Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742247
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR742247/1
Verordening leerlingenvervoer gemeente Woerden 2025
Geldend van 17-07-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening leerlingenvervoer gemeente Woerden 2025De raad van de gemeente Woerden;
gelezen het voorstel van 8 mei 2025 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;
gelet op: artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 8.28 en 8.29 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
Besluit:
- 1.
De 'Verordening leerlingenvervoer gemeente Woerden 2025' vast te stellen.
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
aangepast vervoer: door het college georganiseerd vervoer
- -
afstand: afstand, overeenkomstig artikel 4, zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 8.29, vierde lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en artikel 4, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra, gemeten met de Anwb routeplanner langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;
- -
begeleider: ouder of persoon die door de ouder(s) wordt ingezet om de leerling tijdens het vervoer te begeleiden;
- -
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;
- -
deskundige: onafhankelijk medisch, psychiatrisch, psychologisch, pedagogisch of verkeerskundig deskundige;
- -
eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets/scooter, (elektrische) fiets of andersoortig vervoersmiddel dat onder eigen verantwoordelijkheid plaatsvindt;
- -
gehandicapte leerling: een leerling, die door een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken. Wanneer een leerling, ondanks zijn handicap wél zelf kan reizen met het openbaar vervoer of fiets, is deze in de zin van de Verordening leerlingenvervoer géén gehandicapte leerling. De beperking die de leerling door de handicap ervaart moet structureel van aard zijn, in ieder geval langer dan drie maanden duren;
- -
inkomen: inkomensgegeven als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, in het peiljaar, bedoeld in artikel 4, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs;
- -
leerling: een leerling die is ingeschreven bij een school als bedoeld in deze verordening en die binnen de gemeente verblijft;
- -
leerlingenvervoer ontwikkelplan: persoonlijk vervoer plan waarin wordt vastgelegd welke mogelijkheden er zijn om een ontwikkelingsplan op te stellen: de leerling zelfstandig te laten reizen, wat hiervoor nodig is, welke periode hiervoor gepland wordt, wat de ouders hierin kunnen betekenen en waar het college ondersteunt.
- -
openbaar vervoer: personenvervoer dat openbaar toegankelijk is en waarvan iedereen al dan niet tegen betaling gebruik van kan maken. Ook een voor een ieder openstaande regiotaxi of belbus, die op afroep rijdt, wordt in het kader van deze verordening als een vorm van openbaar vervoer beschouwd;
- -
opstapplaats: plaats aangewezen door burgemeester en wethouders, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;
- -
ouder(s): ouders als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- -
reistijd: de totale tijdsduur, enkele reis, die ligt tussen het verlaten van de woning en het aankomen bij de school, berekend met behulp van een door het college vastgesteld routeplanningsprogramma;
- -
samenwerkingsverband:
- 1°.
Samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs;
- 2°.
Samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 28a van de Wet op de expertisecentra; of
- 3°.
Samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2.47 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- 1°.
- -
school: de schoollocatie waar de leerling onderwijs volgt. Dit is:
- 1°.
het primair onderwijs: basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;
- 2°.
het speciaal onderwijs: school voor speciaal onderwijs of het speciaal onderwijs binnen een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;
- 3°.
het voortgezet speciaal onderwijs: school voor voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs binnen een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra; of
- 4°.
het voortgezet onderwijs: school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de wet voortgezet onderwijs
- 1°.
- -
schoolvakantie: vakantie waarvan de datum is opgenomen in de schoolgids;
- -
toegankelijke school: toegankelijke school als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, onder a, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 8.29, vierde lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en artikel 4, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra, waar plaats is en waarbij de op godsdienst of levensbeschouwing van de ouders of de meerderjarige leerling berustende keuze van een school geëerbiedigd wordt;
- -
vervoersvoorziening:
- 1°.
Vergoeding van fietsvervoer voor de leerling en zo nodig van diens begeleider;
- 2°.
Vergoeding van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig van diens begeleider;
- 3°.
Aanbieding van aangepast vervoer voor de leerling en zo nodig voor diens begeleider; of
- 4°.
Gehele of gedeeltelijke vergoeding van de vervoerkosten van de leerling en zo nodig van diens begeleider;
- 1°.
