Addendum op het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 15-07-2025

Intitulé

Addendum op het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025

“Addendum” op het Integraal Uitvoeringsprogramma 2025 en jaarverslag 2024 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Het college van Twenterand maakt bekend dat zij op 1 juli 2025 het ‘Addendum op het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025, inclusief jaarverslag 2024‘ heeft vastgesteld.

Reden

Jaarlijkse verplichting om een uitvoeringsprogramma voor VTH-taken vast te stellen en het voorgaande jaar middels een jaarverslag te evalueren. Middels deze vaststelling worden het definitieve jaarverslag van de Brandweer en de Omgevingsdienst Twente over 2024 hieraan toegevoegd

Inwerkingtreding en inzage

Het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025 is in werking getreden op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2024. Het ‘Addendum op het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025, inclusief jaarverslag 2024‘ is hier een toevoeging op en is in te zien via het digitale gemeenteblad dat te vinden is op www.overheid.nl en op de website van de gemeente Twenterand.

Geen bezwaar en beroep

Tegen dit ‘Addendum op het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2025, inclusief jaarverslag 2024’ staan geen bezwaar- en beroepsmogelijkheden open op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 3 Evaluatie 2024 en Prognose 2025

3.3 VTH – Brandveiligheid

Het toetsen aan de normen brandveiligheid bij bouw en de organisatie van evenementen is voor zover van toepassing een taakonderdeel van het team Omgeving, specialisatie Bouw. Daarbij wordt, waar het specifiek gaat om woningen, getoetst door de vakspecialist Bouw en waar het gaat om bouwwerken binnen de categorie ‘Publiek’ (scholen, zorg etc.) en bedrijven de toets overgedragen aan de specialisten van de Brandweer Twente. Bij evenementen is in veel gevallen een combinatie gebruikelijk.

Brandweer Twente (hierna: de Brandweer) is tevens belast met de taakuitvoering op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid. De gemeente Twenterand is als bevoegd gezag (eind)verantwoordelijk voor deze taak en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke handhaving (juridische procedure). De maatschappelijke doelstelling hierbij is het realiseren van een hoogwaardige uitvoering van taken en gezamenlijke projecten op het gebied van toezicht en het leveren van een relevante bijdrage aan meer veiligheid en betere naleving in Twente.

Risicoanalyse

In het Beleidsplan VRT (2019-2024), het Regionaal kader evenementenveiligheid VRT en het ‘Risico Afwegingsmodel Toezicht Brandveiligheid’ (afgekort: RAT) is door middel van een risicoprofiel de prioriteit voor de werkzaamheden bepaald. De doelen reflecteren deze prioriteit.

Evaluatie Brandveiligheid 2024

De Brandweer Twente doet verslag van haar taken in een separaat jaarverslag. De Brandweer Twente heeft het definitieve jaarverslag in februari 2025 aan de Twentse gemeenten gestuurd, dit jaarverslag is opgenomen in bijlage 1 van dit UP.

Voor 2024 stonden er 24 controles in het kader van brandveilig gebruik op het programma. Er zijn in 2024 28 controles hierop uitgevoerd. Daarnaast hebben er o.a. 7 controles bij evenementen op het gebied van (brand)veiligheid plaatsgevonden en gezamenlijk 22 controles bij een bouwactiviteit .

De toename van het aantal controles is deels te danken aan een betere registratie en afstemming van informatiesystemen. Hierdoor hebben we een actueler beeld en zijn nieuwe objecten direct meegenomen in de controlecyclus. Daarnaast is wonen met zorg sinds 1 januari 2024 melding plichtig voor het gebruik. Hierdoor zijn er ‘nieuwe’ locaties toegevoegd welke voorheen nog niet bekend waren.

Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2024

Onderdeel

Indicator

Streefwaarde 2024

gerealiseerd

Toezicht en handhaving

Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer

2

1

Het aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer is 1 (<3 van het totaal aantal controles). Het betreft hier een hercontrole als gevolg van een opgelegde last onder dwangsom n.a.v. een calamiteit. Er was dus in 0 van de in totaal 32 controles sprake van een onveilige situatie. Door hier zicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘het verminderen van risico’s op het gebied van brand-, constructieve- en omgevingsveiligheid in de realisatie-, gebruiks- en sloopfase van een bouwwerk’.

Conclusie

In 2024 zijn de taken op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid adequaat uitgevoerd.

Prognose Brandveiligheid 2025

Voor 2025 staan er in totaal 28 te controleren objecten volgens de meegezonden objectenlijst op het programma. De Brandweer Twente maakt haar planning voor het volgende jaar inzichtelijk in een separaat Uitvoeringsprogramma. Deze is te vinden in bijlage 2 van dit UP. Wij volgen de tekst en uitleg die de Brandweer daarbij geeft en zien geen noodzaak extra aanvullingen hierop te doen.

Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025

Onderdeel

Indicator

Streefwaarde 2025

Toezicht en handhaving

Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer

4

In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<4 bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer). Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal geconstateerde onveilige situaties, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand.

Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden vanuit het VTH-beleid 2024-2028 in 2025

Vanuit het nieuwe VTH beleid 2024-2028 zijn nieuwe doelen, indicatoren en streefwaarden opgesteld waar we in 2025 mee aan de slag zullen gaan. Zie bijlage 7.

Afwijkingen en risico’s

Er is geen reden om aan te nemen dat de taakuitvoering niet adequaat en op beheers niveau uitgevoerd kan worden.

3.4 VTH - Milieu (ODT) en Asbestbodem

Alle uitvoerende, aan milieubelastende activiteiten gebonden, milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en een aantal met name genoemde specialistische adviestaken (geluid, bodem en asbest) worden uitgevoerd door de ODT. Uitzondering hierop is beleid en uitvoering ten aanzien van asbestbodem. Dat is uitbesteed aan Projectbureau BAS.

Doelen, indicatoren en streefwaarden

Het beoogd maatschappelijk effect is ‘een duurzame en leefbare omgeving’. Ten aanzien van het onderdeel Duurzaamheid, Milieu en VTH 2023 zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:

Doel

Subdoel

Onderdeel

Indicator

Streefwaarde 2024

Streefwaarde 2025

Een schoner, gezonder en veiliger leefomgeving

Kwaliteit leefomgeving voldoet aan milieunormen

Ongezonde (milieu)situaties inventariseren en ongedaan maken

Toezicht en handhaving

Aantal controles bedrijven met aandacht op energiemaatregelen

85

80

Aantal bestuurlijke (her)controles milieu in handhavingssfeer

25

25

Daarnaast is ook het VTH beleid Twente in 2022 geactualiseerd. Deze is in 2023 door het college van B&W van de gemeente Twenterand vastgesteld. In het VTH beleid Twente staan doelen en indicatoren voor het uitvoeren van de milieu gerelateerde VTH taken zoals de gemeente Twenterand die bij de ODT belegd heeft. De ODT was voornemens om in 2024 streefwaarden te ontwikkelingen die aansluiten op de indicatoren uit bovenstaand tabel. Dat is helaas nog niet gelukt. Wel zijn er vanuit de kerngroep Twente breed beleid gesprekken gevoerd met de ODT. Er wordt nu eerst een memo opgesteld. Daarna wordt de memo besproken met de ODT en zal er een gezamenlijk werkgroep worden opgesteld om in 2025 tot goede en voor de ODT ook te monitoren streefwaarden te komen.

De huidige doelen en indicatoren zijn opgenomen in bijlage 8 van dit UP.

Risicoanalyse

Voor de toezichttaak binnen de specialisatie milieu wordt voor 2024 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 8 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen milieu betreffen de risicosoorten:

  • 1.

    Afvalbeheer IPPC-installaties;

  • 2.

    Grootschalige energieopwekking; en

  • 3.

    Destructie en verwerking van kadavers en dierlijk afval.

Het proces rondom deze risicosoorten kan milieuvervuilend zijn en erg veel overlast op de omgeving geven. Deze invloeden zijn in de meeste gevallen nadelig voor de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid. De kans dat die negatieve invloeden zich voordoen bij bijvoorbeeld zendmasten en recreatieve visvijvers is minder hoog, waardoor die risicosoorten een lager risico hebben.

Resultaten en verwachtingen ODT

De Omgevingsdienst Twente doet verslag van haar taken in een separaat jaarverslag. De Omgevingsdienst Twente heeft het definitieve jaarverslag in februari 2025 aan de Twentse gemeenten gestuurd, dit jaarverslag is opgenomen in bijlage 1 van dit UP.

Hieronder volgt een beschouwing van de resultaten in relatie tot prognoses en beleidsdoelstellingen.

In 2022 is er een tekort aan capaciteit ontstaan t.o.v. de werkvoorraad, voornamelijk binnen de onderdelen Advies en Vergunningverlening. Voor 2023 is daarom besloten tot verhoging van de inbreng voor de ODT met structureel 0,5 fte. Dat betekent dat de inbreng in uren in 2023 7.963 is. Op basis van de realtime cijfers leek dat voldoende te zijn. Er werd dan ook gerekend met geen of een geringe naheffing.

In 2023 is er een herijking geweest in verband met een gewijzigde financiering. Uit die herijking bleek een verdere verhoging van de inbreng nodig te zijn. Er is inmiddels besloten dat in balans te brengen door de inbreng voor 2024 te verhogen tot 9.908 uren.

We bemerken dat de ODT al jaren aaneen niet in staat is 100% aan geprognotiseerde periodieke controles uit te voeren en de controles die wel worden uitgevoerd komen niet overeen met de vastgesteld risicoanalyse en worden ook niet met ons afgestemd op voorhand of wij akkoord zijn met de uit te voeren controles. Het haalbaarheidspercentage blijft hangen op 80-85% of komt daar zelfs niet bij in de buurt.

Dat zien we ook weer gebeuren in 2024. Voor 2025 belooft de ODT eigenlijk geen beterschap en wordt nu al aangegeven dat ze onderbezet zijn en dat ze moeilijk aan goede nieuwe medewerkers kunnen komen.

In 2023 zijn op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt in de vorm van ‘out of the Box maatregelen’ zodat er meer capaciteit ingezet kan worden op zaken die prioriteit moeten hebben. Denk daarbij aan zaken als stikstof, het toetsen van aanvragen en MER-beoordelingen. Capaciteit wordt gewonnen door het toets niveau van meldingen tijdelijk te verlagen en incomplete aanvragen na 4 weken te weigeren (in plaats van nog een keer contact leggen omdat er nog stukken nodig zijn). Maar ook door minder snel een last onder dwangsom op te leggen. Dat raakt de kwaliteit, maar is in relatie tot de nijpende situatie aanvaardbaar. Deze maatregelen hebben over de volle breedte te weinig effect gehad. Daarom is besloten deze maatregelen in 2024 niet voort te zetten.

Vanaf 1 januari 2024 is de OW ingegaan en vallen alle milieubelastende activiteiten onder het BAL. Daardoor hoeven er mogelijk minder vergunningen aangevraagd te worden voor milieubelastende activiteiten en zijn de meldingen vereenvoudigd. Wat ons daar op valt is dat de nieuwe kentallen van de ODT hiervoor hoger zijn dan bij een melding onder de Wabo. Terwijl je onder de OW bijna geen werk meer hebt met een melding afhandelen in verhouding. Ook is er een nieuwe categorie toezichtcontrole qua product bedacht voor complexe bedrijven waar een hoger kental aanzit dan bij een voormalig klasse 3 bedrijf. Dit baart ons wel zorgen. Wij zullen daarom zelf nog meer gaan monitoren om de vinger aan de pols te houden of we in 2025 niet uit de uren gaan lopen.

Evaluatie Milieu taken belegd bij de ODT Vergunningverlening en Toezicht en Handhaving 2024

Vergunningverlening

Een inschatting maken van hoeveel aanvragen en meldingen er in een jaar binnen zullen stromen, is erg lastig, aangezien dit afhankelijk is van de marktvraag. Zie hieronder de werkvoorraad ten aanzien van de vergunningverlening van de ODT in 2024.

In totaal zijn er 484 producten gerealiseerd. Het gewenste totaal aantal producten in de tabel komt niet overeen met het Uitvoeringsprogramma 2024. Dat heeft te maken met het gebruiken van een oude PDC bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma 2024 en daarna een nieuwe PDC gaan gebruiken zonder kentallen onder de OW in 2024. Oude en nieuwe producten lopen nu door elkaar. Dat heeft te maken met een tekortkoming in het registratiesysteem dat de ODT gebruikt. Er waren op basis van het Uitvoeringsprogramma 2024 299 producten door ons geprognotiseerd. Zie hieronder:

afbeelding binnen de regeling

Vastgelegde prognose in ons uitvoeringsprogramma 2024

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A1.01

Vooroverleg

4

0

0

A1.02

Melding activiteiten (besluit)

74

16

3

A1.03

Omgevingsvergunning regulier

6

1

2

A1.04

Omgevingsvergunning uitgebreid

7

0

6

A1.05

Toets actualisatie vergunningen

5

0

0

A1.06

(Gedeeltelijk) intrekken omgevingsvergunning

5

5

11

A1.07

MER Procedure

0

0

0

A1.08

(Vormvrije) MER beoordeling

5

1

3

A1.09

Maatwerkvoorschriften

10

2

1

A1.10

Bodem melding

63

1

6

A1.11

Bodembeschikking

8

1

2

A1.12

Melding sloop / asbest

112

2

0

A1.13

Milieuadvies omgevingsvergunning

0

2

2

A1.14

Voorbereiden Beschikking hogere grenswaarde

0

1

0

A1.15

Ontheffing APV

0

0

0

PDC Ow

A1.16

Verkennen omgevingsinitiatief

-

0

0

A1.17

Melding milieubelastende activiteit

-

106

18

A1.20

Omgevingsvergunning enkelvoudig (uitgebreid)

-

0

0

A1.21

Omgevingsvergunning meervoudig (uitgebreid)

-

0

0

A1.22

Omgevingsvergunning enkelvoudig (regulier)

-

3

2

A1.23

Omgevingsvergunning meervoudig (regulier)

-

0

0

A1.25

Ambtshalve wijzigen omgevingsvergunning

-

0

0

A1.26

Intrekken omgevingsvergunning (uitgebreid)

-

0

2

A1.27

Intrekken omgevingsvergunning (regulier)

-

0

0

A1.29

Milieuadvies omgevingsvergunning

-

7

2

A1.30

Advies Milieueffectrapportage

-

1

1

A1.31

Ontheffing Wet milieubeheer

-

0

0

A1.33

Maatwerkbesluit

-

0

0

A1.35

Melding activiteit bouwwerken leefomgeving

-

204

1

A1.36

Informatieplicht milieubelastende activiteit

-

93

10

A1.37

Melding gelijkwaardige maatregel

-

1

1

A1.38

Beoordelen conceptverzoek

-

2

2

A1.39

Informatieplicht bouwwerken leefomgeving

-

35

0

 

Totaal vergunningen

299

484

75

Door de ODT aangeleverde aantallen voor het jaarverslag 2024.

Uit bovenstaande grafiek lijken er uitschieters te zijn. Ook staan er producten in die we niet hebben ingevuld voor het uitvoeringsprogramma 2024. Dat maakt het lastig om te vergelijken.

Sommige aantallen lijken hoog. Maar waren onder Wabo nog een product. Zoals A1.17 Melding milieubelastende activiteit en A1.36 informatieplicht milieubelastende activiteit. Dit gezamenlijk was de oude milieu melding onder de Wabo. Tevens geldt dit voor A1.35 Melding activiteit bouwwerken leefomgeving in combinatie met A1.39 informatieplicht bouwwerken leefomgeving. Dit gezamenlijk was de oude sloopmelding onder de Wabo. Deze worden nu twee keer als individuele zaak geregistreerd en geteld. Ook worden zaken veelvuldig enkelvoudig ingediend. Onder de Wabo werd er vaak een melding met daarin meerdere verschillende milieubelastende activiteiten ingediend. Onder de OW wordt dit vaak enkelvoudig ingediend waardoor het net lijkt of er meer werk is. Qua administratieve registratie klopt dit. Maar vakinhoudelijk stellen deze meldingen op hoofdlijnen niks meer voor. Tevens is er onder de nieuwe OW een duidelijk verschuiving van voorheen vergunningen naar veelal meldingen en informatieplichten op te merken.

De komende jaren zal de ODT hopelijk de PDC op productniveau verder gaan uitschrijven en zullen er ook betere kentallen ontwikkelt gaan worden bij de nieuwe producten onder de OW.

Toezicht en Handhaving

Ten aanzien van de toezicht en handhaving taken bij de ODT is eveneens een overzicht van de in 2024 bestaande werkvoorraad opgemaakt. Hieruit is af te leiden dat er 406 zaken gerealiseerd zijn. Het gewenste totaal aantal producten in de tabel komt niet overeen met het Uitvoeringsprogramma 2024. Dat heeft te maken met een tekortkoming in het registratiesysteem dat de ODT gebruikt. Er waren op basis van het Uitvoeringsprogramma 2024 505 producten geprognotiseerd. Zie hieronder:

afbeelding binnen de regeling

Vastgelegde prognose in ons uitvoeringsprogramma 2024

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A2.01

Opleveringscontrole

5

1

n.v.t.

A2.02

Periodieke controle

173

116

n.v.t.

A2.03

Hercontrole

78

47

9

A2.04

Aspectcontrole

20

29

17

A2.05

Administratieve controle

11

1

0

A2.06

Administratieve audit

0

0

0

A2.07

Vrije veld toezicht/gevelcontrole

1

2

0

A2.08

Klacht/melding

28

53

6

A2.09

Bodem toezicht

58

100

37

A2.10

Toezicht sloop / asbest

72

0

0

A2.11

Toezicht bouwen

0

0

0

A2.12

Handhavingscontrole

10

8

7

A2.13

Informatieplicht ongewoon voorval

-

0

0

A2.14

Handhavingstoets

-

0

0

A2.15

Ketentoezicht

-

0

0

A2.16

Toezicht bouwwerken leefomgeving

-

49

0

 

Totaal Toezicht

456

406

114

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A3.01

Handhavingsverzoek

3

6

2

A3.02

Handhavingstraject

26

15

15

A3.03

(BOA) Strafrechtelijk onderzoek

20

8

3

A3.05

Toepassen last onder dwangsom

-

0

1

A3.06

Toepassen last onder bestuursdwang

-

0

0

 

Totaal Handhaving

49

29

21

Door de ODT aangeleverde aantallen voor het jaarverslag 2024.

