Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742264
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742264/1
Regeling vervalt per 31-12-2027
Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Albrandswaard 2025-2027
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 16-07-2025 t/m 30-12-2027 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Albrandswaard 2025-2027Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard;
gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 78gg Participatiewet;
overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders :
- 1.
het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden een vaste tegemoetkoming kan worden verstrekt of geweigerd, en;
- 2.
daartoe beleidsregels wenst vast te stellen;
besluit:
De Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Albrandswaard 2025-2027 vast te stellen.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- 1.1
alleenverdiener: het huishouden dan:
- a.
een inkomen heeft uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van de Participatiewet, en:
- b.
vergeleken met andere vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet bestaat, een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, Participatiewet en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en;
- c.
een netto-inkomen en tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ontvangt dat in totaal lager ligt dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19 Participatiewet, vanwege hetgeen genoemd is onder sub b.
- a.
- 1.2
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard.
- 1.3
huishouden: twee personen die fiscaal partner en toeslagpartner van elkaar zijn voor het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.
- 1.4
vaste tegemoetkoming: het bedrag dat over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 per jaar wordt vastgesteld bij ministeriële regeling in het kader van artikel 78gg Participatiewet.
TOEGANG
Artikel 2 Ambtshalve toekenning
-
2.1 Het college kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.
-
De ambtshalve toekenning over 2025 (fase II) vindt met terugwerkende kracht plaats voor de huishoudens die reeds in 2023 en/of 2024 (fase I) bekend waren.
-
2.2 Het college kent de vaste tegemoetkoming over 2025 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:
- a.
het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
- d.
er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten; en
- e.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
- a.
-
Indien het huishouden in de voorgaande jaren (2023 of 2024) compensatie ontving op grond van de tijdelijke bijzondere bijstand en er geen wijziging is in de huishoudsituatie, wordt het huishouden ook voor de jaren 2025, 2026 of 2027 ambtshalve in aanmerking genomen.
-
2.3 Het college kent de vaste tegemoetkoming over de jaren 2026 en/of 2027 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:
- a.
het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
- d.
er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten en
- e.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
- a.
Artikel 3 Aanvraag op uitnodiging
-
3.1 Het college nodigt een huishouden uit om over 2025 een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming in te dienen indien:
- a.
het huishouden voor het kalenderjaar 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor het kalenderjaar 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming, en;
- d.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
- a.
-
3.2 Het college nodigt het huishouden uit om over 2026 en/of 2027 een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming in te dienen, indien:
- a.
het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
- b.
voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
- c.
op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming, en;
- d.
de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
- a.
Artikel 4 Aanvraag zelfmelder
-
4.1 Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college.
-
4.2 De aanvraag om een vaste tegemoetkoming kan vormvrij worden ingediend bij het college.
-
4.3 Het college beoordeelt of de aanvrager, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdiener is.
-
4.4 Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.
-
4.5 Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee.
-
4.6 Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een verwacht jaarinkomen. Indien sprake is van alimentatie-ontvangst, wordt partneralimentatie meegeteld als inkomen, kinderalimentatie niet.
-
4.7 Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college rekent deze maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen. Ook hier telt ontvangen partneralimentatie mee.
-
4.8 Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor toeslagen over het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd al bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of beschikking op is gebaseerd.
-
4.9 Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van de zorgtoeslag zoals die geldt voor het kalenderjaar waarover de vaste tegemoetkoming wordt aangevraagd.
-
4.10 Het vermogen wordt vastgesteld op basis van het saldo op 1 januari van het jaar waarvoor de tegemoetkoming wordt aangevraagd, overeenkomstig de vermogensgrens voor de zorgtoeslag in dat jaar.
-
4.11 De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 wordt uiterlijk 31 december 2028 aangevraagd.
TOEKENNING EN VERSTREKKING
Artikel 5 Toekenning
-
5.1 Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag.
Artikel 6 Verstrekking
-
6.1 Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming in één keer per jaar.
