Beleidsregels nummering en naamgeving openbare ruimte Medemblik

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-08-2025

Intitulé

Beleidsregels nummering en naamgeving openbare ruimte Medemblik

Het college van de gemeente Medemblik;

gelet op:

  • artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

  • artikel 84 van de Gemeentewet;

  • artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen;

  • artikel 5 Verordening straatnamen en huisnummers Medemblik 2025;

besluit vast te stellen:

BELEIDSREGELS NUMMERING EN NAAMGEVING OPENBARE RUIMTE MEDEMBLIK

Hoofdstuk 1 Naamgeving woonplaatsen, openbare ruimten en gebouwen

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    de Commissie: de Commissie Naamgeving Openbare Ruimte die ingevolge het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet het college adviseert over de naamgeving van de openbare ruimte van de gemeente Medemblik.

Artikel 2 Commissie Naamgeving Openbare Ruimte

  • 1. Het college stelt bij besluit een Commissie Naamgeving Openbare Ruimte in.

  • 2. Het college stelt een reglement vast waarin in ieder geval de taken, de samenstelling en de werkwijze van de Commissie Naamgeving Openbare Ruimte worden beschreven.

Artikel 3 Vaste regels naamgeving

Topografische gebiedsnamen en andere topografische elementen komen voor vernoeming in aanmerking indien zij:

  • a.

    voorkomen op oude topografische kaarten van het grondgebied, en

  • b.

    voortleven in de (lokale) spreektaal en daarin de beschrijving van een topografisch element inhouden.

Artikel 4 Algehele uitgangspunten naamgeving

Bij naamgeving gelden de volgende algehele uitgangspunten:

  • 1.

    naamgeving vindt zoveel mogelijk plaats op basis van samenhangende thema’s. Bij naamgeving van nieuwe complexen van openbare ruimten wordt dan ook eerst een nieuw thema gekozen;

  • 2.

    er moet worden voorkomen dat verwarring ontstaat tussen straatnamen. In het taalgebruik en de uitspraak moet een duidelijk onderscheid zijn tussen de verschillende namen;

  • 3.

    een straatnaam dient goed en makkelijk uit te spreken te zijn;

  • 4.

    een naam moet niet te moeilijk te spellen zijn;

  • 5.

    een straatnaam mag niet eenvoudig zijn te verbasteren, niet dubbelzinnig zijn en geen ongewenste associaties oproepen;

  • 6.

    de straatnaam moet passen bij de (uitstraling van de) openbare ruimte die moet worden vernoemd. Het achtervoegsel “laan” kan bijvoorbeeld alleen achter een straatnaam worden gevoegd indien daadwerkelijk sprake is van een lange brede weg die voorzien is van groen (bomen). Er moet zoveel mogelijk sprake zijn van een visuele relatie tussen de straatnaam en de betreffende openbare ruimte als het gaat om het achtervoegsel straat, laan etc.;

Artikel 5 Schrijfwijzen

  • 1. Er worden geen afkortingen toegepast in de aanduiding van de openbare ruimte (dus straat in plaats van str., laan in plaats van ln. enz.).

  • 2. Wetenschappelijke titulatuur wordt niet in de aanduiding van de openbare ruimte opgenomen, maar zoveel mogelijk als onderschrift op het naambord toegevoegd. Indien toevoeging in de aanduiding noodzakelijk is, dan wordt dit afgekort (Prof., Dr., Mr., Drs., St, MSc, enz.).

  • 3. Adellijke titels worden volledig uitgeschreven (Prinses, Prins, Graaf, enz.).

  • 4. Kerkelijke titels worden voluit uitgeschreven, tenzij de spelling niet eenduidig is (bijvoorbeeld bij de naamgeving wordt de afkorting ‘Mgr’ gebruikt).

  • 5. Achter elke afkorting - voor zover niet de eerdere leden genoemd - wordt een punt gezet.

  • 6. Achter elke punt wordt een spatie gezet, behalve bij afkortingen van voornamen. Daar wordt alleen na de laatste punt (letter) een spatie gebruikt.

Artikel 6 Spelling

  • 1. De schrijfwijze wordt gehanteerd volgens de op het moment van naamgeving geldende spellingsregels.

  • 2. Er worden geen wijzigingen in schrijfwijzen toegepast als de spellingsregels op een bepaald moment wijzigen.

  • 3. Er wordt geen Oudnederlandse spelling toegepast (dus geen –sch, maar “s”).

Artikel 7 Namen

  • 1. De spelling van eigennamen gebeurt overeenkomstig de dan geldende registratie bij de Basisregistratie Personen.

  • 2. Bij topografische namen wordt de geldende spelling gehanteerd vanuit het oogpunt van duidelijkheid en ter voorkoming van spelfouten.

Artikel 8 Tussenvoegsels

  • 1. Tussenvoegsels worden niet afgekort (van, van de, van der, enz.).

  • 2. Tussenvoegsels worden geschreven met een hoofdletter als er geen naam of letter aan voorafgaat.