Er is een groot verschil tussen het aantal geprognotiseerde en gerealiseerde periodieke controles. Dit heeft te maken met de capaciteit geeft de ODT aan, zie ook blz 19 en 20 van het JV 2024 in bijlage 1.

Conclusie

De verhouding tussen de gerealiseerde werkvoorraad en de verwachte werkvoorraad is niet geheel in balans, vooral op het gebied van vergunningverlening. De taken zijn desondanks, met uitzondering van de periodieke controles (maar 67,1%), adequaat uitgevoerd. Er bestaan hierdoor echter geen onaanvaardbare risico’s.

Voor het taakveld Toezicht en Handhaving geldt dat 80.4% van de geprognotiseerde controles daadwerkelijk zijn uitgevoerd (streefwaarde 100%). Van de uitgevoerde periodieke controles heeft 40,5% geleid tot hercontroles. Daarvan hebben 8 controles geleid tot een controle in de handhavingssfeer (streefwaarde <25).

Er zijn door de ODT totaal 84 energiecontroles uitgevoerd. Onderverdeeld in 22 energiecontroles, 7 administratieve controles energie en 55 hercontroles energie (streefwaarde>85). Of er bij minimaal 85 individuele bedrijven is gecontroleerd valt zo niet uit het, op 23 april 2025 aangeleverde separate, “Jaarverslag Energie en Duurzaamheid 2024 ODT” te halen.

Prognose Milieu taken belegd bij de ODT 2025

Voor het taakveld Vergunningen is de prognose dat er 405 zaken worden afgehandeld en daarvoor zijn 2246 uren geraamd in 2025. Voor het onderdeel Toezicht en Handhaving zijn is de prognose dat er 511 zaken worden afgehandeld en daarvoor 4280 uren geraamd in 2025. Deze capaciteit zal worden ingezet op de producten overeenkomstig de herziene PDC voor de OW en de daarbij indicatief bepaalde kentallen eind 2024. Voor de gehele prognose van 2025 en relevante ontwikkelingen die mogelijk invloed hebben op de prognose wordt verwezen naar bijlage 4.

Afwijkingen en risico’s

We maken ons voor 2025 best wel zorgen. Er is best wel een zorg om aan te nemen dat de taken niet adequaat kunnen worden uitgevoerd en het beheers niveau onvoldoende zal zijn. Er is wel weer een grote kans dat de ODT (opnieuw) niet aan het haalbaarheidspercentage van 100% kan voldoen wat betreft de periodieke controles. De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers. De maandelijkse voortgangsgesprekken van de gemeente met de ODT worden gecontinueerd.

Evaluatie Milieu taken belegd bij de ODT Adviezen en projecten 2024

Adviezen en Projecten

Er zijn 206 zaken gerealiseerd. Het gewenste totaal aantal producten in de tabel komt niet overeen met het Uitvoeringsprogramma 2024. Dat heeft te maken met een tekortkoming in het registratiesysteem dat de ODT gebruikt. Er waren op basis van het Uitvoeringsprogramma 2024 233 producten geprognotiseerd. Zie hieronder een overzicht van de specialistische producten in 2024:

afbeelding binnen de regeling

Vastgelegde prognose in ons uitvoeringsprogramma 2024

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A4.01

Voorlopige voorziening

0

0

0

A4.02

Bezwaar

5

0

0

A4.03

Beroep

2

2

0

A4.04

Advies bij juridische procedures

9

1

4

A4.05

Advies bodem

60

51

12

A4.06

Advies externe veiligheid

7

14

6

A4.07

Advies milieuzonering

0

1

0

A4.08

Advies geluid

32

36

2

A4.09

Advies luchtkwaliteit

20

34

6

A4.10

Milieuadvies ruimtelijke ordening

23

4

0

A4.11

Advies beleidsontwikkeling mileu

0

0

0

A4.12

Advies algemeen

9

16

3

A4.13

Informatieverstrekking

1

5

1

A4.14

Advies flora en fauna

22

22

2

A4.15

Advies energie en duurzaamheid

0

0

3

A4.16

Integraal advies

3

23

8

A4.17

Advies sloop/asbest

40

4

0

A4.18

Advies geur

0

3

0

A4.19

Advies lichthinder

0

0

0

A4.20

Advies activiteit bouwwerken leefomgeving

0

3

0

A4.21

Dronevlucht

0

4

0

A4.22

Advies beleid en bestuur

0

0

0

 

Totaal Advies

233

223

47

Door de ODT aangeleverde aantallen voor het jaarverslag 2024.

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er minder adviezen zijn gerealiseerd dan verwacht werd. Dat komt omdat er minder adviezen zijn gevraagd. Alleen van de adviezen externe veiligheid, luchtkwaliteit, integraal advies en algemeen advies zijn er meer gerealiseerd dan verwacht.

afbeelding binnen de regeling

In 2024 zijn twee projecten geluidssanering wegverkeerslawaai onder handen geweest. De ODT heeft geen verantwoording opgenomen over bovenstaande uren in hun jaarverslag 2024.

De aanlevertermijn liet te wensen over. Het was vaak onduidelijk wanneer een advies verwacht mocht worden. Met name gold dat voor de adviezen over luchtkwaliteit. Hierover zijn diverse memo’s gedeeld met Twentse partners en is meerdere malen besproken in het AB. Het te laat aanleveren van adviezen vormt een risico voor de doorlooptijden van wettelijke procedures. De gevolgen hiervan kunnen een vergunning van rechtswege of een ingebrekestelling zijn. In 2024 heeft de ODT ook weer trainees proberen op te leiden. Die zouden dan in 2025 ingezet kunnen worden zodat verwacht wordt dat de aanlevertermijnen verkort kunnen worden. Aangezien het hier specialistische milieuadvisering betreft kun je niet verwachten van trainees dat ze binnen een jaar al heel veel kennis hebben van de materie waarbinnen ze hun werk moeten doen. Aangezien dit ook erg afhankelijk is van kennis vergaren en ervaring opdoen met advisering op deze vakgebieden.

Conclusie

Voor het taakveld Adviezen zijn geen specifieke doelen, indicatoren en streefwaarden te noemen.

Prognose Milieu taken belegd bij de ODT Adviezen en Projecten 2025

In het programma van 2025 zijn de aantallen adviezen iets naar beneden bij geschroefd. Voor het onderdeel Adviezen en Projecten zijn 1430 uren geraamd in 2025. Deze capaciteit zal worden ingezet op de producten overeenkomstig de herziene PDC voor de OW en de daarbij indicatief bepaalde kentallen in het accounthouders overleg eind 2024. Voor de prognose van 2025 wordt verwezen naar bijlage 4.

Afwijkingen en risico’s

Voor de achterstallig werk vanuit de Wabo is 586 uur geraamd in 2025. Daar borg je eventuele verrassingen mee t.a.v. nog niet afgeronde werkzaamheden. Voor Twentse projecten is 365 uur geraamd en voor diensten voor de regio Twente 695 uur. Dat is fors meer dan voorgaande jaren. Voor de gemeente Twenterand houd dit in dat de ruimte die er was voor eventuele facultatieve milieu taken er nu niet meer is. Het is heel lastig in te schatten door alle wijzigingen of er in 2025 geen overschrijdingen van de in te zetten uren zullen zijn. De gemeente Twenterand gaat maandelijks monitoren vanaf begin 2025 om een vinger aan te pols te houden. Dit omdat er o.b.v. de nieuwe opgestelde PDC en kentallen voor onder de OW toch een risico bestaat dat je sneller door je uren heen bent dan voorzien is (als je niet maandelijks gaat monitoren).

Ondertekening

Bijlage 1 JV 2024 Brandweer Twente

Addendum op het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving

BESTEMMEN-VERGUNNEN-TOEZICHT-HANDHAVEN

Met de regionalisering van Brandweer Twente per 1 januari 2013 is besloten dat Brandweer Twente de taakuitvoering op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid uitvoert. Gemeente Twenterand is als bevoegd gezag (eind)verantwoordelijk voor deze taak en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke handhaving (juridische procedure). De taken worden uitgevoerd vanuit de volgende kernwaarde:

  • Brandweer Twente werkt samen aan een duurzaam veilige en gezonde leefomgeving vanuit het voorkomen, beperken en bestrijden van branden, rampen en crisis. Dit doen we informatiegestuurd en risicogericht

Met dit jaarverslag blikken wij terug op de werkzaamheden die door Brandweer Twente op het gebied van brandveiligheid zijn verricht in 2024.

Doelen en focuspunten

We maken onderscheid tussen doelen op reguliere werkzaamheden (waar werken we aan met onze wettelijke taken) en focuspunten (waar doen we een stapje extra).

DOELEN OP REGULIERE WERKZAAMHEDEN

Onderstaand is een overzicht weergegeven van de doelen op reguliere werkzaamheden zoals benoemd in het Beleidsplan VRT (2019-2024).

Thema

Hoofddoel

1. Persoonlijke veiligheid

Het beperken van de kans op slachtoffers in de (bebouwde) leefomgeving en bij evenementen.

2. Veilige en effectieve hulpverlening

De omgeving is zo ingericht dat de bereikbaarheid voor hulpdiensten is gewaarborgd. Daarnaast zijn de bluswatervoorzieningen afgestemd op de risico’s van gebieden en objecten zodat een snelle inzet mogelijk is. Hierbij is ingezet op het zoveel mogelijk beperken van risico’s t.b.v. veilig (repressief) optreden door de hulpdiensten.

3. Maatschappelijke impact en continuïteit

Het voorkomen van (langdurige) maatschappelijk impact van incidenten op de continuïteit van de samenleving (zoals het uitvallen van vitale infrastructuur).

4. Bescherming milieu, gebouw en inventaris

Voorkomen van grote branduitbreiding, milieuschade, verstoring van openbare orde en aanspraak op inzet brandweer.

5. Samenwerken met bevoegd gezag en ketenpartners

Een betrouwbare en deskundige partner zijn om zo een integrale afweging mogelijk te maken en gezamenlijke belangen te benutten.

Elke themagroep heeft vanuit haar taakveld een bijdrage geleverd aan deze inhoudelijke doelen. In het programma Uitvoering & Handhaving 2024 zijn de reguliere werkzaamheden niet opgenomen als aparte activiteit. Een uitzondering hierop is het toezicht op de activiteit ‘Brandveilig Gebruik’. Uitsluitend bij deze activiteit is een prognose opgenomen. De resultaten van de reguliere werkzaamheden zijn wel meegenomen in dit jaarverslag.

FOCUSPUNTEN

Onderstaand is een overzicht weergegeven van de focuspunten in 2024. Elke themagroep heeft vanuit haar taakveld een bijdrage geleverd aan deze focuspunten. In de programmaonderdelen wordt een toelichting gegeven op deze activiteiten.

Focuspunt

Probleemstelling

Brandveiligheid parkeergarages

Door de toename van elektrische en andere duurzame auto's ontstaan er nieuwe problemen op het gebied van brandveiligheid.

Uit recente studies blijkt dat een brand niet beperkt blijft tot één voertuig en dat branden feller zijn en zich onvoorspelbaarder gedragen. Daarnaast zijn elektrische auto's moeilijk te blussen. De complexiteit neemt verder toe wanneer er boven de parkeergarages woonruimtes of andere functies met een verblijfsgebied zijn gevestigd. In dergelijke gevallen kan een autobrand leiden tot uitgebreide rookverspreiding door het gehele gebouw.

Dit heeft geleid tot nieuwe wetgeving sinds januari 2023. Echter zijn bestaande garages nog niet afgestemd op moderne risico’s.

Brandveiligheid in geclusterde publieke gebouwen

Door versplinterde verantwoordelijkheden binnen een gebouw is niet altijd oog voor 'het grote geheel”. Brandveiligheidsvoorzieningen zijn hierdoor niet op elkaar afgestemd en hierdoor worden voorzieningen in de algemene ruimtes niet in stand gehouden.

Energie Opslag Systemen (EOS)

I.v.m. de gestelde klimaatdoelen wordt steeds meer gezocht naar alternatieve energievormen en opslagsystemen. We zien dat de regelgeving achter loopt op de ontwikkelingen. Op diverse plekken, o.a. in de bebouwde omgeving, in de openbare ruimte, naast spoor tracés en op evenemententerreinen, worden energie opslagsystemen geplaatst. Hierbij wordt niet altijd rekening gehouden met de brandveiligheid, bereikbaarheid van hulpdiensten en de bestrijdbaarheid bij brand.

Alternatieve bouwmethoden

I.v.m. de gestelde klimaatdoelen en de stikstofcrisis wordt steeds meer gezocht naar alternatieve bouwmethoden. Door bouwmethoden reageren branden anders dan voorheen. We zien dat de regelgeving en het afgeven van kwaliteitsverklaringen achterlopen op toe te passen ontwikkelingen. Het is nog onduidelijk wat hierdoor de impact is op de brandveiligheid en brandbestrijding. Wel zijn er incidenten geweest waar bijvoorbeeld verduurzaming nadelige effecten heeft gehad op het veilig vluchten, de beheersbaarheid van brand en het veilig repressief optreden.

Verificatie Brandmeldingen (STOOM)

Er ontstaan nog steeds onterechte en ongewenste brandmeldingen vanuit instellingen met een automatische doormelding naar de Regionale Alarm Centrale. Dit brengt repressieve risico’s met zich mee voor de incidentbestrijding o.a. het onterecht uitrukken. Dit past niet bij het doel van passende brandweerzorg bij automatische meldingen.

Brandwerendheid aankleding bij evenementen

Afgelopen evenementenseizoen hebben we meerdere malen geconstateerd tijdens controles dat doeken die opgehangen worden in podia of gebruikt worden als versiering in bouwsels/bouwwerken niet brandwerend genoeg waren.

Kans op brand in of aan podia / bouwsels/ bouwwerken doordat men er vanuit gaat dat de doeken al dan niet met certificaat voldoende brandwerend zijn, zonder dat dit ook echt getest is voor ze gebruikt worden.

Bereikbaarheid centrumgebieden bij evenementen

In een aantal centrumgebieden in Twente ervaren we dat de bereikbaarheid van hulpdiensten in het geding komt bij evenementen, ondanks de voorgeschreven wet- en regelgeving en nadere afspraken.

Oorzaken zijn onder andere:

  • -

    Meerdere evenementen tegelijk

  • -

    Meer bezoekers dan voorzien

  • -

    Gebiedsontwikkelingen in deze gebieden

Programma Uitvoering

Het programma uitvoering geeft inzicht in de werkzaamheden in de keten van bestemmen en vergunnen uitgevoerd door het team advies van Brandweer Twente. In dit hoofdstuk blikken we terug op onze bijdrage aan de geformuleerde doelen en focuspunten in 2024.

THEMAGROEP VEILIG BOUWEN:

Reguliere werkzaamheden:

Type

Aantal

Advies Omgevingsvergunning ‘Bouwen’

63

Advies Omgevingsvergunning ‘Brandveilig gebruik‘

8

Advies Installatie (PVE/UPD)

2

Totaal

73

Focuspunten:

Activiteit

Toelichting

EOS

Adviseren in het kader van omgevingsactiviteiten ‘Bouwen’ en ‘Brandveilig gebruik’ en opnemen van nadere voorwaarden voor zo ver de regelgeving niet dekkend is.

EOS is onderdeel van het programma Energietransitie. Er is in dit programma gewerkt aan een infographic met aandachtspunten in het kader van omgevings- en brandveiligheid. Deze wordt in 2025 opgeleverd.

Verder zijn er verschillende adviesaanvragen geweest voor toepassing van EOS-en met name bij industriële panden. Hierbij zijn in advisering ook de ontwikkelingen in kader van regelgeving (onder meer mogelijke aandachtsgebieden bij EOS) benoemd om hier alvast rekening mee te houden (nu wordt een EOS nog niet gezien als milieu belastende activiteit (MBA)).

Alternatieve bouwmethoden

  • -

    Adviseren in het kader van omgevingsactiviteit ‘Bouwen’ en opnemen van nadere voorwaarden voor zo ver de regelgeving niet dekkend of niet voorhanden is.

  • -

    Organiseren kennissessie met marktpartijen.

Alternatieve bouwmethoden is onder de noemer Duurzaam Bouwen ook onderdeel van het programma Energietransitie. Er is een sessie geweest waarbij op basis van de evaluatie van de brand in Presikhaaf (Arnhem) gekeken is naar de Twentse situatie. Hierbij gaat het onder meer om inzicht (waar zitten dit soort objecten) en hoe kunnen we aanhaken hierbij in het kader van brandveiligheid. Specifieke regelgeving is er namelijk (nog) niet en diverse ontwikkelingen/toepassing zijn ook niet altijd bekend bij gemeente en daarmee de brandweer.

Er zijn bezoeken gebracht aan bedrijven en beurzen in het kader van kennisdeling en met WoON Twente zijn we in overleg om te kijken hoe we met wooncorporaties dit vraagstuk kunnen oppakken. Voor grotere projecten met houtbouw zij we vanuit adviesrol betrokken geweest.

Verificatie brandmeldingen

  • -

    Aandacht voor verificatiebeleid OMS bij advisering over (nieuwe) brandmeldinstallaties . 

  • -

    Nadere afspraken maken om te komen tot enkel geverifieerde brandmeldingen binnen het verzorgingsgebied van meldkamer Oost Nederland.

Binnen Oost 5 (Veiligheidsregio’s oost NL) en ondertussen ook landelijk vanuit brandweer is er project waarin OMS en het komen tot een bevestigde melding centraal staat. Het verificatiebeleid wordt in dit kader opgesteld, waarbij er een groeimodel is om uiteindelijk te komen tot alleen bevestigde meldingen. Om dit echt te realiseren vraagt dit ook aanpassing van wet- en regelgeving; een traject dat landelijk opgepakt moet worden en tijd gaat vragen, maar waar wel aandacht voor is. In de tussentijd zijn we bezig (geweest) met monitoring op loze meldingen, het gesprek met OMS-aansluitingen die veel meldingen genereren en adviseren bij nieuwe brandmeldinstallaties met een doormelding om technische verificatie (niet verplicht) toe te passen.

THEMAGROEP EVENEMENTEN:

Reguliere werkzaamheden:

Type

Aantal

A-Evenement

10

B-Evenement

31

C-Evenement

2

Totaal

43

Focuspunten:

Activiteit

Toelichting

Brandwerendheid aankleding bij evenementen

Tijdens gesprekken met organisatoren zullen we bespreken wat de risico's zijn. Men moet tijdig de doeken controleren, niet alleen afgaan op van certificaten of leveranciers, maar zelf controleren of de doeken echt onbrandbaar/brandvertragend zijn.

We hebben een evenementenseizoen lang preventief aandacht gevraagd voor de brandveiligheid van aankleding bij organisatoren. Dit heeft zijn uitwerking gehad want tijdens toezicht fase zijn we nagenoeg geen brandbare aankleding tegengekomen.

Bereikbaarheid centrumgebieden bij evenementen

Extra aandacht door een aantal centrumgebieden uit te lichten door multidisciplinaire afstemming en heldere afspraken te maken wellicht onderbouwd met kaartmateriaal.

Dit thema heeft stil gestaan afgelopen jaar i.v.m. o.a. personele wisselingen en andere prioriteiten binnen gemeenten. We zijn nu in afwachting van een vervolg hierop.

THEMAGROEP RUIMTELIJKE VEILIGHEID:

Reguliere werkzaamheden:

Type

Aantal

Advies Bereikbaarheid bluswater

3

Advies Milieu

5

Advies Ontbrandingstoestemming

1

Advies Omgevingsplan

9

Totaal

18

Bijzonderheden:

We zien een sterke toename in adviesverzoeken bij aanvragen omgevingsvergunningen met EOS.

Focuspunten:

Activiteit

Toelichting

EOS

Adviseren in het kader van omgevingsplanactiviteiten en opnemen van nadere voorwaarden voor zo ver de regelgeving niet dekkend is.

EOS is onderdeel van het programma Energietransitie. Er is in dit programma gewerkt aan een infographic met aandachtspunten in het kader van omgevings- en brandveiligheid. Deze wordt in 2025 opgeleverd.

Verder zijn er verschillende adviesaanvragen geweest voor toepassing van EOS-en met name bij industriële panden. Hierbij zijn in advisering ook de ontwikkelingen in kader van regelgeving (onder meer mogelijke aandachtsgebieden bij EOS) benoemd om hier alvast rekening mee te houden (nu wordt een EOS nog niet gezien als milieu belastende activiteit (MBA)).

Programma Handhaving (Toezicht en handhaving)

Het programma handhaving geeft inzicht in de werkzaamheden in de keten van bestemmen en vergunnen uitgevoerd door het team Voorlichting & Toezicht van Brandweer Twente. In dit hoofdstuk blikken we terug op onze bijdrage aan de geformuleerde doelen en focuspunten in 2024.

THEMAGROEP EVENEMENTEN:

Reguliere werkzaamheden:

Type

Aantal

Controle A-Evenement

-

Controle B-Evenement

5

Controle C-Evenement

2

Focuspunten:

Activiteit

Toelichting

Toezicht op brandwerendheid van aankleding bij evenementen

Dit jaar hebben we in tegenstelling tot eerdere jaren weinig overtredingen geconstateerd bij aankleding van evenementen. De aandacht voor dit onderwerp bij de vergunningverlening heeft waarschijnlijk het gewenste effect gehad.

THEMAGROEP TOEZICHT BOUWEN EN BRANDVEILIG GEBRUIK:

Reguliere werkzaamheden:

Brandveilig Gebruik

Thema

Prognose 2024

Gerealiseerd

Naleefgedrag*

Logies

5

6

71,4%

Onderwijs en KDV

9

9

50 %

Zorg

5

9

53,8 %

Kamerverhuur

1

1

0 %

Publieke gebouwen

4

3

37,5 %

Totaal

24

28

 

Bijzonderheden:

Naar aanleiding van de nieuwe meldingsplicht voor wonen met zorg zien we een toename van het aantal gecontroleerde zorg panden.

*Percentage van de controles waarbij geen overtredingen zijn geconstateerd

Type

Aantal

Bouwactiviteit ‘Deelcontrole’

17

Bouwactiviteit ‘Oplevercontrole’

5

Incidentele controle

6

Integrale controle (MIA)

-

Focuspunten:

Activiteit

Toelichting

Toezicht bij geclusterde winkelfuncties/bijeenkomstgebouwen

I.p.v. winkels en bijeenkomstfuncties los van elkaar de controleren hebben ons in 2024 gefocust op clusters (winkelcentra, meubelboulevard en bijeenkomstcomplexen). De samenhang tussen de verschillende brandpreventieve voorzieningen kon hierdoor beter worden beoordeeld. Uit deze controles is gebleken dat met name het beheer van installaties en de onderlinge afstemming tussen gebruikers verbeterd kan worden.

Toezicht bij publieke parkeergarages

Door maatschappelijke ontwikkelingen, de toename van elektrische en alternatieve voertuigen en veranderde wetgeving (NEN 6067) is in meerdere parkeergarages in Twente een controle uitgevoerd op brandveiligheid.

Uit 25 controles in Twente blijkt dat de bouwkundige voorzieningen over het algemeen op orde waren. Wel is geconstateerd dat in sommige parkeergarages de brandmeldinstallatie, die essentieel is voor snelle detectie, ontbrak of niet volledig voldeed aan de gestelde eisen. Daarnaast hebben eigenaren aanvullende adviezen ontvangen over het veilig stallen en opladen van elektrische voertuigen, en over mogelijke extra voorzieningen om de brandveiligheid verder te verbeteren.

Bijlage 3 JV 2024 ODT

Begrippen- en afkortingenlijst

AB

Algemeen Bestuur

B&W

Burgemeester en wethouders

BBT

Best beschikbare technieken

Beh

Besluit emissiearme huisvesting

BOA

Buitengewoon opsporingsambtenaar

DB

Dagelijks Bestuur

DSO

Digitaal Stelsel Omgevingswet

DVO

Dienstverleningsovereenkomst

EV

Externe veiligheid

GR

Gemeenschappelijke regeling

GS

Gedeputeerde staten

IBP

Interbestuurlijk programma

IBT

Interbestuurlijk toezicht

ILT

Inspectie Leefomgeving en Transport

KC

Kwaliteitscriteria

Lbv

Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties

LHSO

Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht

LOD

Last onder dwangsom

Mba

Milieubelastende activiteit

MIA

Multidisciplinair Integrale Aanpak

OBM

Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets

OD

Omgevingsdienst

PDC

Producten- en dienstencatalogus

PHO

Portefeuillehoudersoverleg

PPLG

Provinciaal Programma Landelijk Gebied

RIEC

Regionale Informatie- en Expertisecentrum

RPI

Risicoprioriteringsinstrument

SPUK

Specifieke Uitkering

SWF

Samenwerkingsfunctionaliteit

TVS

Twentse Vergunningenstrategie

UVP

Uitvoeringsprogramma

VTHA

Vergunningverlening, toezicht, handhaving en advies

Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

WPM

Werkgebonden personenmobiliteit

ZZS

Zeer zorgwekkende stoffen

1.Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag van de Omgevingsdienst Twente (OD Twente) voor 2024. Deze rapportage geeft de resultaten weer van de werkzaamheden die gedurende het jaar zijn uitgevoerd door de OD Twente op het gebied van vergunningverlening, toezicht, handhaving en advies (VTHA) namens de gemeente Twenterand. Het uniforme jaarverslag (regionaal format) is door de OD Twente voorbereid in samenwerking met haar partners. De input voor dit jaarverslag is partner specifiek en wordt door de OD Twente aan de desbetreffende partner verstrekt. Daarnaast wordt een regionaal jaarverslag opgesteld waarin de gezamenlijke resultaten van de uitvoering (output en outcome) zijn opgenomen. Deze regionale rapportage wordt separaat ter kennisname aangeboden aan het Algemeen Bestuur (AB) van de OD Twente.

1.1.Aanleiding

Jaarlijks wordt op grond van artikel 13.8 Omgevingsbesluit een uniform VTHA-uitvoeringsprogramma opgesteld voor de taken die de OD Twente voor de verschillende bevoegde gezagen uitvoert. Artikel 13.11 Omgevingsbesluit bepaalt dat bestuursorganen jaarlijks evalueren of de geprioriteerde activiteiten zijn uitgevoerd, zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma (UVP). Hierbij wordt ook gerapporteerd in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen uit het gezamenlijke VTHA-beleid1 Twente en de Nadere uitwerking. Het jaarverslag dient hierbij als input voor het regionale VTHA-beleid, welke zo nodig wordt aangepast. In 2022 is het geactualiseerde Twentse VTHA-beleid met Nadere uitwerking vrijgegeven door het portefeuillehoudersoverleg (PHO) en nadien door de bevoegde gezagen vastgesteld in de eigen colleges (GS en B&W). Ook de individuele jaarverslagen worden vastgesteld door alle colleges en kunnen daarbij bekend worden gemaakt aan de gemeenteraden en provinciale staten.

1.2.Regionale beleidscyclus

Om het Twentse VTHA-beleid doorlopend te ontwikkelen, wordt gewerkt vanuit een sluitende regionale beleidscyclus. Deze beleidscyclus bestaat uit een strategische cyclus (links) en een uitvoerende cyclus (rechts). De stappen worden toegelicht in de onderstaande figuur, waarbij de landelijke handreiking regionale beleidscyclus vanuit de Omgevingsdienst Nederland (ODNL) wordt gevolgd. De voormalige ‘Big-8’ is hierbij gekanteld om te benadrukken dat beleid en uitvoering van gelijkwaardig belang zijn en elkaar beïnvloeden.

afbeelding binnen de regeling

Het uniforme VTHA-uitvoeringsprogramma Twente vormt de basis van de regionale beleidscyclus en komt voort uit de doelen, prioriteitstelling en strategieën zoals opgenomen in het VTHA-beleid Twente, inclusief Nadere uitwerking. Wat volgt uit de programmering is de voorbereiding, uitvoering, monitoring en evaluatie. Hierbij wordt naast output meer aandacht gegeven aan de maatschappelijke impact van deze werkzaamheden (outcome). Deze rapportage dient ter verantwoording voor de uitvoering van de taken die vallen onder de dienstverleningsovereenkomst (DVO). In Twente betreft dit voornamelijk het ‘standaardpakket’. Indien van toepassing, wordt ook gerapporteerd over de zogenaamde ‘facultatieve taken’. Geleverde producten en diensten worden afgezet tegen geplande diensten en producten, conform de geldende producten- en dienstencatalogus (PDC).

1.3.Realisatie ten opzichte van planning

Deze paragraaf geeft inzicht in de realisatie van producten ten opzichte van de gestelde prognoses op zowel regionaal als lokaal niveau. Aandachtspunt hierbij is dat de prognose voor 2024 is gebaseerd op de oude wetgeving, terwijl realisatie uiteenvalt in zowel oude producten (PDC Wabo) en nieuwe producten (PDC Omgevingswet). Dit bemoeilijkt om een heldere analyse te geven, vooral met betrekking tot het programma Vergunningen. In 2025 wordt volledig gewerkt op basis van de huidige wetgeving (PDC Omgevingswet).

Realisatie producten Twente 2024

Programma

UVP 2024

REA 2024

Vergunningen

6.267

7.706

Toezicht

8.873

7.594

Handhaving

719

505

Advies

2.156

2.141

Totaal

18.015

17.946

Realisatie producten Twenterand 2024

Programma

UVP 2024

REA 2024

Vergunningen

299

484

Toezicht

456

406

Handhaving

49

29

Advies

233

223

Totaal

1.037

1.142

Verder wordt hieronder een overzicht gegeven van de gerealiseerde uren ten opzichte van de bijbehorende inbreng, zoals opgenomen in de programmabegroting 2024. Vanuit de rapportagesystematiek van de OD Twente, is het dit jaar mogelijk om urenrealisatie op programmaniveau te rapporteren met betrekking tot urenpost ‘Directe uren’. Voor de algemene urenpost ‘Overige projecturen’ wordt dit onderscheid op programmaniveau niet gemaakt.

Verrekening vindt plaats op basis van werkelijk gerealiseerde uren en zal via de jaarrekening aan het AB worden voorgelegd. Het urenoverzicht in deze paragraaf wordt ook opgenomen in de jaarrekening. De definitieve eindafrekening bestaat uit deze urenafrekening en de bestemming van het resultaat. Onderstaand overzicht houdt geen rekening met belangrijke nuances, waaronder de bestemming van het uiteindelijke jaarresultaat inclusief eventuele teruggaven.

Realisatie uren Twenterand 2024

Programma

Ingebrachte uren

Directe uren2

Overige projecturen

Verschil

Vergunningverlening

2.041 uur

2.056 uur

850 uur

-447 uur

Toezicht

4.327 uur

3.577 uur

Handhaving

558 uur

920 uur

Advies

1.814 uur

2.221 uur

Projecten

1.167 uur

730 uur

Totaal

9.907 uur

9.504 uur

850 uur

2.Terugblik 2024

Dit hoofdstuk benoemt de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen die in 2024 invloed hebben gehad op de uitvoering van VTHA-taken door de OD Twente. In dit jaarverslag blikken we terug op het UVP 2024 en verantwoorden we onze inzet over het afgelopen jaar. Echter is het uitvoeren van een bepaald aantal controles, het verlenen van een bepaald aantal vergunningen en het geven van een bepaald aantal adviezen geen doel op zich. De organisatie is opgericht om zorg te dragen voor een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving in Twente. Alle werkzaamheden moeten bijdragen aan deze overkoepelende doelstelling. In dit hoofdstuk wordt daarom bij elke ontwikkeling benoemd welk maatschappelijk effect dit heeft gehad op de leefomgeving (outcome).

2.1 Organisatorische ontwikkelingen

Begrotingswijziging en arbeidsmarkt

Afgelopen jaar is voor het eerst gewerkt met een nieuwe, meer reële begroting. Deze is tot stand gekomen na een intensief herijkingstraject, waardoor de OD Twente een passende financiering heeft voor de kwantitatieve uitvoering van haar VTHA-taken. Hiermee heeft de OD Twente voldaan aan één van haar regionale beleidsdoelen (draagvlak benodigde middelen) en een goede stap gezet richting het voldoen aan de landelijke robuustheidscriteria.

Het toegenomen draagvlak en vertrouwen heeft geleid tot minder nadruk op kengetallen, aangezien wordt afgerekend op basis van werkelijk gerealiseerde uren. Toch zijn waarheidsgetrouwe en gedragen kengetallen belangrijk voor het maken van goede prognoses en zijn ze daarom een regionaal beleidsdoel. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn nieuwe producten vastgesteld in de PDC 2024-2025 zonder ervaringscijfers en dus zonder kengetallen. In 2025 worden kengetallen voor de nieuwe PDC opnieuw vastgesteld, dit ook vanwege de doorontwikkeling rondom het proces van milieuleges.

Hoewel de herijkte begroting ruimte geeft voor kwantitatieve uitvoering van VTHA-taken, legt de huidige arbeidsmarkt tegelijkertijd druk op zowel de kwantitatieve als kwalitatieve uitvoering. Naast de extra vacatureruimte als gevolg van de begrotingswijziging, is er de komende jaren sprake van veel natuurlijk verloop. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt, heeft de OD Twente afgelopen jaar relatief veel personeel kunnen werven. Hierbij is het aandeel inhuur verder teruggedrongen. De organisatie heeft de vruchten kunnen plukken van de landelijke wervingscampagne en haar eigen traineeprogramma, dat al meerdere jaren loopt. Sommige functies blijven echter structureel lastig te vervullen met het risico op onder uitputting. Dit geldt voornamelijk voor buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s) en (ervaren) agrarische vergunningverleners en toezichthouders.

Maatschappelijk effect

Om een effectieve bijdrage te kunnen leveren aan het maatschappelijke doel voor een veilige, gezonde en duurzame fysieke leefomgeving, is het van groot belang dat de OD Twente haar VTHA-taken zowel kwantitatief als kwalitatief kan uitvoeren. De herijkte begroting heeft de organisatie in staat gesteld om haar taken kwantitatief uit te voeren. De wervingscampagne en het traineeprogramma hebben hier ook een relevante bijdrage aan geleverd, maar kwaliteit staat hierbij wel onder druk. Nieuwe medewerkers hebben veel potentieel, maar relatief weinig ervaring. Daarom is gekozen voor een werkwijze waarbij nieuwe medewerkers werken onder begeleiding van ervaren medewerkers, die ruim voldoen aan de kwaliteitscriteria. Door de hoge instroom aan nieuwe medewerkers staat goede begeleiding wel onder druk. Om hierop in te spelen, verhoogt de OD Twente het opleidingsbudget in 2025 naar 2,5% als onderdeel van het plan van aanpak rondom robuustheid. Hiermee wordt onder andere het opleidingsprogramma verder doorontwikkeld, wat moet bijdragen aan een hoogwaardige omgevingsdienst.

Team leefomgeving en omgevingsadviseurs

De herijkte begroting heeft gezorgd voor een flinke formatieve groei bij de OD Twente. Dit heeft ertoe geleid dat de bestaande teams te groot zijn geworden om een goede ‘span of control’ te behouden. Hierdoor ontstond een risico op stagnatie van ontwikkeling en een gebrek aan persoonlijke aandacht voor personeel. Daarom is in 2024 het nieuwe ‘Team Leefomgeving’ gevormd, bestaande uit medewerkers vanuit andere teams. Dit nieuwe team voert voornamelijk niet-inrichtingsgebonden taken uit met betrekking tot bodem, asbest en flora en fauna. Ook BOA’s maken onderdeel uit van dit team. Het nieuwe team is inmiddels volledig ingebed in de organisatie.

Ook is afgelopen jaar invulling gegeven aan een nieuwe functie: ‘de omgevingsadviseur’. Het nieuwe cluster ‘Omgevingsadvies’ is opgericht om expertise en samenwerking tussen de OD Twente, aangesloten gemeenten en de provincie efficiënter en effectiever in te zetten. Hierdoor wordt optimale betrokkenheid en advisering gerealiseerd op drie verschillende niveaus:

  • 1)

    Integrale advisering over de fysieke leefomgeving (beleidsontwikkeling);

  • 2)

    Advisering over de toepassing van kerninstrumenten onder de Omgevingswet (beleidsdoorwerking);

  • 3)

    Advisering over regels uit het omgevingsplan en de omgevingsverordening (beleidsuitvoering).

Per 1 juli 2024 is aan elke partner van de OD Twente een omgevingsadviseur gekoppeld, die de rol vervult van regionale verbinder en zich richt op kennisdeling en samenwerking. Omgevingsadviseurs vervangen hiermee de ‘eerste aanspreekpunten’, bieden deskundig advies over diverse milieuaspecten in ruimtelijke procedures, nemen deel aan omgevings- en intaketafels, ondersteunen bij vooroverleggen en beantwoorden ad-hoc vragen vanuit de werkvloer van onze partners. Daarnaast leveren omgevingsadviseurs een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van milieuregels binnen gemeentelijke omgevingsplannen.

Maatschappelijk effect

Het nieuwe ‘Team Leefomgeving’ stelt de OD Twente in staat de verschillende milieuthema’s gerichter en integraler te benaderen. Ook komt een kleinere ‘span of control’ de kwaliteit van de uitvoering ten goede, waardoor de organisatie een betere bijdrage levert aan de leefomgeving. Ondertussen verkleint de introductie van de ‘omgevingsadviseur’ de brug tussen de uitvoeringsdienst en de bevoegde gezagen. Door proactief mee te denken over ruimtelijke vraagstukken, omgevingsplannen en omgevingsvisies, draagt de OD Twente bij aan een integrale benadering in de geest van de nieuwe Omgevingswet.

Kwaliteitscriteria

Voor de bescherming van de leefomgeving is het van groot belang dat VTHA-taken goed worden uitgevoerd. Hierbij is het borgen van kwaliteit in de uitvoering en handhaving van groot belang. De landelijke kwaliteitscriteria (KC) bepalen het minimale niveau dat nodig is om VTHA-taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit maakt voor burgers, bedrijven en de overheid inzichtelijk welke kwaliteit verwacht mag worden. Op 1 januari 2025 is een nieuwe set kwaliteitscriteria gepubliceerd (KC 2.3 naar KC 3.0). Aanleiding van de landelijke aanpassing naar KC 3.0 zijn de aanbevelingen vanuit de commissie Van Aartsen. Het voldoen aan de vigerende KC wordt vastgelegd in de Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht.

De OD Twente streeft er continu naar om kwaliteit onderdeel uit te laten maken van het DNA van de organisatie. Afgelopen jaar is vanuit zowel de onderlinge visitaties tussen OD’s en het onderzoek in het kader van robuustheid gebleken dat de OD Twente niet aantoonbaar voldoet aan de vigerende KC (op dat moment KC 2.3). De OD Twente beschikte over een inzetbaarheidsmonitor, maar deze monitor is de afgelopen twee jaar niet bijgehouden en sluit onvoldoende aan op de nieuwe systematiek. Het AB heeft afgelopen jaar opdracht gegeven om middels een separaat traject objectief vast te laten stellen hoe robuust de organisatie is met betrekking tot de KC 3.0. Hiervoor is inmiddels een bureau ingeschakeld om dit traject nader uit te werken.

Het KC-traject wordt in 2025 uitgevoerd, waarbij gedurende het eerste halfjaar de kennis en ervaring van alle medewerkers in het primaire proces in beeld wordt gebracht. Hierbij worden onder andere het opleidingsniveau, werkervaring en vlieguren gespiegeld tegen het bijbehorende functieprofiel en takenpakket. Alle data wordt verzameld in een dashboard, waarmee sneller inzicht verkregen kan worden in het voldoen aan de vigerende KC. Hiermee kunnen ook overzichten worden gegenereerd. Aansluitend op de inventarisatie zal een strategisch ontwikkelplan worden opgesteld, waarmee lopende en toekomstige verbetertrajecten van medewerkers worden bijgehouden. Dit versterkt de organisatiebrede focus op continue opleiding en training. Aan het einde van elk kalenderjaar wordt een analyserapport opgeleverd voor intern en extern gebruik.

Maatschappelijk effect

Kwalitatief goed personeel leidt tot betere dienstverlening richting burgers en bedrijven. Op deze manier kan de OD Twente beter bijdragen aan haar overkoepelende doel: bescherming van de leefomgeving. De onduidelijkheid of de OD Twente voldoet aan vigerende KC, zorgt komend jaar voor bepaalde risico’s zoals lagere uitvoeringskwaliteit, meer bezwaren op procedures of gemiste overtredingen tijdens controles. De OD Twente heeft afgelopen jaar echter niet geconstateerd dat deze risico’s zich in de praktijk hebben voorgedaan. Dit wordt zoveel mogelijk beperkt door nieuwe medewerkers te laten werken onder ervaren medewerkers die voldoen aan de vigerende KC. Ook bij inhuur van personeel wordt altijd gekeken naar de minimumeisen van de functie en of de ingehuurde voldoet.

Toekomstvisie

Ondanks dat dit hoofdstuk een terugblik is, staat de OD Twente belangrijke ontwikkelingen te wachten richting de toekomst. Naar aanleiding van de robuustheidscriteria en het visitatierapport, zal de OD Twente de komende jaren een volgende fase ingaan. Hierbij is het van belang dat we samen met (keten)partners en werknemers een nieuwe punt op de horizon gaan zetten. Daarom heeft het Dagelijks Bestuur (DB) in 2024 opdracht gegeven om te komen tot een ‘Toekomstvisie 2030+’. De planning is om deze visie rond de zomer van 2025 vast te stellen.

Maatschappelijk effect

Binnen de toekomstvisie zal outcome een grotere rol krijgen, waarbij wordt gekeken hoe dit in de organisatie geborgd kan worden. Bij de toekomstige uitvoering van VTHA-taken zal meer worden gekeken vanuit een integrale benadering en toegevoegde waarde aan de leefomgeving in plaats van het behalen van aantallen.

2.2 Inhoudelijke ontwikkelingen

Omgevingswet

Implementatie van de Omgevingswet is in 2024 voorspoedig verlopen. De ICT-systemen, processen, sjablonen en werkafspraken bleken vooraf goed voorbereid in samenwerking met onze (keten)partners. Wel heeft de nieuwe wetgeving gezorgd voor inhoudelijke uitdagingen en discussies bij zowel vergunningverleners, toezichthouders als adviseurs. Vooral juridische adviseurs hebben het druk gehad met de specifieke bepalingen rondom het overgangsrecht. Qua ICT en processen zijn in de loop van 2024 op basis van eerste ervaringen nog de nodige verbeteringen aangebracht. De initiële implementatie is inmiddels nagenoeg afgerond, waarbij verdere verbeteringen in 2025 in de lijn worden opgepakt. Belangrijke aandachtspunten zijn aanpassingen van de resterende sjablonen, landelijke kernregistratie van milieubelastende activiteiten (mba’s) en het optimaliseren van de Samenwerkingsfunctionaliteit (SFW).

In 2024 is de pilot van de Omgevingstafel Twente voortgezet om ervaring op te doen met de nieuwe integrale werkwijze onder de Omgevingswet. Bezetting van voorzitters en secretarissen is hierbij gelijk gebleven. De opgedane ervaring leidt tot steeds soepelere processen en scherpere adviezen. In totaal zijn elf casussen behandeld in 2024 voor zeven verschillende bevoegde gezagen. De ervaring met deze casussen is voor het overgrote deel positief. Ook zijn er enkele casussen geweest met goede leerpunten. Om continuïteit te borgen, zal de pilot ook doorlopen in 2025.

Een separaat onderdeel van de Omgevingswet is de mogelijkheid voor bevoegde gezagen om milieuleges te heffen. Voorafgaand aan de start van de nieuwe wetgeving, is binnen Twente afstemming gezocht rondom dit thema. Dit heeft geleid tot een uniform sjabloon om milieuleges te borgen in de individuele legesverordeningen. In de praktijk blijkt dat er desondanks substantiële verschillen zitten in de tariefstellingen en de verordeningen vaak niet aansluiten bij de PDC van de OD Twente. Dit is aanleiding geweest om een project te starten voor het opstellen van een uniforme paragraaf voor milieuleges met eenduidige definities. Doel is om deze paragraaf in 2025 op te leveren, zodat bevoegde gezagen dit met ingang van 2026 kunnen opnemen in hun legesverordeningen. Uiteraard blijft het een keuze van individuele raden en staten om het lokale ambitieniveau te bepalen ten aanzien van dit thema.

Maatschappelijk effect

Een succesvolle start van de Omgevingswet draagt bij aan vlotte en kwalitatief hoge dienstverlening. De Omgevingswet moet voor burger en bedrijf leiden tot vereenvoudiging aan de voorkant van de balie, maar moet niet leiden tot vertraging aan de achterkant. De omgevingstafel draagt bij aan meer participatie van de omgeving rondom een initiatief. Dit moet vervolgens leiden tot een meer leefbare omgeving, waarbij vooraf eventuele knelpunten worden herkend en opgelost. Idealiter leidt dit tot minder klachten en bezwaren.

Risicogericht werken (RPI en TVS)

De OD Twente heeft in 2024 gewerkt aan de doorontwikkeling van risicogericht werken en de gegevenskwaliteit die hieraan ten grondslag ligt. Dit geldt niet alleen voor toezicht via het risicoprioriteringsinstrument (RPI), maar ook voor vergunningen via de Twentse Vergunningenstrategie (TVS).

In 2024 zijn grote stappen gezet rondom het risicoprioriteringsinstrument (RPI) in samenwerking met de OD IJsselland. Dit model selecteert bedrijven voor milieucontroles op basis van diverse dynamische gegevens, afkomstig uit interne en externe databestanden. Voorbeelden hiervan zijn risicoscores mba’s, naleefgedrag en het SCIOS-portaal, waarin keuringsfrequenties van stookinstallaties worden bijgehouden. Ook is een tijdsfactor aan het RPI toegevoegd. Bedrijven met hoge risicoscores zullen frequenter gecontroleerd worden dan bedrijven met lagere scores. Hiermee wordt op termijn de meer statische benadering van het ‘Antea model’ vervangen, dat uitgaat van branchegebonden risico’s. Het AB heeft ingestemd met deze nieuwe werkwijze, maar het RPI moet nog worden geïmplementeerd bij de volgende actualisatieslag van het VTHA-beleid.

In 2024 zijn meerdere testen binnen het RPI uitgevoerd, welke waardevolle inzichten hebben opgeleverd en verbetering mogelijk maakte. Gebleken is dat het model niet aan de betrouwbaarheidseisen van de OD Twente voldoet en daarom nog niet in gebruik wordt genomen. De verbeterpunten zijn geanalyseerd en aangepakt. Het interne databestand wordt in 2025 doorontwikkeld tot een punt waarop deze voldoende betrouwbaar is. Hierdoor kan de werkwijze met de RPI te zijner tijd gefaseerd worden geïmplementeerd. Komend jaar zal worden gemonitord of deze werkwijze tot (grote) verschuivingen binnen toezicht leidt. De ambitie is om de RPI steeds verder te verfijnen, zodat risicogericht toezicht kan worden verbeterd en de inzet kan worden afgestemd op de actuele wensen van de opdrachtgevers. Een belangrijke randvoorwaarde blijft dat de OD Twente extra investeert in datakwaliteit. Deze dynamische risicoanalyse dient hierbij als katalysator voor datagedreven werken, omdat medewerkers medeverantwoordelijk worden gemaakt voor prioritering van hun eigen werk.

In 2023 is de Landelijke Vergunningenstrategie opgeleverd, een ICT-tool waarmee een standaard toetsniveau kan worden toegekend aan de verschillende mba’s. Dit betreft een landelijke standaard voor vergunningen en meldingen, welke binnen een regio vertaald kan worden naar de regionale ambitie. De OD Twente wil dit samen met bevoegde gezagen doorontwikkelen richting een Twentse Vergunningenstrategie (TVS), als nadere uitwerking op het bestaande VTHA-beleid Twente. Doel was om dit traject in 2024 af te ronden, maar vanwege een gebrek aan interne projectleiders is dit niet gelukt. Eind 2024 is een projectleider geworven, die de organisatie ondersteunt met de doorontwikkeling en implementatie van de TVS in 2025.

Maatschappelijk effect

Datagedreven en risicogericht werken is essentieel om in de toekomst een optimale bijdrage te kunnen leveren aan de leefomgeving. Dit leidt tot een efficiëntere en effectievere inzet van middelen en een hogere kwaliteit dienstverlening. Data moet hierbij dynamisch zijn, welke inspeelt op veranderende maatschappelijke behoeften. Hierdoor kan de OD Twente met de veranderende samenleving meebewegen, bijvoorbeeld door meer gewicht toe te kennen aan bepaalde factoren of specifieke datapunten die de komende jaren relevanter worden.

Stikstofproblematiek

In 2024 waren tot het einde van het jaar relatief weinig ontwikkelingen met betrekking tot het stikstofdossier. Dit kwam voornamelijk door het wachten op het nieuwe regeerakkoord en de gevolgen daarvan op het stikstofbeleid. Hierdoor lag vergunningverlening voor emissiearme stalsystemen en extern salderen vrijwel stil. De OD Twente richtte zich derhalve op het afhandelen van aanvragen die wel verleend konden worden, waar nodig in overleg met de provincie Overijssel. Toch bestaat door de stikstofproblematiek een nog relatief grote werkvoorraad vanuit het oude recht (PDC Wabo), voornamelijk binnen het programma Vergunningen.

De OD Twente was in 2024 aangesloten bij de provinciale werkgroep en leverde van hieruit een bijdrage aan het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). In september is met het vervallen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, ook het PPLG komen te vervallen. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur werkt aan de nieuwe aanpak ‘Ruimte voor Landbouw en Natuur’. Het is momenteel onduidelijk hoe verder te gaan met de uitvoering van de doorontwikkeling van het landelijk gebied in Twente.

Vanaf 1 januari 2013 moeten intensieve veehouderijen voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting (Beh). Later is de stoppersregeling in het leven geroepen, waarmee agrariërs alsnog tot 1 januari 2020 de tijd kregen om aan het Beh te voldoen. Eind 2024 is de OD Twente verdergegaan met het oppakken van het project om de betreffende vergunningen ambtshalve in te trekken. Het gaat nog om circa 95 locaties. Een deel hiervan staat ‘on hold’ in verband met nieuwe vergunningaanvragen en omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen (OBM) rondom natuur. Daarnaast zijn er nog de ‘gekapte stoppers’ die toentertijd niet in aanmerking kwamen voor de stoppersregeling, maar wiens vergunningen momenteel niet voldoen aan het Beh en ook nog niet zijn ingetrokken. Deze vergunningen worden momenteel opgepakt via een separaat traject. Tenslotte zijn werkzaamheden verricht rondom de landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv), welke nader worden toegelicht in paragraaf 6.2.

Op 18 december 2024 heeft een nieuwe uitspraak van de Raad van State de stikstofproblematiek verder vergroot. De uitspraak heeft bepaald dat intern salderen niet langer mag worden betrokken in de voortoets, waarmee wordt beoordeeld of een natuurvergunning nodig is. Het mag enkel worden gebruikt bij de beoordeling of een vergunning verleend kan worden. Hierdoor worden de mogelijkheden voor intern salderen beperkt. Bedrijven die sinds 1 januari 2020 intern hebben gesaldeerd, moeten binnen vijf jaar alsnog een natuurvergunning aanvragen. Deze vergunning wordt alleen verleend als de stikstofrechten niet nodig zijn voor natuurherstel. Naar aanleiding van deze uitspraak onderzoekt de OD Twente intern en extern hoe de uitspraak geïnterpreteerd moet worden, welke invloed dit heeft en hoe hiermee wordt omgegaan. De verwachting is echter dat hierdoor de resterende Wabo-producten in relatie tot stikstof ook de komende tijd niet afgehandeld kunnen worden.

Maatschappelijk effect

De inzet van de OD Twente rondom stikstof draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de natuur in Twente en dus aan een gezonde fysieke leefomgeving. In harmonie met de natuur draagt de OD Twente ook bij aan een duurzame leefomgeving via verschillende bedrijfsontwikkelingen.

IBP VTH

Op landelijk gebied is het Interbestuurlijk Programma (IBP) Versterking VTH opgestart. Dit programma is opgericht naar aanleiding de aanbevelingen van het rapport ‘Om de leefomgeving’ van de commissie Van Aartsen, met als doel het verbeteren van het VTHA-stelsel. Het IBP VTH bevat de volgende 6 pijlers:

  • 1.

    Robuuste omgevingsdiensten en financiering

  • 2.

    Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging

  • 3.

    Informatievoorziening VTHA

  • 4.

    Kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt

  • 5.

    Onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving

  • 6.

    Monitoring kwaliteit milieutoezicht

In 2022 is een Specifiek Uitkering (SPUK IBP) opengesteld. Dit is een subsidie waarmee de omgevingsdiensten actief kunnen bijdragen aan deze 6 pijlers. De OD Twente heeft deze subsidie aangevraagd, ontvangen en ook in 2024 ingezet voor verbetering van alle pijlers. Hierbij is de voornaamste bijdrage geleverd aan:

  • Pijler 1 (Robuustheid): Binnen deze pijler is landelijk veel aandacht uitgegaan naar de robuustheidscriteria. Elke omgevingsdienst is gevraagd om een zelfevaluatie uit te voeren of wordt voldaan aan de gehele set robuustheidscriteria. Aan de hand van deze zelfevaluatie, heeft de OD Twente in 2024 een plan van aanpak opgesteld. Hierin wordt onderbouwd hoe de organisatie voldoende robuust gaat worden en ook blijft per 1 april 2026. Uit de beoordeling is gebleken dat de OD Twente nog niet robuust is, maar middels het plan van aanpak wordt verwacht dat de OD Twente dit wel gaat worden vóór de gestelde termijn.

  • Pijler 2 (Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving): Binnen deze pijler heeft de OD Twente zich vooral gericht op basis- en aanvullende opleidingen op gebied van strafrecht.

  • Pijler 3 (Informatievoorziening): Binnen deze pijler is vooral gefocust op het verder doorontwikkelen van de RPI en TVS. Daarnaast heeft de OD Twente een bijdrage geleverd aan landelijke werkgroepen die zich bezighouden met het uniform registreren en opleveren van data die worden gegenereerd tijdens de werkzaamheden van omgevingsdiensten.

  • Pijler 4 (Kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt): Veel aandacht is besteed aan het optimaliseren en professionaliseren van het trainee- en opleidingsprogramma. Door deze ontwikkeling worden trainees en andere nieuwe medewerkers beter ontvangen en begeleid. Dit leidt naar verwachting tot een hoger behoud van talent voor de organisatie. Het vastgestelde traineeprogramma zal landelijk worden gedeeld. Daarbij is sterk ingezet op het verstrekken van additionele opleidingen aan medewerkers. Hierbij wordt ook aangesloten op het voldoen aan vigerende KC.

  • Pijler 5 (Onafhankelijke uitvoering): Het doel van deze pijler is om onafhankelijke uitvoering van taken door omgevingsdiensten te borgen en te versterken. Het heeft voornamelijk betrekking op het doorlopen van de strategische en uitvoerende beleidscyclus. De OD Twente heeft tijdens landelijke werksessies veel input geleverd en ‘best practices’ gedeeld over verschillende onderwerpen, waaronder regionaal VTHA-beleid en doelen, de probleem- en risicoanalyse, verschillende strategieën, UVPs, samenwerking en outcomegericht werken. De werksessies hebben in 2024 geleid tot een landelijke handreiking voor het doorlopen van de regionale beleidscyclus om te komen tot een regionale planning. Het is hierbij van belang om OD’s tijdens iedere stap te betrekken en voldoende te faciliteren.

  • Pijler 6 (Monitoring): De OD Twente heeft deelgenomen aan het project ‘horizontale verantwoording’. Doelstelling van dit project is het ‘stimuleren van stevigere invulling van horizontale controle door gemeenteraden en provinciale staten op het eigen bestuur’. Twente nam als pilotregio deel aan dit project, waarvan het eindrapport met aanbevelingen is opgeleverd. Daarnaast bevat pijler 6 ook het onderwerp visitaties. De OD Twente heeft deel uitgemaakt van drie visitatiecommissies, welke collega omgevingsdiensten onderzoeken en rapportages opleveren met aanbevelingen voor verbeteringen. De OD Twente is in maart 2024 zelf gevisiteerd. De resultaten van deze visitatie zijn over het algemeen positief, maar uiteraard met enkele aanbevelingen en verbeterpunten. Ondertussen zijn hierop vervolgstappen gezet, waaronder het opstellen van een toekomstvisie.

Maatschappelijk effect

De doelstelling van alle pijlers was de versterking het VTHA-stelsel. Hiermee draagt het programma bij aan de versterking van de OD Twente als hoogwaardige dienst. Door actief deel te nemen in verschillende pijlers, neemt de OD Twente ook zelf regie en verantwoordelijkheid voor een betere leefomgeving. Om de implementatie van alle pijlers IBP-VTH te borgen, wordt landelijke commitment geformaliseerd middels de ondertekening van de ‘Samenwerkingsafspraken versterking VTH-stelsel’. Hierbij hebben alle landelijke partijen aangegeven financiële middelen vrij te maken voor de versterking van het VTHA-stelsel, om in samenwerking bij te dragen aan de gezamenlijke ambitie voor een schone, veilige en gezonde fysieke leefomgeving.

Innovatie en ontwikkeling

In 2024 heeft de OD Twente vanuit pijler 1 van IBP-VTH (robuustheid) verdere stappen gezet in de ontwikkeling van een innovatie- en ontwikkelagenda. Medio 2024 vond een themabijeenkomst innovatie & ontwikkeling plaats voor het managementteam van OD Twente. Tijdens deze bijeenkomst benadrukte een gastspreker het belang van innovatie binnen onze organisatie en de uitdagingen die daarbij komen kijken. Op basis van deze bijeenkomst is een innovatieprogramma opgesteld, waarin wordt beschreven hoe de OD Twente innovatie gefaseerd als structureel proces gaat implementeren. De ambitie blijft om innovatie niet alleen als thema te benoemen, maar het duurzaam te verankeren als primair proces binnen de organisatie.

Dit plan is in 2024 verder uitgewerkt en zal in 2025 worden voorgelegd aan de accounthouders en het DB. De Innovatie- en Ontwikkelagenda wordt naar verwachting begin 2025 door het DB vastgesteld. Deze agenda bevat niet alleen de strategische lijnen voor innovatie binnen de OD Twente, maar ook de thema's waarop de OD Twente zich wil focussen en een uitgeschreven proces die innovatieprojecten zullen doorlopen. Het innovatieprogramma zal na vaststelling van de agenda worden voorgelegd aan de accounthouders.

Maatschappelijk effect

In afwachting van de innovatie- en ontwikkelagenda worden desondanks verschillende innovatieve initiatieven doorgevoerd binnen de OD Twente. Zo is afgelopen jaar de eerste stap gezet richting een digitale checklist. Hiermee worden overtredingen nauwkundiger vastgelegd, zodat deze gebruik kunnen worden als extra datapunt. Tegelijkertijd is gewerkt aan de opschoning van ons locatiebestand. Tevens hebben geavanceerde drones hun meerwaarde bewezen bij diverse handhavingstrajecten en worden innovatieve toepassingen onderzocht rondom geurhinder en het opsporen van drugslabs. Tenslotte kijkt de OD Twente naar de groeiende rol van kunstmatige intelligentie. Middels demo’s heeft de OD Twente kunstmatige intelligentie toegepast op het automatiseren van repeterende administratieve handelingen bij toezicht en vergunningverlening. Deze initiatieven stellen ons in staat middelen effectiever in te zetten, zodat onze positieve impact op de leefomgeving groter wordt.

Versterken VTHA-samenwerking Twente

Samenwerking is een essentiële voorwaarde voor een effectieve invulling van de regionale beleidscyclus. Regionale afstemming en samenwerking draagt bij aan een goede besluitvorming op lokaal niveau en een gelijk speelveld in de regio. Al voor de oprichting van de OD Twente hebben bevoegde gezagen samenwerking gezocht in het opstellen van een uniform regionaal VTHA-beleid. Nadien is samenwerking tussen bevoegde gezagen en de OD Twente verder versterkt, waarbij samen wordt gewerkt aan de verschillende producten uit de regionale beleidscyclus.

De inwerkingtreding van de Omgevingswet vraagt hierbij ook om versterking en verbreding van deze samenwerking. Hiermee kan invulling worden gegeven aan de beleidsmatige opgaven die zijn gerelateerd aan deze nieuwe wetgeving. In het PHO heeft afstemming plaatsgevonden over het versterken van de kerngroep VTH Omgevingsrecht met een onafhankelijke voorzitter en secretaris. Afgelopen jaar is gestart met de werving van deze functies. Verwacht wordt dat de sollicitatieprocedure begin 2025 zal worden afgerond. Na aanstelling van de voorzitter en secretaris, zal de focus worden verlegd naar de inhoud en gaat de kerngroep in versterkte vorm aan de slag met een uitvoeringsagenda 2025. Regionaal werken en denken is daarbij het uitgangspunt.

Maatschappelijk effect

Door de verbeterde samenwerking vindt beter samenspel plaats tussen beleid en uitvoering. Dit helpt bij het aanscherpen van doelen, naleefgedrag en outcomegericht werken.

3.VTHA-beleidsdoelen en prioriteiten

In lijn met het hoofddoel van de Omgevingswet, draagt de OD Twente bij aan optimale bescherming en duurzame benutting ten behoeve van het bereiken en in stand houden van een gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Tijdens de uitvoering van VTHA-taken voor haar partners, streeft de OD Twente als deskundig gesprekspartner en adviseur hierbij constant naar kwaliteit en verbetering. De beleidsdoelen uit het VTHA-beleid Twente en de Nadere uitwerking vormen de basis voor de uitvoering van VTHA-taken. Vanuit de gedachte van de ‘basis op orde’, is in het UVP 2024 gekozen om de volgende beleidsdoelen nader uit te werken:

  • 1)

    Het algehele naleefgedrag voor de taken die de OD Twente uitvoert is hoog.

  • 2)

    Mens en milieu zijn beschermd tegen gezondheidsrisico’s door de uitstoot van onder andere fijnstof en geur door activiteiten.

  • 3)

    Activiteiten verbruiken minder energie en stoten minder CO2 uit. De OD Twente ondersteunt hierbij ook de overgang naar een circulaire economie.

Het geactualiseerde VTHA-beleid Twente is breder en kent meer beleidsdoelen dan enkel de doelen die hierboven zijn beschreven. Het tegelijkertijd uitwerken van alle beleidsdoelen is met de huidige beleidscapaciteit echter niet mogelijk. De komende jaren zullen beleidsinspanningen worden uitgerold naar de andere doelen uit de Nadere uitwerking van het regionale beleid. Hierbij zullen ook de zogenaamde ‘Ambitieonderwerpen’ de gerichte aandacht krijgen die deze thema’s verdienen.

3.1 Naleefgedrag

Het VTHA-beleid heeft als doel om naleefgedrag duidelijk kaart te brengen en hierop te sturen. Omdat voor naleefgedrag momenteel geen heldere indicatoren met streefwaarden zijn opgenomen in het vigerende VTHA-beleid, heeft de OD Twente zelf gefaseerd verschillende indicatoren opgesteld om naleefgedrag te kunnen meten. Voor deze indicatoren worden basisgegevens verzameld in het eigen zaaksysteem, waarbij de ene indicator verder is qua ontwikkeling dan de andere indicator:

Spontaan en opvolgend naleefgedrag

De OD Twente kan naleefgedrag inmiddels al een aantal jaren meten aan de hand van het aantal initiële periodieke controles (A2.02) ten opzichte van het aantal hercontroles (A2.03) en het aantal hercontroles ten opzichte van het aantal handhavingscontroles (A2.12). Hierdoor wordt naleefgedrag uitgesplitst in twee typen voor nadere analyse:

Spontaan naleefgedrag:

  • Twentebreed: Er is een verbetering in naleefgedrag geconstateerd ten opzichte van vorig jaar. Waar vorig jaar 48,6% van periodieke controles heeft geleid tot een hercontrole, was dat dit jaar 29,3%.

  • Twenterand: Er is een lichte verbetering in naleefgedrag geconstateerd ten opzichte van vorig jaar. Waar vorig jaar 46,0% van periodieke controles heeft geleid tot een hercontrole, was dat dit jaar 40,5%.

Opvolgend naleefgedrag:

  • Twentebreed: Er is een lichte verslechtering in naleefgedrag geconstateerd ten opzichte van vorig jaar. Waar vorig jaar 19,9% van hercontroles heeft geleid tot handhavingscontrole, was dat dit jaar 25,7%.

  • Twenterand: Er is een lichte verbetering in naleefgedrag geconstateerd ten opzichte van vorig jaar. Waar vorig jaar 17,2% van hercontroles heeft geleid tot handhavingscontrole, was dat dit jaar 17,0%.

Het verbeterde spontante naleefgedrag in 2024 wordt voornamelijk veroorzaakt door het lagere aantal afgehandelde hercontroles ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit wordt gedeeltelijk verklaard vanwege de inspanningen van de nieuwe ‘meldingscoach’. Een groot deel van eerste overtredingen hebben namelijk betrekking op het niet, onjuist of onvolledig indienen van meldingen. Door aan de voorkant hierop te investeren via de meldingscoach, wordt veel handhavingscapaciteit aan de achterkant bespaart. Hierdoor kunnen juristen hun tijd gerichter inzetten op grotere casussen met meer impact op de lokale leefomgeving.

Gedragssturing

Zoals hierboven aangegeven heeft de OD Twente vanwege succes de pilot ‘Meldingscoach’ gecontinueerd, waarbij deze functie vanaf 1 juli 2024 voltijds is ingevuld. De meldingscoach ondersteunt dus ondernemers bij het volledig en correct indienen van meldingen. Zoals eerder aangegeven leidt dit tot minder capaciteit die nodig is voor vergunningverlening en handhaving, zodat inspanningen meer gericht ingezet kunnen worden op waar de impact het grootst is. Er wordt onderzocht of de rol van de meldingscoach verder kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld door ondersteuning te bieden aan organisaties met de informatieplicht energiebesparing.

Daarnaast werkt OD Twente samen met andere omgevingsdiensten aan de oprichting van een landelijk gedragsteam. Dit team moet de kennis- en data-uitwisseling rondom gedragsinterventies versterken en effectiever maken. De businesscase voor dit gedragsteam is in ontwikkeling en zal ter besluitvorming worden voorgelegd aan ODNL. Verder wordt onderzocht hoe gedragssturing structureel kan worden geïntegreerd in VTHA-taken. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de ontwikkeling van een strategie voor meta toezicht, zodat gedragsinterventies bijdragen aan betere naleving en minder handhavingsdruk.

LHSO

De OD Twente heeft in 2024 verder gewerkt om datakwaliteit rondom naleefgedrag te verbeteren. Inmiddels is de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) geïntegreerd als extra registratiepunt in ons zaaksysteem voor het meten van naleefgedrag. Dit sluit aan bij de indicator voor naleefgedrag zoals omschreven in het VTHA-beleid (type overtreder: goedwillend, onverschillig, calculerend (moet kunnen) en crimineel).

Over het afgelopen jaar is de eerste data verzameld rondom de LHSO, welke in onderstaande tabellen wordt weergegeven als zogenaamde ‘nulmeting’. Hierbij moet worden opgemerkt dat het gaat om eerste indicatieve data, waarbij het aantal geregistreerde overtredingen niet exact overeenkomt met het aantal afgeronde hercontroles. Er worden immers ook hercontroles vanuit oudere trajecten afgerond in 2024. Data rondom de LHSO zal de komende jaren verder worden opgebouwd en op termijn ook worden gebruikt binnen de RPI.

Gevolgen

Overtreder

 

A. Goedwillend

B. Onverschillig

C. Calculerend

D. Crimineel

4. Aanzienlijk

A4

0 overtredingen

B4

0 overtredingen

C4

1 overtredingen

D4

0 overtredingen

3. Van belang

A3

35 overtredingen

B3

19 overtredingen

C3

15 overtredingen

D3

0 overtredingen

2. Beperkt

A2

204 overtredingen

B2

69 overtredingen

C2

12 overtredingen

D2

0 overtredingen

1. Vrijwel nihil

A1

191 overtredingen

B1

18 overtredingen

C1

1 overtredingen

D1

0 overtredingen

In totaal gaat deze eerste regionale ‘nulmeting’ uit van 563 geconstateerde overtredingen waaraan een LHSO-score is toegekend (zie bovenstaande tabel).

Gevolgen

Overtreder

 

A. Goedwillend

B. Onverschillig

C. Calculerend

D. Crimineel

4. Aanzienlijk

A4

0 overtredingen

B4

0 overtredingen

C4

0 overtredingen

D4

0 overtredingen

3. Van belang

A3

1 overtredingen

B3

0 overtredingen

C3

1 overtredingen

D3

0 overtredingen

2. Beperkt

A2

13 overtredingen

B2

1 overtredingen

C2

0 overtredingen

D2

0 overtredingen

1. Vrijwel nihil

A1

6 overtredingen

B1

0 overtredingen

C1

0 overtredingen

D1

0 overtredingen

In totaal gaat deze eerste ‘nulmeting’ voor Twenterand uit van 22 geconstateerde overtredingen waaraan een LHSO-score is toegekend (zie bovenstaande tabel).

Opvallend hierbij is dat tot op heden nog geen gebruik is gemaakt van het zwaarste type overtreder (D: crimineel). De oorzaak hiervoor zal komend jaar intern worden geanalyseerd. Verder valt wel een regionaal patroon te herleiden dat de zwaarte van overtreder en de gevolgen op de leefomgeving qua overtreding gelijkmatig toenemen. Hieruit kan de aanname worden gemaakt dat meer calculerende overtreders de neiging hebben meer ernstige overtredingen te begaan die een grotere impact op de leefomgeving hebben.

3.2Bescherming gezondheid (lucht)

Luchtwassers

In 2024 is prioriteit gegeven aan het controleren van luchtwassers, voornamelijk bij intensieve veehouderijen zoals varkens- en pluimveehouderijen. Deze systemen zuiveren de lucht van ammoniak, geur en fijnstof voordat de lucht uit bouwwerken ontsnapt. Dit heeft een positieve bijdrage op de gezondheid van inwoners binnen het thema lucht. De effectieve werking van deze luchtwassers is gecontroleerd aan de hand van gegevens uit elektronische monitoring en fysieke controles van de (inwendige) staat van het systeem.

Om doelmatig te werken, heeft de OD Twente in 2024 deelgenomen aan een project over luchtwassers samen met de OD Brabant Noord en OD Regio Utrecht. Hierbij waren ook overige OD’s nauw betrokken. Het doel hiervan was om beschikbare kennis te delen en gezamenlijk en uniform op te treden middels toezicht en handhaving. Uit landelijke data van alle OD’s bleek dat bij 64% van de controles op luchtwassers overtredingen zijn geconstateerd. Dit komt ongeveer overeen met de bevindingen over luchtwassers in Twente.

Het betrof voornamelijk overtredingen met betrekking tot het ontbreken van een elektromagnetische flowmeter, het niet tijdig ondernemen van actie bij afwijkende parameters of het niet voldoen van het monitoringssysteem waardoor de systemen niet effectief werkten. Hiervoor lopen verschillende trajecten om deze installaties alsnog te laten voldoen, wat bijdraagt aan een betere luchtkwaliteit.

Pentaan en Butaan

In 2024 is prioriteit gegeven aan het toepassen van ‘Best Beschikbare Technieken’ (BBT) bij zeven bedrijven binnen Twente die pentaan of butaan als blaasmiddel gebruiken. Dit is stapsgewijs aangepakt via vergunningverlening, toezicht, handhaving en advies om de schadelijke uitstoot te verminderen en gezondheid van de Twentse inwoners te bevorderen.

In 2024 is aan één van de zeven bedrijven een nieuwe omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van nageschakelde technieken om de emissie van pentaan te reduceren tot het met BBT geassocieerde emissieniveau. Voor twee van zeven bedrijven zijn aanvragen om een nieuwe omgevingsvergunningen milieu voor nageschakelde technieken ingediend en nog in behandeling. Nadat deze procedures zijn afgerond, zal ook voor de zusterlocaties van deze bedrijven vergunningen worden aangevraagd. Aan één van de bedrijven is in 2024 toestemming verleend voor het uitvoeren van een pilot om te bepalen of de betreffende techniek toepasbaar is voor dit bedrijf. Bij één van de bedrijven is sprake van een lopende juridische procedure.

3.3 Energie en duurzaamheid

In de afgelopen jaren heeft de OD Twente diverse externe middelen vanuit het Rijk, de provincie en gemeenten ontvangen voor de uitvoering van VTHA-taken en doorontwikkeling binnen het thema energie en duurzaamheid. De resultaten van deze verschillende initiatieven worden hieronder kort omschreven. Voor nadere toelichting op het gebied van energie en duurzaamheid, wordt verwezen naar de desbetreffende verantwoording. De bijbehorende rapportage zal hierbij separaat worden aangeboden aan het DB en AB.

Programma energie en duurzaamheid 2022-2023

In 2022 is het ‘Projectplan energiebesparing 2022-2023’ vastgesteld door het overgrote deel van de partners, waarbij het laatste mandaat pas in 2023 werd verstrekt. Hierdoor heeft het grootste deel van de uitvoering voor beide jaren plaatsgevonden in 2023. Gaandeweg de uitvoering van het project is gebleken dat naleefgedrag lager is uitgevallen dan vooraf was ingeschat. Dit heeft tot 400 hercontroles geleid in plaats van de begrote 200 hercontroles. Dit maakt duidelijk dat de energiecontroles nut hebben. In 2024 zijn de openstaande werkzaamheden van dit project afgerond.

SPUK THE

In 2023 is de aanvraag voor de Specifieke Uitkering Toezicht en Handhaving Energiebesparingsplicht (SPUK THE) goedgekeurd. Hierdoor krijgt de OD Twente tot en met 2026 rijksmiddelen ter beschikking om additionele taken uit te voeren op het gebied van energietoezicht en de organisatie hierop verder te professionaliseren. Deze taken vallen buiten de reguliere begroting en zijn dus additioneel. Tijdens de startfase is veel focus gelegd op het werven en opleiden van nieuwe medewerkers, evenals het inrichten van systemen. In 2024 is een flinke stap gezet in de uitvoering van het primaire proces. Zo zijn binnen de SPUK THE al meer dan 200 bedrijfsbezoeken afgelegd.

Er zijn verschillende gesprekken gevoerd tussen de OD Twente en haar partners over de voortgang van de werkzaamheden op het gebied van energie en duurzaamheid. Hierbij is onder andere gekeken naar de behaalde resultaten en het geconstateerde naleefgedrag. Ook is verwezen naar de randvoorwaarde van de SPUK-THE, namelijk dat deze subsidie is gebaseerd op co-financiering. Zonder bijdrage van de individuele partners, vervalt hierbij ook het recht op de rijksmiddelen vanuit de SPUK THE. Deze middelen hebben in 2024 geleid tot een hoge mate van energiebesparing en het borgen van het thema energie en duurzaamheid binnen de organisatie. Het overgrote deel van de partners heeft de intentie uitgesproken om deze werkzaamheden te continueren, welke dus een vervolg krijgen in 2025.

Vanuit de SPUK THE zijn in 2024 de eerste stappen gezet om alle grootverbruikers in Twente te bezoeken. Afgelopen jaar zijn de eerste 20 bedrijfsbezoeken uitgevoerd, welke in 2025 worden gecontinueerd. De bezoeken worden als zeer waardevol ervaren door betrokken bedrijven, maar dragen bovenal bij aan de regionale beleidsdoelen (minder energieverbruik en CO2 uitstoot). Met de eerste 20 bezoeken is namelijk een potentiële besparing van 5,5 miljoen kWh en 2,3 miljoen m3 gas gerealiseerd.

Circulaire economie

Nederland heeft zich ten doel gesteld om in 2050 een volledig circulaire economie te realiseren. Om dit te bereiken, moet op alle niveaus van de samenleving actie ondernomen worden. Dit vraagt om brede maatschappelijke samenwerking en het besef dat het andere transities raakt, zoals die op het gebied van energie, klimaat en landbouw. De provincie en diverse Twentse gemeenten hebben circulaire doelstellingen in hun beleid opgenomen in lijn met de landelijke doelstellingen: 50% circulariteit in 2030 en volledige circulariteit in 2050. Zowel de provincie als gemeenten erkennen dat het VTHA-instrumentarium een waardevol hulpmiddel is om de transitie naar een circulaire economie te ondersteunen en te stimuleren. Dit komt terug in het programma ‘Interprovinciaal Overleg (IPO) Bouwstenen’ en het regionale actieplan circulaire economie van de Twentse gemeenten.

De omslag van lineair denken naar cyclisch denken zal meerdere jaren in beslag nemen. Daarom is gekozen voor het ontwikkelen van een programma circulaire economie. Dit wordt gezamenlijk door de OD Twente en OD IJsselland uitgevoerd, waardoor mensen en middelen efficiënter ingezet kunnen worden vanuit eenzelfde opgave. Het programma fungeert als kwartiermaker, met als uiteindelijke doel de circulaire economie te koppelen aan onze kernactiviteiten. Het programma heeft vooralsnog twee doelstellingen: het innoveren en versterken van het VTHA-instrumentarium ten behoeve van de circulaire economie en het vormen van een regionaal kennisschakelpunt voor circulaire economie. Hiervoor wordt er gewerkt vanuit een aantal uitgangspunten die terugkomen in de IPO Bouwstenenvisie.

Binnen de OD Twente worden diverse acties ondernomen. Deze omvatten het versterken en uitbreiden van bestaande initiatieven, het actief meedenken en ondersteunen van nieuwe initiatieven en het stimuleren van veranderingen door eigen initiatief. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden voor samenwerking met andere lopende projecten en de kansen die zich voordoen in andere opgaven van de OD Twente. Strategische allianties en samenwerking met partners en opdrachtgevers zijn hierbij van essentieel belang. Het doel is om het programma tegen juli 2025 volledig inzichtelijk te maken, zodat er toelichting gegeven kan worden op de voortgang van projecten en behaalde resultaten.

Werkgebonden personenmobiliteit

Per 1 juli 2024 is het ‘Besluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit’ (Besluit WPM) in werking getreden. Hiermee krijgen alle organisaties met 100 of meer werknemers een jaarlijkse rapportageplicht rondom zakelijke mobiliteit en woon-werkverkeer. Doel is het terugdringen van CO2-emissies. Uiterlijk 30 juni 2025 moeten hiervoor de eerste gegevens en bescheiden zijn ingediend. Hierbij kan worden gedacht aan het aantal werknemers, het aantal afgelegde reizigerskilometers, welke reismodaliteiten hiervoor wordt gebruikt en welke brandstoftypen hierbij worden verbruikt. Gemeenten zijn hiervoor aangewezen als bevoegd gezag, waarbij VTHA-taken rondom deze nieuwe rapportageplicht verplicht als basistaak zijn belegd bij omgevingsdiensten.

De OD Twente heeft in 2024 vanuit ODNL een grote bijdrage geleverd aan het opstellen en opleveren van een landelijke leidraad voor omgevingsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en handhaving rondom het Besluit WPM. Zowel gemeenten, provincies en de omgevingsdiensten moeten veelal ook zelf voldoen aan deze nieuwe rapportageplicht. Omdat er onduidelijkheid is over beschikbaarheid en inzet van financiële middelen en de benodigde capaciteit, is niet met zekerheid te zeggen of deze nieuwe taak (in zijn volledigheid) wordt uitgevoerd. Om een voorbeeldfunctie te vervullen, zijn omgevingsdiensten wel voornemens elkaar administratief te controleren, evenals controles uit te voeren bij de betreffende bevoegde gezagen. Deze controles zullen in 2025 worden uitgevoerd. Hiermee wordt tegelijkertijd ervaring opgedaan met deze nieuwe wetgeving.

3.4Doorontwikkeling VTHA-beleidsdoelen

In 2024 is vanuit de kerngroep en de OD Twente besloten om de beleidsdoelen nader te bekijken en uit te werken, voornamelijk omdat een gedeelte van deze doelen zich moeilijk laat meten. Vanuit het interbestuurlijk toezicht (IBT) is de doorontwikkeling van de huidige beleidsdoelen ook benoemd als verbeterpunt, waarbij concrete en heldere indicatoren en streefwaarden moeten worden opgesteld. De ambitie is om in 2025 te komen tot verder uitgewerkte doelen die de komende jaren goed gemonitord kunnen worden. De ontwikkeling hangt samen met het vigerende VTHA-beleid, welke tevens moet worden doorontwikkeld. Dit zal na werving van de onafhankelijke voorzitter en secretaris van de kerngroep nader worden vormgegeven.

4.Evaluatie taken en werkzaamheden 2024

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de door de OD Twente uitgevoerde taken en werkzaamheden in het afgelopen jaar binnen de programma’s vergunningen, toezicht, handhaving en advies (VTHA). Prognoses vanuit het UVP 2024 zijn hierbij gemaakt op basis van de oude wetgeving (PDC Wabo). Door een gebrek aan ervaringscijfers is gedurende 2024 besloten om geen vertaalslag van prognoses te maken naar de nieuwe wetgeving (PDC Omgevingswet). Omdat we te maken hebben met een overgangsjaar, valt realisatie echter uiteen in zowel oude producten (PDC Wabo) en nieuwe producten (PDC Omgevingswet).

Bovenstaande ontwikkelingen bemoeilijken om over 2024 zuivere analyses te maken en heldere verantwoording af te leggen. Prognoses kunnen namelijk niet direct gekoppeld worden aan de realisatie. Dit geldt vooral voor het programma ‘Vergunningen’, waarbij oude en nieuwe producten onder elkaar staan. Binnen de andere programma’s zijn nieuwe producten veelal weggezet als subproduct onder bestaande producten. Om onnodige complexiteit in de rapportages te voorkomen, is gekozen om alleen verantwoording af te leggen op hoofdproduct-niveau. In 2025 zal enkel worden gerapporteerd over de PDC Omgevingswet, waarbij resterende werkvoorraad vanuit het oude recht in een separate bijlage wordt gerapporteerd en toegelicht.

4.1Programma Vergunningen

Voor het taakveld vergunningen wordt de vergunningenstrategie gehanteerd. Deze is opgenomen in het uniforme VTHA-beleid Twente en de Nadere uitwerking. Deze strategie biedt algemene kaders en uitgangspunten voor vergunningverlening en de verschillende keuzemomenten hierin. Momenteel wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de Twentse Vergunningenstrategie (TVS).

Opgemerkt wordt dat het aantal verwachte producten een vraaggerichte inschatting betreft die is gebaseerd op de aantallen van voorgaande jaren en de ontwikkelingen en trends die reeds bekend zijn. Het is namelijk op voorhand niet te bepalen hoeveel van ieder type vergunningaanvragen / meldingen wordt ingediend.

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A1.01

Vooroverleg

4

0

0

A1.02

Melding activiteiten (besluit)

74

16

3

A1.03

Omgevingsvergunning regulier

6

1

2

A1.04

Omgevingsvergunning uitgebreid

7

0

6

A1.05

Toets actualisatie vergunningen

5

0

0

A1.06

(Gedeeltelijk) intrekken omgevingsvergunning

5

5

11

A1.07

MER Procedure

0

0

0

A1.08

(Vormvrije) MER beoordeling

5

1

3

A1.09

Maatwerkvoorschriften

10

2

1

A1.10

Bodem melding

63

1

6

A1.11

Bodembeschikking

8

1

2

A1.12

Melding sloop / asbest

112

2

0

A1.13

Milieuadvies omgevingsvergunning

0

2

2

A1.14

Voorbereiden Beschikking hogere grenswaarde

0

1

0

A1.15

Ontheffing APV

0

0

0

PDC Ow

A1.16

Verkennen omgevingsinitiatief

-

0

0

A1.17

Melding milieubelastende activiteit

-

106

18

A1.20

Omgevingsvergunning enkelvoudig (uitgebreid)

-

0

0

A1.21

Omgevingsvergunning meervoudig (uitgebreid)

-

0

0

A1.22

Omgevingsvergunning enkelvoudig (regulier)

-

3

2

A1.23

Omgevingsvergunning meervoudig (regulier)

-

0

0

A1.25

Ambtshalve wijzigen omgevingsvergunning

-

0

0

A1.26

Intrekken omgevingsvergunning (uitgebreid)

-

0

2

A1.27

Intrekken omgevingsvergunning (regulier)

-

0

0

A1.29

Milieuadvies omgevingsvergunning

-

7

2

A1.30

Advies Milieueffectrapportage

-

1

1

A1.31

Ontheffing Wet milieubeheer

-

0

0

A1.33

Maatwerkbesluit

-

0

0

A1.35

Melding activiteit bouwwerken leefomgeving

-

204

1

A1.36

Informatieplicht milieubelastende activiteit

-

93

10

A1.37

Melding gelijkwaardige maatregel

-

1

1

A1.38

Beoordelen conceptverzoek

-

2

2

A1.39

Informatieplicht bouwwerken leefomgeving

-

35

0

 

Totaal vergunningen

299

484

75

Overgangsjaar

Zoals aangegeven, is het lastig om binnen het programma Vergunningen zuivere verantwoording af te leggen over het overgangsjaar 2024. In bovenstaande tabel staat een prognose op basis van de PDC Wabo, terwijl realisatie uiteenvalt in resterende werkvoorraad vanuit dit oude recht, evenals de instroom aan nieuwe producten onder de PDC Omgevingswet. Grootste complexiteit hierbij is het uiteenvallen van één melding Activiteitenbesluit (A1.02) in meerdere meldingen (A1.17) en informatieplichten (A1.36) milieubelastende activiteiten (mba’s). Binnen de meldingen en informatieplichten mba’s zitten daarnaast ook bodemgerelateerde subproducten, welke onder het oude recht separaat werden gerapporteerd via het product bodem melding (A1.10).

Wat met zekerheid gezegd kan worden, is dat de toestroom van meldingen en informatieplichten mba afgelopen jaar sterk is achtergebleven bij de vooraf gestelde verwachtingen. Een eenduidige verklaring hiervoor kan niet gegeven kan worden. Het kan zijn dat meldingsbereidheid afneemt als gevolg van de nieuwe wetgeving en het bijbehorende Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Een andere verklaring kan zijn dat de meldingsplicht onder het nieuwe recht minder streng is door de introductie van de informatieplicht. De oorzaak is echter nog onduidelijk. De komende jaren moet gekeken worden hoe de instroom aan meldingen en informatieplichten mba’s zich ontwikkelt en welke oorzaken hier mogelijk achter liggen.

PDC Wabo en stikstof

Voor de agrarische gemeenten blijft de stikstofproblematiek grote invloed uitoefenen op de realisatie. Het opschorten van vergunningverlening rondom emissiearme stalsystemen en uitspraken rondom intern en extern salderen heeft wederom geleid tot minder verleende omgevingsvergunningen dan verwacht. Het resultaat zijn veel langlopende openstaande aanvragen vanuit het oude recht. Vanaf volgend jaar zal de werkvoorraad vanuit de PDC Wabo separaat als bijlage worden gerapporteerd en toegelicht. De meest recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen raakt naast agrarische ook industriële vergunningverlening onder het nieuwe recht. De OD Twente is in gesprek met de Provincie over een verdere aanpak.

4.2 Programma Toezicht & Handhaving

Voor toezicht en handhaving zijn al geruime tijd strategieën in gebruik. Deze zijn opgenomen in het VTHA-beleid Twente en de Nadere uitwerking. Door toezicht te houden wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan wet- en regelgeving en vergunningvoorschriften worden nageleefd. Voor de toezichthouders die de controle uitvoeren maakt de toezichtstrategie duidelijk hoe zij hun werk moeten uitvoeren. Ook geeft het inzicht in de verschillende soorten controles. Om vervolgens een goede uitvoering te geven aan handhaving, wordt aangesloten bij de LHSO.

4.2.1 Toezicht

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A2.01

Opleveringscontrole

5

1

n.v.t.

A2.02

Periodieke controle

173

116

n.v.t.

A2.03

Hercontrole

78

47

9

A2.04

Aspectcontrole

20

29

17

A2.05

Administratieve controle

11

1

0

A2.06

Administratieve audit

0

0

0

A2.07

Vrije veld toezicht/gevelcontrole

1

2

0

A2.08

Klacht/melding

28

53

6

A2.09

Bodem toezicht

58

100

37

A2.10

Toezicht sloop / asbest

72

0

0

A2.11

Toezicht bouwen

0

0

0

A2.12

Handhavingscontrole

10

8

7

A2.13

Informatieplicht ongewoon voorval

-

0

0

A2.14

Handhavingstoets

-

0

0

A2.15

Ketentoezicht

-

0

0

A2.16

Toezicht bouwwerken leefomgeving

-

49

0

 

Totaal Toezicht

456

406

114

Span of control toezicht

De Omgevingswet heeft niet geleid tot grote verandering binnen het programma Toezicht, met uitzondering van enkele nieuwe producten (A2.13 tot en met A2.16). Middels de introductie van het nieuwe Team Leefomgeving is geprobeerd de ‘span of control’ bij toezicht te verkleinen. Hierdoor zal een deel van de werkzaamheden binnen dit programma door dit nieuwe team worden uitgevoerd. Het gaat hier vooral om bodemtoezicht (A2.09) en toezicht rondom sloop/asbest (A2.10, A2.11 en A2.16).

Periodieke controles

Het aantal verwachte periodieke controles is afgelopen jaar wederom niet gehaald. In 2023 heeft de OD Twente geconstateerd dat de oorspronkelijke prognosecijfers voor periodieke controles niet haalbaar werden geacht met de bijbehorende formatie die is toegekend bij de start van de organisatie. Met de begrotingswijziging 2024 is dit knelpunt opgelost, waarbij de verwachting was dat de prognoses voor afgelopen jaar gehaald konden worden met volledige bezetting.

