Subsidieregeling Cultuur gemeente Heemskerk 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 15-07-2025

Intitulé

Subsidieregeling Cultuur gemeente Heemskerk 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: de Algemene subsidieverordening van de gemeente Heemskerk.

  • b.

    Raad: de gemeenteraad van Heemskerk.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk.

  • d.

    Cultuursubsidie: een jaarlijkse of eenmalige subsidie verleend op grond van deze subsidieregeling.

  • e.

    Subsidiebudget: het in de gemeentebegroting opgenomen budget voor het verlenen van subsidies in het kader van deze subsidieregeling.

  • f.

    Cultuurorganisatie: professionele organisatie of vrijwilligersorganisatie met een culturele doelstelling.

  • g.

    Professionele organisatie: organisatie die minimaal 2.0 fte beroepskrachten structureel in dienst heeft.

  • h.

    Vrijwilligersorganisatie: organisatie die geen of minder dan 2.0 fte beroepskrachten structureel in dienst heeft, waarbij de organisatie (vrijwel) uitsluitend draait op de inzet van vrijwilligers.

  • i.

    Culturele infrastructuur: het geheel van voorzieningen, organisaties, verenigingen en netwerken die nodig zijn om cultuur mogelijk te maken.

  • j.

    Amateurkunst: kunst die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, wordt bedreven.

  • k.

    Amateurkunstvereniging: een vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid die als kernactiviteit heeft het aanbieden van en/of gelegenheid geven tot het beoefenen van amateurkunst.

  • l.

    Kernactiviteit: de kunstuiting waarvoor de vereniging of stichting is opgericht, vastgelegd in de statuten.

  • m.

    Actieve leden: leden van de amateurkunstvereniging die contributie betalen, daadwerkelijk en op frequente basis deelnemen aan de kernactiviteit(en) en niet in loondienst zijn van de amateurkunstvereniging.

  • n.

    Jeugd- of jongvolwassen lid: actief lid in de leeftijd tot en met 27 jaar.

  • o.

    Volwassen lid: actief lid in de leeftijd van 28 jaar en ouder.

  • p.

    Beleidsplan Cultuur en Erfgoed: het beleidsplan Cultuur en Erfgoed 2025 e.v. ‘Levendig en karakteristiek Heemskerk II’.

  • q.

    Indirecte kosten: kosten die niet rechtstreeks aan een specifieke activiteit of project zijn toe te wijzen, maar wel nodig zijn voor de uitvoering ervan. Denk bijvoorbeeld aan huisvestingskosten, administratiekosten, management, ICT ondersteuning.

Artikel 1.2 Doel, reikwijdte en subsidieplafonds

  • 1. Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op het verlenen van (meer)jaarlijkse en eenmalige cultuursubsidies voor activiteiten die aantoonbaar een bijdrage leveren aan de opgaven in het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed. Deze opgaven zijn:

    • I.

      iedereen doet aan cultuur: cultuurparticipatie door zoveel mogelijk inwoners;

    • II.

      jong geleerd is oud gedaan: ondersteunen van cultuureducatie op de scholen en buitenschoolse culturele activiteiten voor de jeugd;

    • III.

      Buitenmuseum Heemskerk: beschermen en zichtbaar maken van materieel en immaterieel erfgoed en kunst in de openbare ruimte

  • 2. Alleen stichtingen of verenigingen zonder winstoogmerk die gevestigd zijn in Heemskerk dan wel gevestigd zijn in de regio (Kennemerland) en hun activiteiten volledig of grotendeels in Heemskerk (of voor de inwoners van Heemskerk) uitvoeren, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie in het kader van deze subsidieregeling.

  • 3. De raad kan binnen het subsidiebudget afzonderlijke subsidieplafonds vaststellen.

Artikel 1.3 Algemene criteria en verplichtingen cultuursubsidies

Naast de bepalingen in de ASV zijn de volgende algemene criteria van toepassing op het verlenen van cultuursubsidies:

  • a.

    Toegankelijkheid: activiteiten waarvoor cultuursubsidie wordt verleend moeten in beginsel voor alle inwoners van Heemskerk openstaan.

  • b.

    Noodzakelijkheidscriterium: cultuursubsidie wordt uitsluitend verleend als door de aanvrager wordt aangetoond dat deze noodzakelijk is om haar kernactiviteit(en), dan wel de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, te kunnen uitvoeren of realiseren. Hierbij wordt bekeken of de aanvrager naar het oordeel van het college over onvoldoende eigen middelen beschikt (of kan beschikken) om haar (kern)activiteit(en) te kunnen uitvoeren zonder subsidie.

  • c.

    Eigen financiële bijdragen: de aanvrager moet aantonen in hoeverre eigen (organisatie)middelen, contributies, donaties, financiële bijdragen van deelnemers en/of bezoekers dan wel andere inkomsten worden ingezet voor de uitvoering of realisering van haar kernactiviteit(en), dan wel de activiteit(en) waarvoor cultuursubsidie wordt aangevraagd. Uitgangspunt daarbij is dat zowel van de organisatie zelf als van leden, deelnemers en/of bezoekers een reële eigen bijdrage wordt gevraagd, zulks naar oordeel van het college.

  • d.

    Voldoende draagvlak en tegengaan versnippering: Subsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten die een toegevoegde waarde hebben voor de gemeenschap in Heemskerk en niet leiden tot verdubbeling of versnippering (‘meer van hetzelfde’), zulks naar oordeel van het college.

  • e.

