

‘een bouwkundige constructie met bij uitzondering te openen delen, als die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, met een zekere geluidwering’.

1.3.2 Stad en milieubenadering

Stad & Milieu staat voor een integrale benadering van milieu en ruimtelijke ordening in de ruimtelijke planvorming. Met drie stappen: bronbeleid, maatwerk binnen de wet én afwijking van wet- en regelgeving.

Stap 1 gaat om het principe ‘bron – overdracht – ontvanger’. Dit principe is al in paragraaf 1.2.2 (p. 7) behandeld.

Stap 2 is de fase waarin de wettelijke mogelijkheden worden bezien. Belangrijk is de terugkoppeling onderlangs via de afweging tussen winst in dB’s en de kosten.

Stap 3 kan aan de orde komen wanneer ondanks alle inspanning de wettelijke maxima worden overschreden en men toch wil bouwen. Compensatie van de hoge geluidsbelasting speelt dan een belangrijke rol. Bij het zetten van deze derde stap zal de GGD moeten worden betrokken met betrekking tot de effecten voor de volksgezondheid.

Hoogstwaarschijnlijk zal een stap 3 procedure binnen de gemeente Wijchen in de toekomst niet noodzakelijk zijn. Er is dan ook geen reden om de stad&milieubenadering in Wijchen toe te passen.

2 HOGERE WAARDEN BELEID GEMEENTE WIJCHEN

2.1 Kern van het Hogere waarde beleid

Voor het vaststellen van hogere waarden gaat de gemeente Wijchen uit van behoud van het heersende geluidniveau (conserverende werking). De gemeente is daarbij terughoudend in het verlenen van een Hogere waarde.

Bij nieuwe situaties, bijvoorbeeld grotere uitleglocaties of herontwikkelingslocaties, kan in een vroeg stadium rekening gehouden worden met geluid, bijvoorbeeld door creatieve ruimtelijke inpassing van bijvoorbeeld afschermende bebouwing. Bij deze locaties is ook niet altijd sprake van een reeds bekend heersend geluidsniveau. Voor bestaande situaties is handhaving van het heersende geluidniveau gewenst.

In het beleid worden een aantal aspecten beschouwd bij de afweging om te komen tot een hogere waarde.

Deze afweging vormt de basis van de motivatie voor de noodzaak van een hogere waarde.

Deze aspecten zijn:

  • 1.

    het heersende geluidniveau;

  • 2.

    het toetsingskader om af te wijken van het heersende geluidniveau;

  • 3.

    cumulatie en compensatie.

In de onderstaande paragrafen wordt ingegaan op de verschillende aspecten van de afweging.

2.2 Heersende geluidsniveau

De gemeente wil bij de vaststelling van de hogere waarden aansluiten bij het heersende geluidniveau (of referentieniveau) in het desbetreffende gebied. Het heersende geluidniveau wordt bepaald door de activiteiten in een gebied. Dit geldt echter alleen als er sprake is van kleinere woningbouwprojecten, bijvoorbeeld inbreidingslocaties of vervangende nieuwbouw.

Bij de grotere uitleglocaties, bijvoorbeeld de aanleg van een woonwijk is er nog geen sprake van een heersend geluidniveau en moet gestreefd worden naar de voorkeursgrenswaarde bij woningen.

Bij het verlenen van een hogere waarde dienen maatregelen te worden getroffen aan de woning om te kunnen voldoen aan een binnenniveau van 33 dB Lden voor weg- en railverkeerslawaai en 35 dB(A) etmaalwaarde voor industrielawaai.

2.3 Toetsingskader om af te wijken van het heersende geluidsniveau

De gemeente Wijchen hanteert een toetsingskader dat aansluit bij het voorkeursprincipe voor geluidreducerende maatregelen uit de Wet geluidhinder, namelijk: bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en maatregelen bij de ontvanger. Dit principe is vermeld in § 1.2.5.

2.4 Cumulatie

Burgemeester & Wethouders zijn verplicht om te oordelen over de gecumuleerde geluidbelasting, indien een woning is gelegen in de zone van meerdere geluidbronnen, alvorens een hogere waarde vast te stellen. Bij cumulatie wordt het gecumuleerde geluidniveau berekend volgens het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006, bijlage 1, hoofdstuk 2 [5].

De gemeente wil zich in dat oordeel niet alleen op de hoogte van de cumulatieve geluidbelasting baseren maar ook op compenserende factoren. De kwaliteit van de leefomgeving of de leefbaarheid van een gebied wordt niet alleen bepaald door de geluidbelasting maar ook door onder andere compenserende factoren. Zie § 2.5.

Bij deze beoordeling wordt een gecumuleerde geluidbelasting geaccepteerd van de ten hoogste te verlenen hogere waarde +3 dB. In de praktijk houdt dit in dat één woning van slechts twee geluidbronnen een maximale geluidbelasting mag ondervinden. Hierbij moet tevens in ogenschouw worden genomen of slechts één gevel is belast of meerdere gevels van dezelfde woning.

2.5 Compensatie

Mogelijke compenserende maatregelen kunnen worden getroffen op twee fronten, namelijk:

  • 1.

    akoestische compensatie;

  • 2.

    niet-akoestische compensatie.

Compenserende factoren kunnen de hinder doen afnemen, immers niet alleen decibellen op de gevel bepalen of iemand geluidhinder ondervindt.

Plaatje 5 Beleidsregel hogere waarden

Het nadeel van een hoge geluidbelasting kan worden gecompenseerd door factoren die ook in de akoestische sfeer liggen. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende zaken:

  • -

    Een geluidluwe gevel;

  • -

    Een 'privé-gebied' (een tuin of balkon) aan de rustige kant van het huis;

  • -

    Aangepaste indeling van de woning;

  • -

    Gemeenschappelijke binnentuin

Naast de akoestische compensatie zijn er ook niet-akoestische compenserende factoren die als positief element kunnen worden gezien in een omgeving. Het gaat dan bijvoorbeeld om:

  • Veel groen;

  • Aanwezigheid van een park;

  • Een goed openbaar vervoer;

  • Een kinderspeelplaatsje.

2.6 Handhaving

Indien de hogere waarde is vastgesteld geldt er een eis met betrekking tot het binnenniveau in de woning.

Middels (extra) gevelisolatie van de woning wordt dit gegarandeerd. In het traject van de bouwvergunning dient een onderzoek naar de gevelwering te worden uitgevoerd als er een overschrijding is van de voorkeursgrenswaarde.

Handhaven op de eis aan het binnenniveau gebeurt op twee niveaus, namelijk:

  • 1.

    Controle op het aanbrengen van de maatregelen;

  • 2.

    Steekproefsgewijze controlemeting bij een vereiste gevelwering van >30 dB.

Controle op maatregelen

In het onderzoek naar de gevelwering, als onderdeel van de bouwvergunningaanvraag, zijn maatregelvoorstellen opgenomen die het binnenniveau van 33 dB voor weg- en railverkeerslawaai en 35 dB(A) voor industrielawaai garanderen. De maatregelen kunnen onder andere zijn:

  • geluidisolerend glas;

  • suskasten;

  • kier- en naaddichting.

De controle op de uitvoering van deze maatregelen is onderdeel van de eindcontrole na oplevering van de woning en volgt uit het Bouwbesluit. De bouwinspecteurs zullen, naast de bouwtechnische eisen, moeten kijken of de gevelisolerende maatregelen correct zijn toegepast.

NB. Indien een ‘dove gevel’ is voorgeschreven moet een bouwinspecteur er nadrukkelijk op toezien dat de uitvoering van de gevel overeenkomstig is.

3 UITVOERING VERZOEK HOGERE WAARDE

3.1 Uitgangpunten hogere waarde beleid gemeente Wijchen

Voor het vaststellen van hogere waarden gaat de gemeente Wijchen uit van behoud van het heersende geluidniveau (conserverende werking). De gemeente is daarbij terughoudend in het verlenen van een Hogere waarde. De uitgangspunten voor het Hogere waarde beleid worden toegelicht in hoofdstuk 2.