-
6.2 Indien het huishouden na toekenning van de tegemoetkoming verhuist naar een andere gemeente, blijft de gemeente Albrandswaard verantwoordelijk voor de uitbetaling over dat kalenderjaar.
-
6.3 De vaste tegemoetkoming wordt verstrekt onder toepassing van eindheffing. Dit betekent dat de uitkering niet meetelt voor het belastbaar inkomen en geen gevolgen heeft voor de hoogte van toeslagen. De gemeente draagt de belastingheffing af aan de Belastingdienst.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 7 Ingangsdatum
-
7.1 Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025.
Artikel 8 Titel
-
8.1 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Albrandswaard 2025-2027.
Artikel 9 Hardheidsclausule
-
9.1 In gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leidt tot een onredelijke of onbillijke situatie, kan het college gemotiveerd afwijken van deze regels.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van Albrandswaard op 1 juli 2025.
namens deze:
de secretaris,
mr. drs. Florus van der Linden
de burgemeester,
drs. Jolanda de Witte
TOELICHTING
Achtergrond:
Iedereen in Nederland heeft recht op een besteedbaar inkomen op het bestaansminimum. Dit bedrag is afhankelijk van leeftijd en leefsituatie. Mensen met lage inkomens krijgen extra ondersteuning door middel van toeslagen. Een groep huishoudens ontvangt door een ongelukkige samenloop van wet- en regelgeving te weinig toeslagen. Dit heeft nadelige gevolgen voor het netto-inkomen van deze huishoudens. Zij ontvangen een netto-inkomen dat lager is dan een vergelijkbaar (echt)paar met bijstand en maximale toeslagen. Daarmee komen zij netto uit onder het bestaansminimum. Deze omstandigheden noemen we de Alleenverdienersproblematiek.
Deze problematiek ontstond in 2009 toen de overdraagbaarheid van de Algemene Heffingskorting gefaseerd werd afgebouwd (volledige afbouw in 2023), en daarbij een andere afbouw volgde dan de bijstandsuitkering (volledige afbouw in 2039). Het wegnemen van deze ongewenste situatie wordt in 3 fasen gecorrigeerd waarbij het rijk gemeenten heeft verzocht hierbij te ondersteunen in fase 1 en 2.
- •
Fase 1: Gemeenten helpen het rijk in 2023 en 2024 met een oplossing via individuele bijzondere bijstand. Hiervoor is een handelingsperspectief geboden.
- •
Fase 2: Gemeenten helpen het rijk in 2025, 2026 en 2027 met (de uitvoering van) deWet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek.
- •
Fase 3: Vanaf 2028 is door de Belastingdienst een definitieve oplossing voorzien via de fiscaliteit (de inkomstenbelasting).
De beleidsregels die nu voorliggen hebben betrekking op fase 2, de Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek (Wtrap). Deze wet is op 1 januari 2025 in werking getreden.
De wet is een aparte regeling binnen de Participatiewet en biedt de wettelijke grondslag om de bij de Belastingdienst bekende huishoudens met alleenverdienersproblematiek over de jaren 2025, 2026 en 2027 ambtshalve een vaste tegemoetkoming te betalen.
De vaste tegemoetkoming wordt jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Voor het kalenderjaar 2025 is de tegemoetkoming vastgesteld op € 1.000 per huishouden per jaar.
Het Inlichtingenbureau deelt de bij de Belastingdienst bekende Burgerservicenummers van de meestverdienende partner van de betrokken huishoudens via het gegevensportaal met onze gemeente. Huishoudens waarvan onze gemeente het vermoeden heeft dat zij tot de doelgroep behoren kunnen uitgenodigd worden om een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming te doen. Huishoudens die zelf het vermoeden hebben tot de doelgroep te behoren kunnen op eigen initiatief een aanvraag doen (zogenaamde zelfmelders).