  • 3. Tussenvoegsels worden geschreven met een kleine letter als er een naam of letter aan voorafgaat, tenzij volgens de registers van de burgerlijke stand het voorvoegsel met een hoofdletter wordt geschreven.

Artikel 9 Uitgangspunten en beleidsregels

Bij de advisering toetst de Commissie aan de volgende uitgangspunten en beleidsregels:

  • 1.

    De naamgeving vindt plaats op basis van samenhangende naamcategorieën (Thema). Bij de naamgeving van openbare ruimten wordt daarom eerst het thema gekozen.

  • 2.

    Het door de Commissie gekozen thema wordt voorgesteld aan het college. Het thema wordt daarna door het college vastgesteld.

  • 3.

    Een naam mag niet te lang zijn, maximaal 24 tekens. Voor openbare ruimtenamen langer dan 24 karakters gelden afkortingsregels. Deze regels zijn vastgelegd in de NEN 5825-norm.

  • 4.

    Individuele nieuwe namen lijken in schrijfwijze of klank bij het uitspreken niet te veel op reeds in de gemeente aanwezige namen van openbare ruimten.

  • 5.

    De namen zijn goed uitspreekbaar en makkelijk te spellen. Het gebruik van cijfers in de naam en vooral aan het einde van de naam wordt zoveel mogelijk vermeden.

  • 6.

    Het wijzigen van een reeds bestaande naam in de openbare ruimte wordt zo veel mogelijk vermeden.

  • 7.

    Specifieke suggesties (bedoeld voor een specifieke openbare ruimte) worden slechts door de Commissie in behandeling genomen indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      Voor de betreffende wijk of buurt heeft het college nog geen thematiek vastgesteld of de suggestie past binnen de vastgestelde thematiek;

    • b.

      Voor de betreffende openbare ruimte heeft de Commissie in een vergadering nog geen advies geformuleerd;

    • c.

      De suggestie heeft geen betrekking op een openbare ruimte die al eerder is benoemd, tenzij sprake is van zeer zwaarwegende redenen die zijn vastgelegd in een besluit van het college.

Artikel 10 Bijzondere uitgangspunten bij de vernoeming naar personen

Bij vernoeming naar personen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    bij vernoeming naar personen wordt zo veel mogelijk gestreefd naar een afspiegeling van de diversiteit in de samenleving;

  • 2.

    de te vernoemen persoon moet van onbesproken gedrag en onomstreden zijn;

  • 3.

    de te vernoemen persoon moet ten minste tien (10) jaar overleden zijn. Dit geldt niet voor een lid van het Koninklijk Huis;

  • 4.

    de bijdrage van de te vernoemen persoon aan de ontwikkeling van de gemeente Medemblik of de gemeenschap als geheel, door de samenleving als bijzonder wordt erkend, hetgeen onder andere kan blijken uit archiefstukken en geschiedenisboeken;

  • 5.

    bij het vernoemen van straten naar plaatselijk bekende personen dient terughoudendheid in acht genomen te worden. Ten behoeve van de plaatselijke geschiedenis kan de naam van een lokaal bekend persoon levend worden gehouden door toekenning van een straatnaam. Gebleken moet zijn dat de verdienste van een te vernoemen persoon van blijvende betekenis is. De bijdrage aan de ontwikkeling van de gemeente Medemblik of de gemeenschap moet gedocumenteerd zijn. De levensloop van een te vernoemen persoon dient zorgvuldig te worden nagegaan. Het moet vaststaan dat hij of zij geen belast verleden heeft;

  • 6.

    indien mogelijk dient instemming te worden gevraagd van de naaste familie van de te vernoemen persoon;

  • 7.

    de uitstraling van hetgeen wordt vernoemd moet zoveel mogelijk passen bij de maatschappelijke bijdrage of invloed van een te vernoemen persoon.

Artikel 11 Procedure

  • 1. Het college legt elk voornemen tot een te kiezen thema voor een complex van openbare ruimten voor aan de Commissie naamgeving openbare ruimte. Het college neemt met inachtneming van het uitgebrachte advies een definitief besluit omtrent het thema. In bijzondere gevallen kan het college gemotiveerd afwijken van het uitgebrachte advies.

  • 2. Het college legt elk voornemen tot naamgeving voor aan de Commissie naamgeving openbare ruimte. Elk voorstel voor een nieuw te benoemen straat wordt voorzien van een duidelijke situatietekening waarop de begrenzing is aangegeven. Het college neemt met inachtneming van het uitgebrachte advies een definitief besluit omtrent de naamgeving. In bijzondere gevallen kan het college gemotiveerd afwijken van het uitgebrachte advies.

Hoofdstuk 2 Nummering

Artikel 12 Toekenning van nummeraanduidingen

  • 1. Met toepassing van artikel 5 van de Verordening straatnamen en huisnummers Medemblik 2025 worden nummers vastgesteld, toegekend, gewijzigd of ingetrokken;

  • 2. Het toekennen van nummers geschiedt, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, of na eigen waarneming, door middel van besluitvorming in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mits het te adresseren object in aanmerking komt voor een huisnummer.

