Regeling vervalt per 01-01-2027

Uitvoeringsregeling subsidie stimulering energiehubs Noord-Holland 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 15-07-2025 t/m 31-12-2026

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie stimulering energiehubs Noord-Holland 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie stimulering energiehubs Noord-Holland 2025

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    energiehub: een slim gestuurd, decentraal energiesysteem waarin verduurzaming van het energiesysteem voor een gebied mogelijk wordt gemaakt en tegelijk het bovenliggende energiesysteem wordt ontlast of versterkt, door lokaal zoveel mogelijk vraag en aanbod van verschillende energiedragers in balans te brengen door lokale productie, consumptie, opslag en het omzetten van energie te combineren;

  • b.

    verkenningsfase: de fase waarin wordt onderzocht of een energiehub mogelijk en gewenst is, waarin geïnteresseerde initiatiefnemers worden gekoppeld, inzicht wordt verkregen in het toekomstige energieverbruik en de assets van de verschillende potentiële deelnemers, energieanalyses worden verricht, de technische haalbaarheid wordt geanalyseerd en waarin een eerste samenwerkingsverband wordt opgezet;

  • c.

    plan- en ontwerpfase: de fase waarin wordt toegewerkt naar een concreet ontwerp voor de energiehub, waarin de technische en financiële oplossingen en voorwaarden van netbeheerder en deelnemers worden geformuleerd, waarin de resultaten van een verkenningsfase naar een ontwerp voor de te realiseren energiehub worden opgewerkt, waaronder maar niet uitsluitend het opstellen van een schetsontwerp, businessplan, concept samenwerkingsovereenkomsten of concept leveringscontracten en mogelijke juridische structuren een en ander met als doel in de volgende fase van realisatie tot ondertekende contracten te komen met de betrokken bedrijven en de netbeheerder;

  • d.

    collectief: een samenwerkingsverband met of zonder rechtspersoonlijkheid van minimaal drie bedrijven, maatschappelijke organisaties, of gemeente met vastgoed, dat is gevestigd op een bedrijventerrein of mobiliteitshub in de provincie Noord-Holland dat is opgenomen in bijlage 1 waarbij als vereiste voor deelname aan het collectief geldt dat door subsidieverstrekking aan een deelnemend bedrijf of organisatie de maximale ruimte op grond van de De-minimisverordening niet wordt overschreden;

  • e.

    selectiecommissie: commissie bestaande uit medewerkers van de provincie Noord-Holland, de ROM InWest en Liander die de energiehubinitiatieven hebben geselecteerd die voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking komen;

  • f.

    proceskosten: kosten van inhuur van capaciteit of expertise en kosten voor het laten uitvoeren van specialistische onderzoeken;

  • g.

    assets: fysieke installaties of andere fysieke hulpbronnen die gebruikt worden voor de opwek, opslag, omzetten of verbruik van energie;

  • h.

    nettopologie: geografisch-elektrische eigenschappen van een net of deelnet, onder andere waar de grootste elektriciteitsstromen lopen en waar zich netcongestie bevindt;

  • i.

    CDOKE-beschikking: beschikking vanuit de Rijksoverheid waarin geld wordt verleend aan decentrale overheden voor het vergroten van de capaciteit en het inhuren van experts ten behoeve van beleid voor klimaat en energie en de uitvoering daarvan. Geld ontvangen via deze regeling dient voor 1 januari 2027 besteed te zijn;

  • j.

    energiescan: onderzoek waarbij energieverbruiksprofielen in kaart worden gebracht en verbruiksprognoses voor de toekomst worden opgesteld.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidiabele activiteiten zijn de volgende activiteiten die zullen worden verricht voor een bedrijventerrein of mobiliteitshub in de verkenningsfase of in de plan- en ontwerpfase dat is opgenomen in bijlage 1:

  • a.

    het uitvoeren van onderzoeken of een energiehub mogelijk en gewenst is;

  • b.

    het samenbrengen van geïnteresseerde initiatiefnemers;

  • c.

    het opzetten van een eerste samenwerkingsverband;

  • d.

    het formuleren van een gezamenlijke doelstelling, uitdaging, of ambitie;

  • e.

    het verkennen of opstellen van een financieringsplan;

  • f.

    het uitvoeren van een of meerdere energiescans;

  • g.

    het in kaart brengen van huidig en toekomstig energieverbruik en de assets van potentiële deelnemers;

  • h.

    het opstellen van een technisch energiehub-ontwerp, businessplan, samenwerkingsovereenkomsten of leveringscontracten en een juridische structuur;

  • i.

    het analyseren van mogelijke technische oplossingsrichtingen;

  • j.

    het aanvragen van nieuwe contractvormen bij de netbeheerder;

  • k.

    het formuleren van voorwaarden en criteria voor de energiehub; of

  • l.

    het vastleggen van een ontwerp, op organisatorisch, juridisch, technisch, financieel en energiesysteemniveau.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een collectief.

Artikel 4 Aanvraagvereisten

  • 1. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit inclusief ingeschatte urenverantwoording;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een beschrijving van de deelnemende partijen aan het collectief;

    • d.

      een samenwerkingsovereenkomst tussen de deelnemers van het collectief waarin een machtiging is opgenomen aan één van de deelnemers door alle resterende deelnemers van het collectief om de communicatie omtrent de subsidieverstrekking namens de deelnemers te mogen verrichten en de na subsidieverstrekking door Gedeputeerde Staten te betalen bedragen te ontvangen, te verdelen en te verantwoorden.

    • e.

      een plan van aanpak voor het uitvoeren van de verkenningsfase of de plan- en ontwerpfase, afhankelijk van voor welke fase subsidie wordt aangevraagd;

    • f.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd; en

    • g.

      een overzicht van de de-minimisruimte en een de-minimisverklaring per bedrijf dat deelneemt aan het collectief.

  • 2. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend door middel van het voor deze uitvoeringsregeling op Externe link: www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies beschikbaar gestelde formulier.

  • 3. Een aanvraag wordt gedaan door de in het eerste lid, onderdeel d benoemde vertegenwoordiger van het collectief.

  • 4. Een aanvraag om subsidie betreft maximaal één energiehub per openstellingsperiode en kan meerdere activiteiten betreffen.

Artikel 5 Openstellingsperiode

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een periode vast, waarbinnen aanvragen om subsidie op grond van deze regeling kunnen worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 6 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 7 Volgorde van ontvangst

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag volledig en compleet is ingediend.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid ertoe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • b.

    minimaal één van de deelnemers aan het collectief een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings -en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);

  • c.

    tegen de minimaal een van de deelnemers van het collectief een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt;

  • d.

    het hubinitiatief niet geselecteerd is door de selectiecommissie Noord-Holland. Een overzicht van geselecteerde initiatieven is opgenomen in Bijlage 1;

  • e.

    deze niet binnen de periode wordt besteed zoals bepaald in de CDOKE-beschikking.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten die zijn gemaakt vanaf 1 juni 2025:

  • a.

    de kosten voor het inhuren van adviseurs, procesbegeleiders en andere experts in het kader van het project;

  • b.

    de kosten van onderzoeken.

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

  • a.

    de kosten van assets en exploitatiekosten;

  • b.

    uren die door deelnemers van het collectief zelf zijn gemaakt.

Artikel 11 Subsidiebedrag

Het subsidiebedrag per collectief bedraagt ten hoogste:

  • a.

    85 procent van de subsidiabele kosten tot €50.000 voor projecten in de verkenningsfase;

  • b.

    50 procent van de subsidiabele kosten tot €60.000 voor projecten in de plan- en ontwerpfase.

Artikel 12 Kennisdeling

  • 1. De subsidieontvanger neemt actief deel aan kennisdeling, in ieder geval door deelname aan de door de provincie georganiseerde maandelijkse kernteambijeenkomsten en aan de Community of Practices, die een aantal keer per jaar zullen plaatsvinden. Als de subsidieontvanger gebruikmaakt van een door de provincie beschikbaar gestelde hubregisseur, kan deze voor de subsidieontvanger deelnemen aan de maandelijkse kernteambijeenkomsten. Is dit niet het geval, dan neemt de door de subsidieontvanger zelf aangestelde procesbegeleider deel aan deze bijeenkomsten.

  • 2. Daarnaast monitort de subsidieontvanger actief de voortgang van het proces. De subsidieontvanger stuurt een in de beschikking voorgeschreven aantal keer per jaar een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld monitoringbestand aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 13 Vaststelling

  • 1. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 3. Indien een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen een deelnemer is van het collectief dat subsidie heeft ontvangen, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid.

  • 4. Een aanvraag tot vaststelling bevat een urenverantwoording waaraan de subsidie is besteed, inclusief een urenverantwoording van de door het collectief ingehuurde experts.

  • 5. Een aanvraag tot vaststelling bevat een overzicht van de uitgevoerde activiteiten, waaruit blijkt in hoeverre het plan van aanpak dat is ingediend bij de subsidieaanvraag is uitgevoerd.

  • 6. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14 Terugvordering

Gedeputeerde Staten kunnen de subsidie terugvorderen indien:

  • a.

    er geen (volledige) of onjuiste verantwoordingsinformatie is verstrekt;

  • b.

    de verantwoordingsinformatie te laat is ontvangen;

  • c.

    de daadwerkelijke kosten lager zijn dan de kosten op basis waarvan de subsidie is bepaald;

  • d.

    de subsidie niet rechtmatig is besteed.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie stimulering energiehubs Noord-Holland 2025.

Ondertekening

Haarlem, 1 juli 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.T.H. van Dijk, voorzitter

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Bijlage 1: Bedrijventerreinen en mobiliteitshubs waarvoor energiehubinitiatieven zijn geselecteerd

Een collectief op de volgende bedrijventerreinen of mobiliteitshubs kan subsidie aanvragen voor de verkenningsfase:

  • Alton (Gemeente Dijk en Waard)

  • Baanstee Noord (Gemeente Purmerend)

  • De Grote Hout (Gemeente Velsen)

  • De Veken (Gemeente Opmeer)

  • Het Grootslag (Gemeente Medemblik)

  • Hoogtij (Gemeente Zaanstad)

  • Kooypunt (Gemeente Den Helder)

  • Loswalcluster (Gemeente Hilversum)

  • Smart Grid Walstroom (Gemeente Den Helder)

  • Beverkoog (Gemeente Alkmaar)

  • Gooimeer (Gemeente Gooische Meren)

  • Hoorn80 (Gemeente Hoorn)

  • Zuiderdel (Gemeente Dijk en Waard)

Een collectief op de volgende bedrijventerreinen kan subsidie aanvragen voor de plan- en ontwerpfase:

  • Arenapoort (Gemeente Amsterdam)

  • Beverwijk Business Docks - Cluster 4 (Gemeente Beverwijk)

  • Havengebied IJmuiden (Gemeente Velsen)

  • Nieuw-Vennep Zuid (Gemeente Haarlemmermeer)

  • Polanapark (Gemeente Haarlemmermeer)

  • Project Doen-2/Noorderveld Wormerveer (Gemeente Zaanstad)

  • Westfrisia (Gemeente Hoorn)

  • Waarderpolder (Gemeente Haarlem)