Bij zelfmelders wordt het inkomen getoetst op basis van de landelijke richtlijnen. Bij een vast inkomen wordt gekeken naar de meest recente maand voorafgaand aan de aanvraag, en bij een variabel inkomen wordt het gemiddelde genomen van de drie meest recente maanden. Hierbij wordt partneralimentatie als inkomen meegenomen, terwijl kinderalimentatie buiten beschouwing blijft.
Het vermogen wordt beoordeeld op basis van de vermogensgrens zoals die geldt voor de zorgtoeslag, welke dient als toetsingskader voor het vaststellen van de financiële draagkracht van het huishouden die geldt op 1 januari van het jaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan.
Indien een huishouden in 2023 of 2024 al compensatie heeft ontvangen via de individuele bijzondere bijstand op grond van fase 1 van de regeling, en er sindsdien geen wijzigingen zijn in de huishoudsamenstelling of inkomenssituatie, dan wordt dit huishouden automatisch beschouwd als rechthebbend in fase 2. In dat geval vindt voor de jaren 2025 t/m 2027 een ambtshalve voortzetting van de tegemoetkoming plaats. via de individuele bijzondere bijstand, en er geen wijziging in samenstelling of inkomenssituatie is, dan vindt voor de jaren 2025 t/m 2027 een ambtshalve voortzetting plaats.
Bij verhuizing van het huishouden blijft de oorspronkelijke gemeente verantwoordelijk voor de uitbetaling van de tegemoetkoming over het lopende kalenderjaar, ongeacht de nieuwe woonplaats van het huishouden.
De tegemoetkoming wordt verstrekt onder eindheffing. Dit betekent dat het bedrag netto wordt uitbetaald en geen invloed heeft op toeslagen of het belastbaar inkomen. Ook is op de tegemoetkoming geen beslag mogelijk.
Wetteksten
Artikel 78gg Participatiewet - Tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek
- 1.
Het college kent ambtshalve of op aanvraag een tegemoetkoming toe aan een huishouden, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
het huishouden heeft een inkomen uit een uitkering, niet zijnde een uitkering op grond van deze wet, eventueel aangevuld met een uitkering op grond van artikel 19;
- b.
vergeleken met een vergelijkbaar huishouden, waarvoor het inkomen uit enkel een uitkering bestaat op grond van artikel 19, ontvangt het huishouden een lager bedrag aan tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, als gevolg van de verschillende afbouwpaden van de dubbele algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 37, tweede lid, en in artikel 8.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001; en
- c.
de som van het netto-inkomen en de ontvangen tegemoetkomingen met toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen ligt lager dan bij een vergelijkbaar huishouden waarvoor het inkomen uit een uitkering enkel bestaat uit een uitkering op grond van artikel 19, vanwege hetgeen genoemd is onder b.
- a.
- 2.
De tegemoetkoming is geen bijstand in de zin van deze wet.
- 3.
Op de tegemoetkoming is artikel 46, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
- 4.
De Dienst Toeslagen verstrekt aan de Belastingdienst de informatie die nodig is voor de uitvoering van het vijfde lid.
- 5.
De Belastingdienst verstrekt aan het college door tussenkomst van het Inlichtingenbureau de Burgerservicenummers en de gemeentecodes van de inwoners van de betreffende gemeente die in aanmerking komen voor de tegemoetkoming
- 6.
Een besluit tot toekenning van een tegemoetkoming wordt niet ten nadele van het huishouden herzien.
- 7.
De hoogte van de tegemoetkoming wordt jaarlijks vastgesteld bij ministeriële regeling.
- 8.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de goede uitvoering van dit artikel.
Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ: 01-01-2025 t/m heden
Artikel 15ba Tegemoetkoming alleenverdienersproblematiek.
De tegemoetkoming voor een huishouden dat in het jaar 2025 voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 78gg, eerste lid, van de wet, bedraagt € 1.000.
Uitvoering
De tegemoetkoming geldt niet als een vorm van (algemene of bijzondere) bijstand. Dit betekent dat de tegemoetkoming geen effect heeft op de hoogte van de toeslagen.
De wetgever verwacht dat gemeenten bij het beoordelen van aanvragen de vermogensgrenzen hanteren die gelden voor toeslagen. Deze vermogensgrenzen worden vastgesteld door de Belastingdienst en zijn van toepassing op 1 januari van het betreffende jaar.
Huurtoeslag € 37.395.00
Zorgtoeslag € 141.896,00
Kindgebonden budget € 141.896,00
Kinderopvangtoeslag Geen vermogensgrens
Een besluit tot toekenning van de tegemoetkoming kan niet worden herzien ten nadele van de belanghebbende. Zie artikel 78gg lid 6 Participatiewet. De belanghebbende kan natuurlijk wel het bedrag uit eigen beweging terugstorten.
Beslag
Op de tegemoetkoming voor alleenverdieners kan geen beslag worden gelegd. Zie artikel 78gg lid 3 Participatiewet. Dit wordt gedaan om te zorgen dat de tegemoetkoming daadwerkelijk kan worden besteed aan noodzakelijke kosten voor het levensonderhoud.
Kinderopvangtoeslag
In uitzonderlijke gevallen kan de alleenverdienersproblematiek ook betrekking hebben op misgelopen kinderopvangtoeslag. Daarbij moet worden beoordeeld of een vergelijkbaar huishouden met een volledige algemene bijstandsuitkering recht zou hebben op kinderopvangtoeslag. In de praktijk komt het echter zelden voor dat een (echt)paar met een volledige algemene bijstandsuitkering, zonder aanvullend inkomen uit werk, recht heeft op kinderopvangtoeslag. Dit komt doordat een van de voorwaarden is dat beide toeslagpartners inkomen uit werk moeten ontvangen of moeten vallen onder een van de uitzonderingssituaties. Relevante uitzonderingssituaties zijn: het volgen van een traject naar werk, een opleiding of een verplichte inburgeringscursus, of bij ziekte, zwangerschap of detentie.
Simpele uitvoering
Voor de inrichting van deze beleidsregels is uitgegaan van een zo eenvoudig mogelijk afhandelingsproces, waarbij de inzet is om de voor de vaste tegemoetkoming in aanmerking komende huishoudens en onze uitvoerende dienst zo minimaal mogelijk te belasten. De financiering door het rijk is ook gebaseerd op deze werkwijze. Een meer precieze afhandeling leidt tot meer stress en lasten bij de getroffen huishoudens en hogere gemeentelijke uitvoeringslasten.
In deze beleidsregels is daarom opgenomen om de gehele aangeleverde lijst van de Belastingdienst ambtshalve toe te kennen en uit te keren zodra de rekeningnummers zijn ontvangen. Om die reden heeft het college besloten om geen extra voorwaarden te stellen aan de ambtshalve toekenning.
Hiernaast is opgenomen dat aan bij ons bekende huishoudens de vaste tegemoetkoming voor 2025, 2026 en/of 2027 eveneens ambtshalve wordt uitgekeerd wanneer het huishouden in het voorgaande jaar ook tot de doelgroep van de alleenverdienersproblematiek behoorde en de woon- en leefsituatie niet is gewijzigd.
Bij de gemeente bekende huishoudens waarvan het vermoeden bestaat dat zij behoren tot de doelgroep van de alleenverdienersproblematiek worden uitgenodigd een aanvraag te doen.
In uitzonderlijke gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leidt tot een onbillijke uitkomst, kan het college gemotiveerd afwijken op grond van de hardheidsclausule.
Afronding
De meeste huishoudens ontvangen in het najaar van 2028 hun definitieve beschikking toeslagen over 2027. Dat geeft de alleenverdieners tot 1 januari 2029 de tijd om een aanvraag in te dienen
Financiering
De gemeente ontvangt een decentralisatie-uitkering van het Rijk voor de uitvoering. Deze uitkering is gebaseerd op het aantal huishoudens dat in aanmerking komt, inclusief een opslag voor uitvoeringskosten, communicatie en afhandeling van zelfmeldingen. Er is geen verantwoordingsplicht richting het Rijk
.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl