Participatieverordening Zeewolde 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 15-07-2025

Intitulé

Participatieverordening Zeewolde 2025

De raad van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2025;

gehoord de oordeelsvormende avond d.d. 19 juni 2025 ;

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet, de artikelen 3.1, 2.4 en 3.4 van de Omgevingswet en de artikelen 10.7, 1 0.2 en 10.8 van het Omgevingsbesluit;

Besluit

vast te stellen de navolgende participatieverordening Zeewolde 2025:

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    beleid: gedragslijn, project, programma of plan van de gemeente om een bepaald doel te realiseren;

  • -

    bestuursorgaan: het bestuursorgaan dat bevoegd is, afhankelijk van de inhoud van het beleid of de taak is dat de gemeenteraad, het college of de burgemeester;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde;

  • -

    inspraak: de mogelijkheid die een bestuursorgaan inwoners en belanghebbenden biedt om hun mening te geven als bedoeld in artikel 150, tweede lid, van de Gemeentewet;

  • -

    inwoners: ingezetenen als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet;

  • -

    inwonersparticipatie: op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners en maatschappelijke partijen bij de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van beleid;

  • -

    maatschappelijke partijen: verenigingen, stichtingen, buurtcomités ondernemingen zonder winstoogmerk en andere organisaties die een collectief vormen en die tot doel hebben een actieve bijdrage te leveren aan de samenleving binnen de gemeente;

  • -

    uitdaagrecht: het recht van inwoners en maatschappelijke partijen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen als bedoeld in artikel 150, derde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen beleid of inwonersparticipatie plaatsvindt en ten aanzien van zijn eigen taken of om toepassing van het uitdaagrecht kan worden verzocht.

  • 2. Er vindt geen inwonersparticipatie of toepassing van het uitdaagrecht plaats als:

    • a.

      het om een lopend uitvoerings- of evaluatietraject of een ondergeschikte herziening van die trajecten of het beleid gaat;

    • b.

      inwonersparticipatie of toepassing van het uitdaagrecht bij of krachtens wettelijk voorschrift uitgesloten is;

    • c.

      de uitkomst van de inwonersparticipatie of de toepassing van het uitdaagrecht vanwege de spoedeisendheid niet kan worden afgewacht;

    • d.

      de verantwoordelijkheid van het betrokken bestuursorgaan voor kwetsbare groepen in de samenleving zwaarder moet wegen;

    • e.

      sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • f.

      het om interne aangelegenheden van de gemeente gaat;

    • g.

      het om de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet gaat;

Hoofdstuk 2 – Inwonersparticipatie

Artikel 3. Plan voor inwonersparticipatie

Het bestuursorgaan stelt voorafgaand aan de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van beleid een plan met het proces en de planning van de inwonersparticipatie op en maakt dit binnen 2 weken openbaar.

Artikel 4. Inspraak

Als een bestuursorgaan in het kader van de inwonersparticipatie voor inspraak kiest of als inspraak wettelijk verplicht is, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, tenzij het bestuursorgaan een ander proces vaststelt.

Artikel 5. Eindverslag inwonersparticipatie

Nadat inwonersparticipatie heeft plaatsgevonden stelt het bestuursorgaan een eindverslag van de inwonersparticipatie op en maakt dit binnen 2 weken openbaar.

Hoofdstuk 3 - Uitdaagrecht

Artikel 6. Verzoek toepassing uitdaagrecht

  • 1. Inwoners en maatschappelijke partijen kunnen bij het college een verzoek om toepassing van het uitdaagrecht indienen.

  • 2. Het verzoek bevat een omschrijving van de taak die de indiener voor ogen heeft, de reden dat de indiener het verzoek indient en het resultaat dat de indiener beoogt.

Artikel 7 . Beoordeling verzoek toepassing uitdaagrecht

  • 1. Het college zendt een ingediend verzoek door aan het bestuursorgaan dat bevoegd is om op het verzoek te reageren en informeert de indiener hierover.

  • 2. Onverminderd artikel 2, derde lid, wijst het bestuursorgaan een verzoek af als:

    • a.

      Het verzoek ziet op een taak waarvan de aard zich tegen toepassing van het uitdaagrecht verzet;

    • b.

      het verzoek in strijd is met door de gemeente vastgesteld beleid; of

    • c.

      het verzoek niet voldoet aan de in artikel 6, derde lid gestelde eisen.

  • 3. Het bestuursorgaan kan een verzoek afwijzen als:

    • a.

      het bestuursorgaan van oordeel is dat de taak met de toepassing van het uitdaagrecht niet beter wordt uitgevoerd of de kosten hoger zijn; of

    • b.

      als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde als bedoeld in paragraaf 2.1.1.1 van de Aanbestedingswet 2012 uitkomt.

  • 4. Het bestuursorgaan reageert binnen acht weken op het verzoek.

  • 5. Het bestuursorgaan kan deze termijn met vier weken verdagen.

  • 6. Het bestuursorgaan onderbouwt de reactie op het verzoek en maakt de reactie en de onderbouwing binnen twee weken openbaar.

Artikel 8. Uitvoering taak

Als het bestuursorgaan het verzoek om toepassing van het uitdaagrecht toewijst, maakt het met de indiener afspraken over:

  • a.

    het proces, het resultaat en de looptijd van de uitvoering van de taak;

  • b.

    het budget en de financieringswijze van de uitvoering van de taak;

  • c.

    het contact met het bestuursorgaan gedurende de uitvoering van de taak;

  • d.

    de stappen bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken en het tussentijds beëindigen van de uitvoering van de taak; en

  • e.

    de evaluatie van de uitvoering van de taak.

Hoofdstuk 4 – Slotbepalingen

Artikel 9. Participatieparagraaf

  • 1. Het college neemt elk jaar een paragraaf in de begroting op waarin de speerpunten voor participatie in het komend jaar benoemd worden en legt deze paragraaf ter besluitvorming aan de gemeenteraad voor.

  • 2. Het college neemt elk jaar een paragraaf in het jaarverslag op waarin het college verslag doet van de uitvoering van deze verordening en legt deze ter besluitvorming aan de gemeenteraad voor.

Artikel 10. Nadere regels college

Het college kan over inwonersparticipatie of het uitdaagrecht nadere regels vaststellen.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening. Het bestuursorgaan onderbouwt waarom het afwijkt.

Artikel 12. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Inspraakverordening Zeewolde 2008, vastgesteld op 25 september 2008 wordt ingetrokken.

  • 2. De Inspraakverordening Zeewolde 2008 blijft van toepassing op beleid waarvoor ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening reeds een inspraakprocedure op grond van die verordening was gestart.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Participatieverordening Zeewolde 2025.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in de openbare vergadering van 3 juli 2025

de griffier,

J. Kooij

de voorzitter,

A.M. Harmsma