    Voorliggende voorzieningen: indien activiteiten naar het oordeel van het college in aanmerking kunnen komen voor een subsidie in het kader van een andere subsidieregeling of fonds, dan gelden de andere regelingen of fondsen als voorliggende voorziening ten opzichte van deze subsidieregeling.

  • f.

    Als naar oordeel van het college niet voldoende wordt onderbouwd hoe de activiteit(en) van de aanvrager bijdragen aan de opgaven, zoals genoemd in artikel 1.2, lid 1 van deze subsidieregeling, kan de subsidie op grond van artikel 14, lid 2 onder b van de ASV worden geweigerd. Dit geldt voor alle individuele onderdelen van de via de aanvraag ingediende activiteiten.

Hoofdstuk 2 Nadere bepalingen jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur

Artikel 2.1 Jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur

  • 1. De jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur zijn bedoeld om een sterke infrastructuur in Heemskerk in stand te houden op het gebied van cultuur. De te subsidiëren activiteiten moeten naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage leveren aan de opgaven in het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed.

  • 2. De jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur wordt verleend als financiële bijdrage in de niet door andere inkomsten gedekte kosten van de betreffende activiteit(en) van de cultuurorganisatie en wordt door het college beoordeeld en bepaald aan de hand van de door de aanvrager ingediende activiteitenbegroting.

  • 3. De in de activiteitenbegroting op te nemen kosten dienen direct verbonden te zijn aan de uitvoering van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Eventuele indirecte kosten mogen alleen in de activiteitenbegroting worden opgenomen indien en voor zover deze in redelijkheid toerekenbaar zijn aan de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zulks naar oordeel van het college.

  • 4. De organisaties die in aanmerking kunnen komen voor de jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur zijn onder te verdelen in twee categorieën:

    • a.

      Categorie professionele organisaties met een culturele doelstelling, actief in de gemeente Heemskerk, die een steunfunctie vervullen voor het culturele veld, verbinding zoeken en stimuleren tussen cultuur en organisaties uit andere werkvelden en daarnaast een eigen cultuuraanbod hebben.

    • b.

      Categorie vrijwilligersorganisaties met een culturele doelstelling, actief in Heemskerk, die naar het oordeel van het college een wezenlijke bijdrage leveren aan het culturele leven van Heemskerk.

Artikel 2.2 Jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur, categorie professionele organisaties

Een professionele cultuurorganisatie kan in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur als zij naar het oordeel van het college voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    De organisatie streeft aantoonbaar naar inclusie en het bereiken van een brede en diverse groep deelnemers/bezoekers (in onder andere leeftijd) van haar aanbod en richt zich ook op ouderen/kwetsbare doelgroepen;

  • b.

    De organisatie werkt samen met partijen binnen en buiten het culturele veld, waaronder in ieder geval maatschappelijke organisaties en het onderwijs;

  • c.

    De organisatie is aantoonbaar bezig met vernieuwing;

  • d.

    De organisatie maakt haar activiteiten/bezigheden goed zichtbaar voor de inwoners van Heemskerk;

  • e.

    De organisatie heeft een jaarplan waarin vastgelegd wordt welke resultaten zij nastreeft.

Artikel 2.3 Jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur, categorie vrijwilligersorganisaties

  • 1. Een vrijwilligersorganisatie kan in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur als zij naar het oordeel van het college voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De organisatie streeft aantoonbaar naar inclusie en het bereiken van een brede en diverse groep deelnemers/bezoekers (in o.a. leeftijd) van haar aanbod;

    • b.

      De organisatie werkt samen met partijen binnen en buiten het culturele veld;

    • c.

      De organisatie is aantoonbaar bezig met vernieuwing;

    • d.

      De organisatie maakt haar activiteiten/bezigheden goed zichtbaar voor de inwoners van Heemskerk.

  • 2. De voorwaarden zoals omgeschreven in lid 1 worden door het college beoordeeld op basis van de aard en omvang van de activiteiten waar de jaarlijkse subsidie voor wordt aangevraagd.

  • 3. Het college kan aan het verlenen van jaarlijkse subsidies in het kader van dit artikel aanvullende verplichtingen verbinden aangaande het deelnemen aan een platform/netwerk voor kennisdeling, innovatie en kruisbestuiving op gebied van cultuur.

  • 4. De jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur ten behoeve van lokale publieke media wordt uitsluitend toegekend aan de organisatie die door het Commissariaat voor de Media is aangewezen als lokale publieke media-instelling van de gemeente Heemskerk. De subsidieverlening vindt plaats onder voorbehoud van de beschikbaarheid van middelen voor de lokale publieke omroep uit het gemeentefonds.

Artikel 2.4 Aanvragen jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur

  • 1. De aanvraag om in aanmerking te komen voor de jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur moet worden ingediend overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 4 van de ASV.

  • 2. Aanvullend dient het formulier Format jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur te worden ingediend waarin de aanvrager aantoont hoe zij bijdraagt aan de opgaven uit het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed en aangeeft hoe en in hoeverre zij voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals bepaald in artikel 2.2 of 2.3 van deze subsidieregeling. Dit formulier is te downloaden op de website van de gemeente.

Artikel 2.5 Verdeelregels jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur

Indien door het toekennen van de jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur vanuit een subsidiebudget waarvoor een subsidieplafond is vastgesteld, het subsidieplafond dreigt te worden overschreden, past het college een zodanige generieke korting toe op de toe te kennen bedragen, zodat overschrijding van het subsidieplafond wordt voorkomen.