3.2 Start hogere waarde procedure

Een hogere waarde procedure kan worden gestart indien op basis van akoestisch onderzoek is aangetoond dan de geluidsbelasting niet verlaagd kan worden tot de voorkeurswaarde door:

  • een efficiënte ruimtelijke ordening;

  • Het treffen van bronmaatregelen;

  • Het treffen van overdrachtsmaatregelen;

  • Het vergroten van de afstand tussen bron en ontvanger.

3.3 Begeleidende informatie verzoek Hogere Waarde

In het Besluit geluidhinder, artikel 5.4, is aangegeven uit welke informatie een hogere waarde verzoek ten minste dient te bestaan. Een checklist is bijgevoegd in bijlage 1.

3.4 Aanvullende eisen hogere waarde bestaande bebouwing

Bij bestaande geluidgevoelige bestemmingen geldt de volgende aanvullende eis:

1] Geluidluwe gevel

Bij een geluidbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarden dient de woning ten minste één gevel met een lager (luw) geluidniveau te hebben. Het geluidsniveau op deze luwe gevel is niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te onderscheiden geluidbronnen.

De gemeente Wijchen wil het gebruik van dove gevels zoveel mogelijk beperken. Daar waar bronmaatregelen, maatregelen in de overdracht of geluidisolerende maatregelen niet mogelijk zijn, mag als uiterste maatregel een dove gevel worden toegepast, in combinatie met tenminste één geluidsluwe gevel.

3.5 Aanvullende eisen hoger waarde vervangende nieuwbouw

Voor vervangende nieuwbouw gelden de volgende aanvullende eisen:

  • 1)

    Geluidluwe gevel

  • Bij een geluidbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarden maar lager dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB dient de woning ten minste één gevel met een lager (luw) geluidniveau te hebben. Het geluidniveau op deze luwe gevel is niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen.

  • 2]

    Woningindeling

  • Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB gelden de eisen onder 1], en de volgende aanvullende woningindelingseisen:

    • a]

      Verblijfsruimten moeten zoveel mogelijk aan de geluidsluwe zijde liggen.

    • b]

      Ten minste één slaapkamer moet aan de geluidsluwe zijde liggen.

Indien de vervangende nieuwbouw voldoet aan de voorwaarden in artikel 61 van de Wet Geluidhinder [4] is het niet noodzakelijk de Hogere Waarde procedure te doorlopen.

De gemeente Wijchen wil het gebruik van dove gevels zoveel mogelijk beperken. Daar waar bronmaatregelen, maatregelen in de overdracht of geluidsisolerende maatregelen niet mogelijk zijn, mag als uiterste maatregel een dove gevel worden toegepast, in combinatie met tenminste één geluidsluwe gevel.

3.6 Aanvullende eisen hogere waarde nieuwbouw

Voor nieuwbouw gelden de volgende aanvullende eisen:

  • 1]

    Geluidluwe gevel

  • Bij een geluidbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarden maar lager dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB dient de woning ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau te hebben. Het geluidsniveau op deze luwe gevel is niet hoger dan de voorkeursgrenswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen.

  • 2]

    Woningindeling

  • Bij een geluidsbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde + 5dB gelden de eisen onder 1], en de volgende aanvullende woningindelingseisen:

  • a]

    Verblijfsruimten moeten zoveel mogelijk aan de geluidsluwe zijde liggen.

  • b]

    Ten minste één slaapkamer moet aan de geluidsluwe zijde liggen.

  • 3]

    Buitenruimte

  • Indien de woning beschikt over een buitenruimte, dan dient deze gelegen te zijn aan de geluidluwe zijde.

  • Het geluidniveau in de buitenruimte mag niet meer dan 5 dB hoger zijn dan bij de geluidsluwe gevel. Deze eis geldt voor maximaal één buitenruimte per woning.

De gemeente Wijchen wil het gebruik van dove gevels zoveel mogelijk beperken. Daar waar bronmaatregelen, maatregelen in de overdracht of geluidisolerende maatregelen niet mogelijk zijn, mag als uiterste maatregel een dove gevel worden toegepast, in combinatie met tenminste één geluidluwe gevel.

3.7 Beoordeling cumulatie

Conform § 2.4.

4 BEGRIPOMSCHRIJVING

In aanvulling op artikel 1 van de Wet geluidhinder [4] en artikel 1.1 van het Besluit geluidhinder [5] wordt in deze nota verstaan onder:

Bronmaatregel: Een maatregel aan de bron die een geluidreductie oplevert.

Cumulatie: Het optreden van geluid van meerdere bronnen.

(Geluid)bron: Een gezoneerde weg, spoorweg of industrieterrein.

Geluidluwe zijde: De zijde van een gebouw met de laagste geluidbelasting. Deze geluidbelasting mag per bron niet hoger zijn dan de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting.

HW: Afkorting voor Hogere Waarde.

HW procedure: De procedure die kan leiden tot een HW besluit.

HW besluit: De door Burgemeester en Wethouders vastgestelde Hogere Waarde.

Indelingseis: Aanvullende eisen aan de indeling van een woning en de situering van de tot de woning behorende buitenruimte(n) voor zover bestemd is/zijn als verblijfsruimte(n).

Ontvanger: De positie (in plaats en hoogte) waarvoor de geluidbelasting wordt bepaald of beoordeeld.

Voorkeurwaarde: De ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege een gezoneerde weg, spoorweg of industrieterrein zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder.

Verblijfsruimte: ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte waarin de voor een

gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten plaatsvinden.

Buitenruimte: een buitenruimte is een niet-besloten ruimte voor het in de buitenlucht verrichten van voor het wonen kenmerkende activiteiten.

5 LITERATUUR

[1] Geluidbeleid Wijchen, in voorbereiding door DHV

[3] Basisdocument hogere waarde Wet geluidhinder, gemeente Nijmegen, 10 april 2007

[4] Wet geluidhinder, stb 2006, 661.

[5] Besluit Geluidhinder, stb 2006, 532.

[5] Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006, Staatscourant 249, p. 84

BIJLAGE 1 Checklist verzoek Hogere Waarde

In het Besluit geluidhinder, artikel 5.4, is aangegeven uit welke informatie een hogere waarde verzoek ten

minste dient te bestaan, namelijk:

  • 1.

    de verzochte hogere waarde,

  • 2.

    de redenen die aan het verzoek ten grondslag liggen,

  • 3.

    de resultaten van het akoestisch onderzoek,

  • 4.

    een verklaring dat maatregelen zullen worden getroffen om aan de grenswaarde voor het geluidsniveau binnen de geluidsgevoelige bestemming te voldoen,

  • 5.

    een kaart met bijbehorende verklaring met daarop aangegeven de geluidzone (huidig én gewijzigd) en de ligging van de geluidsgevoelige bestemmingen,

  • 6.

    het bevoegd gezag kan van de verzoeker nadere toelichting, tekeningen en kaarten verlangen, indien hij deze noodzakelijk acht voor de beoordeling van het verzoek.

Indien de geluidsgevoelige bestemming gelegen is in meerdere zones van (verschillende) geluidbronnen is inzicht noodzakelijk in de cumulatieve geluidbelasting, zoals berekend overeenkomstig de rekenmethode zoals opgenomen in Bijlage I van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006.

Voetnoten

1)

Bedrijf overeenkomstig artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer

2)

Er wordt gesproken van woningen, uiteraard geldt dit tevens voor andere geluidsgevoelige bestemmingen.

3)

Een industrieterrein van regionaal belang is als zodanig aangewezen in de provinciale milieuverordening DHV B.V.

4)

Het gaat daarbij om de gemeentelijke wegen. Ten aanzien van provinciale en rijkswegen is de invloed van de gemeente beperkter.

5)

De criteria zijn opgenomen in artikel 110a, lid 5 van de Wet geluidhinder

6)

Dit volgt uit artikel 110a, zesde lid van de Wet geluidhinder. In bijlage I, hoofdstuk 2, van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is de rekenmethode cumulatieve geluidbelasting opgenomen.