Delegatiebesluit Woo

De volgende bevoegdheden aan het college te delegeren, inclusief de bevoegdheid tot het nemen van voorbereidende besluiten en het verrichten van administratieve handelingen:

• a.

  het beslissen op aan de raad gerichte verzoeken op grond van de Wet open overheid, voor die verzoeken waarvan een deel van de gevraagde informatie niet enkel bij de raad of haar commissies berust;

• b.

  het aanwijzen van een contactpersoon als bedoeld in artikel 4.7 Wet open overheid;

• c.

  het beslissen op aan de raad gerichte verzoeken op grond van de Wet hergebruik van overheidsinformatie;

• d.

  het beslissen op aan de raad gerichte verzoeken op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

• e.

  het reageren op ingebrekestellingen en het vaststellen van verschuldigdheid en de hoogte van dwangsommen betreffende aanvragen of bezwaren die tot de bevoegdheid van de raad behoren (artikel 4:17 en 4:18 Algemene wet bestuursrecht);

• f.

  het verdagen van beslissingen op bij de raad ingediende aanvragen en bezwaar- en beroepschriften.

Voor de volgende zaken het college te machtigen, waarbij ondermachtiging toegestaan is:

• a.

  het doorzenden van een bezwaar- of beroepschrift waarover de raad onbevoegd is te beslissen en mededeling hiervan aan de indiener te doen (artikel 6:15 Algemene wet bestuursrecht);

• b.

  de vertegenwoordiging van de raad, het verrichten van voorbereidende handelingen, het opstellen van een verweerschrift en het voeren van verweer bij:

  • i.

    hoorzittingen inzake bedenkingen of zienswijzen;

  • ii.

    hoorzittingen van de commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • iii.

    hoorzittingen van Gedeputeerde Staten van Fryslân;

  • iv.

    hoorzittingen inzake publiekrechtelijke rechtsgedingen.hoorzittingen inzake

  • v.

    civielrechtelijke rechtsgedingen.

Voor de volgende zaken de griffier te mandateren, respectievelijk te machtigen:

• a.

  het beslissen op aan de raad gerichte verzoeken op grond van de Wet open overheid, voor die verzoeken waarvan de informatie enkel bij de raad of haar commissies berust;

• b.

  het door- of terugzenden van geschriften kennelijk bestemd voor een ander bestuursorgaan en mededeling daarvan aan de indiener te doen (artikel 2:3 Algemene wet bestuursrecht);

• c.

  het wijzigen van de agenda van de raad na voorlopige vaststelling door de Agendacommissie;

• d.

  het bevestigen van de ontvangst van aan de raad gerichte brieven;

• e.

  het beantwoorden van brieven aan de raad gericht, die uitsluitend mededelingen en informatie bevatten van feitelijke aard;

• f.

  het college de bij de raad beschikbare informatie te verschaffen die het college nodig heeft om de onder beslispunt 1 genoemde bevoegdheden uit te kunnen voeren.