Hoofdstuk 3 Nadere bepalingen jaarlijkse subsidies amateurkunst

Artikel 3.1 Jaarlijkse subsidies amateurkunst

  • 1. Een jaarlijkse subsidie voor amateurkunst is bedoeld als financiële bijdrage in de jaarlijkse onkosten van de kernactiviteit(en) van een amateurkunstvereniging. Amateurkunstverenigingen kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk indien:

    • a.

      de amateurkunstvereniging is gevestigd in Heemskerk en haar activiteiten uitvoert in Heemskerk;

    • b.

      de amateurkunstvereniging actieve leden heeft die woonachtig zijn in de gemeente Heemskerk;

    • c.

      de amateurkunstvereniging op 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidieaanvraag wordt ingediend, tenminste 10 actieve leden heeft;

    • d.

      de amateurkunstvereniging naar het oordeel van het college in te delen is in één van de vier categorieën zoals bepaald in artikel 3.2 van deze regeling.

  • 2. De amateurkunstvereniging die in aanmerking komt voor een subsidie amateurkunst verzorgt tenminste éénmaal per jaar een openbare uitvoering / presentatie in de gemeente Heemskerk.

  • 3. De bepalingen in dit hoofdstuk zijn overeenkomstig van toepassing op stichtingen waarvan de kernactiviteit van de stichting het beoefenen van amateurkunst is en waarbij inwoners actief deelnemen aan activiteiten van de stichting en daarvoor een vaste jaarlijkse of maandelijkse financiële bijdrage betalen aan de stichting.

  • 4. Organisaties die een jaarlijkse subsidie ontvangen in het kader van de culturele infrastructuur, zoals nader bepaald in hoofdstuk 2, komen niet tevens in aanmerking voor de jaarlijkse subsidie voor amateurkunst zoals omschreven in dit hoofdstuk.

Artikel 3.2 Categorie indeling jaarlijkse subsidies amateurkunst

  • 1. Categorie Instrumentale muziek: een amateurkunstvereniging wordt voor de berekeningsgrondslag voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst ingedeeld in de categorie Instrumentale muziek indien de kernactiviteit(en) van de amateurkunstvereniging naar het oordeel van het college primair is/zijn gericht op het maken van muziek via het bespelen van instrumenten in groepsverband.

  • 2. Categorie Zangkunst: een amateurkunstvereniging wordt voor de berekeningsgrondslag voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst ingedeeld in de categorie Zangkunst indien de kernactiviteit(en) van de amateurkunstvereniging naar het oordeel van het college primair is/zijn gericht op het zingen in groepsverband.

  • 3. Categorie Toneelkunst: een amateurkunstvereniging wordt voor de berekeningsgrondslag voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst ingedeeld in de categorie Toneelkunst indien de kernactiviteit(en) van de amateurkunstvereniging naar het oordeel van het college primair is/zijn gericht op het toneelspelen in groepsverband.

  • 4. Categorie Beeldende kunst en overige kunstuitingen: een amateurkunstvereniging wordt voor de berekeningsgrondslag voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst ingedeeld in de categorie Beeldende kunst en overige kunstuitingen indien de kernactiviteit(en) van de amateurkunstvereniging naar het oordeel van het college niet kan worden ingedeeld in de categorieën zoals omschreven in het eerste, tweede of derde lid.

Artikel 3.3 Berekeningsgrondslag jaarlijkse subsidies amateurkunst

  • 1. De hoogte van de jaarlijkse subsidie amateurkunst wordt bepaald:

    • a.

      aan de hand van de categorie-indeling van de amateurkunstvereniging zoals bedoeld in artikel 3.2 van deze regeling; en

    • b.

      op basis van het aantal actieve leden dat per 1 september van het jaar voorgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd staat geregistreerd in de ledenadministratie van de vereniging. Alleen actieve leden die woonachtig zijn in de gemeente Heemskerk tellen daarbij mee.

  • 2. Voor elke categorie geldt een maximaal subsidiebedrag per jaar, zoals opgenomen in lid 3 van dit artikel.

  • 3. Het jaarlijkse subsidiebedrag wordt berekend op basis van de ledenbedragen per Heemskerks lid, zoals vastgelegd in onderstaande tabel:

    Categorie

    per jeugd- of jongvolwassen lid

    per volwassen lid

    maximale subsidie

    Instrumentale muziek

    € 85,63

    € 62,62

    € 2.850

    Toneelkunst

    € 57,12

    € 34,27

    € 1.708

    Zangkunst

    € 51,35

    € 28,61

    € 1.708

    Beeldende kunst en overige kunstuitingen

    € 34,27

    € 11,43

    € 566

    Tabel 1 Peildatum 1 september 2025 (tarieven t.b.v. subsidiejaar 2026, onder voorbehoud van vaststelling jaarlijks indexeringspercentage door de gemeenteraad bij vaststelling van de Perspectiefnota 2026)

  • 4. Jaarlijks worden de bovenstaande bedragen herzien aan de hand van het door de raad vastgestelde indexeringspercentrage voor subsidies voor het daaropvolgende begrotingsjaar. Deze geïndexeerde bedragen worden vóór 1 september gecommuniceerd via de gemeentelijke website.

  • 5. Het college kan steekproefsgewijs het door de vereniging opgegeven ledenaantal controleren door inzicht te vragen in de ledenadministratie van de vereniging. De vereniging dient hieraan haar medewerking te verlenen.

Artikel 3.4 Aanvragen jaarlijkse subsidie amateurkunst

  • 1. De aanvraag voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst moet, in afwijking van het bepaalde in artikel 12 lid 1 van de ASV, tussen 1 september en 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, elektronisch worden ingediend bij het college door middel van het webformulier op de website van de gemeente.

  • 2. Bij de aanvraag moet, naast de in te dienen gegevens zoals bepaald in artikel 11, lid 2 en 3 van de ASV, het formulier Format jaarlijkse subsidie amateurkunst worden ingediend. Dit formulier is te downloaden op de website van de gemeente. Overeenkomstig artikel 11, lid 4 ASV is een volledig ingevuld formulier voldoende voor de vereiste activiteitenomschrijving inclusief doelstellingen en resultaten zoals in lid 2 aanhef en sub a van de ASV omschreven.

  • 3. In het formulier zoals bedoeld in lid 2 wordt onder andere gevraagd naar de aantallen actieve leden van de amateurkunstvereniging. Dit ledenoverzicht in het formulier moet voldoen aan de volgende vereisten:

    • a.

      het ledenoverzicht vermeldt het aantal in de verenigingsadministratie geregistreerde - en in de gemeente Heemskerk woonachtige - actieve leden op de peildatum 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;

    • b.

      de in het ledenoverzicht opgenomen aantallen actieve leden zijn onderverdeeld in het aantal:

      • i.

        jeugd- en jongvolwassen leden (tot en met 27 jaar op de peildatum 1 september);

      • ii.

        volwassen leden (28 jaar en ouder op de peildatum 1 september).

Artikel 3.5 Verdeelregels jaarlijkse subsidies amateurkunst, toepassen generieke korting

Indien voor de jaarlijkse subsidies amateurkunst een subsidieplafond is vastgesteld en voor zover het toekennen van de jaarlijkse subsidies amateurkunst zal leiden tot overschrijding van het voor deze subsidies vastgestelde subsidieplafond, dan past het college een zodanige generieke korting toe op de bedragen genoemd in de tabel in artikel 3.3 van deze regeling dat overschrijding van het subsidieplafond wordt voorkomen.

Hoofdstuk 4 Nadere bepalingen eenmalige cultuursubsidies

Artikel 4.1 Eenmalige cultuursubsidie

Een eenmalige cultuursubsidie wordt verleend als financiële bijdrage voor activiteiten, niet zijnde de (kern)activiteiten zoals bedoeld in hoofdstuk 3 en niet zijnde activiteiten waarvoor organisaties subsidie ontvangen in de culturele infrastructuur zoals bedoeld in hoofdstuk 2, die naar het oordeel van het college een aantoonbare bijdrage leveren aan de realisatie van één van de, of meerdere opgaven uit het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed, zoals genoemd in artikel 1.2 van deze regeling.

Artikel 4.2 Nadere bepalingen eenmalige cultuursubsidie

  • 1. Eenmalige cultuursubsidies zoals geregeld in dit hoofdstuk worden verleend:

    • a.

      voor activiteiten met een incidenteel karakter waarmee een impuls wordt gegeven aan het culturele leven of aanbod in Heemskerk, dan wel voor activiteiten die als experiment, proeftuin of project zijn aan te duiden;

    • b.

      voor een termijn van maximaal twee jaar. Eenmalige cultuursubsidies kunnen maximaal één keer worden verlengd, mits de totale subsidieperiode de maximale termijn van twee jaar niet overschrijdt.

  • 2. De activiteit dient uitgevoerd te worden dan wel feitelijk te starten in het kalenderjaar waarin de subsidie wordt verleend.

  • 3. De eenmalige cultuursubsidie wordt verleend als bijdrage in de kosten van de betreffende activiteit, voor zover deze niet door andere inkomsten worden gedekt. Dit wordt bepaald op basis van de door de aanvrager ingediende activiteitenbegroting.

  • 4. Kosten verbonden aan de inkoop/verstrekking van consumpties, alsmede reis- en verblijfkosten komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 5. Bij de voorbereiding en uitvoering van de activiteit wordt door de subsidieaanvrager nauw samengewerkt met minimaal één Heemskerkse of regionale organisatie in de cultuursector en/of het sociaal domein. Met nauwe samenwerking wordt in ieder geval bedoeld dat iedere betrokken partij:

    • a.

      zich committeert aan de beoogde resultaten van de activiteit waarvoor de eenmalige cultuursubsidie wordt aangevraagd; en

    • b.

      een actieve bijdrage levert aan de voorbereiding en uitvoering van de activiteit.

  • 6. Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 5 indien de activiteit uitsluitend tot doel heeft nieuwe leden te werven voor haar amateurkunstvereniging middels promotie dan wel een kennismakings- en/of wervingsprogramma. De eenmalige subsidie wordt voor dat geval gemaximeerd op € 500,-.

  • 7. De organisatie maakt haar activiteit/project goed zichtbaar voor de inwoners van Heemskerk aan de hand van een promotie- en/of communicatieplan.

  • 8. De activiteit is aantoonbaar vernieuwend of draagt bij aan vernieuwing/verandering/verbreding in het culturele veld.

  • 9. Een eenmalige cultuursubsidie wordt uitsluitend verleend voor activiteiten die onderscheidend zijn, een toegevoegde waarde hebben voor de gemeenschap in Heemskerk en niet leiden tot verdubbeling of versnippering (‘meer van hetzelfde’), zulks naar oordeel van het college.