Twentebreed zijn 80,4% van de geplande controles uitgevoerd in plaats van de gewenste 100%. Voor de gemeente Twenterand zijn minder periodieke controles uitgevoerd (67,1%) dan het regionale gemiddelde. De voornaamste oorzaak hiervoor is niet langer een gebrek aan formatie, maar onbezette vacatureruimte. Het opvullen van de extra vacatureruimte als gevolg van de begrotingswijziging kost tijd, voornamelijk binnen agrarisch toezicht. Niet uitgevoerde controles brengen risico’s met zich mee dat minder overtredingen worden geconstateerd en gecorrigeerd. De OD Twente zichzelf als doel gesteld om in 2025 openstaande vacatureruimte zoveel mogelijk te vullen, met de ambitie in 2025 de planning voor periodieke controles volledig uit te voeren.

Het tekort aan periodieke controles wordt gedeeltelijk gecompenseerd door het afhandelen van extra klachten en de uitvoering van extra aspectcontroles. Waar klachten vraag gestuurd zijn, zijn de extra aspectcontroles uitgevoerd naar aanleiding van vuurwerk en deze eerder benoemde klachten. Vooral de aspectcontroles op gebied van vuurwerk zijn geprioriteerd uitgevoerd conform het UVP 2024, aangezien deze werkzaamheden zijn gekoppeld aan de vastgestelde beleidsdoelen (veiligheid).

Klachtenanalyse

De afgelopen jaren is een sterke toename geconstateerd in het aantal klachtmeldingen dat door de OD Twente is afgehandeld. Deze Twentebrede ontwikkeling heeft zich ook in 2024 doorgezet. Hierbij heeft het totaal aantal klachtmeldingen van het afgelopen jaar de verhoogde prognose van het UVP 2024 andermaal overschreden. Deze ontwikkeling heeft een negatieve invloed op de omgevingskwaliteit, aangezien meer klachten, hinder en overlast duiden op een lagere belevingswaarde en gebruikswaarde van de leefomgeving.

Om deze ontwikkeling beter te kunnen duiden en adresseren, voert de OD Twente jaarlijks een klachtenanalyse uit. Ook in dit jaarverslag wordt middels onderstaande tabellen inzicht gegeven in de omvang, oorsprong en aard van alle klachten die zowel regionaal als binnen de gemeente Twenterand zijn ontvangen in 2024. De cijfers vanuit de analyse zijn op basis van ontvangen klachten. Dit wijkt af van de realisatiecijfers uit PowerBI, welke uitgaan van het aantal afgehandelde klachten. Als onderdeel van de analyse zijn locatie(s) waar de meeste klachten zijn ontvangen verder toegelicht.

Klachtenanalyse regio Twente 2024

Aantal klachten afgehandeld (PowerBI)

Aantal klachten ontvangen (klachtenanalyse)

1520

1627

Afval

Asbest

Bodem

Geluid

Licht

Lucht

Overig

14

19

16

445

16

1099

18

Toelichting: Het overgrote deel van alle klachten in Twente had afgelopen jaar betrekking op lucht (68%) en geluid (27%). Binnen het thema lucht, ging het voornamelijk over geur gerelateerde klachten.

Locaties

Toelichting: Het afgelopen jaar hebben vijf specifieke locaties binnen de regio een opvallend hoog aantal klachten ontvangen. Het gaat hierbij om:

  • Geurklachten rondom een asfaltcentrale in de gemeente Hengelo (13% van alle klachten);

  • Geurklachten rondom een landbouwbedrijf in de gemeente Wierden (12% van alle klachten);

  • Geurklachten rondom een veevoeder producent in de gemeente Hof van Twente (5% van alle klachten);

  • Geurklachten rondom een andere veevoeder producent in de gemeente Hof van Twente (5% van alle klachten);

  • Geurklachten rondom een vervaardiger van dierlijke oliën en vetten in de gemeente Hengelo (5% van alle klachten).

 

Klachtenanalyse Twenterand 2024

Aantal klachten afgehandeld (PowerBI)

Aantal klachten ontvangen (klachtenanalyse)

51

51

Afval

Asbest

Bodem

Geluid

Licht

Lucht

Overig

1

1

4

40

1

3

1

Toelichting: Het merendeel van alle klachten in Twenterand hadden afgelopen jaar betrekking op geluid (78%). De overige klachten zijn relatief gelijkmatig over de verschillende klachttypen verdeeld. De luchtklachten zijn specifiek gerelateerd aan geurhinder.

Locaties

Toelichting: Het afgelopen jaar hebben twee specifieke locaties binnen de gemeente Twenterand een bovengemiddeld aantal klachten ontvangen. Het gaat hierbij om:

  • Geluidsoverlast rondom een sportschool in Vroomshoop (51% van alle klachten).

  • Geluidsoverlast rondom een metaalbewerkingsbedrijf in Vriezenveen (21% van alle klachten).

 

Milieuwinst

Ondanks dat het gewenste aantal periodieke controles in 2024 niet is gehaald, zijn afgelopen jaar veel interventies geweest met milieuwinst als resultaat. Hierbij worden enkele belangrijke voorbeelden genoemd waarbij toezichtinzet direct heeft bijgedragen aan een schonere, veiligere en gezondere leefomgeving in Twente:

  • Beheersing chemische calamiteit: Onze piketdienst en experts kwamen direct in actie bij een gevaarlijke reactie van geleverde chemicaliën. Door de snelle respons konden vrijgekomen stoffen veilig worden verdund en afgevoerd. Resterende chemicaliën werden vakkundig gekoeld en veiliggesteld.

  • Veilige opslag gasflessen: Tijdens een inspectie werd een tiental gasflessen met propaan aangetroffen die onveilig waren opgeslagen. De OD Twente heeft ondersteund met het realiseren van een opslagruimte die voldoet aan de PGS-15. Dit heeft bijgedragen aan een veiligere omgeving.

  • Bodemverontreiniging voorkomen: Een niet-gekeurde vloer van een autowasplaats is na interventie van de OD Twente gekeurd, gerepareerd en goedgekeurd. De integriteit van de bodem is gewaarborgd.

  • Watervervuiling afgewend: Door tijdig in te grijpen bij een overvolle olie- en benzineafscheider, is voorkomen dat grote hoeveelheid oliehoudend afvalwater in het openbare riool is terechtgekomen.

  • Mitigeren brandgevaar: Bij een bedrijf is een gevaarlijke situatie ontdekt, waarbij een propaantank te dicht bij een dieselolietank is geplaatst. Door het ingrijpen van de OD Twente zijn de tanks verplaatst en is een potentieel brandgevaarlijke situatie opgelost.

  • Vuurwerkcontroles: Tenslotte hebben de vuurwerkcontroles in 2024 belangrijke resultaten opgeleverd. Er zijn zes overtredingen geconstateerd, waarbij één strafrechtelijk is opgepakt. De OD Twente heeft een verschuiving ingezet naar meer structurele aandacht voor vuurwerkopslag gedurende het gehele jaar, wat risicovolle situaties vroegtijdig voorkomt.

4.2.2 Handhaving

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A3.01

Handhavingsverzoek

3

6

2

A3.02

Handhavingstraject

26

15

15

A3.03

(BOA) Strafrechtelijk onderzoek

20

8

3

A3.05

Toepassen last onder dwangsom

-

0

1

A3.06

Toepassen last onder bestuursdwang

-

0

0

 

Totaal Handhaving

49

29

21

Cluster juridisch

In 2024 heeft het cluster juridisch zich verder verdiept in de Omgevingswet en onderzocht hoe de huidige werkwijze beter kan aansluiten op deze nieuwe wet- en regelgeving. Concreet betekent dit een dienstbaardere opstelling van het cluster, wat leidt tot een andere benadering en werkwijze op gebied van bezwaar, beroep, handhavingsverzoeken, klachten en zienswijzen. Daarnaast heeft het cluster zich verder ingezet op natuur- en stikstofgerelateerde kwesties. Hierbij is onder andere een plan van aanpak met standaarden opgesteld rondom de toepassing van de stoppersregeling.

Kenmerkend voor afgelopen jaar is de hoge instroom aan handhavingszaken op het gebied van energie en duurzaamheid. Hierdoor is de werkvoorraad nauwelijks afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Inzet richtte zich afgelopen jaar toenemend op handhaving van wet- en regelgeving rondom energiebesparing en juridische advisering van energietoezichthouders. Door deze versterkte inzet draagt het cluster actief bij aan een duurzame leefomgeving, waarbij invulling wordt gegeven aan regionale beleidsdoelen.

Dwangsommen

Handhaving door de OD Twente heeft in 2024 geleid tot meerdere verbeurde last onder dwangsommen (LOD’s). Regionaal zijn afgelopen jaar 18 invorderingsadviezen opgesteld die moeten bijdragen aan een schonere, veiligere en gezondere leefomgeving. Voor de gemeente Twenterand zijn in het jaar 2024 geen invorderingsadviezen opgesteld vanwege het gebrek aan verbeurde LOD’s.

Het is van groot belang dat de gemeente duidelijk communiceert over de invordering van dwangsommen, zodat handhavingsprocessen hierop afgestemd kunnen worden. Het opleggen maar vooral het invorderen van dwangsommen heeft namelijk een afschrikkende werking en leidt zo tot beter naleefgedrag met indirecte milieuwinst als gevolg.

4.3Programma Advies

Naast producten op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving, kennen we ook specialistische adviesproducten. Deze producten zijn hieronder opgenomen.

Twenterand 2024

PDC

OMSCHRIJVING

UVP 2024

REA 2024

WV 2024

A4.01

Voorlopige voorziening

0

0

0

A4.02

Bezwaar

5

0

0

A4.03

Beroep

2

2

0

A4.04

Advies bij juridische procedures

9

1

4

A4.05

Advies bodem

60

51

12

A4.06

Advies externe veiligheid

7

14

6

A4.07

Advies milieuzonering

0

1

0

A4.08

Advies geluid

32

36

2

A4.09

Advies luchtkwaliteit

20

34

6

A4.10

Milieuadvies ruimtelijke ordening

23

4

0

A4.11

Advies beleidsontwikkeling mileu

0

0

0

A4.12

Advies algemeen

9

16

3

A4.13

Informatieverstrekking

1

5

1

A4.14

Advies flora en fauna

22

22

2

A4.15

Advies energie en duurzaamheid

0

0

3

A4.16

Integraal advies

3

23

8

A4.17

Advies sloop/asbest

40

4

0

A4.18

Advies geur

0

3

0

A4.19

Advies lichthinder

0

0

0

A4.20

Advies activiteit bouwwerken leefomgeving

0

3

0

A4.21

Dronevlucht

0

4

0

A4.22

Advies beleid en bestuur

0

0

0

 

Totaal Advies

233

223

47

Het totaal aantal adviezen is overeenkomstig de planning, maar wijkt op onderdelen af.

Clusters geluid en luchtkwaliteit

In 2024 is er een groot aantal adviesaanvragen binnengekomen op het gebied van geluid en luchtkwaliteit. Dit betreft interne aanvragen vanuit toezicht, handhaving en vergunningen, maar ook steeds meer externe aanvragen vanuit de partners. Dit duidt erop dat deze clusters steeds beter worden gevonden. Om wachttijden voor adviezen te verkorten, hebben beide clusters de ‘korte klusdag’ geïntroduceerd. Hiermee is dagelijks een adviseur beschikbaar om kleinere adviesaanvragen snel te behandelen.

Binnen het cluster luchtkwaliteit is een sterke toename zichtbaar in adviesaanvragen in relatie tot zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Deze advies hebben vooral betrekking op de beoordeling van emissierapportages en de evaluatie van vermijd- en reductieprogramma’s bij vergunningplichtige bedrijven. Een vergelijkbare stijging valt te zien bij geuradviezen. De verwachting is dat deze trends zich de komende jaren zullen voortzetten. Vanuit het cluster geluid wordt vooral extra werk verwacht als gevolg van het onderwerp windturbines. Hierbij moet de OD Twente beleidmatig meedenken, onder ander bij het opstellen van omgevingsplannen en ontwikkelingen van gebiedsgerichte programma’s.

Cluster externe veiligheid

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het lokale externe veiligheid (EV-)beleid niet langer actueel. Voor de gemeente Almelo heeft het cluster EV bijgedragen aan de ontwikkeling van nieuw beleid, waarbij de verwachting is dat voor meer gemeenten hierop ondersteuning geboden gaat worden. Daarnaast heeft de Omgevingswet het begrip omgevingsveiligheid geïntroduceerd, wat breder geïnterpreteerd kan worden dan enkel EV. Om deze reden heeft het cluster EV zich beziggehouden met de afbakening van taken en verantwoordelijkheden. Tenslotte is afgelopen jaar aandacht toegenomen voor het beheersen van specifieke risico’s rondom nieuwe energievormen en -infrastructuren, zoals waterstof, batterijen en windmolens.

5.Ketenpartners

Bij de uitvoering van VTHA-taken werkt de OD Twente regelmatig samen met verschillende externe partners, Deze samenwerking is gebaseerd op wettelijke en wenselijke taken. Eventuele “wenselijke taken” worden vastgelegd in werkafspraken tussen de OD Twente en de desbetreffende externe partij. Hiervan wordt het bevoegd gezag in kennis gesteld, evenals voor afspraken en/of prioriteiten in het kader van toezicht en handhaving en het gezamenlijk uitvoeren van projecten.

Veiligheidsregio

De OD Twente heeft een structurele samenwerking met de Veiligheidsregio Twente. Er vindt periodiek overleg plaats op verschillende niveaus, van directieniveau tot casusniveau. De samenwerking is vastgelegd in een DVO, maar in de praktijk meer pragmatisch van aard. Medewerkers weten elkaar snel te vinden en er wordt periodiek bij elkaar op kantoor gewerkt. In 2024 is een projectplan opgesteld om ook informatie-uitwisseling tussen de Veiligheidsregio en de OD Twente verder te verbeteren. Het doel is om te inventariseren welke specifieke statische en dynamische gegevens beide diensten (nodig) hebben en openbare registers vervolgens beter op elkaar af te stemmen voor meer data-uitwisseling. Dit moet resulteren in snellere en meer volledige toegang tot informatie ten behoeve van een effectievere uitvoering van primaire taken. De implementatie en afronding van dit project staan gepland voor 2025.

Waterschappen

De noordoostelijke OD’s en waterschappen uit de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel hebben een structurele samenwerkingsovereenkomst. Hierbinnen wordt themagericht samengewerkt middels jaarlijkse projecten en activiteiten. De doelstelling van de samenwerking is om op een laagdrempelige manier en op basis van vrijwilligheid elkaar te versterken. Gezocht wordt naar een combinatie van kennisdeling en uitvoering. In 2024 heeft kennisdeling zich voornamelijk gericht op de implementatie van de Omgevingswet en risicogericht werken. Daarnaast zijn concrete acties genomen op de onderstaande speerpunten:

  • 1.

    ZZS: Naast het bevorderen kennisdeling en bewustzijn over ZZS vanuit het plan van aanpak van de Provincie Overijssel, zijn ook voorbereidingen getroffen rondom het opstellen van brancheplannen rondom dit thema.

  • 2.

    Vetproblematiek: Uitvoering van dit project heeft voornamelijk plaatsgevonden in 2023, waarbij de resultaten begin 2024 zijn opgeleverd.

  • 3.

    Covergisters: Samenwerking heeft plaatsgevonden ten aanzien van de problematiek en aanpak rondom dit thema. Hierbij heeft het waterschap en de OD Twente ieder hun eigen bevoegdheid, waarbij het belang van aanvullend werken wordt benadrukt. Dit helpt met een eenduidige benadering richting bedrijven.

Politie

In 2024 heeft OD Twente wederom actief deelgenomen aan de Multidisciplinaire Integrale Aanpak (MIA-acties) in diverse Twentse gemeenten. Deze MIA-acties waren gericht op de aanpak van ondermijning, een fenomeen waarbij de onderwereld gebruikmaakt van de bovenwereld om criminele activiteiten te faciliteren, zoals witwassen, illegale handel en drugsproductie. Ondermijning kan plaatsvinden in uiteenlopende sectoren, waaronder horeca, kapperszaken, verhuur van garageboxen en autobedrijven.

Hoewel de organisatie van deze acties bij de gemeenten ligt, heeft OD Twente haar meerwaarde bewezen door haar specialistische kennis en inzet bij te dragen aan een effectieve aanpak van ondermijning. De samenwerking met verschillende handhavingspartners bleek niet alleen effectief tijdens de MIA-controles, maar droeg ook bij aan een betere afstemming en samenwerking tussen collega’s van de betrokken organisaties. Ook in 2025 wil OD Twente blijven bijdragen aan deze gezamenlijke aanpak. Hierbij de organisatie een blijvende rol spelen in het versterken van de regionale samenwerking en het aanpakken van ondermijning in Twente.

Inspectie Leefomgeving en Transport

De OD Twente heeft afgelopen jaar meermaals deelgenomen aan transportcontroles in samenwerking met de politie en ook de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Deze controles hebben op verschillende locaties plaatsgevonden, waaronder bij grensovergangen. De transportcontroles hebben zich gericht op verschillende thema’s, waaronder bodem- en afvaltransport. Dit levert waardevolle inzichten op, waarbij ter plekke gebruik wordt gemaakt van drones en monsternames. Ook is het goed voor de zichtbaarheid van de OD Twente naar de buitenwereld.

Omgevingsdienst Nederland

De OD Twente is landelijk betrokken bij verschillende ontwikkelingen en biedt hierbij proactieve ondersteuning aan Omgevingsdienst Nederland (ODNL) op verschillende thema’s zoals het Besluit WPM, de verschillende pijlers van IBP-VTH, de oplevering van de LVS en ondersteuning rondom implementatie van milieuwetgeving in Caribisch Nederland.

6.Projecten

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in alle projecten en collectieve werkzaamheden die in het afgelopen jaar zijn uitgevoerd of waaraan is deelgenomen. Hierbij is duidelijk onderscheid gemaakt tussen projecten met een begin- en eindpunt enerzijds, en doorlopende collectieve werkzaamheden die ten behoeve van de hele regio worden uitgevoerd anderzijds.

6.1Twentse projecten

OD1: Omgevingswet (zie paragraaf 2.2)

De initiële implementatie van de Omgevingswet in 2024 is succesvol verlopen, mede dankzij een zorgvuldige voorbereiding en nauwe samenwerking met onze (keten)partners. Verdere verbeteringen worden in 2025 binnen de reguliere processen doorgevoerd, waaronder de aanpassing van sjablonen, de landelijke kernregistratie van mba’s en de optimalisatie van de SFW. Daarnaast is de Omgevingstafel Twente in 2024 voortgezet en is projectmatig gewerkt aan het opstellen van een uniforme paragraaf voor milieuleges met eenduidige definities. Naar verwachting zal deze 2025 opgeleverd worden.

In 2024 heeft de OD Twente aanzienlijke stappen gezet op het gebied van energie en duurzaamheid. De uitvoering van het Projectplan energiebesparing 2022-2023 is afgerond, waarbij de extra hercontroles in 2024 zijn uitgevoerd vanwege lager naleefgedrag dan werd verwacht.

Daarnaast is via de SPUK THE capaciteit voor energietoezicht uitgebreid en geprofessionaliseerd, met instemming van de partners om deze werkzaamheden in voort te zetten. Naast werving en opleiding, is in 2024 ook een flinke stap gezet in de uitvoering van het primaire proces. Zo zijn binnen de SPUK THE meer dan 200 bedrijfsbezoeken afgelegd. Hieronder vallen ook 20 bezoeken aan grootverbruikers in Twente, om een zo groot mogelijke impact te hebben op energiebesparing en vermindering van CO2 uitstoot.

Ook is gewerkt aan de transitie naar een circulaire economie via samenwerking met OD IJsselland, waarbij het VTHA-instrumentarium wordt versterkt en een regionaal kennisschakelpunt wordt ontwikkeld. Dit moet in 2025 leiden tot een ‘programma circulaire economie’, welke zal fungeren als kwartiermaker.

Ook heeft OD Twente een grote rol gespeeld in de landelijke voorbereiding op het ‘Besluit CO2-reductie WPM’, dat per 1 juli 2024 in werking is getreden. De uitvoering hiervan, inclusief controles bij bevoegde gezagen, volgt in 2025. Onzekerheid rondom capaciteit en financiële middelen vormt hierbij een risico.

OD3: SPUK IBP (zie pararagraaf 2.2)

In 2024 is de OD Twente, met steun van de SPUK IBP-subsidie, actief bezig geweest met het versterken van de VTHA-taken. De inspanningen waren gericht op zes pijlers: robuustheid, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving, informatievoorziening, kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt, onafhankelijke uitvoering en monitoring. Zo is onder andere een plan van aanpak opgesteld om per 2026 aan de robuustheidscriteria te voldoen. Deze initiatieven dragen zowel bij aan de versterking van de organisatie en aan de verbetering van de leefomgeving.

OD4: Project lozen buiten inrichtingen

De OD Twente heeft in 2024 een pilotplan uitgevoerd voor indirecte lozingen buiten de kadastrale grenzen van bedrijven. In het kader hiervan zijn nieuwe uniforme werkwijze- en instructies opgesteld om de afhandeling van ingediende meldingen te verbeteren. De werkwijze is geïmplementeerd bij Team Leefomgeving, waarmee nu ervaring wordt opgedaan. Ook is een aansluitende toezichtstrategie en werkwijze opgesteld voor Team Toezicht en Handhaving, deze wordt in 2025 geïmplementeerd.

ODP1: Project ZZS

In 2024 is het projectplan voor de aanpak tegen zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) van de Provincie, OD Twente en OD IJsselland grensoverschrijdend opgepakt. De focus lag op het vergroten van bewustwording, het uitbreiden van kennis en het versterken van samenwerking. De OD Twente heeft tevens actief deelgenomen aan landelijke en Oost-Nederlandse netwerken (Gelderland-Overijssel) waar waardevolle kennis is gedeeld, vertaald en toegepast op de Twentse situatie.

Deze gezamenlijke inspanning heeft onder andere geleid tot een document waardoor toezichthouders ZZS beter kunnen signaleren tijdens milieucontroles. Daarnaast is een fundament gelegd voor een signaleringskader, waarmee ZZS-signalen inzichtelijker worden voor vergunningverleners. Vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft OD Twente in 2024, mede door het project, belangrijke stappen gezet in het terugdringen van ZZS en bijgedragen aan een gezondere en duurzamere leefomgeving.

OD5: Project Gedragssturing (zie paragraaf 3.1)

In 2024 is het project gedragssturing vanuit diverse invalshoeken benaderd en uitgevoerd. Daarbij is bijzondere aandacht besteed aan de rol van meldingscoach, het landelijke gedragsteam en de structurele verankering van gedragssturing binnen het VTH-proces.

OD6: Projectmatig werken

Gedurende 2024 heeft de OD Twente verder gewerkt aan de doorontwikkeling van projectmatig werken. Interne werkprocessen, afspraken en sjablonen hiervoor zijn inmiddels vastgesteld. Ook is de nieuwe functie van ‘projectleider’ in 2024 ingevuld. Daarnaast is gewerkt aan het proces rondom het aannemen van projectmatige werkzaamheden en de registratie hierop. Dit heeft geleid tot een beter UVP 2025, waarin op groter detailniveau wordt geprognosticeerd, gerapporteerd en bijgestuurd op projectmatige werkzaamheden. Dit is een basis die in 2025 verder zal worden verfijnd.

 

6.2Collectieve werkzaamheden Twente

  • 1)

    Ontwikkelingen stikstof

PPLG: De OD Twente was in 2024 aangesloten bij de provinciale werkgroep en leverde van hieruit een bijdrage aan het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). In september is met het vervallen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, ook het PPLG komen te vervallen. Het is momenteel onduidelijk hoe verder te gaan met de uitvoering van de doorontwikkeling van het landelijk gebied in Twente.

Stoppersregeling: via deze regeling kregen agrariërs de mogelijkheid om tot 1 januari 2020 aan het Beh te voldoen. Eind 2024 is de OD Twente verdergegaan met het oppakken van het project om de betreffende vergunningen ambtshalve in te trekken. Het gaat nog om circa 95 locaties. Een deel hiervan staat ‘on hold’ in verband met nieuwe vergunningaanvragen en omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen (OBM) rondom natuur. Daarnaast zijn er nog de ‘gekapte stoppers’ die toentertijd niet in aanmerking kwamen voor de stoppersregeling, maar wiens vergunningen niet voldoen aan het Beh en ook nog niet zijn ingetrokken. Deze vergunningen worden momenteel opgepakt via een separaat traject los van het reguliere stopperstraject.

Lbv en Lbv+: In 2024 hebben 127 bedrijven in Twente zich aangemeld voor de Landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties (Lbv en Lbv+). Hiervan hebben inmiddels 87 een besluit van het RVO ontvingen, waarvan 79 positief. Er zijn 9 intrekkingsverzoeken van omgevingsvergunningen vanuit de regeling ontvangen; 4 verzoeken zijn inmiddels afgehandeld. Het komende jaar wordt een verdere toename verwacht van het aantal intrekkingsverzoeken, adviesverzoeken voor omgevingsplanwijzigingen, ontwikkelingsmogelijkheden van erven en vragen van adviseurs en BG’s met betrekking tot deze regelingen.

  • 2)

    Voorzitter regionale overleggen

De OD Twente heeft ook in 2024 haar taak als voorzitter opgepakt in verschillende gremia. Dit is gedaan in het Kennisplatform Bodem Twente en de regionale werkgroep geluid.

  • 3)

    Bodembeleidsagenda

In 2024 heeft de OD Twente als voorzitter van het Kennisplatform Bodem Twente en deelnemer aan het kernteam Onder Twente, diverse projecten geïnitieerd en uitgevoerd. Dit omvat het optimaliseren van de samenwerking tussen KBT en Onder Twente, het opstellen van een strategische bodeminformatie agenda en het uitvoeren van de daaruit voortvloeiende actiepunten. Tevens is de OD Twente betrokken bij landelijke en regionale overleggen over PFAS, ZZS, de afdeling bodem in de Omgevingswet en bodemregels in het Omgevingsplan om gemeenten optimaal te informeren en ondersteunen.

  • 4)

    Ketentoezicht

Projectleiding en coördinatie ligt bij de OD Twente, maar uitvoering vindt plaats bij de OD Rivierenland. In 2024 heeft team ketentoezicht van OD Rivierenland een belangrijke bijdrage geleverd aan het versterken van toezicht en handhaving. Er zijn 590 uren besteed aan ketenanalyse voor de OD Twente, wat heeft geleid tot vijf tactische en operationele risicoanalyses en er is daarnaast ondersteuning geboden bij diepgaand administratief toezicht.

De ketenaanpak is voortgezet voor E-waste, dierlijke bijproducten en verontreinigde grond. Er zijn tevens gerichte interventies uitgevoerd binnen de ketens metaalrecycling, co-vergisting en e-waste. Team ketentoezicht heeft ook meegewerkt aan de analyse vanuit het project aanpak synthetische drugs (SONAR) in samenwerking met het RIEC. Hierbij zijn netwerken en kenmerken in de keten van de productie van synthetische drugs in kaart gebracht met het doel integraal te kunnen interveniëren. Naast het RIEC, is ook nauw samengewerkt met andere ketenpartners zoals Politie Oost Nederland, Functioneel Parket, de Belastingdienst, Waterschappen, Rijkswaterstaat, NVWA, ILT en andere OD’s.

  • 5)

    Ontwikkelingen beleidsdoelen (zie paragraaf 3.4)

In 2024 is vanuit de kerngroep en de OD Twente besloten om de beleidsdoelen nader te bekijken, voornamelijk omdat een gedeelte van deze doelen zich moeilijk laat meten. De ambitie is om in 2025 te komen tot verder uitgewerkte doelen, met duidelijk meetbare indicatoren en streefwaarden die de komende jaren goed gemonitord kunnen worden. De ontwikkeling hangt samen met vigerende VTHA-beleid, welke tevens moet worden doorontwikkeld.

 

6.3Lokale projecten

Project sanering wegverkeerslawaai Oosteinde/Almeloseweg en Hammerweg

Het gemeentelijke project rondom de sanering van wegverkeerslawaai bij Oosteinde/Almeloseweg en de Hammerweg heeft doorgang gevonden. De gemeente Twenterand heeft in het UVP 2024 hiervoor 200 uur beschikbaar gesteld ten behoeve van het beoordelen van geluidsrapporten en procedures ten behoeve de saneringen van woningen. Deze inhoudelijke werkzaamheden hebben afgelopen jaar weinig plaatsgevonden. Eerst moet worden gezocht naar een projectleider om dit project verder op te pakken.

 

7.Uitvoeringsorganisatie & bedrijfsvoering

De OD Twente moet als uitvoeringsorganisatie met bedrijfsvoering aan een aantal elementen voldoen ten aanzien van haar organisatie, borging van middelen, monitoring en rapportage. De uitvoeringsorganisatie dient zodanig ingericht te zijn dat een goede uitvoering van het VTHA-beleid, inclusief de Nadere uitwerking en programma gewaarborgd is. Per element is aangegeven hoe hier uitvoering aan wordt gegeven.

Omschrijving

Toelichting

Uitvoeringsorganisatie

De bestuursorganen richten hun organisatie zodanig in dat een goede uitvoering van het VTHA-beleid en de uitvoeringsprogramma’s, gewaarborgd is.

Via een governance is geborgd dat de beleids- en uitvoeringscyclus zowel bestuurlijk als ambtelijk wordt opgepakt door zowel de bevoegde gezagen als de OD Twente. Tevens zijn de afspraken vastgelegd in de GR, DVO's en het bedrijfsplan.

De bestuursorganen dragen er in ieder geval zorg voor dat:

  • a)

    De personeelsformatie ten behoeve van de uitvoering en de handhaving en de bij de onderscheiden functies behorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd.

  • b)

    Vergunningverleners niet worden belast met het toezicht op naleving en het voorbereiden of uitvoeren van bestuurlijke sancties.

  • c)

    Toezichthouders niet voortdurend worden belast met het uitoefenen van toezicht op de naleving met betrekking tot dezelfde inrichting.

  • d)

    De organisatie van de bestuursorganen en van de Omgevingsdienst ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar is.

Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven in de functieomschrijvingen en het formatieplan.

Er geldt functiescheiding op persoonsniveau tussen vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds. Ook is er sprake van periodieke roulatie van toezichthouders en worden hercontroles altijd uitgevoerd door een andere toezichthouder. Voor specialismen en juridische deskundigheden geldt een scheiding op objectniveau.

De OD Twente kent een 24/7 wachtdienst, welke in 2024 een professionaliseringsslag heeft gemaakt met een nieuw dienstvoertuig en een hoger specialisatieniveau. Hierbij wordt jaarlijks effectief gereageerd op milieu-incidenten.

De bestuursorganen dragen tevens zorg voor dat:

  • a)

    Een beschrijving van de werkprocessen, de procedures en de bijbehorende informatievoorziening inzake de uitvoerings- en handhavingstaken en het voorbereiden, geven en uitvoeren van bestuurlijke sancties wordt vastgesteld.

  • b)

    De uit te voeren werkzaamheden plaatsvinden overeenkomstig deze beschrijving.

  • a)

    In de werkprocessen staat beschreven op welke wijze vergunningverleners, toezichthouders, handhavers en adviseurs hun werkzaamheden uitvoeren. Deze staan in het kwaliteitssysteem (WIKI 360).

  • b)

    Er wordt een kwaliteitsplan opgesteld waarin de uitvoeringskwaliteit wordt geborgd. Elementen hierin worden getoetst middels het uitvoeren van audits.

Borging van middelen

De bestuursorganen dragen er zorg voor dat:

  • a)

    De voor het bereiken van de gestelde doelen en de voor het uitvoeren van de daarin bedoelde activiteiten benodigde en beschikbare financiële en personele middelen inzichtelijk worden gemaakt en in de begroting van de rechtspersonen en van de Omgevingsdienst worden gewaarborgd.

  • b)

    De wijze van berekening van de benodigde financiële en personele middelen inzichtelijk wordt gemaakt.

  • c)

    Voor de uitvoering van de uitvoeringsprogramma’s voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn en dat deze middelen zo nodig worden aangevuld of de uitvoeringsprogramma’s zo nodig worden aangepast.

  • a)

    Borging vindt plaats middels de jaarlijkse programmabegrotingen, waarin per programma en partner de middelen in beeld worden gebracht.

  • b)

    Er wordt gewerkt met een PDC, die in 2024 is omgezet naar de Omgevingswet. Hierbij vormen producten, kengetallen en projecten een belangrijke basis voor de financiële berekening.

  • c)

    Op Twents niveau wordt inzichtelijk gemaakt welke inzet de OD Twente in 2024 gaat uitvoeren, met voldoende capaciteit en middelen.

Monitoring

De bestuursorganen bewaken resultaten en voortgang van:

  • a)

    Het bereiken van de krachtens die leden gestelde doelen.

  • b)

    De uitvoering van de uitvoeringsprogramma’s.

Er wordt 4 en 8 maandelijks gerapporteerd over de voortgang. Bevoegde gezagen worden hierover op de hoogte gehouden middels accountgesprekken. Per jaar wordt geprioriteerd inzichtelijk te maken welke bijdrage is geleverd aan gestelde doelen.

De bestuursorganen dragen zorg voor de registratie van gegevens die zijn verkregen in het kader van de uitvoering en handhaving.

Betreft de vastlegging middels het zaaksysteem PowerBrowser en ondersteunende applicaties (PowerBI).

Het archief VTH is per partner afgestemd. 

Rapportage

De bestuursorganen rapporteren periodiek over:

  • a)

    Het bereiken van de krachtens die leden gestelde doelen.

  • b)

    De uitvoering van de voorgenomen activiteiten in verhouding tot de prioriteitenstelling

  • c)

    De uitvoering van de afspraken

  • a)

    Monitoring en jaarverslag.

  • b)

    Jaarverslag en 4- en 8-maandenrapportages.

  • c)

    Jaarverslag en 4- en 8-maandenrapportages.

De bestuursorganen evalueren jaarlijks of de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsprogramma’s zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen.

Betreft de jaarlijkse rapportage middels het Jaarverslag VTH, inclusief terugkoppeling VTH-beleidsdoelen en bijbehorende UVP.

B&W en GS delen de rapportage mee aan de gemeenteraad en provinciale staten.

Betreft de jaarlijkse aanbieding van het Jaarverslag VTH.

Verplichte aansluiting Inspectieview Milieu

De verplichte aansluiting op Inspectieview Milieu is gerealiseerd middels deelname aan I-GO (Gelderse Omgevingsdiensten).

Preventief medisch onderzoek

Het gemiddelde percentage ziekteverzuim voor de gehele OD Twente zag afgelopen jaar op 3,53%. Dit is in lijn met de voorgaande jaren en nog steeds onder het streefcijfer van 4%. De bedrijfscultuur en arbeidsomstandigheden zijn hierbij positieve factoren. In mei 2024 is een drie jaarlijks preventief medisch onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de OD Twente op de meeste punten beter scoort dan de benchmarkt. Dit hangt mogelijk samen met het relatief lage ziekteverzuim.

Arbeidsomstandigheden

Er zijn geen bedrijfsongevallen in 2024 geweest. Er is afgelopen jaar gewerkt aan het opstellen van een volwaardige risico-inventarisatie en -evaluatie. Voorlopige conclusie is dat er weinig aandachtspunten zijn om de werkzaamheden volgens voorschriften te kunnen uitvoeren. Ook ten aanzien van de werkomgeving zijn er weinig verbeterpunten. De RI&E en het daaruit voortkomende plan van aanpak zal in 2025 worden vastgesteld. Eventuele aandachtspunten die uit de RI&E inventarisatie voortkomen, worden in 2025 opgepakt en opgelost.


Noot
1

Formeel is de naam VTH-beleid, maar dit jaarverslag houdt consequent vast aan de terminologie VTHA.

Noot
2

Betreft zowel directe uren op zaak als algemene directe uren (Admin, Clusteroverleg en Begeleiding trainees)