Artikel 13 Wijze van nummeraanduiding

  • 1. Een nummeraanduiding bestaat uit een huisnummer eventueel gevolgd door een volgletter en een toevoeging:

    • Het huisnummer bestaat uit maximaal 5 cijfers. Uitgesloten worden Romeinse cijfers.

    • De volgletter bestaat uit één letter van het alfabet in hoofdletters. Letters die niet gebruikt worden zijn de I, de J, de O en de Q. Dit in verband met getalsverwarring.

    • De toevoeging bestaat uit een spatie gevolgd door een driecijferige combinatie (000-999).

  • 2. De voorkeur van nummering aan een openbare ruimte is als volgt:

    • Indien mogelijk gewoon doornummeren.

    • Indien het een inbreiding van objecten betreft met minder of gelijk aan 24 adressen, werken met de volgletter A t/m Z óf,

    • Indien dat niet mogelijk is, dan gebruik maken van nummers: huisnummer gevolgd door 001, etc.

Artikel 14 Te verstrekken informatie

  • 1. Indien onvoldoende gegevens bekend zijn voor het toekennen van een nummeraanduiding kunnen de volgende gegevens worden opgevraagd bij de aanvrager:

    • Bouwtekeningen van het object, bij voorkeur plattegronden en tekeningen van gevels op schaal. Op deze plattegrond moeten in elk geval eventuele voorzieningen als keukens, badkamers en toiletten aangegeven zijn. Ook moeten de deuren en ramen zichtbaar zijn in de plattegrond.

    • Situatietekening van het object ten opzichte van de omgeving waaruit in elk geval de ontsluiting van het object/de objecten op de openbare weg zichtbaar is.

  • 2. De aanvrager is gehouden de documenten bedoeld in lid 1 binnen 14 weekdagen te verstrekken. Het niet of niet tijdig verstrekken van documenten zoals in dit artikel bedoeld, heeft tot gevolg dat de aanvraag als niet volledig wordt aangemerkt. De aanvraag wordt in dat geval buiten behandeling gesteld.

Artikel 15 Hernummering

  • 1. Een bestaande nummeraanduiding kan hernummerd worden als gevolg van:

    • wijziging van de verkeerssituatie, waarbij het beloop van een straat wijzigt;

    • verlenen van een vergunning of accorderen van een bouwmelding voor het (ver)bouwen van een pand resp. aanleggen van een ligplaats of standplaats, waardoor hernummering nodig is om te (blijven) voldoen aan een logische nummering;

    • gesignaleerde omstandigheden waarbij de vindbaarheid van adressen (in het algemeen en voor de hulpdiensten en openbare veiligheid in het bijzonder) in het geding komt.

  • 2. Het college kan bij een hernummering het oude adres voor de duur van maximaal 6 maanden uitgeven als nevenadres om bij te dragen aan een soepele overgang van het oude naar het nieuwe adres. Het college is daartoe niet verplicht.

  • 3. Vanaf de datum van hernummering is het toegestaan de oude en nieuwe nummeraanduidingen gedurende 6 maanden naast elkaar te gebruiken.

Artikel 16 Uitgangspunten omgaan met gevolgen wijzigingen

  • 1. Als sprake is van een wijziging van een nummeraanduiding (adres) die geïnitieerd is door de gemeente Medemblik kan een tegemoetkoming in de kosten redelijkerwijs op zijn plaats zijn. De gemeente Medemblik is daartoe niet verplicht.

  • 2. De gemeente Medemblik kan betrokkenen tegemoet komen door:

    • a.

      eenmalig een bedrag van € 150,- toe te kennen aan de hoofdbewoner van een verblijfsobject, ligplaats of standplaats waarvan het adres als gevolg van een ambtshalve genomen besluit is gewijzigd, en

    • b.

      eenmalig een bedrag van € 1.500,- toe te kennen aan een bedrijf dat is ingeschreven op een adres dat als gevolg van een ambtshalve genomen besluit is gewijzigd. Het genoemde bedrag is maximaal; bij meerdere bedrijven op één adres wordt dit bedrag naar rato verdeeld.

  • 3. Inschrijving van betrokkenen op het gewijzigde adres in de gemeentelijke BRP-registratie en het handelsregister (KVK) ten tijde van de adreswijziging is een noodzakelijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming zoals aangegeven.

  • 4. Bij een wijziging van een nummeraanduiding op verzoek van een bewoner of bedrijf wordt geen tegemoetkoming in de kosten door de gemeente Medemblik uitgekeerd.

Artikel 17 Hardheidsclausule

In voorkomende gevallen kan er aanleiding zijn om af te wijken van deze beleidsregels. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de Wet BAG.

Artikel 18 Oude regelingen

De Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) Medemblik worden ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding regeling

  • Deze beleidsregels treden in werking op 1 augustus 2025.

  • Deze beleidsregels worden bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad en op de website van de overheid.

Artikel 20 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels Nummering en Naamgeving Openbare Ruimte Medemblik