Subsidieregeling Structuurversterking en vitalisering Noardwest-Fryslân

1. De te verlenen subsidie bedraagt maximaal 65% van de subsidiabele kosten van het project.

2. Het minimale aanvraagbedrag bedraagt € 162.500,-. Dit betekent dat de minimale totale kosten van het project € 250.000,- zijn.

3. Het maximale aanvraagbedrag bedraagt € 750.000,-

4. Het totale subsidieplafond bedraagt € 7.419.980,-. Er zijn 3 subsidieperiodes. De verdeling van het totale subsidieplafond over de 3 subsidieperiodes is als volgt:

Subsidieperiode 1 € 3.000.000,=

Subsidieperiode 2 € 2.350.000,=

Subsidieperiode 3 € 2.069.980,=

5. Om er voor te zorgen dat het effect van de regeling merkbaar is voor alle deelnemers van de Regio Deal is een minimumverdeling afgesproken.

• -

  Het grondgebied van gemeente Waadhoeke ontvangt minimaal 1.650.000,-

• -

  Het grondgebied van de gemeente Harlingen ontvangt minimaal 1.400.000,-

• -

  Het grondgebied van de gemeente Leeuwarden ontvangt minimaal 1.400.000,-

• Voor het resterende subsidiebudget zijn geen kaders opgenomen over waar dit moet landen. Dit hangt af van de kwaliteit van de projecten.

6. Als het budget van een periode op de eerste dag van de volgende periode nog niet is verbruikt, wordt het restant van het budget gevoegd bij het budget voor de volgende periode.

7. De aanvragen worden behandeld volgens een Tendersysteem. De subsidieaanvragen worden gewogen door middel van het toetsingskader, dat door het college wordt vastgesteld en gepubliceerd, waarbij er wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

• a.

  de mate waarin het initiatief een relatie heeft met de thema’s en doelen van de Regio Deal;

• b.

  de mate waarin het initiatief bijdraagt aan de leefbaarheid van kernen in de regio Noardwest-Fryslân en/of een regionaal gemeente overstijgend karakter heeft;

• c.

  de mate waarin het initiatief bijdraagt aan de lange termijn structuur in de regio Noardwest-Fryslân en er samenwerkingen worden opgezocht;

• d.

  de mate waarin het initiatief innovatief en/of experimenteel is.

8. Ten behoeve van de rangschikking worden maximaal 25 punten toegekend met de volgende maxima per criterium:

• a.

  7 punten voor het criterium bedoeld in lid 7 onder a;

• b.

  7 punten voor het criterium bedoeld in lid 7 onder b;

• c.

  7 punten voor het criterium bedoeld in lid 7 onder c;

• d.

  4 punten voor het criterium bedoeld in lid 7 onder d.

9. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld in de volgorde van de rangorde van aanvragen die het minimaal vereiste van 13 punten hebben gescoord.

10. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die even hoog zijn gerangschikt, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

1. De kosten ten behoeve van een activiteit waarvoor een onderzoek (zoals bijvoorbeeld een haalbaarheids- of archeologisch onderzoek) noodzakelijk is, kunnen naar het oordeel van het College voor subsidie in aanmerking komen. De kosten van onderzoek zijn subsidiabel tot een maximum van 20% van de totale projectkosten.

2. Eigen uren en uren voor de inhuur van personeel zijn subsidiabel tot een bedrag van 75% van de totale projectkosten.

3. Eigen uren en uren voor de inhuur van personeel zijn subsidiabel tot een bedrag van maximaal € 75,= per uur.

4. De kosten van de activiteiten die gemaakt worden tot en met 31 december 2028 zijn subsidiabel.

1. Aanvragen voor subsidie worden bij het College ingediend:

• a.

  voor subsidieperiode 1: van 1 augustus 2025 tot en met 3 oktober 2025 23.59 uur;

• b.

  voor subsidieperiode 2: van 1 december 2025 tot en met 23 januari 2026 23.59 uur;

• c.

  voor subsidieperiode 3: van 1 oktober 2026 tot en met 20 november 2026 23.59 uur.

2. Voor het indienen van een subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van het daarvoor bestemde en rechtsgeldig ondertekende digitaal aanvraagformulier, zoals die op de website van de gemeente Leeuwarden beschikbaar is gesteld;

3. In aanvulling op het bepaalde in artikel 10 van de ASV dienen bij een aanvraag om subsidieverlening de volgende stukken en gegevens te worden overgelegd:

• a.

  Een volledig projectplan, met daarin ten minste uitgewerkt:

  • •

    een volledige beschrijving van het project;

  • •

    met de op te leveren resultaten/producten en mijlpalen;

  • •

    borging van de continuïteit na afloop van de subsidieverstrekking;

  • •

    meetbare onderbouwing van het effect in de regio;

  • •

    projectplanning;

  • •

    de opzet van de projectorganisatie;

  • •

    een sluitende begroting en dekkingsplan.

• b.

  Een uittreksel van de Kamer van Koophandel waaruit blijkt wat de concernrelaties zijn;

• c.

  Een rechtsgeldig ondertekende cofinancieringsverklaring van de (co)financiers indien er sprake is van een samenwerking van rechtspersonen zoals vermeld in artikel 1 sub a van deze regeling;

• d.

  een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende de-minimisverklaring voor alle partners van het samenwerkingsverband per partner of gezamenlijk. Indien geen de-minimisverklaring kan worden overgelegd, dan wel als uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de van toepassing zijnde de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden, dan dient de aanvrager in plaats van een de-minimisverklaring een staatssteunanalyse te overleggen waaruit volgt dat subsidieverstrekking niet tot onrechtmatige steun volgens artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal leiden;

• e.

  een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende de-minimisverklaring of staatsteunanalyse waaruit blijkt dat in het geheel geen sprake is van staatssteun.

1. Subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat alle van overheidswege vereiste vergunningen voor de activiteit zijn verkregen.

2. De subsidie wordt verleend voor aanvragen die structuurversterkend zijn: Dit houdt in dat de activiteit blijvend, versterkend en ook omvangrijk is zoals is opgenomen in de toelichting bij dit artikel.

3. Het project richt zich op minimaal één van de thema’s die centraal staan. Dit zijn wonen, zorg en onderwijs.

4. Projecten dragen bij aan minimaal één van de volgende doelen die centraal staan in de Regio Deal:

• •

  Ontwikkelingsmogelijkheden en kansen voor jongeren;

• •

  Een gezonde leefomgeving;

• •

  Vitale kernen en dorpen;

• •

  Het aantrekkelijk houden van de regio;

• •

  Een goede bereikbaarheid.

1. Het projectresultaat dient fysiek dan wel digitaal te bezoeken te zijn. Als dat niet mogelijk is legt de aanvrager uit waarom dat niet mogelijk is.

2. Aanvrager deelt actief kennis van het project in de regio en daarbuiten. Zo kunnen goede ideeën opgeschaald worden naar andere delen van de regio of naar andere regio’s. In de aanvraag legt aanvrager uit hoe kennis wordt gedeeld.

3. De subsidieontvanger stuurt periodiek (ieder jaar) een voortgangsrapportage. Uit deze voortgangsrapportage moet duidelijk worden of de beoogde resultaten ook behaald worden.

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 ASV kunnen de volgende subsidieaanvragen in ieder geval geweigerd worden:

• a.

  aanvragen die niet voldoen aan het bepaalde in artikel 2 toepassingsbereik /doelstelling;

• b.

  aanvragen die minder dan 13 punten scoren bij de adviescommissie;

• c.

  aanvragen waarbij de bestuurstafel een negatief advies heeft gegeven;

• d.

  aanvragen die niet voldoen aan het bepaalde in de artikelen 5, 6 en 7 van deze regeling;

• e.

  aanvragen waarbij geen de-minimisverklaring is overgelegd, dan wel als uit de overlegde de-minimisverklaring blijkt dat de van toepassing zijnde de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden, dan wel uit de door de aanvrager aangeleverde staatssteunanalyse blijkt, dat er alleen rechtmatig steun verleend kan worden na aanmelding en goedkeuring door de Europese Commissie;

• f.

  aanvragen waarbij vergunningverlening niet haalbaar is;

• g.

  kosten die niet subsidiabel zijn zoals blijkt uit artikel 4 van de regeling.