- -
woning: woning waar de leerling feitelijk en structureel verblijft.
Artikel 2. Reikwijdte
Deze verordening is van toepassing op leerlingen die in verband met hun individuele omstandigheden niet zelfstandig van en naar school kunnen reizen of die door de afstand voor een vervoersvoorziening in aanmerking komen.
Artikel 3 Doelstelling
Deze verordening heeft tot doel op basis van een beoordeling op grond van in de verordening bepaalde criteria en op basis van een onderzoek naar de individuele situatie van de leerling een gehele of gedeeltelijke bekostiging toe te kennen. De bekostiging wordt toegekend aan de ouders voor het goedkoopst passend vervoer van de leerling van de woning, dan wel de opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling en terug met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 4 Algemene voorwaarden toekenning leerlingenvervoer
-
1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerling op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
-
2. Ouders blijven verantwoordelijk voor het van en naar school brengen van hun kinderen.
-
3. Bij de keuze voor de te verstrekken vervoersvoorziening wordt achtereenvolgens beoordeeld of vervoer, al dan niet met begeleiding, mogelijk is:
- a.
per fiets;
- b.
per openbaar vervoer;
- c.
met eigen vervoer;
- d.
met aangepast vervoer.
- a.
-
4. Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de manier en het tijdstip van de verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
-
5. Het college kan aan de toekenning van een vervoersvoorziening nadere voorwaarden verbinden.
-
6. Het college verstrekt een vervoersvoorziening voor het vervoer van de leerling van de woning of opstapplaats naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school en terug.
-
7. Indien de toegekende vervoersvoorziening een bekostiging is, geldt deze met ingang van de door de ouders verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag.
-
8. Indien de toegekende vervoersvoorziening aangepast vervoer betreft, gaat het vervoer in zodra de vervoerder dit kan inplannen conform het contract, op of na de door de ouders verzochte datum.
-
9. Als het college besluit het vervoer gedeeltelijk te bekostigen, zijn de ouders gehouden het bedrag te betalen dat zij op grond van deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Indien de betaling niet of niet tijdig is ontvangen, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening.
Artikel 5. Aanvraag
-
1. Een aanvraag voor een vervoersvoorziening kan worden ingediend voor een leerling die zijn woning in de gemeente heeft, door indiening van een door het college vastgesteld aanvraagformulier, volledig ingevuld en door de ouders ondertekend, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.
-
2. Als dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.
-
3. Het college besluit binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag. Het college kan deze termijn met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.
-
4. Aanvragen voor het nieuwe schooljaar dienen tussen 1 april en 1 juni van het jaar te worden ingediend.
Artikel 6. Onderzoek
-
1. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt rekening gehouden met de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de individuele leerling en die van het gezin.
-
2. Bij de beoordeling van de aanvraag voor een vervoersvoorziening voor de leerling en eventueel een begeleider, onderzoekt de gemeente, in samenspraak met de ouders, eventueel middels een gesprek in ieder geval:
- a.
Welke mogelijkheden er zijn voor de leerling om zelfstandig(er) te gaan reizen;
- b.
Of de leerling zelfstandig met de fiets naar school zou kunnen en aanspraak maakt op een fietsvergoeding;
- c.
Of de leerling zelfstandig met het openbaar vervoer naar school zou kunnen en aanspraak maakt op een OV-vergoeding;
- d.
Welke mogelijkheden er zijn voor de ouders om te zorgen dat de leerling naar school gebracht en van school gehaald wordt;
- e.
Welke afspraken gemaakt kunnen worden over het gebruik van de genoemde mogelijkheden en de inzet van ouders.
- f.
De financiële draagkracht van de ouders.
- a.
-
3. Bij het onderzoekgesprek kan, als het college dat noodzakelijk vindt, ook een medewerker uit een ander domein of een deskundige aansluiten.
-
4. Na afloop van het gesprek bevestigt het college schriftelijk de met ouders gemaakte afspraken. De afspraken maken automatisch deel uit van opvolgende besluiten op aanvragen voor een vervoervoorziening.
-
5. Het college kan bij gewijzigde omstandigheden opnieuw een gesprek met de ouders en desgewenst de leerling houden.
-
6. Het college kan bij een aanvraag een deskundige vragen de noodzakelijk te achten vervoersvoorziening te onderzoeken.
-
7. Wanneer de leerling de leeftijd van negen jaar bereikt, kan het college in overleg met de ouders en desgewenst de leerling, het samenwerkingsverband en de school, een leerlingenvervoer ontwikkelplan opstellen. Dit plan maakt onderdeel uit van het besluit.
-
8. In het leerlingenvervoer ontwikkelplan kan het college ondersteuning bieden om de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling te bevorderen.
-
9. De uitkomst van het onderzoek van de gemeente kan afwijken van de uitkomst van de toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband.
Artikel 7. Besluit
-
1. Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de manier en het tijdstip van de verstrekking, de uitbetaling, en de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
-
2. Het college kent, als zij dat noodzakelijk acht, een vervoerstraining toe.
-
3. Het college kan besluiten de vervoersvoorziening voor een langere periode dan één jaar toe te kennen, indien te verwachten valt dat er geen verandering zal optreden in de lichamelijke of geestelijke toestand van de leerling. In dat geval wordt de eigen bijdrage jaarlijks vastgesteld en aangepast overeenkomstig deze verordening.
-
4. Het college kan aan de toekenning van een vervoersvoorziening nadere voorwaarden verbinden.
Artikel 8. Rechtmatigheid
-
1. De aanvrager is verplicht iedere wijziging, die van invloed kan zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van wijziging, direct schriftelijk mede te delen aan het college.
-
2. Het college kan een besluit tot toekenning van een vervoersvoorziening beëindigen, opschorten, herzien, of intrekken, als het vaststelt dat:
- a.
niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen gesteld bij deze verordening;
- b.
beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een ander besluit zou zijn genomen;
- c.
de verstrekte vervoersvoorziening naar het oordeel van het college niet meer de meest passende vervoersvoorziening is;
- d.
ouders weigeren het vastgestelde drempelbedrag te betalen of nalatig zijn in het betalen ervan;
- e.
ouders weigeren de vastgestelde draagkrachtafhankelijke eigen bijdrage te betalen of nalatig zijn in het betalen ervan;
- f.
de leerling bij herhaling de aanwijzingen, die door of vanwege de uitvoerende vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt en betrekking hebben op de orde, rust, veiligheid en een goede bedrijfsgang, niet opvolgt;
- g.
sprake is van onaanvaardbaar gedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast vervoer of het vervoeren van de leerling leidt tot een onveilige situatie voor de leerling zelf, andere reisgenoten of de chauffeur in het aangepast vervoer.
- a.
-
3. De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de leerling berust gedurende het verblijf van de leerling in het aangepaste vervoer bij de ouders.
-
4. De verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van het aangepast vervoer berust bij de gemeente.
-
5. De kosten van een ten onrechte genoten vervoersvoorziening kunnen van de ouders worden teruggevorderd, of worden verrekend met een verstrekte maar nog niet uitbetaalde vervoersvergoeding.
Artikel 9. Andere oplossing
Als de leerling aanspraak kan maken op een geheel of gedeeltelijke vergoeding voor de reiskosten op basis van een andere regeling betrekt het college deze vergoeding bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding op grond van deze verordening of brengt zij dit bedrag als eigen bijdrage in rekening.
Artikel 10. Peildatum
Voor het verstrekken van een vervoersvoorziening is de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft bepalend.
Artikel 11. Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
-
1. Een vervoersvoorziening wordt toegekend voor het vervoer over de afstand tussen de woning van de leerling dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich meebrengt en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
-
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, ontstaat niet eerder een aanspraak op een vervoersvoorziening dan nadat de aanvrager de keuze voor de toegankelijke school schriftelijk heeft gemeld.
-
3. Met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden wordt een vervoersvoorziening verstrekt over de afstand tussen de woning of de opstapplaats:
- a.
en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is; of
- b.
een andere speciale school voor basisonderwijs of voortgezet onderwijs, als het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich meebrengt.
- a.
Artikel 12. Afstandsgrens
-
1. Een vervoersvoorziening wordt toegekend als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor:
- a.
basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs meer bedraagt dan zes kilometer;
- b.
speciaal basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs meer bedraagt dan zes kilometer; of
- c.
speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs meer bedraagt dan zes kilometer.
- a.
-
2. In afwijking van het eerste lid wordt geen afstandsgrens gehanteerd voor gehandicapte leerlingen.
-
3. Het college kan over de aanvraag voor een gehandicapte leerling advies vragen aan een onafhankelijk medisch deskundige. De deskundige betrekt in zijn advies de mogelijkheden van de gehandicapte leerling om zelfstandig, al dan niet met begeleiding, met de fiets of het openbaar vervoer te reizen.
-
4. Als de ouders vanwege een specifieke onderwijskundige behoefte van de leerling een vervoersvoorziening aanvragen naar een school op een grotere afstand, dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen, wordt deze slechts toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
aan het college is door de ouders naar het oordeel van het college voldoende aangetoond wat de specifieke en noodzakelijke onderwijskundige onderwijsbehoefte is van de leerling; en
- b.
aan het college is door de ouders naar het oordeel van het college voldoende aangetoond dat de dichtstbijzijnde school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen niet toegankelijk is vanwege het niet kunnen bieden van het noodzakelijke specifieke onderwijsaanbod.
- a.
Artikel 13. Aanwijzing opstapplaats
-
1. Het college kan bij het verstrekken van aangepast vervoer een opstapplaats aanwijzen van waaruit de leerling gebruik maakt van het aangepast vervoer.
-
2. De ouders dragen er zorg voor dat de leerling naar, van en op de opstapplaats wordt begeleid als dit noodzakelijk is.
Artikel 14. Schooltijden en wachttijden
-
1. Het aangepast vervoer vindt plaats in aansluiting op de schooldagen en schooltijden, zoals deze zijn opgenomen in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
-
2. Als er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden, kan het college besluiten een wachttijd van één of meerdere klokuren in te stellen, om het aangepast vervoer zo efficiënt mogelijk in te zetten.
Artikel 15. Tijdelijk verblijf buiten de gemeente
-
1. Het college kan een tijdelijke vervoersvoorziening voor een periode van maximaal zes weken toekennen aan de ouders van een leerling, die als gevolg van een crisissituatie tijdelijk buiten de gemeente verblijft, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
de leerling blijft zijn eigen school bezoeken;
- b.
in de periode, voorafgaand aan het tijdelijke verblijf buiten de gemeente, is een vervoersvoorziening toegekend op grond van deze verordening; en
- c.
de intentie bestaat dat de leerling terugkeert naar de gemeente.
- a.
-
2. Het besluit waarin de vervoersvoorziening is toegekend voorafgaand aan een tijdelijke vervoersvoorziening wordt opgeschort met ingang van de datum van tijdelijk verblijf buiten de gemeente en herleeft weer zodra de leerling terugkeert in de gemeente, tenzij de geldigheidsduur van dit besluit is verstreken.
Artikel 16. Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie bij verblijf in pleeggezin of internaat
-
1. Met inachtneming van de artikelen 4 en 9 kent het college op aanvraag een vervoersvergoeding voor het weekeinde en de schoolvakantie toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft.
-
2. Het college kent aan de ouders een vervoersvergoeding toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekenden niet vallen binnen de in het eerste lid genoemde schoolvakanties.
-
3. Het college kent aan de ouders een vervoersvergoeding toe voor het vervoer van de leerling tijdens de schoolvakanties. De voorziening betreft de reis van het internaat of het adres van het pleeggezin naar de ouders eenmaal aan het begin van de vakantie en eenmaal aan het einde van de vakantie.
-
4. Voor de toekenning is een vergoeding van de kosten van openbaar vervoer het uitgangspunt.
-
5. Het college vergoedt ook de kosten van het openbaar vervoer voor een begeleider, als de leerling wegens zijn structurele handicap of leeftijd niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
-
6. Het college kan toestaan dat de ouders de leerling zelf vervoeren of laten vervoeren. De vergoeding is dan afhankelijk van de vervoersvoorziening waarop de ouders aanspraak zouden maken.
-
7. Het college kan uitsluitend aangepast vervoer toekennen voor weekeinde en vakantievervoer wanneer:
- a.
openbaar vervoer geheel ontbreekt; of
- b.
het gaat om een leerling van het voortgezet speciaal onderwijs die verblijvend in een internaat of pleeggezin, wegens zijn structurele handicap niet zelfstandig, ook niet met een begeleider gebruik kan maken van het openbaar vervoer.
- a.
Artikel 17. Vervoersvoorziening naar stageadres
-
1. Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening naar een school voor voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs kan het college een vervoersvoorziening toekennen voor het vervoer naar een stageadres. Hiervoor wordt door de ouders een afzonderlijke aanvraag ingediend.
-
2. In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid, kan een aanvraag voor stagevervoer ook door de school voor voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs ingediend worden.
-
3. Het college kan ten behoeve van de aanvraag het stagecontract opvragen bij de school of de ouders.
-
4. De vervoersvoorziening naar een stageadres wordt slechts toegekend als er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a.
de stage is onderdeel van het onderwijsprogramma zoals opgenomen in de schoolgids van de school of in het stagecontract;
- b.
de stagetijden komen aangepast aan de reguliere schooltijden;
- c.
de stage vindt plaats op één stageadres; en
- d.
het stageadres is gelegen op de route van de woning dan wel de opstapplaats naar de school. Als door de school wordt aangetoond dat dit niet mogelijk is en er geen andere alternatieven zijn, dan is op verzoek afwijking daarvan mogelijk.
- a.
-
5. Een vervoersvoorziening wordt slechts toegekend over de afstand tussen de woning van de leerling dan wel de opstapplaats en het dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke stageadres.
-
6. Bij het zoeken naar een stageplaats moet het streven zijn dat deze goed met het openbaar vervoer bereikbaar is voor de leerling.
Artikel 18. Tweede afzetadres
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is vervoer van school naar de geregistreerde buitenschoolse opvang of een door ouders aangewezen tijdelijke instelling, welke niet wordt aangemerkt als de woning waar de leerling structureel verblijft, mogelijk als:
- a.
het adres hiervan binnen de gemeentegrenzen gelegen is; en
- b.
het verblijf op dit adres een structureel karakter heeft.
Artikel 19. Vervoerstraining
Het college kan, naast een vervoersvoorziening, ook een vervoerstraining inzetten ter versterking van de zelfredzaamheid van de leerling, waardoor deze na de training niet langer zal zijn aangewezen op een vervoersvoorziening, of door de training gebruik leert te maken van een goedkopere vervoersvoorziening.
Artikel 20. Vervoersvergoeding voor de leerling
-
1. Het college bepaalt de hoogte van de te verstrekken vervoersvoorziening in de vorm van een vervoersvergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer en houdt daarbij rekening met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden.
-
2. Als aanspraak bestaat op een vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders de vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets van het woonadres naar de school.
-
3. De kilometervergoeding voor het afleggen van de afstand per fiets bedraagt de helft van de belastingvrije vergoeding, naar boven afgerond op een hele cent.
-
4. Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college na overleg met de ouders een vergoeding verstrekken voor een (elektrische) fiets.
Artikel 21. Vervoersvergoeding voor de begeleider
-
1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling, die een school bezoekt en daarvoor recht heeft op een vervoersvergoeding op grond van deze verordening, een vergoeding van de kosten van het openbaar vervoer of het vervoer per fiets van een begeleider van de leerling als:
- a.
de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft jonger dan negen jaar is;
- b.
de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft ouder dan negen jaar is en naar het oordeel van het college voldoende is aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
- a.
-
2. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor vergoeding in aanmerking.
-
3. Bij de vergoeding van de kosten van het openbaar vervoer houdt het college rekening met de kortingen die voor de begeleider binnen het systeem kunnen gelden.
-
4. De kilometervergoeding voor de fiets bedraagt de helft van de belastingvrije vergoeding, naar boven afgerond op een hele cent.
-
5. Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college na overleg met de ouders een vergoeding verstrekken voor een (elektrische) fiets of bakfiets.
Artikel 22. Vervoersvergoeding op basis van de kosten van door de ouders georganiseerd vervoer
-
1. Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college de ouders vragen of op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren, als dit leidt tot een goedkoper vervoersalternatief.
-
2. De vergoeding voor het door ouders zelf georganiseerde vervoer bestaat uit een kilometervergoeding voor de eigen auto op basis van het belastingvrije kilometerbedrag per kilometer, gebaseerd op twee retourreizen per dag.
-
3. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto voor de rit en niet per leerling.
-
4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die voor het vervoer al een vergoeding van het college ontvangen, wordt door het college geen vergoeding verstrekt.
-
5. Als ouders in samenwerking met andere ouders besluiten zelf een vervoersvoorziening te organiseren, kan het college, in afwijking van het tweede lid, een bijzonder kostendekkend tarief hanteren, als dit leidt tot een goedkoper vervoersalternatief. Ouders blijven in dit geval zelf verantwoordelijk voor het vervoer van hun kind.
Artikel 23. Aangepast vervoer
Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer als:
- a.
aanspraak bestaat op een vergoeding zoals bedoeld in artikel 20 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, rekening houdend met wachttijden, overstaptijden en de duur van de reis met verschillende vormen van openbaar vervoer, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
- b.
aanspraak bestaat op een vergoeding zoals bedoeld in artikel 20 en openbaar vervoer ontbreekt;
- c.
aanspraak bestaat op een vergoeding op grond van artikel 21 en naar het oordeel van het college voldoende is aangetoond dat begeleiding van de leerling door de ouders of anderen uit hun netwerk onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden;
- d.
de leerling, naar het oordeel van het college, ook niet onder begeleiding in staat is van het openbaar vervoer gebruik te maken; of
- e.
dit leidt tot een goedkoper vervoersalternatief.
Artikel 24. Vergoeding andere passende vervoersvoorziening
Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college na overleg met de ouders een vergoeding verstrekken voor een andere passende voorziening, die goedkoper is dan of gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer.
Artikel 25. Drempelbedrag
-
1. Bij de verstrekking van een vervoersvoorziening betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen samen meer bedraagt dan het in artikel 4, zevende lid, van de Wet op het primair onderwijs genoemde bedrag van € 17.700,-, de op de zone-indeling van het openbaar vervoer gebaseerde kosten over de in artikel 9 bepaalde afstand van zes kilometer zelf. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de te verstrekken vervoersvergoeding of bij de verstrekking van aangepast vervoer bij de ouders in rekening gebracht.
-
2. Het in het eerste lid genoemde inkomensbedrag wordt jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-.
-
3. Op verzoek van ouders kan, bij een aantoonbare structurele inkomensdaling, in afwijking van het eerste lid, het actuele inkomen worden gehanteerd.
-
4. Dit artikel is niet van toepassing op gehandicapte leerlingen.
-
5. Dit artikel is niet van toepassing op kinderen die zelfstandig met de fiets of openbaar vervoer naar school reizen.
Artikel 26. Draagkrachtafhankelijke bijdrage
-
1. Bij de verstrekking van een vervoersvoorziening betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt die als gevolg van een keuze van de ouders verder is gelegen dan 20 kilometer van de woning, overeenkomstig artikel 4, elfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
-
2. De hoogte van het bedrag wordt berekend per gezin en is afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders. De bedragen van de eigen bijdrage per gezin per jaar per inkomenscategorie bedragen:
Inkomen in euro’s
Eigen bijdragen in euro’s
0 - 42.000
Nihil
42.000 – 50.000
185
50.000 – 58.000
815
58.000 – 65.000
1.520
65.000 – 74.500
2.230
74.500 – 81.500
2.990
81.500 – voor elke € 5.000 erbij
715
-
3. De inkomensbedragen, genoemd in het tweede lid, worden jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.
-
4. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden jaarlijks met ingang van 1 januari aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-.
-
5. Op verzoek van ouders kan, bij een aantoonbare structurele inkomensdaling, in afwijking van het tweede lid, het actuele inkomen worden gehanteerd.
-
6. Het drempelbedrag genoemd in artikel 25 kan tegelijk met de draagkrachtafhankelijke eigen bijdrage genoemd in het eerste lid worden opgelegd aan het gezin.
-
7. Dit artikel is niet van toepassing op gehandicapte leerlingen.
Artikel 27. Beslissing in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 28. Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.
Artikel 30. Intrekking oude regeling
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Woerden 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 31. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Woerden 2025
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Woerden in zijn openbare vergadering, gehouden op 19 juni 2025
De griffier,
mevrouw Fransje E.H.M. Backerra
De voorzitter,
mevrouw Monique M. Bonsen-Lemmers
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl