Beleidsregels tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek gemeente Haarlemmermeer 2025

Artikel 2 Ambtshalve toekenning

• 1. Het college kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner door de Belastingdienst/Toeslagen is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat kalenderjaar toe.

• 2. Het college kent de vaste tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid ambtshalve toe aan het huishouden, indien:

  • a.

    het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen;

  • b.

    het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner door de Belastingdienst/Toeslagen is verstrekt;

  • c.

    op basis van de bij het college bekende gegevens het vermoeden bestaat dat het huishouden in aanmerking komt voor de tegemoetkoming;

  • d.

    zich geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de onderliggende wet- en regelgeving; en

  • e.

    de meestverdienende partner op de peildatum ingeschreven staat in de gemeente Haarlemmermeer.

• 3. Het college kent de vaste tegemoetkoming over de jaren 2026 en/of 2027 ambtshalve toe aan het huishouden, indien:

  • a.

    het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;

  • b.

    voor 2026 en/of 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;

  • c.

    op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;

  • d.

    er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het huishouden of de achterliggende wetten en

  • e.

    de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente Haarlemmermeer.

Artikel 3 Aanvraag op uitnodiging

• 1. Het college nodigt een huishouden uit om over 2025 een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming in te dienen indien:

  • a.

    het huishouden voor het kalenderjaar 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;

  • b.

    voor het kalenderjaar 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;

  • c.

    op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming en

  • d.

    de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente Haarlemmermeer.

• 2. Het college nodigt het huishouden uit om over 2026 en/of 2027 een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming in te dienen, indien:

  • a.

    het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;

  • b.

    voor 2026 en/of 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;

  • c.

    op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming en

  • d.

    de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente Haarlemmermeer.

Artikel 4 Aanvraag zelfmelder

• 1. Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het college.

• 2. Het college beoordeelt of de aanvrager, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdiener is.

• 3. Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.

• 4. Voor de beoordeling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort geldt:

  • a.

    Voor de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners mee;

  • b.

    Bij een vast inkomen wordt uitgegaan van het inkomen van beide fiscale - en toeslagpartners over de maand voorafgaand aan de aanvraag, omgerekend naar een jaarinkomen;

  • c.

    Bij een variabel inkomen wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen van de drie maanden voorafgaand aan de aanvraag, omgerekend naar een jaarinkomen;

  • d.

    Indien de definitieve aanslag inkomstenbelasting of beschikking toeslagen over het betreffende jaar beschikbaar is, wordt het daarop gebaseerde belastbaar inkomen gehanteerd.

• 5. Voor de beoordeling van het vermogen wordt de vermogensgrens van de zorgtoeslag gehanteerd, zoals die geldt per 1 januari van het betreffende jaar.

• 6. Een aanvraag voor de vaste tegemoetkoming voor een kalenderjaar binnen de regelingstermijn kan uiterlijk worden ingediend tot en met 31 december 2028.

TOEKENNING EN VERSTREKKING

Artikel 7 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

• 1. Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2025.

• 2. Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen met betrekking tot de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 en vervallen met ingang van 1 januari 2029.