Mandaatbesluit Stichting Scholingsfonds Brabant Leert uitvoering Subsidieregeling compensatie leertijd overstappers tekortsectoren arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant 2025

Geldend van 12-07-2025 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit Stichting Scholingsfonds Brabant Leert uitvoering Subsidieregeling compensatie leertijd overstappers tekortsectoren arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Gelet op afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

Overwegende dat

-het college op ten behoeve van de taken en bevoegdheden die zij uitoefent voor de arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant heeft besloten mandaat te verlenen aan Stichting Scholingsfonds Brabant Leert om met ingang van 1 april 2025 uitvoering te geven aan de Subsidieregeling “compensatie leertijd overstappers tekortsectoren arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant 2025” waarvoor door het Rijk subsidiegelden beschikbaar zijn gesteld in de Beschikking Specifieke Uitkering Pilot 'Overstappers Tekortsectoren' van 19 december 2024;

-het college op de “Subsidieregeling compensatie leertijd overstappers tekortsectoren arbeidsmarktregio Zuidoost Brabant 2025” (hierna: Regeling) heeft vastgesteld;

-het wenselijk is dat Stichting Scholingsfonds Brabant Leert, namens het college subsidiebesluiten gaat nemen in het kader van de Regeling en voor zover deze subsidiegelden aan Stichting Scholingsfonds Brabant Leert ter beschikking gestelde subsidiebudgetten vallen;

besluit vast te stellen:

  • 1. Het bestuur van de Stichting Scholingsfonds Brabant Leert heeft gedurende de looptijd van de Regeling mandaat binnen de door ons gestelde financiële kaders voor projectuitvoer inclusief monitoring, borging, controle en/of rapportage met betrekking tot de subsidiabele activiteiten: subsidiecriteria, subsidieplafond, maximale subsidie en subsidie termijn, de subsidieaanvraagcriteria en subsidieverplichtingen van de Regeling.

  • 2. Het bestuur van Stichting Scholingsfonds Brabant Leert neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden de Algemene wet bestuursrecht en de door het college vastgestelde beleidskaders en beleidsregels in acht.

  • 3. Omvang van het mandaat ten aanzien van uitvoering van de bevoegdheid omvat het nemen van subsidiebesluiten in positieve of negatieve zin met inachtneming van titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht en de ASV Eindhoven, hieronder wordt mede verstaan:

  • a) het ten behoeve van de uitvoering van de Regeling nemen van alle (voorgenomen) besluiten en het verrichten van alle (voorbereidende) rechtshandelingen welke verband houden met het verlenen, weigeren, wijzigen, intrekken of terugvorderen van subsidie, met uitzondering van de behandeling van en beslissing op ingediende bezwaar- en beroepschriften;

  • b) het informeren van belanghebbenden (werkgever en werknemer) en het voeren van correspondentie, die direct te maken hebben met de opgedragen taken;

  • c) afstemmen met Werkcentrum Zuidoost Brabant over voorgenomen besluiten in het kader van deze Regeling;

  • d) het in de gelegenheid stellen van belanghebbenden hun zienswijze naar voren te brengen, als bedoeld in de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e) het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

  • f) Het tijdens de looptijd controleren per kwartaal beoordelen of de werkgever heeft voldaan aan de verplichtingen;

  • g) het afleggen van verantwoording aan de gemeente Eindhoven en het rijk en andere (semi)overheidsinstanties en het hiervoor voeren van een deugdelijke administratie en rapportage;

  • h) alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoering van de Regeling.

  • 4. Het besluit treedt de dag na publicatie in werking.

Ondertekening

Eindhoven,

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, secretaris,