Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742266
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742266/1
Verordening straatnamen en huisnummers Schouwen-Duiveland 2025
Geldend van 10-07-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening straatnamen en huisnummers Schouwen-Duiveland 2025De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 april 2025;
gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de artikelen 149 en 156, eerste lid van de Gemeentewet;
besluit :
vast te stellen de Verordening straatnamen en huisnummers Schouwen-Duiveland 2025.
Artikel 1. Definities
1.In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is;
- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland;
- huisnummer: nummeraanduiding als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Wet, met dien verstande dat deze bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie, en ook betrekking kan hebben op een afgebakend terrein;
- naam: een door het college gegeven naam aan een woonplaats of een deel van de openbare ruimte, bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Wet, waaronder een straat of plein;
- naambord: afbeelding met de naam;
- huisnummerbord: afbeelding met het huisnummer;
- rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.
- Wet: Wet basisregistratie adressen en gebouwen.
2. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- adres;
- ligplaats;
- openbare ruimte;
- pand;
- standplaats;
- verblijfsobject;
- woonplaats;
dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.
Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte
1. Het college voert de taken, bedoeld in artikel 6, eerste tot vierde lid, van de Wet, uit.
2. Het college geeft binnen de gemeente een naam aan een of meerdere woonplaatsen, straten en andere delen van de openbare ruimte.
3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.
4. Het college houdt zich aan het Convenant inzake postcodes en de Richtlijnen voor gemeenten bij het vaststellen van een indeling naar wijken en buurten zoals uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 3. Nummering objecten
1. Het college stelt de lig- en standplaatsen vast.
2. Het college kent nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.
3. Het college bepaalt de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen’.
4. Onder vaststellen, toekennen en bepalen, zoals bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.
Artikel 4. Ophangen naamborden
1. Het college zorgt dat er op voldoende en passende plekken naamborden hangen.
2. Het college kan besluiten dat de rechthebbende een naambord moet ophangen.
3. De rechthebbende volgt bij het ophangen, onderhouden of verwijderen van een naambord de aanwijzingen van het college op.
Artikel 5. Ophangen huisnummerborden
1. De rechthebbende van een object draagt er zorg voor dat een huisnummerbord binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college wordt aangebracht.
2. Als het college vindt dat de plek waar een huisnummerbord moet hangen nog niet klaar is, wordt het huisnummerbord opgehangen binnen vier weken nadat de plek wel klaar is.
3. Het college kan de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.
Artikel 6. Laten hangen van borden
1. Een naam- of huisnummerbord is zichtbaar vanaf de openbare weg.
2. Het college kan besluiten dat een vervallen naam of huisnummer op een naam- of huisnummerbord wordt doorgestreept. Het college kan daarbij bepalen dat de rechthebbende die naam of dat huisnummer maximaal één jaar naast de nieuwe naam of het nieuwe huisnummer moet laten hangen.
Artikel 7 Beleidsregels
Het college kan beleidsregels vaststellen over het proces en de wijze van:
a. naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;
b. naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;
c. nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen en afgebakende terreinen;
d. opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen.
Artikel 8. Verbod eigen huisnummerbord of straatnaambord
Het is verboden om zonder toestemming van het college een huisnummerbord of naambord op te hangen dat zichtbaar is vanaf de openbare weg
Artikel 9. Toezicht en handhaving
1. De gemeentelijke toezichthouders houden toezicht op de naleving van deze verordening. Dit geldt ook voor de regels en besluiten die voor de uitvoering van deze verordening zijn vastgesteld.
2. Op het overtreden van de artikelen 4 tot en met 6 en artikel 8 staat een straf. De straf is een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 10 Moment waarop de regels gaan gelden
De verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Artikel 11 Oude regels zijn niet meer geldig
De Verordening naamgeving en nummering (adressen) gemeente Schouwen-Duiveland 2010 wordt ingetrokken.
Artikel 12 Overgang van oude naar nieuwe regels.
Namen en huisnummers die het college op grond van de vorige verordening heeft toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening gelden.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening straatnamen en huisnummers Schouwen-Duiveland 2025”.
Ondertekening
Besloten door de gemeenteraad van Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 26 juni 2025,
Akkoord Akkoord
J.Chr. van der Hoek MBA C.G.M. Bus
Voorzitter Locogriffier
Toelichting
Algemeen deel
Inleiding
Op 1 juli 2009 is de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen in werking getreden (Wet BAG). Deze wet regelt hoe gegevens van adressen en gebouwen, zoals bouwjaar, oppervlakte, gebruiksdoel en locatie op een gestructureerde manier geregistreerd moeten worden. De registratie is een onderdeel van het overheidsstelsel van basisregistraties artikel 6 van de Wet BAG verplicht gemeenten om woonplaatsen, straten en pleinen, maar ook ligplaatsen, standplaatsen, panden en verblijfsobjecten van een naam, nummer of begrenzing te voorzien. Dit is belangrijk voor een goede gestructureerde basisregistratie van adressen en gebouwen. De regels in deze verordening voeren dus uit wat in de wet staat, maar er worden ook aanvullende regels door de gemeenteraad vastgesteld. Bijvoorbeeld om de naamgeving van straten en het ophangen van straatnaamborden te regelen.
Inhoud verordening en belang van straatnamen en huisnummers (adressen)
De Wet BAG bepaalt dat de beslissingen genoemd in artikel 6 door de gemeenteraad moeten worden genomen. Dit betekent dat de gemeenteraad verantwoordelijk is voor deze beslissingen. Deze verordening delegeert de beslissingsbevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders (het college). Het college kan dan de namen, huisnummers en begrenzing vaststellen en zo adressen toekennen.
Adressen zijn heel belangrijk in het dagelijks leven. Ze zijn nodig voor hulpdiensten zoals de politie, brandweer, postbedrijven en ambulances. Maar ook voor makelaars, advocaten, notarissen en andere bedrijven. Deze organisaties kunnen hun werk niet goed doen zonder betrouwbare adresinformatie. Bewoners hebben ook belang bij goede adressering. Hierdoor zijn bewoners vindbaar voor vrienden, familie en bezorgdiensten. Bovendien zijn adressen belangrijk voor de overheid. Veel overheidsregistraties bevatten adressen, en adressen helpen bij het selecteren van gegevens uit deze registraties.
Het is de taak van de gemeente om met aandacht namen te geven aan straten, pleinen en plantsoenen en andere delen van de openbare ruimte en nummers toe te kennen aan gebouwen (huisnummers). Dit moet nauwkeurig gebeuren om verwarring te voorkomen en ervoor te zorgen dat iedereen goed vindbaar is. Vanwege de vindbaarheid is het ook belangrijk dat namen en huisnummers vanaf de weg zichtbaar zijn. Zo kunnen de hulpdiensten ook makkelijk het juiste adres vinden.
Regels en gevolgen bevoegdheid
Op basis van artikel 4:81 van de Awb kan het college voor de bevoegdheid om straatnamen en huisnummers toe te kennen beleidsregels vaststellen. Dat zijn regels die voor het college bepalen hoe hij zijn taak uitvoert. Dit zijn bijvoorbeeld regels over waaraan een nieuwe straatnaam (of andere delen van de openbare ruimte) moet voldoen. Zo moeten namen niet te lang of lastig uit te spreken zijn. Daarnaast kan het college op grond van de verordening ook nadere regels vaststellen. Dit zijn bijvoorbeeld regels over hoe naam- en nummerborden en het formulier voor het aanvragen van een huisnummer er uit moeten zien. Dit zijn regels die het college en ook bewoners binden. Bij het gebruik van de bevoegdheid tot het geven van straatnamen en huisnummers op grond van de Wet BAG moet het college rekening houden met de belangen van vooral bewoners en bedrijven. Het wijzigen van een naam of huisnummer kan met name deze groepen treffen. Soms moet het college de gevolgen van deze wijzigingen regelen. Het college moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat bewoners en bedrijven voldoende tijd krijgen om hun nieuwe adres te kunnen doorgeven.
Als het college beslissingen neemt, kan daartegen in de regel bezwaar worden gemaakt of beroep worden ingesteld bij de rechter op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Alleen tegen het toekennen van een straatnaam of huisnummer kan dat volgens de rechtspraak niet (zie ABRvS 23-01-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BY9258). Als er sprake is van de plicht om op het eigen pand een opgehangen bord te accepteren (gedoogplicht) is wel bezwaar en beroep mogelijk.
Artikelsgewijs
Artikel 1
Dit artikel licht bepaalde woorden toe die worden gebruikt in deze verordening. In de definitie van naambord en huisnummerbord wordt ruimte geboden om ook op een andere manier dan een bord een naam en nummer weer te geven door de term 'afbeelding'. In artikel 4 van het Besluit BAG staat dat huisnummers bestaan uit (Arabische) cijfers waarbij dit eventueel kan worden aangevuld met één of meer letters.
Tot slot is ook het begrip rechthebbende gedefinieerd. Dat is degene die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van deze verordening als het gaat om het ophangen van borden bij een onroerende zaak die niet van de gemeente is. Het gaat meestal om een eigenaar, maar het kan ook gaan om een huurder of beheerder. Dit hangt af van wat de eigenaar heeft afgesproken in het contract dat gaat over de rechten die iemand heeft om zaken aan de onroerende zaak te bevestigen. Uiteraard op een vanaf de openbare weg goed zichtbare plek.