  • 10. Voorts kan het college aan het verlenen van een cultuursubsidie de volgende verplichtingen verbinden:

    • a.

      dat bij alle communicatie-uitingen die betrekking hebben op de activiteit(en) waarvoor een cultuursubsidie is verleend, via naamsvermelding en/of het gebruik van het gemeentelogo vermeld wordt dat de betreffende activiteit(en) mede mogelijk zijn gemaakt door een bijdrage van de gemeente Heemskerk;

    • b.

      dat de organisatie zich presenteert aan een Heemskerks publiek, bijvoorbeeld via demo’s, clinics, publieke optredens en dergelijke;

    • c.

      overige verplichtingen die strekken tot het realiseren of nastreven van gemeentelijke beleidsdoelen vastgelegd in het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed.

Artikel 4.3 Aanvragen eenmalige cultuursubsidies

  • 1. De aanvraag van een eenmalige cultuursubsidie moet minimaal 8 weken voor de start van de activiteit elektronisch worden ingediend bij het college door middel van het webformulier op de website van de gemeente.

  • 2. Bij de aanvraag moet, naast de in te dienen gegevens zoals bepaald in artikel 11, lid 2 en 3 van de ASV, waaronder activiteitenplan, begroting en jaarrekening, via het formulier Format eenmalige cultuursubsidie, te downloaden op de website van de gemeente, tevens informatie worden verstrekt over:

    • a.

      hoe de activiteit aantoonbaar een bijdrage levert aan de realisatie van één van de, of meerdere opgaven uit het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed;

    • b.

      het beoogde bereik van ofwel beoogd aantal unieke deelnemers aan de activiteit;

    • c.

      de organisatie(s) in de cultuur en/of het sociaal domein waarmee nauw wordt samengewerkt, met daarbij ook een nadere beschrijving van de aard van die samenwerking;

    • d.

      de manier waarop de organisator van plan is haar activiteit(en) zichtbaar te maken;

    • e.

      in welke opzichten de activiteit vernieuwend is of bijdraagt aan vernieuwing/verandering/verbreding in het culturele veld;

    • f.

      de inspanningen die zijn of worden verricht voor het verwerven van financiering voor de activiteit via sponsoring, particuliere en/of goede doelen-fondsen, subsidieregelingen van andere overheden, crowdfunding et cetera, en welke resultaten dat (eventueel naar verwachting) oplevert.

Artikel 4.4 Verdelingscriteria eenmalige cultuursubsidies

  • 1. Indien voor de eenmalige cultuursubsidies een subsidieplafond is vastgesteld en voor zover het toekennen van subsidieaanvragen, op volgorde zoals bedoeld in lid 2, leidt tot overschrijding van het subsidieplafond, worden deze subsidieaanvragen op grond van artikel 4:25, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht geweigerd.

  • 2. Het toekennen van de eenmalige cultuursubsidies vindt plaats op volgorde van het tijdstip waarop de subsidieaanvraag via het webformulier op de gemeentelijke website is ingediend en voldoet aan alle vereisten in artikel 4.3 van deze subsidieregeling.

Hoofdstuk 5 Nadere bepalingen waarderingssubsidie voor jubilea

Artikel 5.1 Waarderingssubsidie voor jubilea

Een waarderingssubsidie, zoals bedoeld in artikel 8 van de ASV, wordt eenmalig verleend aan een cultuurstichting of amateurkunstvereniging, gevestigd in Heemskerk, die een jubileum viert in het kader van het 25-, 50-, 75-, 100- of 125-jarig bestaan van de stichting of vereniging.

Artikel 5.2 Aanvraag waarderingssubsidie voor jubilea

  • 1. Een waarderingssubsidie voor een jubileum moet worden aangevraagd in het jaar waarin het jubileum wordt gevierd.

  • 2. Bij de aanvraag moeten gegevens of documenten worden toegevoegd waaruit blijkt dan wel waarin voldoende aannemelijk wordt gemaakt in welk jaar de stichting of vereniging is opgericht.

  • 3. Bij de aanvraag dient tevens het formulier Format jubileum subsidie worden ingediend. Dit formulier is te downloaden op de website van de gemeente.

Artikel 5.3 Hoogte waarderingssubsidie voor jubilea

De hoogte van de waarderingssubsidie voor jubilea is € 10,- voor elk jaar dat de stichting of vereniging bestaat.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het doel of de strekking van deze regeling dan wel het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6.2 Intrekking

De Subsidieregeling Cultuur gemeente Heemskerk 2023 wordt ingetrokken per 15 juli 2025.

Artikel 6.3 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 15 juli 2025 en is van toepassing op alle subsidieaanvragen die zijn bedoeld voor activiteiten na deze datum.

Artikel 6.4 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Cultuur gemeente Heemskerk 2025’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de B&W vergadering van 8 juli 2025.

burgemeester en wethouders van Heemskerk,

de secretaris,

de burgemeester,

Algemene en hoofdstukgewijze toelichting

Algemene toelichting

Algemeen subsidiekader

De algemene kaders voor de subsidieverlening in Heemskerk zijn door de gemeenteraad vastgelegd in de Algemene subsidieverordening (ASV). Het gaat daarbij om de algemene bepalingen over onder andere het aanvragen, verlenen, betalen, verantwoorden en vaststellen van door het college te verlenen subsidies. De ASV vormt daarmee de Heemskerkse invulling van de wettelijke subsidiekaders zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht.

Naast het juridisch kader van de ASV stelt de gemeenteraad ook de beleidsinhoudelijke (de beleidsplannen) en de financiële kaders (de gemeentebegroting) vast voor de subsidieverlening. Met deze drie kaders bepaalt de raad voor welke beleidsdoeleinden, welke middelen beschikbaar zijn en via welke regels deze middelen voor subsidie kunnen worden ingezet door het college.

Subsidie = uitvoering van beleid

Het verlenen van subsidies is dan ook een van de uitvoeringsinstrumenten van het college om de door de raad vastgelegde beleidsdoelen en maatschappelijke effecten, samen met de subsidie ontvangende organisaties, te realiseren. Om dat uitvoeringsinstrument gericht en effectief te kunnen inzetten, heeft de raad in de ASV (artikel 3, lid 2) bepaald dat het college nadere subsidieregels, ofwel subsidieregelingen, kan vaststellen. Deze subsidieregelingen bevatten de nadere uitwerking binnen de door de raad bepaalde kaders voor een specifiek beleidsterrein, waarin onder andere de te subsidiëren activiteiten, doelgroepen en de verdeling van de door de raad in de begroting opgenomen subsidiemiddelen nader worden omschreven.

In deze subsidieregeling zijn de subsidieregels voor het cultuurbeleid van de gemeente nader uitgewerkt. Het inhoudelijk beleidskader voor deze subsidieregeling wordt gevormd door het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed 2025 e.v. ‘Levendig en karakteristiek Heemskerk II’, die op 27 februari 2025 door de gemeenteraad is vastgesteld.

Cultuursubsidies

Het verlenen van cultuursubsidies op basis van deze subsidieregeling is bovenal bedoeld om actieve en passieve manieren om kunst te beleven door de inwoners van Heemskerk te ondersteunen en te stimuleren.

Hiervoor is allereerst een sterke culturele infrastructuur nodig om in het cultuuraanbod voor inwoners te voorzien. De professionele organisaties zijn hierin een steunpilaar en verbinder voor de andere organisaties in het culturele veld. De organisaties samen vormen een sterke culturele infrastructuur die samenwerken binnen en buiten het culturele veld, een breed en divers publiek aanspreken, bezig zijn met vernieuwing en voor alle inwoners zichtbaar zijn. De subsidieverlening voor organisaties in de culturele infrastructuur is nader geregeld in hoofdstuk 2 van deze subsidieregeling.

Naast de organisaties in de culturele infrastructuur zijn de amateurkunstverenigingen van belang voor het culturele leven in Heemskerk. De subsidie voor de amateurkunst is bedoeld om amateurkunstverenigingen financieel te ondersteunen in hun reguliere amateurkunstaanbod voor de Heemskerkse inwoners. Actieve cultuurparticipatie van amateurkunst wordt op deze manier gestimuleerd. Tevens zijn amateurkunstverenigingen van onschatbare waarde voor het sociale klimaat in Heemskerk. De subsidieverlening voor amateurkunstverenigingen is nader geregeld in hoofdstuk 3 van deze subsidieregeling.

Verder zijn de eenmalige cultuursubsidies vanuit deze subsidieregeling bedoeld om een impuls te geven aan de opgaven uit het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed. Dit is nader geregeld in hoofdstuk 4 van deze subsidieregeling. Cultuurorganisaties worden uitgenodigd om nieuwe initiatieven te ontwikkelen, bijvoorbeeld voor nieuwe doelgroepen.

Toelichting per hoofdstuk

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Naast de begripsomschrijvingen zijn in dit hoofdstuk een aantal algemene zaken opgenomen. Zo is in artikel 1.2 van deze regeling bepaald dat de subsidies in het kader van deze regeling expliciet zijn bedoeld voor stichtingen of verenigingen zonder winstoogmerk die gevestigd zijn in Heemskerk dan wel gevestigd zijn in de regio Kennemerland (Midden en Zuid) en haar activiteiten volledig of grotendeels in Heemskerk (of voor de inwoners van Heemskerk) uitvoeren. Onder regio Kennemerland vallen in ieder geval deze gemeenten: Beverwijk, Heemskerk en Velsen, Castricum, Uitgeest, Bloemendaal, Haarlem, Heemstede, Zandvoort. Voorts zijn in artikel 1.3 de algemene uitgangspunten voor subsidieverlening opgenomen. Hierin wordt benadrukt dat het van belang is dat de aanvrager aantoont hoe de activiteit bijdraagt aan de opgaven uit het beleidsplan. Deze bewijslast ligt bij de aanvrager.

Hoofdstuk 2 Nadere bepalingen jaarlijkse subsidies culturele infrastructuur

In dit hoofdstuk is geregeld dat cultuurorganisaties die met hun activiteiten een wezenlijke bijdrage leveren aan het culturele leven en de culturele infrastructuur in Heemskerk hiervoor een financiële bijdrage kunnen ontvangen. Zij vormen, samen met de amateurkunstverenigingen, het basisaanbod op gebied van cultuur in Heemskerk en zijn gericht op het uitvoeren dan wel realiseren van het gemeentelijk cultuurbeleid.

Culturele organisaties die in aanmerking kunnen komen voor een jaarlijkse subsidie culturele infrastructuur zijn onder te verdelen in twee categorieën: professionele organisaties en vrijwilligersorganisaties. De reden voor deze verdeling is dat van een professionele organisatie meer verwacht kan worden omdat zij meer middelen en kennis in huis heeft. Een vrijwilligersorganisatie draait op de kracht van vrijwilligers en is daardoor kwetsbaarder. Van de professionele organisaties stellen we daarom de voorwaarde dat zij een actief ondersteuningsaanbod hebben in het culturele veld van Heemskerk en samen met de partners in het culturele werkveld een platform of netwerk organiseren voor kennisdeling, innovatie en kruisbestuiving op gebied van cultuur. Aan de vrijwilligersorganisaties in de culturele infrastructuur kan de verplichting worden gesteld dat zij deelnemen aan dit platform/netwerk. De professionele organisaties zijn op deze manier een steunpilaar en verbinder voor de andere organisaties in het culturele veld. Ook zoeken en stimuleren de professionele organisaties de verbinding van cultuur met andere werkvelden zoals het sociaal domein, de sport of het lokale bedrijfsleven. Met de professionele organisaties worden tevens prestatieafspraken gemaakt.

Bovendien moeten culturele organisaties die in aanmerking willen komen voor een jaarlijkse subsidie in de categorie vrijwilligersorganisatie of professionele organisatie aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden komen voort uit de opgaven uit het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed. Cultuurparticipatie van inwoners in Heemskerk kan namelijk worden vergroot als het cultuuraanbod goed zichtbaar is, een organisatie haar activiteiten vernieuwt en daarbij wordt gestreefd naar inclusie en het bereiken van een brede en diverse groep om nieuw publiek te bereiken en bestaand publiek opnieuw aan te spreken. Samenwerking versterkt deze elementen omdat kennis wordt gedeeld, activiteiten op elkaar worden afgestemd en nieuwe initiatieven kunnen ontstaan. Van belang is ook de samenwerking met organisaties in het sociaal domein om nieuwe doelgroepen te bereiken. Actief of passief deelnemen aan cultuur heeft tevens een sociaal aspect en kan daardoor bijdragen aan de mentale en fysieke gezondheid van de inwoners in Heemskerk.

De organisaties in de categorie professionele organisaties kunnen via de bepalingen in artikel 7 van de ASV in aanmerking komen voor een meerjaarlijkse subsidie.

Hoofdstuk 3 Nadere bepalingen jaarlijkse subsidies amateurkunst

In dit hoofdstuk is geregeld dat amateurkunstverenigingen jaarlijks financieel ondersteund kunnen worden in hun reguliere amateurkunstaanbod om actieve participatie van amateurkunst te stimuleren. Daarnaast zijn de amateurkunstverengingen van belang voor het sociale leven en welzijn van de inwoners van Heemskerk. De subsidie wordt daarbij gebaseerd op de aanname: hoe groter het aantal Heemskerkse leden, hoe groter de maatschappelijke betekenis. De jaarlijkse subsidie amateurkunst heeft dus het karakter van een ‘ledensubsidie’. Daar zijn wel enkele belangrijke differentiaties in aangebracht.

Enerzijds is een verdeling gemaakt in de vier categorieën instrumentale muziek, zangkunst, toneelkunst en beeldende kunst en overige kunstuitingen. De hoogte van het subsidiebedrag per Heemskerks lid is gedifferentieerd. Het bepalen van deze bedragen is een discretionaire bevoegdheid van het college. Uiteraard is bij deze bepaling onder andere gekeken naar de voor de betreffende amateurkunst benodigde faciliteiten en de daaraan verbonden kosten, het beschikbare budget voor amateurkunst en de hoogte van de subsidie die amateurkunstverenigingen de laatste jaren hebben ontvangen. Op basis hiervan is een afweging gemaakt en zijn ledenbedragen per categorie vastgesteld. Deze bedragen kunnen jaarlijks door het college worden aangepast zodat het college kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen en de beschikbare subsidiemiddelen zo optimaal mogelijk kan inzetten.

Anderzijds wordt ook gekeken naar de samenstelling van het ledenbestand. Actieve leden die behoren tot de doelgroep jeugd en jongvolwassenen worden bij de subsidieberekening hoger gewaardeerd dan de doelgroep volwassenen (28 jaar en ouder). Want: jong geleerd is oud gedaan. Daarnaast zijn jonge leden noodzakelijk voor continuïteit en het voortbestaan van een amateurkunstvereniging. De meeste leden bij amateurkunstverenigingen zijn volwassenen of senioren. De gemeente wil de amateurkunstverenigingen stimuleren meer jeugd en jongvolwassenen te werven.

De tot stand gekomen berekeningsgrondslag voor de jaarlijkse subsidies amateurkunst heeft hiermee een objectief karakter gekregen, terwijl tegelijk gedifferentieerd wordt naar het verschil in financiële draagkracht per categorie amateurkunst en verschil in doelgroepen. Belangrijk hierbij is dat deze ledensubsidie niet bedoeld is als dekking voor alle kosten van de amateurkunstvereniging maar als een generieke bijdrage in deze kosten.

Een voorwaarde voor het verlenen van een jaarlijkse subsidie amateurkunst is dat de vereniging zich minimaal één keer per jaar presenteert aan de inwoners van Heemskerk. Dit kan in de vorm zijn van een optreden, uitvoering, expositie etc. Deze presentatie moet openbaar toegankelijk zijn. Hiermee laat de vereniging zich actief zien aan de inwoners van Heemskerk, waardoor het cultuuraanbod zichtbaar is en ze tevens iets teruggeeft aan de gemeenschap.

Aanvragen voor een jaarlijkse subsidie amateurkunst kunnen uitsluitend worden ingediend in de maand september. Dit komt omdat de peildatum voor de ledenaantallen op 1 september is gesteld. Tegelijk schrijft de ASV voor dat aanvragen voor een jaarlijkse subsidie voor 1 oktober moeten worden ingediend.

Om een succesvolle subsidieaanvraag te kunnen indienen, worden hoge eisen gesteld aan de ledenadministratie van de amateurkunstvereniging. Een volledig en correct ledenoverzicht voor de subsidieaanvraag is op de eerste plaats belangrijk voor een juiste subsidieberekening en de rechtmatigheid van de subsidie. Maar daarnaast biedt dit ook veel uitgebreider inzicht in deelname aan de amateurkunst in Heemskerk.

Bij de verdeling van het voor de jaarlijkse subsidie amateurkunst beschikbare budget kan het voorkomen dat het totaalbedrag van alle aanvragen groter is dan het beschikbare budget. Als daarvoor een subsidieplafond is vastgesteld, dan is het college wettelijk verplicht een zodanig aantal aanvragen af te wijzen dat een budgetoverschrijding niet plaatsvindt. Om dat te voorkomen ziet het college zich in die situatie genoodzaakt om een generieke (voor alle aanvragers procentueel gelijke) korting toe te passen. Zo kunnen ondanks het begrensde subsidiebudget toch alle subsidieaanvragen (groten)deels worden gehonoreerd.

Hoofdstuk 4 Nadere bepalingen eenmalige cultuursubsidies

De cultuursubsidies in dit hoofdstuk zijn vooral gericht op het geven van een impuls aan de opgaven uit het Beleidsplan Cultuur en Erfgoed. Cultuurorganisaties worden met de subsidiemogelijkheden in dit hoofdstuk uitgenodigd om nieuwe culturele activiteiten te ontwikkelen. Zichtbaarheid, vernieuwing en samenwerking zijn hierbij een voorwaarde.

De cultuurparticipatie kan worden vergroot als cultuuractiviteiten beter zichtbaar zijn. Een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een eenmalige cultuursubsidie is dan ook een promotie- en/of communicatieplan om de activiteit goed zichtbaar te maken voor de inwoners.

Om een nieuw publiek te bereiken en bestaand publiek steeds opnieuw aan te spreken is vernieuwing in het culturele aanbod in Heemskerk van belang. Daarom is een voorwaarde voor een eenmalige cultuursubsidie dat een activiteit aantoonbaar vernieuwend is of bijdraagt aan vernieuwing/verandering/verbreding in het culturele veld. Bijvoorbeeld doordat ze nieuwe doelgroepen aanboren (via het ouderen- of jongerenwerk, zorginstellingen) of het cultuuraanbod verbreden.

Meer en betere samenwerking door cultuurorganisaties en verenigingen in het culturele veld onderling en met het sociaal domein is een belangrijke doelstelling in het gemeentelijk beleid. Samenwerking met verschillende partijen vergroot het draagvlak en de zichtbaarheid van een activiteit, stimuleert vernieuwing en kan hierdoor zorgen voor een grotere cultuurparticipatie van (nieuwe) doelgroepen. Het samenwerken met anderen is dan ook een vereiste om in aanmerking te komen voor een eenmalige cultuursubsidie. Met wie en op welke wijze er wordt samengewerkt en wat daarbij de beoogde inzet/bijdrage van een ieder is, dient in het Format eenmalige cultuursubsidie bij de subsidieaanvraag te worden beschreven. Uitzondering hierop is een eenmalige subsidie om meer leden te werven voor een amateurkunstvereniging.

De hoogte van de eenmalige cultuursubsidie wordt gebaseerd op de door de organisatie opgestelde activiteiten- of projectbegroting. Daarbij wordt ook nadrukkelijk rekening gehouden met de andere (mogelijke) inkomsten, bijdragen en fondsen, die als ‘voorliggend’ worden beschouwd. De eenmalige cultuursubsidie zal daarom niet hoger zijn dan het bedrag dat daadwerkelijk nodig is om de activiteiten of het project financieel mogelijk te maken.

De eenmalige cultuursubsidies in dit hoofdstuk hebben een eenmalig karakter en zijn dus gericht op een projectmatige aanpak van de organisatie. In de ASV is bepaald dat eenmalige subsidies voor een periode van maximaal 2 jaar worden verleend en maximaal één keer kunnen worden verlengd, mits de totale subsidieperiode daarmee niet langer dan die 2 jaar wordt. Indien de organisatie het project of de ontwikkelde activiteit na de subsidieperiode wil doorzetten zal het moeten worden opgenomen in het reguliere aanbod van de cultuurorganisatie, dan wel in die van een partnerorganisatie waarmee nauw is samengewerkt. De activiteit zal dan voortaan bekostigd moeten worden uit de reguliere middelen van de organisatie. Op deze manier blijven de eenmalige cultuursubsidie budgetten beschikbaar voor nieuwe en vernieuwende initiatieven.

Hoofdstuk 5 Nadere bepalingen waarderingssubsidies voor jubilea

In dit hoofdstuk is een regeling getroffen voor het verlenen van eenmalige cultuursubsidies als blijk van waardering voor de vele jaren waarin een vereniging of stichting uit het culturele veld een bijdrage heeft geleverd aan de Heemskerkse gemeenschap. De hoogte van deze ‘jubileumsubsidie’ wordt uitsluitend bepaald aan de hand van het aantal jaren dat de vereniging of stichting bestaat. Noch de omvang of de activiteiten van de vereniging of stichting, noch de aard van eventuele jubileumactiviteiten wegen daarbij mee. Dat betekent dat deze subsidie een waarderingssubsidie is zoals bedoeld in artikel 8 van de ASV.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Geen nadere toelichting.