Artikel 2
Dit artikel regelt de relatie met artikel 6 van de Wet BAG. De Wet BAG kent complexe definities voor het afbakenen en aanwijzen van delen van gebouwen en plaatsen die een huisnummer kunnen ontvangen. Om deze zaken niet in de verordening te herhalen beperkt het eerste lid van artikel 2 zich tot het delegeren van de bevoegdheid die door de wetgever bij de gemeenteraad is neergelegd. Het college regelt de naamgeving van woonplaatsen en de straten of andere delen van de openbare ruimte en de huisnummering. Tot slot is in het vierde lid geregeld dat het college zich bij het toekennen van namen en huisnummers houdt aan het convenant inzake postcodes en de richtlijnen van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de indeling van woonplaatsen in wijken en buurten.
Artikel 3
In dit artikel wordt het afbakenen van ligplaatsen, standplaatsen, verblijfsobjecten en panden en het bepalen van woonplaatsen geregeld. Op grond van artikel 156 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad deze bevoegdheid aan het college overdragen.
Artikel 4
Dit artikel regelt het ophangen van naamborden. Het college is verantwoordelijk voor het ophangen van voldoende naamborden op goede plekken zoals het begin of einde van een straat. Het college kan ook besluiten dat een rechthebbende dit zelf moet doen. Dat kan het geval zijn als een bord het beste op een gevel van een huis of bedrijf kan worden gehangen. In dat geval moet de rechthebbende dulden (gedogen) dat er een bord wordt opgehangen aan zijn gevel of andere door het college aangewezen plaats. Het college geeft bij het besluit aan hoe en waar de rechthebbende het bord moet ophangen.
Artikel 5
Bij het ophangen van huisnummers is de hoofdregel dat de rechthebbende die zelf ophangt op een vanaf de openbare weg zichtbare plek. Het kan zijn dat een plek waarvoor een nummer is uitgeven door het college nog niet klaar is. Bijvoorbeeld als een gebouw nog niet is gebouwd of verbouwd. Het college geeft dan een termijn aan waarbinnen een huisnummer moet worden opgehangen als de plaats wel gereed is.
Artikel 6
Straatnamen veranderen soms. Als bijvoorbeeld een straatnaam of huisnummer is gewijzigd, kan het college ervoor kiezen om de oude naam zichtbaar, maar doorgestreept, te laten hangen. Dat kan op één bord met beide namen of op twee afzonderlijke borden. In ieder geval kan het college de oude naam tot maximaal een jaar laten hangen. De rechthebbende moet dat dus een jaar dulden en kan dan het bord weghalen.
Artikel 7
Het college heeft op grond van dit artikel de bevoegdheid om beleidsregels vast te stellen. Die beleidsregels gaan volgens de verordening in elk geval over hoe naam- en nummerborden er uit moeten zien en hoe die moeten worden opgehangen.
Artikel 8
Het is de bedoeling dat naam- en nummerborden alleen op grond van een besluit van het college worden opgehangen. Om verwarring te voorkomen is het verboden om andere naam- of nummerborden (met al dan niet eigen verzonnen namen of nummers) op te hangen die zichtbaar kunnen zijn vanaf de openbare weg. Het verbod ziet alleen op namen van straten of andere delen van de openbare ruimte en huisnummers zoals een park of een plein. Dit verbod geldt niet voor namen die bijvoorbeeld eigenaren voor hun eigen huis gebruiken.
Artikel 9
Met deze bepaling worden toezichthouders aangewezen die daarmee de bevoegdheden krijgen op grond van hoofdstuk 5 van de Awb. Het is aan gemeenten hoe zij de verordening willen handhaven: bestuursrechtelijk of strafrechtelijk. In dit geval is voor strafrechtelijke handhaving gekozen waarbij een boete kan worden opgelegd. Bepalingen over de handhaving middels een last onder bestuursdwang of onder dwangsom zijn niet in de verordening opgenomen. De bevoegdheid tot het opleggen van die sancties vloeit rechtstreeks voort uit artikel 125 van de Gemeentewet.
Artikel 12
Artikel 12 regelt het overgangsrecht (van oud naar nieuw). De namen en huisnummers die zijn gegeven op grond van de oude verordening blijven gelden ondanks dat er een nieuwe verordening is vastgesteld. Als deze namen of nummers worden aangepast, dan zal dat volgens de nieuwe regels gebeuren
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl